maandag 30 juni 2008

Op een hele banale manier mijn ziel blootgelegd

Back then hielden ze me bezig, de meisjes. Toen ik zeventien was en eigenlijk zelfs al achttien. Toen ik mislukte aan de universiteit.

Maar dat verdween - alsof ik al een ouwe zak ben. Toch is het waar: nu heb ik geen conversaties meer via welk kanaal dan ook. Nu moet ik geen L. meer mailen om haar een gelukkige verjaardag te wensen, puberaal, om een mail terug te krijgen waarin zij zich excuseert dat ze de mijne vergeten is. Omdat ze toen al een vriend had.

Het is zo confronterend, dat puberaal gezwets. Maar het is zoals P. het me zei: je schrijft en klinkt conform je leeftijd. Daar verander je niet veel aan. Wat me opvalt als ik mails herlees van toen, is die manier waarop ik mezelf belangrijk en speciaal lijk te vinden, waarop ik op een heel banale manier mijn 'ziel bloot leg'. De titel van een liedje als onderwerp enzo.

Dat heb ik dus gedaan. Brieven schrijven naar een meisje in Gent, gemaild met een ander meisje in Gent, er vooral heel veel mee gechat, tot mijn grote frustratie, ook al in die tijd. Omdat ik dat chatten haatte. Omdat ik haar wilde horen en zien, er teveel van verwachtte, meende dat ik verliefd op haar was, tot het maar internet bleek te zijn en zij in rook oploste omdat ze een nieuwe contactpersoon had toegevoegd.

Er is niets voor in de plaats gekomen, zo lijkt het. Toen ik met chatten stopte, toen die meisjes, niet spoorloos maar toch, verdwenen. Ik zwoer alles af, als een pater. Omdat ik niet meer ontgoocheld wilde worden, de anti-puber. Mijn moeder vond dat niet nodig zelfs. En ik mocht ook meer uitgaan hoor. Er was niemand die me had gezegd dat ik zo vaak thuis moest blijven. De martelaar.

Het onverwerkte verleden, meneer. Het onoplosbare heden. Ik begin er al over te bloggen pertang. Dat zint me ook weer niet. Een prijs* voor diegene die het eerst als reactie achterlaat: "Jij bent ook wel niet de meest vrolijke Frans". Hij/zij zal overschot van gelijk hebben.

* Die prijs is "Zwerm" van Peter Verhelst. Ik wil 'm u gratis per post bezorgen, onkosten inbegrepen.

zondag 29 juni 2008

Starlounge: ...en dan was Paris ook nog in een gemoedstoestand die het vermelden waard was geweest

Bonzai.Dat boompje kennen we nog. Zou Madonna ooit gezegd hebben dat ze oh zo in touch is met de natuur, poserend naast een bonzai? Wat ze wel met zekerheid heeft gezegd is dat ze wil scheiden van Guy Ritchie. Leidt ze een hype in? Gaan veertienjarige meisjes - of wie the fuck spreekt ze tegenwoordig eigenlijk nog aan, nog steeds Freya Van den Bossche? - het nu massaal 'uitmaken' met hun vriendjes? Ik begrijp het niet.

Madonna laat haar plaat producen door Pharell. Madonna huilt, ze heeft nooit eerder kritiek te horen gekregen op de manier waarop Pharell die uit. Nochtans is hij zelf ook maar een forel. Maar 'Madge' heeft zich altijd omringd met yesmen. Net als heel wat veertienjarige meisjes op de speelplaats. Madonna richt meer schade aan dan ze geluk brengt. Dat kan bewezen worden. Ze is als Charlie Watts die een beroerte achter zijn drumstel zou krijgen: niet meer tot een hit in staat. Ze is als een veertienjarige die te ver gaat in haar imaginaire alleenheerschappij en plots haar verjaardag alleen staat te vieren.

