Ik probeer soms naar mijn favoriete muziek te luisteren alsof ik die voor het eerst hoor. Dat is onmogelijk - bijzonder jammer - maar je kan de kwaliteit van de muziek wel trachten af te meten aan muziek die je wél voor eerst hoort en die om allerlei redenen veel minder indruk op je maakt.
Ik deed de oefening met 'Nosferatu Man' van Slint, het meest radiovriendelijke nummer van deze cultgroep met een uniek geluid.
Waarom trekt dit nummer de aandacht als je het voor het eerst hoort? Al in seconde vier wordt dat duidelijk. De droge drums die 'Nosferatu Man' aftrappen, krijgen het gezelschap van een sinistere baslijn die niet klinkt als iets dat je recent nog in een of andere Spotify-playlist is komen aanwaaien. Dit sfeertje is bijzonder onvriendelijk voor het Fnacpubliek waarvan het grootste deel van je kennissen deel uitmaakt. De splijtende gitaar die luttele seconden later invalt, meteen gevolgd door het bijna gefluisterd parlando van de Slint-zanger, bevestigt de initiële vermoedens en overtreft de in niet meer dan tien tellen gecreëerde hoge verwachtingen. Dit is iets anders, iets speciaal, dit heb je, met je al bij al vrij beperkte kennis van alternatieve 80's en 90's gitaarmuziek, niet eerder gehoord. Welke groep is dit? Dit moet je asap shazammen. Dit moet je zeker doorsturen naar je vriend-met-de-goeie-muzieksmaak. Dit is spannend en van jou.
Het agressieve refrein, waarin het gefluister omslaat in gebulder, is tegen dan - we zijn nog geen minuut onderweg - nog slechts de triomfantelijke bevestiging, de kers op de taart. Het geluid van Slint is gewoon.. wow. Van deze groep wil je alles horen. En dan heb je nog niet eens de stompende bridge halverwege het nummer gehoord en de laatste anderhalve, bijna volledig instrumentale minuut waarin het nummer zijn climax bereikt, misschien wel de meest opwindende anderhalve minuut van het vijfenhalf minuten durende nummer.
Vervolgens blijkt 'Spiderland', de plaat waar 'Nosferatu Man' als tweede nummer opstaat, bijna van voor naar achter van hetzelfde hoge niveau te zijn.
Meer dan vijftien jaar nadat je Slint hebt leren kennen, probeer je opnieuw naar 'Nosferatu Man' te luisteren alsof je het nummer voor het eerst hoort. Omdat er tegenwoordig veel minder nieuwe muziek uitkomt die een even grote indruk op je maakt en je dat eigenlijk heel jammer vindt. En omdat je een ouwe lul geworden bent die graag teruggrijpt naar de muziek waarmee hij is opgegroeid. Niet dat je leven vroeger beter was of de muziek zoveel interessanter, daar gaat het helemaal niet om, maar je was als zeventienjarige veel sneller van nieuwe dingen onder de indruk dan nu als bezadigde of verzadigde dertiger zonder dromen, en je wil verdomme nog eens ergens zwaar van onder de indruk zijn, niet dag na dag dezelfde tabbladjes dichtklikken en gedachteloos doorsjokken naar een volgende gelijksoortige onbenulligheid die op geen enkele manier een verschil maakt.
Dat je daar natuurlijk zelf iets aan kan doen. Door naar Slint te luisteren ofzo.