donderdag 31 maart 2011

Wat een leuke dag

15:20.

Hé, wat een leuke dag is dit! Ik zit in een rush. Zomaar opeens. De leukigheden volg(d)en elkaar op. Zoals dat schijnbaar in maanden niet gebeurd is. Ik vlieg. En het duurt nu al bijna een uur. Een tintelend gevoel in mijn lichaam. Heel echt. Dit is niet ironisch. Dit is gevaarlijk echt. Dit smeekt om een decompressie. Dit..

Dit is lekker. Heel lekker. Ik wil het wat en waarom eventjes oplijsten om het niet te vergeten. Wat er gebeurd is dat maakt dat ik zo'n intens warm gevoel heb.

* Het is de wind. Wat een zalige wind vandaag. Wat een lekkere harde maar koele wind. Niet koud, maar fris. Lekker. Een wind die smeekt om een wandeling. En ik heb die wandeling gemaakt.

* Vanmorgen om half tien opgestaan, een half uur te laat, maar totaal geen schuldgevoel of probleem. Ik had immers een sollicitatiebrief om na te lezen en te versturen. Dat deed ik. Dat was goed. Ik heb veel hoop op goed nieuws in de nabije toekomst.

* Een heel goeie herinnering aan een verrassend theaterstuk dat ik gisteravond zag. 'Audience' van Ontroerend Goed. Heel tof, echt, een heel coole voorstelling. Ik was echt onder de indruk van de inventiviteit van de makers. De interactiviteit van het gebeuren. Hoe het publiek betrokken werd. Hoe theater zo interessant kan zijn. Hoe ik het zalig vind om naar het theater te gaan en het te ontdekken. Zwaar de moeite - 'Audience' en theater tout court.

* Het fantastische radio-interview van Ruth Joos met Leonard Nolens. Ik wil(de) er een apart blogbericht aan wijden. Misschien doe ik dat nog. Wat een geweldige 19 minuten en 25 seconden. Ik heb het twee keer beluisterd en ga het nog een derde keer beluisteren. Ik ga meer opzoeken over die Nolens. Bijzonder fascinerend. Heel schrijvenswaardig. Kan ik veel uithalen, uit wat hij zei. Heel speciaal. Iets om te 'koesteren', als ik eventjes (nog) lame(r) mag zijn.

* Nog meer vacatures die mij (enigszins) kunnen bekoren. Ik heb wat te doen de komende dagen. Een vacature voor redacteur voor het blaadje van de fucking CM. Waarom ook niet? Natuurlijk solliciteren! Eerst wel om een beetje meer uitleg vragen. En wat advies.

* Op Facebook vind ik een medestander om zaterdagavond mee naar The Thermals in Brussel te gaan. Het is gratis en The Thermals zijn leuk. Pretpunkpop ofzo. Live zal dat ook wel leuk zijn. Pretentieloos en gratis. Vrijblijvend en spannend. Een zaterdagavond die opgevuld is. En zondag de Ronde van Vlaanderen. Wat een weekend.

* The Bony King of Nowhere heeft een paar mooie nieuwe liedjes. Ik geniet vooral van 'Eleonore' en 'Girl From The Play'. Ik vind The Bony King een interessante figuur en schreef hier al eerder over hem. Heel verlegen maar vermoedelijk ook best intelligent. Interessante integere meningen. Ik zou wel eens met hem willen babbelen. Zou ik vriendjes met hem kunnen zijn? Ben ik authentiek genoeg? Authenticiteit is heel interessant. Een interessante figuur dus, die Bony King. Spraakmakend of markant, zoals ik al grappend tegen mijn broer zou zeggen. Wij noemen voornamelijk foute BV's spraakmakend of markant.

* Een sms'je van een vriend. Of ik koffie kom drinken? Graag! Ik loop naar café Punto en bestel een koffie verkeerd. We praten over onze bezigheden, of over het feit dat we die niet hebben. We komen zo verdomd goed overeen. Plots gaat het over maatschappelijke thema's. Het is heel interessant. Ideeën en vuur. Ik haal mijn hartje op. We raken er niet over uitgepraat. De wind waait het zeil bijna van het terras. Het is zalig. We gaan die wandeling maken waarover ik het al had. We lopen door het Stadspark, langs de Naamsestraat, langs de Sint-Pieterskerk, naar de Diestsestraat, naar het Ladeuzeplein. Daar gaan we opnieuw op een terras zitten en ik drink een gini.