Belle Perez (spreek uit "Bèl Péré") kent dan weer enkel succes in de lage landen. Toch zou je haar attitude vaak professioneler, of toch minder hysterisch kunnen noemen dan die van Madonna. Geen gedoe met mannen uit Moeskroen of kinderen uit Malawi, nee, een scheiding in der minne van haar Mario en de kous is af.

Intussen ligt "Gipsy" in de winkels en zonder die plaat beluisterd te hebben weet ik zeker dat ze Belle in al haar rijkdom vat. Belle, die zelf als zigeunerin door het leven gaat, huist sinds jaar en dag in een caravan en is de verpersoonlijking van die typische zigeunersfeer, met dat zand, die hoeden, die kleuren en die gekke talen, snorren, rokken en oude rolpatronen. Dat viel me opnieuw op toen ze laatst naast Willy Sommers in "Tien om te Zien" stond.

zaterdag 28 juni 2008

Bagage (figuurlijk)

'Vader' word je wanneer je van het mannelijke geslacht bent en wanneer je met dat mannelijke geslacht een kind blijkt te hebben verwekt. 'Vader' word je echter ook pas nadat je een bepaalde leeftijd hebt bereikt, lijkt me, een leeftijd die evenwel niet vaststaat.

Jonge 'vaders' zie je zelden. Leuke, jonge ouders volgens mij ook steeds minder. Of is mijn beeld zodanig vertekend door volgend voorbeeld, met in de hoofdrollen een schminkdoos en een struik?

Het is jaren geleden alweer. Ik was in een schoenwinkel om er een broek, euh schoenen, te kopen. Ook aanwezig waren een schminkdoos (u kent zo'n vrouwen) en een struik (een man in camouflageoutfit) vergezeld door de vrucht van hun liefde: een meisje van een jaar of drie dat geen seconde stil kon blijven zitten. De ouders konden hun kleine trutje amper de baas, waarbij de papa zich inhield om geen militaire bevelen te orderen en de mama het nodige tegengewicht bood met de liefkozende doch kordate kreet "Komisbijdemamakus!"

Meer was dat niet in die winkel. Of zij schoenen hebben gekocht, of ik schoenen heb gekocht: geen enkel idee. Ik wil maar zeggen dat sommige jonge mensen helemaal niet de bagage hebben (niet letterlijk, struik!) om een kind zelfs maar te 'begeleiden'. Er schuilt geen geschiedenis in hen, geen vierdelige reeks interessante ervaringen die hun persoonlijkheid hebben gekneed. En heb ik het volledig bij het verkeerde eind als ik zeg dat die bagage er hoe langer hoe minder is bij ouders? Volgens mezelf niet helemaal.

E. is een vijftiger van wie sommigen weleens zeggen dat hij beter nooit aan kinderen was begonnen. Toch geloof ik dat er momenten zijn waarop hij waardevolle dingen lijkt over te dragen aan die kinderen van hem. Wanneer hij zijn platencollectie toont en toelicht, wanneer hij zijn eigen talenkennis bewierookt, die hem werd meegegeven door zijn eigen vader, die hij nu bij zijn kinderen probeert aan te wakkeren. Een intellectuele en een culturele ambitie waarvan schminkdoos, struik en hun trutje in een oogopslag verstoken leken. En ook al is mijn herinnering dan heel oppervlakkig en bijzonder slecht onderbouwd: die E. heeft weleens de allures van een 'vader'.

vrijdag 27 juni 2008

Verliefdheid in tijden van elektronica

Márquez' "Liefde in tijden van cholera" is prachtig. En bij momenten in zijn grootsheid zo herkenbaar. Van pagina 88 wil ik volgende passage overnemen.

