zondag 31 augustus 2008

Leren van Dostojewski

Dostojewski. Eindelijk. Na Marquez nu ook zo'n klepper van Dostojewski waarbij ik me al van blad één helemaal lekker voel. Geen te moeilijke zinnen, geen grootse dit of dat. Gewoon een sidderend verhaaltje, een intimiderend hoofdpersonage en meer dan zevenhonderd pagina's in het vooruitzicht waarvan men zegt dat ze wereldliteratuur zijn. "Misdaad en straf", yes yes.

Los daarvan: ik had gisteren enig jolijt. En nu wil het toeval dat el Dosto mij daar 500 woorden ver in zijn dikke boek al aan herinnert. Met de volgende zinnetjes:

" (..) Overigens werd hij ditmaal, toen hij eenmaal op straat was, zelf getroffen door zijn angst voor een ontmoeting met zijn schuldeisers.Wat voor een daad wil ik ondernemen en tezelfdertijd, voor wat voor kleinigheden ben ik bang, dacht hij met een eigenaardige glimlach. Alles is in 's mensen hand, en toch laat hij alles glippen, enkel en alleen uit lafheid."

Het gaat natuurlijk nog door, maar dit is in feite al meer dan genoeg voor het hedendaagse verhaaltje dat ik themagewijs aan dit fragment wil verbinden. Enter: M.,20 jaar oud, ongeïnspireerd en zodoende ongediplomeerd en - laten we de waarheid vandaag eens een eer bewijzen - niet zo intelligent als zomaar de eerste de beste die het woord "polyglot" in een zin kan gebruiken.

M. dus, die schuldeisers heeft, zo blijkt. "Toen ik geen inkomen had, heb ik eens 50 euro van een een louche Marokkaan geleend. Nu wil die zijn geld terug, maar ik heb het niet. Hij is al zijn vrienden aan 't optrommelen."

"Alles is in 's mensen hand, en toch laat hij alles glippen." Kon M. maar iets van Dostojewski leren. Intussen bevinden wij ons aan weerszijden van een gebarricadeerde deur. M. is bang, en blijkbaar voor geen "kleinigheid". In zijn wereld zijn deze Zorrotoestanden niet uit nieuwsberichten gegrepen. Hoe hij de kamer binnengekomen is? Langs een regenpijp, door het raam.

En ik had er dus plezier in dat die arme sul met knikkende knieën de deur voor mij opendeed, dat hij informeerde of er geen "Makakken" voor de deur stonden en of ik wist of "den D." niet "gepakt" was.

"Geen idee" antwoordde ik naar waarheid. Toch leek M. tamelijk gerustgesteld door mijn zorgeloze aanwezigheid in het "gebouw" (mijn studentenkot dat ik deel met vijf anderen, waarvan "den D." er één is; M. is slechts een vriend van "den D."). En de kentering kwam plots zelfs helemaal toen M. triomfantelijk vertelde dat "die Makakken" dan waarschijnlijk in zijn list waren getrapt. Hij had namelijk een sms gekregen van iemand die hij "niet kende" met de vraag waar hij was, dat had hij louche gevonden - dat instinct! - en hij had een plaats ergens nogal ver weg opgegeven. "En daar zijn ze nu allemaal naar toe," jubelde hij.

Ik knikte en grijnsde wat, maar was vooral blij toen hij ophoepelde. Schuldeisers, misdaad, eventuele straf, voor mij zijn dat begrippen uit boeken en reportages over achtergestelde regio's. Daar moet ook niks aan veranderen en zeker niet op mijn stoep. Als ik iets in mijn hand heb, zal ik er alles aan doen om het niet uit lafheid te laten glippen. En zeker als ik daardoor niet langer iets verschuldigd ben aan een "louche Marrokaan".

vrijdag 29 augustus 2008

Iets over politiek willen zeggen, maar de mist in gaan

Politiek ben ik links, 'link', zoals men dat tegenwoordig ook mag noemen. Hoe ik dat weet? Doordat ik altijd sympathie heb gehad voor partijen als sp.a en Agalev/Groen!. En doordat ik CD&V'ers altijd CVP'ers ben blijven vinden (dat aura der schijnheiligheid; de secularisatie, dedju). Over het VB praten we niet eens.

Ik kon me altijd al veel beter vinden in die 'linkse' politici, ze waren meer zoals de mensen die ik graag had, die ik door toedoen van mijn ouders tegenkwam. 'Rechtse' mensen leken altijd slechtgezind, ze dachten zo 'klein'. De negativiteit die ze uitstraalden kon ik niet rijmen met hun wil om een land naar een "mooie toekomst" te leiden.

Maar ik ben dus links zonder daarover ideologisch nagedacht te hebben. Geen idee of mijn meningen - wat zijn mijn meningen? - overeenstemmen met die van linkse partijen. Dat hun politici op mij de meest betrouwbare indruk maken, vind ik belangrijker dan dat ik precies weet waar ze mee bezig zijn. Is het in politiek niet zo dat je vooral weet op wie je níét wil stemmen?

Níét op schijnheilige tsjeven type Erik Van Rompuy (iemand met zo'n kop). Níét op West-Vlaamse circusdirecteurs als Jean-Marie Dedecker (iemand met zo'n kortademigheid), niet op de grijze middelmaat van een Yves Leterme (iemand die zich zo opvallend door een imago-adviseur laat bijstaan). Is het niet in die negatieve spiraal van (centrum-)rechts dat grijze middelmaat als Leterme het kan maken op federaal niveau? Dat Jo Vandeurzen (iemand met zo'n minderwaardigheidscomplex) erin slaagt van eerste provinciale naar eerste nationale te promoveren?

VLD is 'ok' geworden door een opbod aan rechtse politici. 'Serieuze meneren' als De Gucht en Verhofstadt zaten weliswaar wat strak in het pak, ze hadden tenminste een doel voor ogen, een positieve toekomstvisie. "Optimism is a moral duty," werd door de rechtse Vlaming dan ook geheel en al in de wind geslagen. Zelf hou ik van de ideologische kant van het liberalisme, de economische zijde is me veel te realistisch.

Wat ik initieel wilde zeggen was dat ik jonge mensen bewonder die met een weldoordachte mening en visie aan politiek beginnen doen. Dat zij om die, die en die reden op hun achttiende al weten waarom ze voor de CD&V willen opkomen. Zouden ze zich in gesprekken met oudere partijgenoten nooit op ideologische foutjes laten betrappen, vraag ik me dan ook af. Hoe leer je zo'n ideologie eigenlijk aanvoelen, ook?

donderdag 28 augustus 2008

Re: Rilke

Als Marie een tekstje schrijft op haar blog met als titel "Rilke", naar de Duitse dichter, dan wéét ik onmiddellijk dat de tekst over die dichter zal gaan, maar zelf denk ik ergens anders aan. Ik denk aan een busrit, enkele jaren terug. Ik leg het u allemaal uit.

De nachtbus was het, die me naar huis moest brengen. Het was een van die zeldzame avonden geweest waarop ik had willen drinken. En omdat ik qua drank niks kon verdragen was ik een beetje tipsy op die bus en ging de realiteit met mij aan de haal. Rilke zat voor me, enkele banken, met twee jongens waarvan ze niet kon afblijven. Tot mijn ontgoocheling, op dat moment, want mooie Rilke knauwde aan haar schoonheid op die manier. Die jongens waren - zo zeg je dat dan - niks voor haar.