* We hebben het over de media en we besluiten een krant te gaan kopen. Hij koopt The Times, ik koop De Tijd. Ik voel me behoorlijk cool. We gaan elk ons weegs. Misschien tot morgen. We hebben toch veel tijd. Het is leuk om met vrienden koffie te drinken op het middaguur.

* Ik loop de Bilbo binnen in de hoop er iets van The Divine Comedy in de rekken te vinden. Niets en nog eens niets. Ik vraag Rudy - wat een leuke verlegen man - om uitleg. Hij kan 'Victory For The Comic Muse' voor zeven euro laten komen. Dinsdag al. Cool! Ik loop naar de uitgang en zie de nieuwe Radiohead in de rekken liggen. Nu al?! Dat ging toch nog maanden duren? In vertwijfeling vraag ik me af of ik hem nu al zal kopen. Ik heb al geluisterd en vind 'm goed, maar koop ik 'm nu al? Ik twijfel omdat ik me er niet aan had verwacht om 'm nu al in de winkel te vinden en nu opeens een beslissing moet nemen. Ik koop 'm. Het is een goeie plaat met een paar hele mooie liedjes. Radiohead is altijd goed. Altijd de moeite. Altijd spannend. Die jongens hebben métier, ofzo.

* Opeens zet de rush in. Ik bel mijn dikke vriend. Ik moet dit eventjes met hem delen. Zomaar. Omdat het zo cool is. Omdat het zo positief is. Zo verrassend. Ik leg hem uit wat ik voel. Hij is blij, al lijkt het erop dat hij zelf een iets mindere dag heeft. Het is goed om hem te horen. Hij vertelt over een festival in Lille, waar enkele hele goeie groepen naartoe komen. The National en Elbow. Ik ga er ernstig over nadenken en ben heel enthousiast. Cool! Een zomerplan voor binnen drie maanden. Lille! Lille is populair. Een aantal mensen hebben me verteld dat het er leuk shoppen is. Moet ik dat ook eens overwegen? Positief, Lille.

* Ik keer terug naar mijn kot, koop onderweg nog een Humo en roep een kotgenootje uit haar kamer. Ze heeft het druk met psychologische experimenten, maar heeft altijd wel zin in een korte babbel. Ze is een lief meisje. Een goeie kotgenoot.

* Ik vind dat ik dit allemaal eventjes moet opschrijven. Dit is al lang geen doorsnee dag meer. Dit is een dag die ik moet onthouden.

15:50.

dinsdag 29 maart 2011

Uit jaloezie, uit rebellie

Het was ongepast om de bruidegom een sneaky little bastard te noemen. Toch niet met zijn moeder in de buurt. Ik richtte mij zelfs expliciet tot haar. Spijt en niks dan spijt is mijn deel. Verbijstering ook, over mijn gedrag.

Ik ben wel vaker grof zonder dat ik er bij stilsta. Maar katholieke mensen kunnen nog net dat ietsje minder hebben. Ze is nochtans een van mijn leukste tantes. Moet ik haar mijn excuses mailen? Komt het tussen ons nog goed?

Het was twee uur 's nachts maar ik was niet zat. Ik ben een drankorgel dat niet drinkt. Ik beledigde hem in een opwelling. Het was niet eens de bedoeling. Ik wilde uitdrukking geven aan mijn verzuchting dat de bruid te mooi en te jong voor hem is. Ik wilde middels een ludiek bedoelde belediging duidelijk maken dat hij de bruid voor de jonge wolven had moeten laten.

Maar een sneaky little bastard, dat was er toch wel over. Mijn katholieke tante moet ik niet dezelfde dingen toefluisteren als mijn broer. Kan je je het bovendien permitteren om een revolutionair kwantumfysicus te beledigen? Ik deed het. Uit jaloezie? Uit jaloezie.

De kerkelijke dienst lag aan de basis van mijn wangedrag. God was te gast, geheel onverwacht. God moest toekijken op dit en op dat. Voor eeuwig, en andere. Voor altijd. God was erbij. Ik weigerde recht te staan. Ik zei geen fucking amen.

Wie God erbij haalt, heeft het hard met mij. Vereert gij God, komt dan niet zagen dat ge mijn gedrag, blabla. Laat mij dan maar met rust en ga bidden. Of leeft vroom en spreekt in de oude taal Gods. Litanieën, sacramenten, evangelie, al die dingen. Houdt het maar voor u.