"Op zoek naar een manier om haar de (liefdes)brief te overhandigen, probeerde hij andere meisjes van de Opdracht van Onze Lieve Vrouw-school te leren kennen, maar zij stonden te ver van zijn wereld af. Bovendien leek het hem na rijp beraad niet verstandig dat iemand van zijn plannen op de hoogte zou zijn." (...).
"De brief telde meer dan zestig aan beide zijden beschreven velletjes toen Florentino Ariza de druk van zijn geheim niet langer kon weerstaan en hij zonder terughoudendheid zijn hart opende voor zijn moeder, de enige persoon tegenover wie hij zich enkele persoonlijkheden permitteerde." (...)
"Ze begon met hem ervan te overtuigen dat hij het lyrische boekwerk niet moest overhandigen, omdat hij het meisje van zijn dromen, van wie hij veronderstelde dat ze even groen in hartszaken was als hij, er alleen maar schrik mee zou aanjagen.De eerste stap, zei ze tegen hem, was ervoor te zorgen dat zij zich rekenschap gaf van zijn belangstelling voor haar, zodat zijn verklaring niet als een verrassing zou komen en zij tijd had om na te denken."

Is het niet de droom van elke jongen om een dergelijke situatie mee te maken? Het leed, de pijn, de romantiek. Ik heb er allesizns naar gesmacht en ik mag wel zeggen dat het me gelukt is, ooit. Toen ik het moést opschrijven, toen ik het moést vertellen. Nu ik dat opnieuw zou willen doen.

Drie jaar geleden zag ik haar voor het laatst en al mijn gevoelens, mijn verlangens zijn nu dan ook op irrationaliteit gebaseerd. Maar in stilte dromen mag ik, net als ik Marquez' meesterwerk mag aangrijpen om het over haar te hebben. Na drie jaar zou ik haar immers nog steeds een brief willen schrijven, meer dan ooit misschien, en ik wil nog steeds bij anderen mijn hart luchten over wat ik voel, hoe geweldig het is, hoe onbereikbaar zij is.

Ik heb het echt overwogen, maar hoe overval je haar niét met zo'n brief. Eerste zinnen als: "Ik weet dat je je nu waarschijnlijk afvraagt waarom je een brief van mij krijgt" en dergelijke. Haar hoofd staat er kennelijk helemaal niet naar, ze vindt me een puber, een gek. Het laffe sms'en kan ik ook maar ternauwernood laten. Het per ongeluk een berichtje fout versturen en zo trachten een mini-conversatie aan te knopen, daarin punten te scoren,...

Jesus.

donderdag 26 juni 2008

Brussel- en Walloniëmans

Op vakantie gaan? Niks voor mij. Net als Herman Brusselmans (oh nee: weer een reden waarom ik hoegenaamd op die mens lijk!) kom ik liever niet te veel onder de mensen, zoals dat heet, ga ik liever niet al te ver van mijn stulp vandaan, zoals dat gaat. Vliegtuigen, geen probleem, zolang ze me maar niet voor drie weken in Kuala Lumpur droppen. "Ik wil makkelijk weer naar huis kunnen," zo druk ik het meestal uit.

Weinig avontuurlijk? Dat klopt. In zekere zin. Ik los mijn terughoudendheid voor verre plaatsen op door in eigen streek goed rond te kijken. Sfeer vind ik belangrijker dan monumenten, wat dat betreft. Deze vakantie plan ik in België, en dan vooral in Wallonië en Brussel, een aantal mooi in de zon opgestelde bankjes aan te doen. Een goed boek en een vrije geest zouden voor de rest moeten zorgen. En als er een noemenswaardig monument te spotten valt is dat enkel meegenomen.

In Humo las ik enkele jaren terug een interview met een man die enkel reisde op basis van toeval. Een willekeurige plek aanduiden op een kaart, een bepaald patroon volgen doorheen een stad, een absoluut niet-toeristische plek uitkiezen (ik herinner me wat dat betreft de "industriestad in Slovakije").

Maar Wallonië en Brussel dus. Brussel ken ik al - ahum - en heeft me bijzonder geïntrigeerd toen ik er met de tram door haar deelgemeenten reed, daar wil ik eens een paar dagen wat intenser in opgaan. Wallonië vind ik niet minder dan fascinerend, en dan nog hoe zuidelijk hoe meer. Ik wil naar Duitstalig België (Belgen die Duits spreken!) en naar Luik, Mons, Namen en nog een kleinere stad genre La Louvière ofzo. Als het maar exotisch klinkt. En of er iets te beleven valt doet er dan helemaal niet toe.