Dat zou ik haar op dat moment echter niet gaan vertellen, want ik had twee pintjes op en bovendien zat ik daar wel goed, zo. Van op mijn plek had ik namelijk een redelijk riante inkijk in haar broek, jawel, en wat ik zag waren één turkooizen string en de rest denkt u er zelf maar bij.

Twintig lange minuten waren het, die maken dat ik kennelijk nooit meer niét aan die anekdote zal moeten denken als ik over de schrijver-dichter lees, dan wel hoor praten. Gelukkig krijgt u er blogwise mijn gezichtsuitdrukking op het betreffende moment niet bij. Al heb ik daar voor mezelf wel enig vertrouwen in.

dinsdag 26 augustus 2008

Tussen Tremelo en Charleroi

Eindelijk lees ik "Arm Wallonië", het boek van journalist Pascal Verbeken dat enkele jaren geleden "net op tijd" kwam, aldus Guido Van Meir, alias Corneel uit Humo, op de achterflap. Ik was hier bijzonder benieuwd naar en het boek lost de verwachtingen netjes in. De poëzie en de menselijkheid spatten ervan af, zeg maar. Hieronder enkele fragmentjes die ik in het boek met afschuwelijke ezelsoren aanduidde (ik ben pas halfweg).

"Over heel Europa is Vlaanderen een sterke merknaam van xenofobie geworden. Terwijl onze contreien doorgaans geen enkele belangstelling opwekken in de buitenlandse media, komen op verkiezingsdagen honderden journalisten uit uiteenlopende plaatsen vanuit Oslo tot Athene de schade opmeten."

"Een Brusselse wegenwachter van Touring vertelde me ooit over de diepste angsten van de Vlaamse automobilist. In zijn top vijf stond ondermeer: motorpech op het ringviaduct van Charleroi. De Vlaming was niet zozeer bang voor een acute aanval van hoogtevrees, maar voelde zijn benen slap worden door het onheil dat Charleroi oproept."

"Een paar maanden geleden haalde een Waal nog eens de voorpagina’s van de Vlaamse kranten. (..) De man woont hier in de buurt: Serge Régnier, zevenenveertig jaar, werkloos, vader van dertig kinderen bij drie vrouwen, trekker van 3000 euro kinderbijslag per maand. Met zijn hele stam ging hij trots poseren voor de Vlaamse fotografen, nietsvermoedend van de streek die hem op dat moment werd geleverd."

"De staking bij Splintex leidde tot wanhoopsdaden. Zo sloot een arbeider zich met zijn dochter op in de refter tot de directie zijn ontslag zou herroepen."

"Op zijn derde verhuisde hij met zijn ouders naar Charleroi, waar hij opgroeide als Waal. Vader Julien was het pendelen naar de koolmijn van Gilly beu. Elke dag reed hij als knoestige flandiren met de fiets heen en terug tussen Tremelo en Charleroi. 164 km kasseien en grind.
“Hij zat acht uur per dag in het zadel, en werkte nog eens acht uur in de mijn,” herinnert Florent zich. “Tien jaar lang heeft hij dat volgehouden tot hij het niet meer kon opbrengen en we naar Wallonië verhuisden.”"

maandag 25 augustus 2008

Let niet op de suppoost

Omdat u met z'n allen zo dol bent op mijn stukjes over muziek en aanverwanten, hier is er alweer eentje! Vandaag op een concert van The Hickey Underworld viel het me op dat een hoop mensen er bijstonden alsof ze naar een schilderij aan 't kijken waren. Min of meer bewegingloos, beschouwend, misschien wel diep nadenkend.


Het schilderij hierboven herkent u allemaal als "The starry night" van Vincent Van Gogh. Het is willekeurig gekozen. "The starry night" hangt in MoMa, New York.
Nu ervaart u het schilderij op die plaats met zijn wetten, zijn verbodsbepalingen. En er zijn ook normen voor hoe u zich zelf doorgaans gedraagt op zo'n plek. U maakt geen overdreven lawaai, u kijkt en bent rustig. Schilderijen vragen dat van u. De hoge muren waaraan ze hangen snoeren u sowieso de mond. Ergens staat een man in een bordeaxrode jas tegen een muur. Hij houdt u in de gaten.



En nu ervaart u iets anders. Dit is muziek, geen schilderkunst, u bevindt zich doodgewoon in de Wablief op Pukkelpop, niet in het prestigieuze MoMa. Een concert is naast een visuele ook een auditieve ervaring, daar waar schilderkunst enkel visueel is. Het auditieve element laat de muziek toe heel andere reacties bij de 'consument' los te weken. Bepaalde fysieke reacties, met name. Het is nu niet langer geoorloofd stil te staan, geen 'suppoost' die u zal tegenhouden.

The Hickey Underworld lokt, zoals u uit bovenstaand fragment kan opmaken, de aandrang uit om te bewegen. Voelt u het? Met uw hoofd een beetje op de maat, met uw voet om de drums te begeleiden? Bent u enthousiast dan gaat u verder en schudt u met de kont, gooit u de armen de hoogte in of bakent u voor zichzelf een vierkante meter af die u volledig in de oppervlakte benut met een geïmproviseerde choreografie. Dat mag allemaal op een concert. Nee.., móéten moet het niet. Niets móét.

Maar als u niet beweegt op de muziek dan bent u kennelijk letterlijk aan de grond genageld door de kwaliteit ervan. Of zijn er andere verklaringen?

zaterdag 23 augustus 2008

Geneeskundestudente: 1 - Oostblokpop: 0


Ik heb geen tv om naar de Olympische Spelen te kunnen kijken. Daarom kijk ik 's ochtends naar de hoofdpunten via de sporza-site. Op die manier krijg ik het belangrijkste te zien, dat is zeker. Maar de spanning, de spanning blijft dan toch een beetje achterwege. En als er Belgen in actie zijn, geef toe, dan is het al snel een klein beetje spannend.

Ik woon op vijftig meter van een winkel waar tv's verkocht en gekocht worden. In de vitrine van die winkel staat een tv, de hele dag op sporza afgestemd. Wanneer ik er voorbijloop blijf ik wel eens even staan. Vandaag ging de finale hoogspringen door met Tia (zonder achternaam). Ik wist dat en liep pardoes langs die winkel. Op het juiste moment.

Ze waren nog met zes, en wij waren ook met zes toeschouwers ongeveer. Het ging omgekeerd evenredig: met hoe minder zij waren, met des te meer waren wij. Ze waren nog met vier en de lat lag al op 2.03 m. Slesarenko. Chicherova. La Tia, of course, en Blanka "heb ik iets aan van u" Vlasic uit Kroatië.

Tia ging vierde worden. Dat was niet erg. We waren met z'n allen tevreden, de meesten snapten er ook te weinig van om ontevreden te zijn. Elementaire vragen werden gesteld: "Doet Tia mee?", "Wa sport is dat?", sommige mensen gingen weg in het heetst van de strijd.