Het was geen onmiddellijk misprijzen. Daarvoor vind ik mijn tante te leuk. Het was een moment van rebellie. Onversneden rebellie. Het had evenwel nooit mogen uitmonden in een belediging als voornoemde. Nooit, stoemerik die ik ben. 't Is dat ik mij heb laten verleiden, want vond dat het zo goed klonk. "Zo'n mokkel aan de haak slaan, de sneaky little bastard." 't Is Eva die van de appel eet. Nee, mokkel heb ik niet eens gezegd, maar nu ik het zo schrijf vind ik dat ook wel lekker klinken, klootzak die ik ben.

Mocht je dit lezen, tante, bel mij dan op of stuur mij een mailtje. Een klap in mijn gezicht op een volgend familiefeest zou ik, geloof ik, niet overleven.

Je leest dit toch niet, kwezel. Pff, wat klinkt dat toch allemaal goed in mijn hoofd.

vrijdag 18 maart 2011

Het sabel van Saoedi-Arabië

Het wahabisme is een fundamentele conservatieve stroming die een vertakking is van het soennisme. Het wahabisme dat wordt aangehangen door de wahabieten. Saoedi-Arabië is een wahabistisch koninkrijk. Saoedi-Arabië en het wahabisme maken mij bang.

Fundamenteel conservatief. Op de banaalste ongepermitteerde vrijheid volgt een foltering. Ik schrijf ook maar wat mijn fantasie mij influistert. Mannen met baarden houden er rigide ideeën op na die als een wit licht schijnen aan het eind van een inktzwarte tunnel. Zwart en wit. Geen zin voor nuance. Broeders of ketters. Geen genade.

Vrouwen mogen in Saoedi-Arabië niet met de auto rijden. Ze mogen enkel naast een chauffeur zitten die hen permanent in de gaten houdt. Een vrouw mag in Saoedi-Arabië niet de kans krijgen om zonder ernstige reden met een andere man dan haar eigen man in contact te komen. Verlinking. Misschien verminking?

(Laatst las ik op de site van MO* Magazine een artikel over vrouwen in een bepaald gebied van Pakistan. Die vrouwen kregen geen toelating om hun huis te verlaten. Ze verveelden zich steendood.)

Aanhangers van 'verkeerde' religies - vooral bepaalde andere Islamstromingen - worden verketterd door de wahabieten. Verketterd. Ketter. Ketter. Klinkt als het geluid van een steen die keihard tegen een ruit wordt gegooid. Ketter is het geluid van een steniging.

Mensen verketteren andere mensen. Resoluut de rug toekeren. Niets mee te maken willen hebben. Radicaal en rigide. Haat?

"De gewone Saoedi is helemaal niet zo radicaal. Hij is een mens zoals jij en ik die zijn leven lijdt in het land waarin hij geboren is, met de godsdienst die hij aanhangt, helemaal niet noodzakelijk op een radicale manier." Zou het?

"Er bestaat niet zoiets als moslimterrorisme," schrijft Selahattin Koçak in zijn boek 'Wie is er bang van de Islam?'. Hij legt uit dat terrorisme op zichzelf staat, dat de gemiddelde moslim daar totaal niks mee te maken heeft en zich er voor schaamt en dat er toch ook niet gesproken wordt over 'christenterrorisme'. Daar heeft hij gelijk in, althans in zoverre dat onze westerse media niet over christenterrorisme spreken. In het Midden-Oosten wordt wél over christenterrorisme, of ja, Westers terrorisme, gesproken.

Het zijn de media die mij bang gemaakt hebben voor Saoedi-Arabië en vanuit die angst krijg ik enge gedachten als ik aan wahabieten denk. Wahabiet, het woord alleen al. Onherkenbaar. Hoe ziet een wahabiet eruit? De baard van Osama Bin Laden?

De Saoedische vlag maakt mij nog banger. Een groen vlak - groen is de kleur van de Islam, een groene vlag is radicaal - en dan dat zwaard, of eigenlijk nog veel enger, dat sabel. Maar vooral: die Arabische tekst op de vlag die ik niet kan lezen. Volgens mij de enige staatsvlag ter wereld waar een tekst op staat. Wat staat er? Er staat: 'Er is geen andere god dan God; Mohammed is de boodschapper van God'. Redelijk, maar waarom moet zo'n boodschap op de vlag? Naar mijn aanvoelen is dat veel te allesoverkoepelend. Alsof de Saoedische leiders tot alles in staat zouden zijn om die 'waarheid' te verdedigen. Alsof ze mij met hun sabels zouden onthoofden als ik hen tegenspreek. Zou dat geen grenzeloze waanzin zijn? Van hen of van mij?