Ten slotte nog dit: zijn er in Brussel werkelijk buurten waar groepjes jongeren erop uit zijn je in elkaar te slaan for no reason? Vertel me over uw ervaringen wat dat betreft.

dinsdag 24 juni 2008

Nazinderende baksteen

Het zal me niet dikwijls (meer) overkomen, maar ooit kon ik op een ruilforum een interessante deal sluiten. "Zwerm" van Peter Verhelst zou mijn kant uitkomen en zelf stond ik "Het Goddelijke Monster" van Tom Lanoye af. Zo gezegd zo gedaan. Ik was bijzonder benieuwd naar die "Zwerm" waar zoveel ophef rond was en ik had mij op de Boekenbeurs een Monsterbox aangeschaft waardoor ik het eerste deel van de trilogie twee keer kwam te hebben.

"Monster is goed, dan gooi ik die baksteen naar uw kop," sprak mijn zakenpartner om de ruil officieel te beklinken. Hij had zijn woorden niet zorgvuldiger kunnen kiezen, want zo'n "Zwerm" blijft al gauw een week of twee nazinderen als je 'm tegen je bolletje krijgt. Het boek telt niet alleen een 700-tal cryptische pagina's waarvoor er naar mijn zin teveel bomen zijn moeten sneuvelen, het is ook gebundeld in het soort stevige hardcover waarvan de hoeken je dodelijk kunnen verwonden. En om voort te gaan in de geest van de baksteen: wat betreft de inhoud houdt u uw rennietjes ook al maar klaar. Een baksteen op uw maag is er niets bij, kwam ik na voorzichtige consumptie te weten deze week. Toen ik het boek dus eindelijk een kans gaf.

Geen doorkomen aan, zeg ik u, en al zeker niet sinds ik beslist heb mijn tijd zoveel mogelijk op een aangename manier door te brengen (die beslissing nam ik eigenlijk al een zevental jaar geleden, geloof ik). "Zwerm" is een moeras en ik stond er al tot aan mijn lippen in. "Zwerm" is onleesbaar, een toevallige schikking van losse flarden verhaal. Rubbish!

Ik moest mezelf er meermaals toe dwingen, maar het is me gelukt. Het boek is dicht, ik heb besloten niet voort te lezen op pagina 478-477 (de bladzijden worden achterstevoren geteld, jawel). Mijn tijd is duur, de zon schijnt en dan wil ik geen cryptokronkels, Zweedse puzzels of Zwermen om die moeilijk te bereiken staat van geluk te verstoren. Bij deze ben ik begonnen in "Liefde in tijden van cholera", u weet wel. En al helemaal méé vanaf blad drie, Peter.

Drie kwartier Daan en Jasmin

Komt er nog wat van?
Een kwartier, een halfuur, drie kwartier al zitten Daan en Jasmin op de bank. Niet hun echte namen, maar zo zien ze eruit. Hij: een wat schriele achttienjarige die geen overdreven vrolijke indruk maakt aan het eind van het schooljaar (ook geen overdreven trieste). Zij: een gefabriceerde pop van deze tijd, die beroep kan doen op haar Aziatische roots om de middelmaat alsnog achter zich te laten (het was J. die me er onlangs nog aan herinnerde dat ik jaren geleden al zegde dat ik het wel voor het Aziatische type had/heb).

Jasmin schuifelt heen en weer op de bank. Het rechter- over het linkerbeen, het linker over het rechter. Daan zit meer onderuitgezakt, de voetbalcoach in wording. Elkaar aanraken doen ze niet. Je vraagt je af waarop hij wacht. Het is zij die het initiatief neemt en tegen hem aan kruipt. Ik lees een interview met Herman Schuermans en luister naar de duyster tag radio op last.fm. Sparklehorse, Migala, Califone, Young Galaxy - er komt maar geen schot in de zaak. Ik hou het minutieus in het oog.