Tia sprong over 2.05 m - als eerste - en met een ongeziene belgitude stegen juichkreten op. Met bijna twintig waren we al, dus dat moet geklonken hebben. Het ging om zilver en goud, werd zelfs de leken nu duidelijk en dat was een openbaring. Een Franstalige mengde zich luidop in de debatten. "Allez Tià."

En Vlasic wist het. Haar benen waren dan wel lang genoeg, haar parmantige wezen was er niet klaar voor. Tia zag eruit als een laatstejaarsstudente geneeskunde toen ze tactisch naar de jury liep om Vlasic de genadestoot te geven. De oostblokpop moest nog één keer, en het ging mis zoals het nog duizend keer opnieuw mis had kunnen gaan.

In tijden ben ik niet meer zo "onder de Belgen" geweest. Vermoedelijk was er dus zelfs een Waal - of een Brusselaar, ook al zo ver - en de Vlamingen die er stonden waren, situatiegebonden uiteraard, sympathíéke Vlamingen. We waren blij voor België, en "dat 't toch erg was, nog maar één medaille, en dat 't nu toch al iets beter was voor België." Ik werd socialer dan ik gewoonlijk pleeg te zijn en bijna had ik een stel grijsaards voor een pizza uitgenodigd. Bijna.

vrijdag 22 augustus 2008

Drama, ijskoningin, drama

A.'tje,
als een elektronische zakagenda tot in de puntjes beredeneerd A.'tje.
Heb je het ook nu weer allemaal tot in de puntjes beredeneer-redeneer-redeneerd?
Of heb je geweend?
Error?

Ik bedoel, je bent zo koel. Mijn rijmelarij verbleekt erbij. Je vriend vertrekt, mijn vriend vertrekt, en ik stuur je de sms "Ik ga de speelse belhamel missen, en koester hem nu nog maximaal."

Hoe doe je dat: beredeneren dat je lief tot maart volgend jaar wegblijft? Moet dat gewoon maar gebeuren? Denk je dat je in de tussentijd iets aan mij zal hebben? Zullen we samen over hem praten? Er zou best wel wat drama aan te pas mogen komen. Dat is mijn stiekeme wens.

Ik lijk je wel te plagen. Ik wil altijd maar iets aan je veranderen. Waarom toch?

Waarom het nu lijkt alsof ik je iets verwijt? Vanwege wat ik net schreef. Drama, ijskoningin, drama. Een beetje ieniemieniebeetje drama voor de liefde. Het vuur van de man en de vrouw. De oceaan van de afstand. De zee van tranen. Pathos. Onmacht. Verlangen. En dat alles op je lippen bestorven. Voor de poëzie. Al is het dan maar rijmelarij.

"Ik koester hem nu nog maximaal" en dan hoop ik stiekem dat jij je hoofd in een kussen verbergt. Dat je niet antwoordt is alvast een goed teken. Je doet dat niet, dat weet ik wel, - dat van dat hoofd in dat kussen, ja - maar het maakt me er niet minder nieuwsgierig om naar wat er zou gebeuren mocht je het wél doen. En intussen blijf ik het bijzonder appreciëren dat je de enige zakagenda ter wereld bent die voortdurend pretlichtjes in haar ogen heeft.

x.

P.S.: waarschijnlijk denk je nu dat ik het niet aankan, dat hij vertrekt. Op die vraag kan ik voor het zover is echter geen antwoord geven. Maar het is duidelijk dat ik anderen, en dan vooral jou, wil meesleuren in mijn potentieel gevoel van gemis, dat zal wel weer de droge waarheid zijn, ja.

donderdag 21 augustus 2008

msj. zkt. wstrlng.


"Dit is een vriendin van mijn vriendin," zegt E. "Toen die van jouw bestaan op de hoogte werd gesteld, drong ze er op aan haar foto naar jou door te mailen."

Nu, het moet gezegd: dit is een mooi meisje. Maar het idee is toch waanzinnig. Ik kijk naar de foto van een Boliviaans meisje, in de wetenschap dat zij er haar hand niet voor zou omdraaien om als een halve mail order bride naar België te komen. "Dat is hun droom," zegt E..

"Mij vroegen ze of ik nog meer grote blonde mannen kende die single zijn. Het is hun droom om zich met zo'n man in het "rijke westen" te vestigen. Toen ik in La Paz in een wachtkamer zat, zag ik een moeder haar dochter aanporren, "begin een gesprek met die jongen". Het is zó anders."

Zelf heeft E. er G. leren kennen. Zij tasten samen de grenzen van hun intercontinentale liefde af. In de veronderstelling dat hij die graag ziet, laat G. kitcherige pasfoto's maken. Zelf moet E. opletten dat hij niet vervalt in de ironie die hem zo genegen is. "Die begrijpen ze daar niet altijd."

Of ik een foto terugstuur naar de mooie Boliviaanse die op mij, of op een andere westerling, wacht? Neen, zelfs niet zomaar om te lachen. Lange afstanden zijn niks voor mij, da's één, en als ze mijn ironische kwinkslagen ook nog eens verkeerd begrijpt, dan beland ik misschien voor ik het weet in zo'n Zuid-Amerikaanse telenovelahistorie. En dan zijn we natuurlijk niet aan de nieuw pattatjes.

woensdag 20 augustus 2008

Is muziek leeftijdsgebonden?

Vandaag wil ik u voorstellen: ex-DevendraBan aka ex-paperbin, oftewel een jongen die op last.fm intussen al aan z'n derde account in bijna drie jaar tijd toe is. Hij is achttien en verandert schijnbaar om de zoveel tijd van muzieksmaak. Wanneer hem dat begint op te vallen, vindt hij zijn Top Artists dan ook niet meer representatief en besluit hij van nul te herbeginnen met een nieuw account.

Hij is achttien, dat zei ik al, en hij heeft me altijd al enigszins gefascineerd vanwege de obscure ambient, "idm" (intelligent dance music, weetuwel) en consoorten waar hij naar luistert. Dat doet hij weldoordacht, maar hij laat het overkomen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. En voor u zich gaat afvragen waarom ik me in godsnaam bezighoudt met de muzieksmaak van een ander. Hieronder vertel ik u waarom.

Ooit zei ik 'm via een berichtje in zijn shoutbox dat hij "voor een zeventienjarige wel naar speciale muziek luisterde". Verbaasd reageerde hij met: "is muziek dan leeftijdsgebonden?" Daar moest ik over nadenken. Zelf was ik op m'n negende met Hit Clubs begonnen, had ik op m'n dertiende voor het eerst een full album gekocht("Americana" van The Offspring) en had ik vanaf daar het pad van De Afrekening gevolgd, om zo bij Radar en Duyster en Humo-interviews te belanden, en cd's uit te lenen in de bib om zo m'n horizonten te verbreden; volgens mij een vrij normaal parcours. Gitaarmuziek was voor mij tot m'n zestiende "normaal", elektronische muziek was nieuw en moest met mondjesmaat en met vallen en opstaan ontdekt worden. Maar hij was dus pas zeventien en zat er al tot over z'n oren in.

"Is muziek leeftijdsgebonden?" Afhankelijk van hoe je vertrekt, wellicht. Hoe kwam ex-DevendraBan op zestienjarige leeftijd al bij obscure ambient als Loscil, Kettel, Arovane en Autechre terecht? Had hij die namen leren kennen via zijn vijf jaar oudere broer (waarvan ik niet weet of hij die heeft)? Of was dat de muziek die hem als vijtienjarige vertrouwd in de oren klonk?