Ja, klaarblijkelijk beschouw ik de radicale Islam als grenzeloze waanzin. Geen idee of dat tegenwoordig weer politiek correct is. Mijn problemen met religie zijn groot en daar moet iets aan gedaan worden. Kan iemand mij dus voorstellen aan een leuke wahabiet? Want ik weet dat ze bestaan, maar ik wil het geconfirmeerd hebben.

donderdag 17 maart 2011

Russisch blauw

De cast van 'Lost'. Mooie vrouwen, een occasionele stoere bink. Ik heb seizoen drie uitgekeken en begin morgen aan seizoen vier. De protagonisten zijn fotomodellen. Ze trekken mij aan en benevelen mijn rationele oordeel.

Sawyer. Echte naam: Josh Holloway. Mooie man. Een beetje glad, maar zonder twijfel een mooie man. Op jonge leeftijd koos hij ervoor om fotomodel te worden, las ik op Wikipedia. Je moet het maar kunnen, beslissen dat je fotomodel wordt. Had iemand hem gevraagd voor een fotoshoot? Werd hij op de bus ontdekt door een spotter? Schreef hij zich gewoon in bij een modellenbureau?

(Zomaar terloops: gisteren stootte ik op een volstrekt neutrale website op een foto van een ongelooflijk mooi tienjarig jongetje. Een heel mooi kind. Een fotomodel in spé - daarom stond zijn kop allicht op die site, omdat hij zo mooi is. Ik weet zeker dat hij mensen onbewust blij maakt, zoals mooie mensen dat wel vaker doen.)

Mensen willen mooie mensen zien. Mensen willen zelf mooi zijn, maar voor de een is dat al makkelijker dan voor de ander - "al laat schoonheid zich eigenlijk niet echt vangen". Maar mooi zijn is heel belangrijk. Héél belangrijk. 'Lost' is een gigantisch succes geworden vanwege zijn zeer aantrekkelijke protagonisten. Er zijn films waarin Brad Pitt meespeelt waarvan ik niet weet of ze goed zijn, gewoon omdat Brad mij te zeer in beslag neemt. De films van Pedro Almodovar zijn doorgaans heel mooi. Dat Penelope Cruz vaak de hoofdrol vertolkt maakt zijn films zelfs onweerstaanbaar. Of films waarin een mooi onbekend meisje een bijrolletje speelt. Dan moet je aan het eind van de film de hele cast doorlopen op zoek naar haar echte naam. Loont bijna altijd de moeite. Mooie mensen houden de droom levend. Dat op een dag alles goedkomt.

In seizoen drie van 'Lost' ontdekte ik Tania Raymonde, een meisje van 23 uit Los Angeles. Ze speelt een bijrol, één die haar leuk maakt, en ze ziet er geweldig uit. Ze heeft Russisch bloed en spreekt heel goed Frans. Interessante afkomst. Ze is heel mooi, met dat kleine minpuntje dat ze het zelf maar al te goed weet.

Wat maakt haar zo mooi? Het is vaak vrij moeilijk te benoemen wat iemand mooi maakt. Tania heeft om te beginnen prachtig haar. Golvend is altijd goed. Zwart haar en blauwe ogen. Op de foto's die ik het mooist vind, lacht ze bewust niet. Ze daagt mij uit. Iemand zal haar zover moeten krijgen dat ze kan lachen. Ze is koppig en intelligent. En mooi. Ze heeft letterlijk een grote mond - figuurlijk waarschijnlijk ook. Ze is op geen moment schattig, ze is integendeel bewust verleidelijk, maar dat stoort voor één keer niet. Ze heeft een uitgesproken kin en een lichtjes onpeilbaar exotische huidskleur - ook heel belangrijk die twee. En ze is vooral behoorlijk mysterieus. Ik kan echt niet raden wat voor iemand ze zou kunnen zijn, waar ze zich privé mee bezighoudt. Helaas voor mij zou ik het heel graag willen weten. Echt heel graag.

De zon en daarna de zomer zullen soelaas brengen.

zondag 13 maart 2011

Wie is ze?

Hij is met haar naar 'Rundskop' gaan kijken. Hij vertelt het alsof hij haar suikernonkel is. Ze is zijn lief. Of gisteren toch nog, toen ik met hem sprak.

Nu heeft hij ruzie met haar gemaakt. Ze zaagde. Wie is ze?, vraag ik. Ze studeert taal- en letterkunde, zegt hij. Ze is zijn vriendin. Voor de gelegenheid. Of: bij gebrek aan beter.