Recent zegde ex-paperbin Radiohead ontdekt te hebben, maar dan wel de Radiohead vanaf "Kid A" (dat sprak geheel voor zich). En op zijn nieuwe account heeft hij naast Radiohead ook Mogwai en Sonic Youth als topartiesten staan. "Ga je de main stream tour op?" vroeg ik hem daarom via zijn shoutbox. En in afwachting van zijn antwoord hoor ik graag van u hoe uw muzikale "traject" gelopen is, graag van bij het prille begin.

dinsdag 19 augustus 2008

Het loont al eens naar je moeder te luisteren

Soms moeten gedachten even bezinken voor je ze in essentie kunt vatten. En soms zegt je moeder gewoon wat je zelf niet gezegd krijgt, omdat je de essentie bijvoorbeeld nooit voor mogelijk hebt gehouden. Zo blijk ik sinds vandaag ambitieus te zijn. Ambitieus, jawel, en als ik het dan in alle eerlijkheid overpeins, dan is er nog iets van ook.

"Ambition makes you look pretty ugly." Radiohead, weet u wel, en voor mij al die jaren een waarheid als een koe (niet zozeer omdat Thom Yorke het zong hoor). Maar eens je dan een dergelijk slagzinnetje geïncorporeerd hebt ("ambitie, daar doe ik niet aan mee"), vergeet je oplettend te zijn, en luister je dus nog maar half naar wat je eigenlijk wil. Je zegt dingen als: "met mijn diploma wil ik niet dít en niet dát", en voor je het weet schrijf je het soort tekst als diegene die ik gisteren schreef, hier, en blijk je in essentie fuckin' ambitieus te zijn.

Ambitieus, natuurlijk, om ten eerste van je toekomstige job een tof tijdverdrijf te maken (de zogenaamde 'hobbyjob'), maar daarnaast met de bedoeling om iets te doen met mensen waarmee je je kan verstaan, en met een doel dat je aanstaat, voor een publiek dat je niet vreemd is, in mijn geval, zo blijkt, behoorlijk elitair, cultureel verantwoord, enz. Een serieuze, op korte termijn kennelijk irreële, ambitie met andere woorden, waar mijn moeder schamper om moet lachen. Maar.. het mag niet verboden zijn ze toch na te streven, je moet je dan enkel hoeden voor de mogelijke ontgoocheling.

Het zit 'm ook in de negatieve manier waarop ik over 'n hoop dingen denk, geloof ik. Een vriend uit mijn richting (ik studeer journalistiek) heeft 'n stageplaats geregeld bij de Regionale Omroep Brabant (ROB). Als ik hem dat hoor vertellen rol ik met mijn ogen als in "goh, daar moet je je aan willen zetten". Herinneringen aan idiote reportages over Mariëtte en Josianne in het rusthuis van Haasrode flitsen voorbij, waarbij ik in niet naderbepaalde volgorde aan de woorden "kneuterig", "klein", "doodsaai", en "onbevredigend" denk. Om nog maar van "ambitieloos" te zwijgen. Nam ik het woord 'elitair' in de mond?

En daarom dus schreef ik gisteren dat ik zelfs niet voor de TTT-redactie van Humo zou willen schrijven (wat ambitie betreft, heb ik dus enkel nog maar te kennen gegeven dat ik het niet zie zitten om 1. voor een regionale zender te werken, 2. "rockjournalistiek" te bedrijven, en 3. - dat zeg ik er gewoon bij - eenkolommertjes te schrijven). Als journalist wil ik méér dan dat, jazeker(!), als ik überhaupt al wel journalist wil zijn, natuurlijk, zoals Sezaar niet onterecht opmerkt. Ik zie mezelf evengoed in een boekenwinkel werken, als ik daarbij gelukkig ben. Want dat is de overkoepelende ambitie natuurlijk: gelukkig zijn bij wat ik doe.

Oh ja, nu dit zo'n serieuze tekst geworden is - ahum - wil ik u vragen hier voor uzelf een kwinkslag aan toe te voegen. En tips voor een stageplaats zijn intussen ook steeds welkom. Als u nu een idee hebt van waarnaar ik op zoek ben, tenminste.

maandag 18 augustus 2008

Hoe raakt de "fut" terug in die futiliteit?

Onlangs verscheen op goddeau een artikel met als titel "De heerlijke futiliteit die rockjournalistiek heet". Het artikel behandelt in hoofdzaak enkele anekdotes uit het boek "De beste muziekverhalen van 1945 tot nu", dat vorig jaar verscheen. Een boek dus dat de meest bijzondere anekdotes van rockjournalisten bundelt, die zij aan hun interviews overhielden.

Ik denk dat het ooit een droom van me was om rocksterren te interviewen. What's in a name, natuurlijk: ik scheurde als twaalfjarige artikels uit Humo en plakte die allemaal chronologisch geordend in een map. Serge Simonart was voor mij een "speciale meneer", tot ik hem leerde kennen via Eurosongpreselecties. En nog steeds lijkt het me leuk om deel uit te maken van Humo's so-called TTT-redactie, ware het niet dat ik die muziekbranche met de tijd ook zo enorm 'vluchtig' ben gaan vinden.

Klopt het dat mensen tegenwoordig zelf hun oordeel vellen, op zowat elk terrein? Indien ja, welke rol is er dan nog weggelegd voor godbetert een rockjournalist? De veelvuldig op een piëdestal gezette Marc Mijlemans kon in zijn tijd (midden jaren '80) nog als een goeroe alle lof kraaien over The Triffids. Wat heeft het vandaag echter nog voor zin om mensen te overtuigen van de kwaliteiten van, pakweg, The Dodos, als ze die groep via myspace in drie minuten kunnen "hotten or notten"? De recensie is iets ouderwets. De romantiek is eraf.

Wat ik voor mezelf concludeer is dat ik helemaal van die droom van me ben afgestapt. Zelfs het semi-recreatief recenseren voor goddeau is in die twee jaar dat ik het doe een soort verkrampte oefening geworden. Veeleer een verhaaltje dan een informatieve tekst, wil ik er vaak van maken, en de idee dat ik een tekst zou schrijven die anderen als ondersteunend zouden kunnen beschouwen in hun oordeel, komt me voor als vreemd. Onnodig zelfs.

Of neem de subjectiviteit van een concertverslag. Met Pukkelpop ook weer, nu. Humo vond M83 "om kippenvel van te krijgen", Focus Knack "grijpt wel naar My Bloody Valentine als het wil shoegazen". Houdt het dan werkelijk geen steek wat er precies in zo'n verslag staat? En wordt het dan louter geschreven voor een toevallige internetzapper die iéts, maar ook niet veel meer dan dat weet? Kennelijk wel dus.

En dat maakt "rockjournalistiek" in het licht van zovele andere dingen - natuurlijk is het dat in essentie al, ja - inderdaad enorm futiel, zoals de titel van dat artikel het zo juist zegt. Of is dat eigenlijk misschien helemaal geen probleem?

zondag 17 augustus 2008

Pukkelpop 2008

Gisteren was ik op Pukkelpop. Het was leuk om nog eens op het festivalterrein te komen, het doet al vertrouwd aan. Van de concerten herinner ik me niet zo bijster veel meer, niet omwille van drank, ik ben gewoon niet goed in memorabele herinneringen opstapelen, maar als ik het allemaal op een rijtje zet komt er misschien meer uit het toetsenbord dan ik nu voor mogelijk hou.

Dus: het festivalterrein betreden en resoluut voor de kant van Dance Hall en Boiler Room kiezen (een kant waar ik anders toch niet kom). De Dance Hall baadde al om 14u in een penetrante pisgeur. Ik moest er warempel om grijnzen, zo komisch degoutant.

Van plan om eerst gewoon wat rond te sloffen, zag ik de Black Kids slechts even bezig in het voorbijgaan aan de Marquee, maar het leek erop dat ik niets zou missen als ik snel doorliep. Jong, cool, hip en dertien in een dozijnmuziek die in mijn ogen te veel aandacht krijgt. En ontdaan van al zijn franjes klonk dit gewoon als doorsnee britpop.

Vervolgens in de Club met een kwartier The Heavy wél aangenaam verrast. Ik had gelezen dat de zanger nog iets met Prince te maken heeft gehad, ofzo, en was dus aangesproken. Er werd soul met rock vermengd, en dat klonk heel 'plezant', naar mijn mening. Daarom had ik ook langer kunnen blijven dan ik deed.

Maar ik wilde naar Fuck Buttons in de Chateau. Geen idee wat te verwachten, maar een beetje benieuwd door wat ik had gelezen. Binnengeglipt, even moeten wennen en toen twee vierkante meter gezocht om ten volle te benutten met trancy bewegingen. Ik was helemaal méé ineens, en had spijt dat ik niet kon blijven voor deze sinistere en bijzonder opzwepende drones, die echt bezwerend werkten.

Waar ik dan naartoe moest? Naar The National, tiens, misschien wel de doorslaggevende reden waarom ik gekomen was. "'Boxer' is als een vriend," zo schrijven ze bij Humo, en niets is minder waar. Live werd ik niet teleurgesteld, maar echt in de ban was ik toch ook niet. Stond ik daarvoor te ver of was ik de enige die het metalige stemgeluid van de zanger wat storend vond? Wat het ook moge zijn: ik was blij met "Ada", met "Secret Meeting, en vooral eigenlijk met het up tempo kwartiertje van "Squalor Victoria, "Mistaken For Strangers" en ook het heerlijke "Abel". Wie "Boxer" nog niet heeft, kope hem blindelings.

The National stond daar overigens wat vreemd geprogrammeerd, om 15u 's middags. Iedereen weet ondertussen toch dat die groep veel hoger op de affiche verdient?

Plain White T's bleken die snoodaards van "Hey There, Delilah" te zijn, iets wat ik niet persé wilde weten, maar daarmee kreeg ik wel een antwoord op de vraag wat die voor mij onbekende groep op de Main Stage deed. Dát dus.

Yeasayer wat later in de Club, was the next thing on my list. "Bosjesmannenmuziek uit Brooklyn," had Eppo J. zich daarover ooit laten ontvallen en meer heeft een mens natuurlijk niet nodig om present te tekenen voor een concert van dat groepje. Ik vond het leuk, heel aangenaam en inderdaad speciaal, zonder er al dadelijk vat op te hebben. Die cd wil ik dus, net als die van Fuck Buttons, aan een 'luisterbeurt onderwerpen'. Daar dient Pukkelpop voor, toch?
Een tussentijdse award voor toffe look gaat hierbij trouwens naar de bassist van Yeasayer. De man in kwestie zag er met zijn wit marcelleke en paardenstaart uit als een trucker, en als een sympthieke ook.

En dan: hoera voor lichte nostalgie. Manic Street Prachers op de Main Stage, en tevens zag ik voor de eerste keer hoe die mensen eruit zien. James Dean Bradfield, die echt goed kan zingen, vind ik na vandaag, is een soort Ricky Gervais, en eens je je dat bedacht hebt gaat die gedachte een heel eigen leven leiden. Het concert was zowat wat je er van verlangt: wat greatest hits en wat stadionrock, of allebei tegelijk in dit geval. Voor tijdens een dood moment met je rug tegen een boom dus.

Volgende groep op de Main Stage zou Bloc Party zijn, en ik had me voorgenomen eerst maar eens te kijken vooraleer ik er weer een oordeel over klaar zou hebben. Intussen plande ik de tijd te doden met Black Mountain in de Club, maar nog niet binnen wist ik al dat dat plan de boekhouding niet zou overleven. De stem van die zangeres, die ook bij Lightning Dust zingt, kan ik nu en dan gewoon echt niet hebben. Ik dus mijn plaats gaan innemen halverwege de Main Stage.

En ja, na vandaag heb ik een mening die alweer wat gefundeerder is dan eergisteren: Bloc Party, ik vind er weinig aan, nu ook al live niet. Zo jong, zo modern, zo leeg. De knullen gaan het blijkbaar op een volgende cd met pc-gamegeluidjes proberen, dat laat die kutsingle - oei wat een woord - "Mercury" ook al uitschijnen, en ik zal ze niet tegenhouden, maar ik denk dat ik het met dat gropeje voor bekeken houd, momenteel. Het interesseert me gewoon helemaal niet, dat geluid, dat sfeertje, die zanger met zijn boodschap. Ofzo.

Vervolgens moesten er knopen worden doorgehakt en achtte ik de tijd gekomen alle soorten janetterij even achter me te laten. Ik koos ervoor Alela Diane een nummertje te horen zingen - schattig meisje - in plaats van heel even Neurosis mee te maken, wat veeleer een greep in het onbekende zou zijn. Neurosis plan ik eerder op cd te ontdekken, want wie hun nummer "Given To The Rising" gehoord heeft, de titeltrack van de laatste cd, weet dat die groep iets te bieden heeft dat 'diep' gaat.

Maar dus de janetterij achterlaten, vond ik, en daardoor werd een andere keuze plots heel evident. Jamie Lidell mag dan wel niet volgende week op Maanrock te bezichtigen zijn, toch had ik fuckin' veel zin om voor The Hickey Underworld naar de Wablief? te gaan, om aldaar eidelijk nog eens te bewégen op muziek waarvan ik wíst dat ik ze geweldig zou vinden. Zo gezegd, zo gedaan, en of het de juiste keuze was, u mag één keer raden. Is het belachelijk om te stellen dat je The Hickey Underworld de beste groep van de dag vind als je daarna nog naar Sigur Rós gaat kijken? Misschien wel.

Want voor die Ijslanders verliet ik dus schuimbekkend de Wablief (ik danste letterlijk buiten) en ging weer naar de Main Stage, waar het die laaste uren te geburen stond. Had ik hun opkomst al gemist, ik kan het me niet herinneren, feit is dat Sigur Rós er al stond en dat die sprookjesachtige muziek al over de weide weerklonk. Ongelooflijk toch hoe Sigur Rós van de the masses geworden is. Zes jaar geleden kocht ik "de foetus", en toen was die helemaal van mij. Nu ligt die plaat kennelijk op het salontafeltje van elk getrouwd koppel. Het concert had daar allemaal niet onder te lijden en maakte indruk in zijn eigenaardigheid, imponeerde door zijn eigenheid, zijn originaliteit en zijn intensiteit. Na vanavond kan ik niet anders dan zeggen dat dit een hele speciale groep is, waar ik nog maar eens goed voor zal moeten gaan zitten en wiens verdienste en invloed ik niet snel nog zal minimaliseren. Straffe kost. Met een fantastische zanger en een sexy (shit welk instrument speelde hij - ja, een man - nu eigenlijk weer?) muzikant met een zwarte baard.