Volgend weekend leert hij voor de gelegenheid een nieuw meisje kennen. Eentje dat 7,3 op 10 scoort in plaats van 7,2.

Een jaar geleden was hij wél verliefd, heel gericht, 9 op 10, op een meisje waarmee hij samen leuke dingen deed. Maar ze wist niet wat ze wilde en kon niet kiezen tussen hem en haar toenmalige vriend. Sindsdien is hij niet meer verliefd geweest, maar heeft hij wel drie of vier (of vijf?) lieven gehad. Ik vraag hem hoe het met zijn lief gaat en moet altijd even denken: met wie is hij nu? Wie heeft hij afgeserveerd omdat ze zaagde? Ik spreek vragend haar naam uit. Is het nog datzelfde meisje?

Hij boekt een overwinning als hij haar luid kan laten kreunen tijdens het neuken. Want dan horen zijn vrienden dat en maakt hij hen jaloers, of amuseert hij hen toch. Hij wint het wedstrijdje om ter meest seks. De concurrentie wil wel, maar komt niet verder dan wat zatte praat om drie uur in de ochtend. Hij krijgt het daarentegen aan boord gelegd om zo'n moppie helemaal tot in zijn kamertje te loodsen en haar - nog spectaculairder - de stijle trap van zijn stapelbed op te duwen. Een krachttoer, dat laatste, want echt klimwerk - ik spreek uit ervaring, zonder seks met hem te hebben gehad.

En ik probeer krampachtig in de liefde te geloven als ik naar hem luister. Ik schrijf niet 'blijven geloven', want ik ben nooit van echte liefde overtuigd geweest. Ik heb er nooit bij stilgestaan. De liefde is niet mijn branche. Ik heb daar niet voor gestudeerd. Ik ben even slecht in liefde als in gezichten herkennen.

Maar is hij er dan wel goed in? Het heeft er alle schijn van. Die quasi inhoudsloze beleving ervan. Is dat het recept? Eén van de recepten, ja.

Ik blijf geloven in iets méér. Ik moet. Cynisch hopen op iets meer. Nu toch nog.

(Voorlopig blijft hij mij dulden als vriend. En ik vind hem ook nog steeds aangenaam gezelschap. Twee klootzakken bij elkaar.)

dinsdag 8 maart 2011

Veel succes

- Hallo, ik ben Ali.

* Ben je dynamisch, Ali?
- Goh. Wat is dat eigenlijk precies? Als in wendbaar, flexibel, alsof ik mij als een vis in het water voel en mij gemakkelijk aanpas? De verkoper in mij zegt dat ik dat ben, maar de verkoper in mij speelt slechts een bijrolletje in mijn leven. Haha. Ik denk niet dat ik geweldig dynamisch ben, als ik eerlijk moet zijn. Sorry.

- Waarom niet? Omdat ik mij nu eenmaal niet snel als een vis in het water voel. Dat heb ik al genoeg ondervonden. En natuurlijk heb ik al geprobeerd om daar iets aan te doen, dat spreekt voor zich. Maar zoiets lukt niet zomaar hé. De maakbare mens bestaat niet, of ben ik nu onzin aan 't uitkramen die hier totaal geen betrekking op heeft? Hoe dan ook, ik zou mezelf niet dynamisch durven noemen. Dat zou me wat opportunistisch in de oren klinken. Ik ben gewoon niet zo iemand die je zomaar ergens in een zaal met nieuwe mensen moet zetten, die je zomaar een nieuwe taak kan geven die dan probleemloos wordt uitgevoerd of die je zomaar op pad kan sturen in de wetenschap dat hij zijn boontjes wel zal doppen. Ik ben alleszins te onzeker om te denken dat ik dat wel allemaal kan.

- Dat spijt me want ik weet dat mijn kans op de job daardoor kleiner wordt.

* Ben je enthousiast, gedreven en creatief, Ali?
- Euh, voor deze job ben ik uiteraard wat je zou kunnen noemen: enthousiast. What's in a name. 't Is nu ook niet dat ik,.. Allez, jawel. Natuurlijk lijkt dit me wel een toffe job, ik ben gewoon niet zo'n enthousiasteling tout court, dat zit niet in mij. Of ik dan wel geschikt ben? Ja, waarom niet? Ik kán enthousiast zijn hé, ik ben niet depressief ofzo. 't Is ook niet dat alles staat of valt met enthousiasme, toch? En of ik met mijn houding de werksfeer zou kunnen bederven? Ik ga ervan uit van niet. Sorry dat ik het zeg, maar het is ook maar enthousiasme hé. Dan spreken we nog niet eens over de inhoud van de job. En daarvoor heb ik tenslotte toch gesolliciteerd.