Oh ja, en de sneeuwstorm die met papiertjes over het publiek werd uitgestrooid. Heel geslaagd. De groep was op een bepaald moment geheel onzichtbaar.

Er was dan nog Elbow in de Marquee, een waardige afsluiter zonder meer. Het is een beetje jammer dat ik eigenlijk niet echt veel van de groep ken, een hiaat dat ik dringend moet opvullen. Guy Garvey is samen met Jonsi van Sigur Rós ook wel de zanger van mijn Pukkelpop, prachtige stem heeft die man, live niet minder dan op cd. Jammer eigenlijk dat Elbow weer tussen twee stoelen viel, en ik de Marquee verliet voor Soulwax. Was het het waard, ik vroeg het me toen al af. Maar ik deed het.

Was het het waard? Moeilijk te zeggen. Het was uit nieuwsgierigheid dat ik ging, zo van "waar staat Soulwax tegenwoordig eigenlijk voor?" Dat ze niks meer uit "Much Against Everyone's Advice" spelen wist ik natuurlijk al langer, maar dat ze nu ook geen 'nummers' op zich meer spelen, dat wist ik niet. Wat we dan kregen was één lang elektronummer dat louter bedoeld was om op te fuiven. Daarvoor was het ook bijzonder geschikt, en ik ga niet zeggen dat het mij niet gelukt is om me te smíjten, maar misschien hou ik toch meer van een klaasieker Soulwax. Misschien? Stiekem weet ik het zeker. Hun act is zo clean, met die vijf mensen op een rij. Die knopjes waarvan ze zich bedienen, dat bijna steriele. En amper contact met het publiek. Wat zal een nieuwe plaat geven, ook? Allemaal vragen, en daarom voorspel ik dat ik opnieuw naar Soulwax ga kijken, de volgende keer als ik de kans krijg.

Tot zover mijn Pukkelpop 2008. Ik heb er wel van genoten, geloof ik. Het is een must om er te zijn, en ik denk vaak: "als ik daar al niet naartoe zou gaan, waar moet ik dan eigenlijk nog naartoe?" Bij deze dus, en ja, volgend jaar allicht opnieuw, misschien weer "combi". We zullen zien.

Voor compacte verslagen van een hoop concerten, lees Humo.

vrijdag 15 augustus 2008

Dit stukje behoeft geen vergoelijkende inleiding

C. doet vanalles, ze wil vanalles. Haar diploma brengt haar op plaatsen waar ze met haar diploma wilde geraken. Dat is haar verdienste. Maar haar geest is niet vrij, ze is onzeker, loopt op de toppen van haar tenen en weet het allemaal niet zeker. Of toch niet zeker genoeg.

Ze zou wakker liggen van mijn oordeel, terwijl ze me niet zou herkennen op straat.

Haar onzekerheid zorgt ervoor dat ze niets aan het toeval overlaat. Misschien studeert ze thuis antwoorden uit haar hoofd op elke mogelijke vraag die een onverlaat haar zou kunnen stellen. Waarschijnlijk denkt ze bij het tekstgedeelte van dat antwoord ook meteen aan het stemtimbre dat ze zal moeten aanslaan, en aan een lichaamshouding die haar nonchalant zal moeten doen overkomen, terwijl ze half van slag is.

In een juiste woordkeuze investeert ze eindeloos. Tot het verkrampt overkomt. Dat is een vaststelling. Subtiel los, maar toch strak. Zakelijk, taalvaardig, met een kwinkslag. Geforceerd. Ambitieus, heel duidelijk. Om het te maken als wat?

Stiekem hoop ik dat ik haar eens ontmoet. Haar herkennen zou me vermoedelijk wel lukken. En dan de confrontatie, meteen. Zonder afgeven. Geen ontkomen aan. Als een saddist. Doodknuffelen.

woensdag 13 augustus 2008

De gewone man in de Wetstraat

According to Humo heeft Yves Leterme half augustus tweeduizendacht wel weer een mediagewijze oplapbeurt verdiend. Het decor daarvoor is niet mis: een dubbelinterview met die andere Standardmens, Michel Preud'homme. Een interview, dus, waarin het er "onder vrienden" - ze hebben een sms-relatie! - amicaal en in een ontspannen sfeer aantoe zal gaan. Lees: waarin Leterme zijn kans schoon ziet om zich nog eens als vanouds als de "gewone man in de Wetstraat" kan profileren.

"Mannen in de zestien" is de toepasselijke, en clevere kop boven het artikel. Eronder Preud'homme - altijd al een toonbeeld van positieve energie, met zo'n man wil Leterme gezien worden - en de oppertsjeef op een paginagrote foto, lachend, want vrienden vanuit een gemeenschappelijke liefde voor dezelfde voetbalclub. Leterme kopt hier meteen enkele balletjes tegen de touwen en Preud'homme laat ze als het ware kwansuis door z'n keepershandschoenen glippen. Ook hij heeft er als een in het sjieke Keerbergen wonende Waal kennelijk baat bij dat er een positief klimaat rond de grote reformateur hangt.

Intussen trapt Leterme een goedgeplaatste penalty: "Mijn voorkeur voor Standard kost me stemmen."Preud'homme laat de bal glippen met de lovende woorden: "Andere politici zouden het verzwijgen uit angst dat men het hen kwalijk zou nemen." Hey Yves, je bent een van ons, denk ik op slag. Lieve tsjeef!

Verderop in het gesprek krijgt Leterme de kans om andermaal zijn imago van grijze muis van zich af te schudden, om zich vol genegenheid uit te spreken over zijn ouders, om het over zijn ziekenhuisopname te hebben (die van hem een méns maakte), om Guy Verhofstadt in één adem door te 'ont-menselijken', en vooral om alle lepe truken van de mediatrainigscursus uit te proberen. Wie hier in mee gaat mag het dan nog betreuren dat Leterme voor Standard supportert (een gelijkspel tegen Liverpool can't be wrong), hij zal Leterme een sympathieke peer vinden. En hij zal misschien op hem stemmen, als hij de kans krijgt. Of op Inge Vervotte natuurlijk.

Slechts aan het eind van het interview krijgt Leterme nog enkele ietwat neteliger kwesties voorgeschoteld, en op de vraag zijn eigen "Vlaams gevoel" te omschrijven komt Yves verrassend, maar toegegeven, aangenaam verrassend uit de hoek. De man van 800.000 zegt zulks namelijk niet te hebben, grotendeels door familiale toedracht, maar de manier waarop Leterme deze vraag bijna ludiek omzeilt getuigt van moed en relativeringsvermogen, bijna nonchalance. Alsof het hem niets zou kunnen schelen mocht hij nog wat potentiële stemmers verliezen door een mening als ging het om een voetbalvoorkeur.

Wat mij op een of andere manier doet uitkomen bij de vraag of Bart De Wever misschien ook voor een of andere sportclub supportert.

Zintuiglijke euforie

Douchen. Water in je oor krijgen. Water dat er vervolgens niet meer uit wil. Met een oorstaafje de boel naar de zak helpen. Amper nog iets horen uit je linkeroor. Daar moedeloos van worden. Naar een apotheek gaan. Oordruppels aanschaffen. De procedure van het innemen meermaals voltrekken. Weinig verbetering constateren. Je moeder bellen. Het via haar met homeopathie proberen. Lichte vooruitgang boeken, zij het niet genoeg. Een afspraak met je dokter maken. Een pompje in je oor krijgen. De druk van de waterstraal voelen. Een gigantische brok oorsmeer op een papiertje zien liggen. Je volle gehoor terughebben. Beter dan voorheen.

Een oor, een keel, ze zijn bijzonder vanzelfsprekend. Als je er plots niet meer over kan beschikken pleng je traantjes. Als je je gehoor gedeeltelijk kwijt bent, ga je aan het slikken met je keel om te vieren dat je geen keelpijn hebt. Als je je gehoor vervolgens weer terug hebt, moet je je inhouden om je vrienden uit pure vreugde te sms'en met als boodschap "ik hoor weer normaal!"

Dagelijks zie ik mensen in een rolstoel rijden. Een papa met een dochtertje op zijn schoot, hijst zich naar boven op 'n stukje vals plat. Een blinde loopt verrassend snel, met luid klik-klakken van zijn stok, richting appartement. Hoe hij dat geleerd heeft? God only knows. Hoe hij het volhoudt? Misschien omdat hij zich ervan bewust is dat hij niet in een rolstoel zit, dat hij geen oorpijn heeft.

dinsdag 12 augustus 2008

De geest als metafysische variant van het huis

Het is enigszins 'geruststellend' te weten dat goddeau echt wel van een hoop interessante cd's van de laatste vijf jaar een recensie in haar archief heeft. Neem nu "My Life In Rooms" van Barzin, een cd die je deze zomer in de soldenbakken van Fnac voor drie euro kon kopen (wat ik deed) - die werd gerecenseerd door (jbo), een man die er qua recensies een bewonderenswaardig strak ritme op nahoudt.

Laat deze post dus louter dienen om uw aandacht te vestigen op "een nieuw initiatief van onzentwege," of dus op voornoemde cd van Barzin, waaruit hieronder een liedje en alhiero een linkje naar de myspace; op goddeau-het-cultuurmagazine, dat gewoon zo geweldig sympathiek en duidend is, en dan niet een weinig - als het zo is, dan is het zo - in het bijzonder dankzij de talrijke recensies van de hand van (jbo), die hier in de blogroll als Sezaar door het leven gaat, waarmee ik mij aan een ondergeschikte bijzin waag die geenszins contractueel verplicht is.

Voilà:

zondag 10 augustus 2008

Motek, Vismarkt, 9 augustus

Een festivalconcert. Er naartoe gaan. Er staan. Er een hele tijd staan. Tot het gedaan is. Je dan de vraag stellen wat je ervan vond?

Waarvan?

Motek op de Vismarkt, Leuven. Verwachtingen? Neuh. Interesse? Eventueel.

Liedjes. Gitaren. Een zanger. Een publiek. Een "heuse lichtshow".

Boeiend? Bwah.

Veel gsm's. Mensen die bellen of foto's trekken. Veel mensen die babbelen. Veel mensen die niet in de richting van het podium staan. Interesse? Als die ene Afrekeninghit gespeeld wordt plots wel, ja. Opeens blijken al die pubers daar toch te staan om een réden. Kennelijk is die single het enige nummer dat ze van Motek kennen. Van in de Afrekening. Een eigenaardige hit trouwens, die "Tryer", als men het mij vraagt.

Desinteresse. Verveling. Ultieme tijdelijkheid.

Ontgoochelend?

Als ik later groot ben, word ik geen muzikant. Ik zal de aandacht toch niet weten vast te houden. Mijn ego is te groot om minder belangrijk te zijn dan een gsm, als ik op een podium sta te 'performen'.

Herinnering? Amper. Spijt? Bwah nee, waarom?
Is dat normaal? Allicht. Ligt het aan mij? Niet eens. Is het belangrijk? Zeker niet. Waarom gebeurt het dan? Pro forma.

Motek trad louter pro forma op. Zouden zij de denkoefening maken? Of heet dat bij hen muzikale masturbatie?

vrijdag 8 augustus 2008

Kijk uit naar menig "aas" duel

In normale omstandigheden heb ik weinig tot niets te melden over voetbal (niet dat ik het niet volg nochtans), maar nu het Belgische voetbal ieder jaar een beetje verder wegzakt wordt het hele wereldje bij vlagen zodanig potsierlijk dat er gewoon niet over gezwegen kán worden.

Sporza kopt "Aantrekkelijk, aanvallend en spektakelrijk". Boven een artikel over wat Belgisch voetbal in het seizoen 2008-2009 zál (de vertwijfeling in dat accent) zijn. En Belgisch voetbal zál aantrekkelijk, aanvallend en spektakelrijk (kortweg "aas") zijn dankzij een charter dat alle trainers hebben ondertekend. Dus zelfs Dirk Geeraerd van het vorig jaar wat "stugge" Roeselare, en dus ook der Jacky van de beenhouwers van de Colruyt van Beernem, oftewel dus van Club Brugge. Dat charter is trouwens geenszins pro forma bedoeld, want, zoals het er staat: "elke wedstrijd wordt er een om nooit te vergeten."

Op dit punt kan je alle richtingen uit. Een imaginair voorproefje van een onvergetelijke wedstrijd in de Jupiler League (die een andere naam krijgt die ik het vermelden niet waard vind), een greep in je eigen herinneringen aan wedstrijden die toen nog niet noodzakelijk onvergetelijk moesten zijn door toedoen van een charter, en die bijgevolg ook niet onvergetelijk waren,..

En vragen. Vragen. Zullen we als publiek gedwongen worden om bepaalde wedstrijden te onthouden? Zullen we om de paar weken door een inspectie gecontroleerd worden om te zien of we ons nog kunnen herinneren wat er net voor de rust gebeurde in Bergen - Charleroi? Zal Ivan De Witte eindelijk uitgroeien tot de goeroe die hij al zo lang zo graag wilt zijn (zijn AA Gent dat intussen niet mee groeit en ondanks tonnen ambitie nog steeds elk seizoen op de zesde plaats strandt). Zullen Belgische clubs Europees in de toekomst aantrekkelijk aanvallend en op spektakulaire wijze de duimen moeten leggen voor een Bori-sof van een ploeg?

What the heck, kortom. Laat de jongetjes maar gewoon weer een schooljaar achter de bal lopen. Ze doen dat toch zo graag. En of ze er nu goed in zijn of niet: Belgisch voetbal is veel meer volkskermis dan sportevenement. Het is toch geen schande om dat te zeggen?

donderdag 7 augustus 2008

Zullen kunnen, zullen wij

"E. gaat nog een jaar bijstuderen," vertelt mijn moeder me aan de telefoon. "Ze heeft haar bachelordiploma gehaald."