- Gedreven? Dat sluit aan bij enthousiasme zeker? Of is gedreven meer zoiets als: ik geloof hier echt in, ik wil hier 100% voor gaan? In dat geval ben ik niet echt gedreven, vrees ik. Daarvoor ben ik te existentialistisch, om eens een gewichtige term te gebruiken. Ik bedoel maar dat ik niet denk dat ik met deze job een cruciale functie uitvoer die sowieso door iemand vervuld moet worden ofzo. Denkt u dat dan? Nee natuurlijk, sorry. Echt, sorry, ik dram door. Het zit er gewoon zo diep in om altijd alles dood te relativeren. Sorry. Ja natuurlijk begrijp ik dat ik op die manier niet de meest geschikte kandidaat ben. Sorry.

- En creatief? Mijn moeder denkt dat ik creatief ben met taal, al heb ik geen idee waarop ze zich daarvoor baseert. Ze weet niet eens dat ik een blog heb, of ja, ze weet dat wel, maar het interesseert haar niet wat ik daarop schrijf. Mijn moeder kan het begrip blog denk ik niet eens vatten. Ze weet met zekerheid niet exact wat een blog is. Anyway.

- En onlangs noemde een vriend die ook naar werk op zoek is en regie gestudeerd heeft 'ons' te creatief voor bijvoorbeeld een administratieve job. Hij noemde zichzelf dus creatief en mij in één adem ook. Waar hij zich precies op baseerde is mij eveneens onduidelijk, want hij weet niet af van deze blog of van andere mogelijk creatieve dingen die ik doe. Hij baseerde zich kennelijk op enkele vage ideetjes voor artikels die ik geponeerd had. Maar natuurlijk vond ik het wel lief van hem om mij creatief te noemen. Ik dacht: laat ik hem maar geloven. Wie weet onderschat ik mezelf.

* Ben je een teamspeler met zin voor initiatief, Ali?
- Is dat als in: de aanvoerder van een voetbalploeg? Sorry, grapje. Een teamspeler. Cliché uitdrukking. Ja, sorry, natuurlijk. Ik weet dat het moeilijk anders te benoemen is. Of ik dat ben dus? Hangt ervan af. In bepaalde groepen ben ik dat, in andere minder. Zoals iedereen zeker? 't Is natuurlijk wel een hele algemene nietszeggende term hé? Allez, ik weet wel wat u ermee bedoelt, maar u weet ook wel wat ík bedoel hé.

- En zin voor initiatief. Niet echt, zou ik zeggen. Of toch zeker niet in het begin. Ik kijk liever eventjes de kat uit de boom. Ik ben nogal onzeker, ziet u. Of dat te maken heeft met mijn weinig dynamische en enthousiaste persoonlijkheid? Wellicht wel, ja. Ik bedoel maar dat ik mezelf niet vanaf dag één ga profileren als een belangrijke weet-ik-veel-wie. Dat zit niet in mijn aard.

* Heb je een rijbewijs B, Ali?
- Nee, sorry. Ik heb nog geen rijbewijs. Is dat strikt noodzakelijk?

- Ah, oké. Spijtig.

* Ok, toch bedankt om te komen. Ik wens u nog veel succes in uw zoektocht naar werk. Daag.

woensdag 2 maart 2011

Een kutwoord van jewelste

Talrijk opgekomen vrienden, ik wil jullie vertellen over mijn lectuur van het boekwerk 'Congo, een geschiedenis' van de lovenswaardige David Van Reybrouck. Waarom zo'n statig taalgebruik, vraagt u zich af? Wel, ik vraag het me eveneens af. Dumpen dus, die pafferigheid.

'Congo' is meermaals in de prijzen gevallen. Mijn moeder sprong al vroeg mee op de bandwagon en las de turf in één trek uit. Mijn moeder leest zo snel dat ik vermoed dat ze diagonaal leest, temeer omdat ze me achteraf nauwelijks iets meer over het boek wist te vertellen dan een flauwe synopsis. Ik moest dat boek dus zelf lezen en omdat ik tijd heb begon ik er maar meteen aan. Tien pagina's per dag, net voor het slapengaan. Tien pagina's die zo zwaar wogen als twintig in een ander, luchtiger boek. 'Congo' is een zwaar boek, vanzelfsprekend letterlijk en figuurlijk.