Ik ben aangenaam verrast door dit nieuws. E. die een bachelor behaald, lang niet slecht voor iemand uit haar milieu. Want daar begint de kwestie die ik al vaker heb vastgesteld bij een bepaald soort mensen. E. heeft heel haar jeugd in een boerengat doorgebracht, ging toen ze veertien was hand in hand lopen met haar buurjongen van zeventien, had een oudere zus die met school stopte op haar zestien en had niet de meest krachtdadige der moeders. Een milieu kortom waarin studeren speciaal is.

Ze moest vanuit het gat naar de grote stad. Verschillende mensen leren kennen. Sommigen worden er heel ambitieus van, voor anderen is het een ondichtbare ver-van-hun-bed-show. Voor T., bijvoorbeeld, was het al jaren op voorhand duidelijk dat ze niet zou voort studeren na het zesde middelbaar. Nu zit ze zonder hoger diploma aan een Fortisloket, maar kennelijk heeft ze daarvoor al een man, een huis en misschien zelfs een kind in de plaats.

Zelf zou ik ten allen koste gaan voortstuderen zijn. Dat was de logica. E. zei me dat een diploma onontbeerlijk is. Zelf was ik daar ook van overtuigd. Ik wist ook, en ik weet nog steeds, dat ik me niet zou kunnen beroepen op de heldere wetten van de kneuterigheid. Trouwen, bouwen, van elkaar houden, elkaar nu en dan afsnauwen, en dat alles zonder een vorm van kwalificatie. Al toen ik nog een kind was, wist ik dat je je op die manier helemaal kan laten vastzetten. Dat je dan op een dag constateert dat je vrijheid zich beperkt tot de 1.5 op 1.5 van een krappe lift.

En om die reden steek ik mijn duim op voor E.. En in één adem ook maar voor mezelf. Onze lift kan ooit een terras worden. Een terras dat we zullen kunnen aangelegd hebben door onze vrijheid te exploiteren. Zullen kunnen, zeg ik wel.

woensdag 6 augustus 2008

Ja, ook hier is 't komkommertijd

Oei, ik moet nogal wat overwinnen om dit op te biechten: ik vind dat dochtertje van Madonna, Lourdes, wel een schoon kind. Beetje opletten met die oprukkende monobrow, maar voorts heel schattig met dat mooie zwarte haar. Heeft ze van haar pa natuurlijk, de genaamde Carlos Leon. Dat weet ik zelfs zonder een foto van de man te hebben gezien. Dat Lourdes elf jaar is, vind ik niet erg. Misschien kan ik haar bijles geven over kommagetallen.

In Humo las ik dat artikel met Madonna's broer, die een "schandaalbiografie" geschreven heeft over zijn leven met Madonna. Nu interesseren dat soort boeken me altijd bijzonder, en ik ben vast van plan ooit in dat boek te beginnen. Hij spreekt trouwens over Lourdes met de bijnaam "Lola", wat op YouTube ook gebeurt, en wat mij behoorlijk ergert, wat dat dan ook weer moge uitmaken. In het algemeen kan ik dat soort hippe bijnamen moeilijk verdragen.

Hieronder een filmpje waarin Madonna haar eigen belachelijke zelve is, terwijl Lourdes haar Frans leert. Grappig om te zien ook hoe de dochter de aanstellerij van de moeder met de paplepel binnenkrijgt.

dinsdag 5 augustus 2008

Leuk en compact, het vermaak van de dag

Men beschikke over halflang haar, een handdoek en de ijzeren wil zichzelf van tijd tot tijd eens ferm te laten gaan.
Men neme de handdoek en "roefele" ermee door het voornoemde halflange haar. Dit doet men zonder daarbij één plekje van de haardos te vergeten, dus zowel voor als achter en opzij.
Deze handeling houdt men aan zolang men het zelf nodig acht. Daarna zoeke men de dichtstbijzijnde spiegel op en aanschouwe men het resultaat.
Dat resultaat moge ogen alsof men net op onvriendelijke wijze werd geëlektrokuteerd.

Of toch in mijn geval.
Do try this at home!

maandag 4 augustus 2008

Watoeters

(...)

spatten trappen keien nat en dat is dat plat zomergat
beleving wat? een stal een kat geregeld door een snob in klad
geraakt geheel gekraakt verlaat de pauw de molen pijnlijk laat
en loopt geheid verblijd door strijd met priet en praat in vol ornaat

't is blinken in een capuchon en achterom de zilte zon
verheven in een koortsverhaal wat theatraal wat vers verzon
gelegen in een tochtig hol gerekt gebold en stil bewoond
verlekkerd als een dolle mol verkneukeld in een Down-syndroom

gemeten bomen bonken door in minutieuze dodentred
beloven impliciet in koor Watoeters onder 't stapelbed
permissie pressing naar de meet laverend licht en gloeiendheet
bezeten ziedend blik gekickt panelen ogen blik verkleed

beladen bol en kaalgeplukt Louiters bier erin gedrukt
Leon-pardon in vogelvlucht behoorlijk van de pot gerukt
armada's voor 't totaalsalon van excuseer mij voor de klucht
devoot maloot een duizendpoot serveren op een bed van bucht

(...)

zondag 3 augustus 2008

Mathilde met de pet

De hoofdtaak van prinses Mathilde. Haar man die het er al wat moeilijker mee heeft. Prins Laurent die het nog vervelender vindt om te lachen, te klappen, te fluisteren, geïnteresseerd te zijn, blij te zijn, vriendelijk te zijn, uren aan tafel te zitten, in gezelschap, in functie van ambassadeur. En ikzelf die de hand van prinses Maria Laura zou afslaan, omdat ik dergelijk bestaan niet wens te leiden, doch van tijd tot tijd een toegift doe, al was het maar om m'n discipline te testen, om mezelf te harden en omdat ik er eenvoudigweg in beland zonder dat ik er iets kan tegen beginnen.

Een hele tijd aan tafel zitten in onbekend gezelschap (je mag niet op je horloge kijken, enkel als dat je wordt gevraagd), zo onzichtbaar mogelijk blijven (niemand storen, hoeft niet, maar wordt dikwijls verwacht), wegdromen (doe je vanzelfsprekend, en wel volledig bewust), je een Russische mail order bride voelen die door een nette Vlaming voor 2000 euro naar hier werd gehaald, en je op je tweede dag in het land nog ijverig kwijten van je taak niet tegen te stribbelen bij alles wat je intrinsiek niet zint.

Een parallel trekken tussen jezelf, prinses Mathilde en een verhandelde Russische schone. Lijden - ahum - en er helemaal in op willen gaan. Nieuwsgierig zijn naar leed, omdat je Marcel Proust wilt leren kennen. Dankbaar zijn, wel ja, voor deze situatie waarin je anders zelden nog belandt. Dankbaar dus voor het op de tanden moeten bijten, voor de gelegenheid om te streven, het welopgevoede kind te mogen spelen, wachten op een koekje van de bazin.

En mocht je het toch niet leuk vinden, dan zou je het nooit zeggen.

De ieniemienie mediocre indie shifinale


Radiohead vs. Low


(vind ik persoonlijk de gedroomde affiche; u bent zó!)