Het is echt zo'n boek waarin je je moet vastbijten omdat je er anders mee blijft worstelen. Details, duizenden afkortingen, wendingen,.. Ik bijt me er niet genoeg in vast, dat is zeker, want als u mij nu in detail zou ondervragen waarover ik tot nog toe gelezen heb, zal ik weliswaar voldoen maar slechts met de hakken over de sloot. Al die politieke allianties en de afkortingen van hun namen, al die mensen en hun belangrijke titels. Al die tijdskaders. Tot zover ben ik probleemloos mee - het zou maar erg zijn: Congo Vrijstaat, Belgisch Congo, de onafhankelijkheid, Kasavubu met zijn hoge stemmetje, de lompe Lumumba, the one and only Mobutu Sese Seko en nu de Kabila's, senior en junior. Dat rijtje kende ik uiteraard nog van op school, daar heb ik dat boek niet eens voor nodig.

Nu zit ik achteraan in het boek, ik ben in het laatste decennium beland. Pagina 500 om precies te zijn. De laatste dagen ben ik meer beginnen lezen.

Maar voor elke hierboven vermelde naam zijn er tien, zoniet twintig randfiguren, wat het lezen bij wijlen slopend maakt. Congo is een boom met tientallen takken. Mobutu is zo'n knoert van een tak met makkelijk meer dan twintig twijgen - da's doordacht, die alliteratie -, en met nog eens twijgjes aan al die twintig twijgen. Het overzicht is onmogelijk te bewaren, of toch voor mij. Een universitair heeft hier wellicht wel de brains voor. Het weze hem gegund.

Het is jammer dat ik zo'n slechte verteller ben en amper anekdotes onthou - ik onthou enkel grote lijnen en wazige vlekken, - anders zou ik hier in ronkende zinnen kunnen neerpennen waarom 'Congo' zo'n gruwelijk boek is. Nu kan ik u enkele onvolledige en gebrekkig geschreven anekdotes meegeven, maar ik ga het niet doen. Twee redenen: ik ga uw leesplezier niet vergallen en ik ga mezelf niet belachelijk maken. Maar het is een gruwelijk boek, dat mag u gerust weten.

Edoch, wat het rare is met gruwel: je gaat er zo makkelijk overheen. Voeten die worden afgehakt. Genoteerd. Bloederige onthoofdingen. Genoteerd. Vrouwen die in één nacht verkracht worden door tien mannen. Genoteerd. Een kleuter die met zijn hoofd tegen een muur wordt doodgeslagen. Genoteerd. Kindsoldaten. Schattig.

Ik zet mij daar (te) snel over, want ik heb dat allemaal niet zien gebeuren. Op papier maakt dat (te) weinig indruk. Mijn hersenschimmen zijn wreder dan de gruwel in dat boek. Mijn hersenschimmen beleef ik en zijn concreet. Een bloedbad in Kisangani is een drieminuten-item in het tv-journaal. In het tv-journaal van 2006 dan nog.

En voor het volgende schaam ik mij diep - in deze ben ik politiek correct, ik heb geen keuze - maar wat mij aan dat boek tot nog toe het meest bezighoudt, is één woordje dat Van Reybrouck herhaaldelijk gebruikt: 'bevroeden'. De eerste keer dat ik het las schoot het me al in het verkeerde keelgat. Misschien daarom trouwens dat ik deze tekst zo plechtstatig begon, omdat ik 'bevroeden' om een onduidelijke reden een kutwoord van jewelste vind. Een woord voor pedante intellectuelen, een woord dat je nooit in je gesproken taal geramd krijgt. "Dat had ik werkelijk nooit kunnen bevroeden." Shit, wat een kutwoord. Als ik de vorige zin uitspreek, doe ik dat op een bekakte toon. Bevroeden. Proeft u dat, de manier waarop 'bevroeden' een kutwoord van jewelste is? Proeft u dat? Ik hoop voor u van wel.

Schrijf gewoon 'vermoeden', elitaire lul. Doe normaal en gebruik woorden die uw eigendunk wat meer camoufleren.

Twee keer stootte ik ook al op het woord 'rocambolesk', maar daar neem ik op een bepaalde manier minder aanstoot aan. Wellicht omdat ik, in tegenstelling tot bevroeden, tot voor kort echt geen benul had van wat het betekende. Weet u wat het betekent? Ik hang het lekker toch niet aan uw neusje, want ook dat woord is deel van het boek dat u nog moet ontdekken. Het is een adjectief, dat kan ik wel verklappen, maar dat vermoedde u al, vermoed ik zo. Toch?

dinsdag 1 maart 2011

Vinnig

De regio. Werken in de regio. Het nieuws in de regio opvolgen. Geïnteresseerd zijn in de regio. Huisje tuintje doodt je.

Samen met mijn lieve klasgenoten werd ik ooit ontvangen bij Ring tv. We waren niet van school vertrokken met een bus ofzo, we hadden gecarpoold, in mijn geval met enkele stadsgenoten. Waarom denk ik 'godbetert' bij dat carpoolen? Waarschijnlijk omdat ik gewoon niet begreep dat we de moeite deden om naar Ring tv te rijden. Zou jij het begrijpen?

We reden op een anonieme snelweg. Geen idee waar we waren. Jawel, ergens in de rand rond Brussel, maar die snelweg of hoe we er moesten geraken.. Ik zou nooit of te nimmer nog naar Ring tv gaan na dit eenmalige bezoek. Dat wist ik op voorhand. Ring tv ademde de dood uit. Op papier en in mijn hoofd. Ik hoefde niet te weten waar Ring tv gevestigd was, hoe ik er zou moeten geraken.

Toen waren we er. Ergens, het kon eender waar zijn. Gelegen langs een lelijke steenweg. Verscholen achter een struik. Is het mijn vervormde herinnering die me zegt dat niemand enthousiast was? Heb ik goed onthouden dat niemand ervan droomde om er stage te lopen, laat staan er te werken? Ik geloof dat het het soort bezoek was dat je blij maakt omdat je weet dat je op een gezet tijdstip ook weer weg mag. Naar huis.

Het gebouw was een soort bunker. Een enthousiasteling ontving ons. Geen idee op welke vacature hij had gereageerd, wat hem ertoe had aangezet. Was zijn enthousiasme echt? Het kon bijna niet anders. En wel om volgende reden - het enige moment dat me nog helder voor de geest staat als ik terugdenk aan dat bezoek: hij vertelde dat Ring tv - even spieken op hun website - in 2006 het roer had omgegooid. Ander uitzendschema enzo. Maar ook dat hij dat gezegd heeft herinner ik me in feite niet meer, dat hij het roer had omgegooid. Ik herinner me slechts één zin, één woordje: 'vinnig'. De make over was er gekomen omdat de zender vinniger moest worden. Er waren nog twee andere adjectieven ook, ze staan warempel op de site: 'compacter' en 'overzichtelijker'. Wat die man ons drie jaar geleden vertelde staat kennelijk nog steeds letterlijk op de website van Ring tv. Doodgaan, quoi.

Vinnig. Ik wist van het bestaan van dat woord af, maar ik kon me niet herinneren dat ik het ooit iemand had horen gebruiken. Waarschijnlijk onthou ik dat woordje, dat zinnetje, dat bezoekje slechts om die ene reden. De dode regiozender in de bunker moest vinniger worden. Het klonk me in de oren als gebazel uit een ander universum.

En nu stoot ik op enkele vacatures bij Ring tv, waaronder één voor freelance journalist. Ik ga niet solliciteren, voornamelijk omdat ik er met het openbaar vervoer bijna niet geraak. Denk ik, want op de website kom ik niet eens te weten waar ze ook weer gevestigd zijn. Ergens in zo'n randgemeente rond Brussel. Asse of Vilvoorde ofzo. Op de site lees ik dat ze uitzenden in maar liefst 35 gemeenten rond Brussel. Niet niks eigenlijk, toch enige credibiliteit. In alfabetische volgorde gaat dat van Affligem over Hoeilaart en Meise tot Zemst. Mocht ik in één van die gemeentes iemand kennen zou dat hele Ring tv misschien iets sexier worden, maar ik betwijfel het zeer.

Ik wil niet in een bunker werken, ik wil niet doodgaan tijdens een stand up in Londerzeel.

Hier volgt om het af te leren een korte geschreven samenvatting van het - toegegeven - minst aantrekkelijke item uit de nieuwsuitzending van gisterenavond. "In Alsemberg, een deelgemeente van Beersel, zijn gisteren 60 nieuwe serviceflats ingewijd. De nieuwe seniorenflats maken deel uit van het grote Winderickxproject in het centrum van de gemeente."

Winderickxproject? Moammar Aboe Minyar al-Qadhafi, ouwe jongen, heb je geen zin om in Machelen in ballingschap te komen leven?