Ze heeft dat verwende, westerse pruilmondje. Zo jammer, maar dat beseft ze zelf niet. Eindelijk stappen ze op, nog steeds niet hand in hand. Ik kijk ze na tot ze nog stippen zijn en dan lijken ze stil te staan en lijkt het of ze kussen.
Dan toch?

Als ik hen alweer bijna vergeten ben, staan ze plots weer aan de bank. Daan en Jasmin hebben zich omgekleed en nu houden ze elkaars hand wél vast. Iets zegt me dat ze naar een eindejaarsbal gaan, of iets dergelijks. Vrij van sarcasme hoop ik dat ze een aangename avond mogen doorbrengen, of toch wat zij een aangename avond noemen.

zondag 22 juni 2008

Mediocre indie shit: het spel

Tot je begint te beseffen dat The Shins eigenlijk ook maar The Shins zijn, is indiemuziek heel leuk. Je kan helemaal in de diepte graven, achter elk indiegroepje schuilt er wel een ander met een bijna identiek geluid. Maar op den duur wordt het zo saai. Dat is het moment waarop je naar andere muziek op zoek gaat. Het moment waarop je je afvraagt waarom Death Cab For Cutie in godsnaam tiende staat in je last.fm-top 50.

We gaan een spelletje spelen. Hieronder een reeks groepsnamen die head to head duels gaan uitvechten. De deelnemende bands zijn gebaseerd op mijn last.fm-top 50, de wat minder gekende heb ik weggelaten.
Ik werk volgens een systeem van 'reekshoofden'. Niet dat dat voor u iets hoeft te betekenen.
Als u meespeelt maakt u in een reactie dus duidelijk naar welke partij uw voorkeur uitgaat. Wees duidelijk en speel massaal mee. Later gaan we dan naar kwart- en halve finales.

* Radiohead (1) vs. Antony and the Johnsons
* Wilco (4) vs. Mogwai
* Low (6) vs. Prince
* Interpol (8) vs. Sigur rós
* Bright Eyes (10) vs. Tom Waits
* Grandaddy (12) vs. The Arcade Fire
* Bonnie 'prince' Billy (14) vs. Beck
* Cat Power (16) vs. Queens of the Stone Age (17)
* Death Cab For Cutie (15) vs. Pinback (18)
* Eels (13) vs. Sonic Youth
* Iron & Wine (11) vs. The Flaming Lips
* dEUS (9) vs. Zita Swoon
* The Strokes (7) vs. Devendra Banhart
* Foo Fighters (5) vs. PJ Harvey
* Sufjan Stevens (3) vs. Jeff Buckley
* Elliott Smith (2) vs. Nine Inch Nails

Ik begin mijn zinnen met het woord ik begin mijn zinnen met het woord ik begin mijn zinnen met het woord ik begin mijn zinnen met het woord ik begin m

Misschien helpt het als ik erover schrijf, - eigenlijk ben ik daar vrij zeker van, ik voel het onmiddellijk als ik begin te typen - maar de laatste dagen denk ik dat dit beestje alweer aan zijn laatste adem toe is. Ik schrijf heel graag, maar ik praat nog liever. Ik ben enorm verward, stel mezelf voortdurend vragen genre "wat wil ik?" "Is het goed wat ik doe?" "Wat zeg ik allemaal?" "En slaat dat ergens op?" Ik denk vaker van niet dan van wel. En dus niet enkel wat betreft deze blog. Verrevan.

Ik ben de observator. Niet de deelnemer. Ik kijk en schrijf en registreer. Ik erger me dood, het is een ziekte. Omdat ik bang ben. Bang om het niet te begrijpen. Om als enige iets stom te vinden, terwijl iedereen het leuk vindt. Of omgekeerd.

Dit jaar is grofweg op te delen in drie blokken: januari, toen ik panisch was voor iets dat op een dag in maart een tweetal uurtjes in beslag nam, februari tot eind april toen ik lééfde en dingen deed die ik nog nooit had gedaan, opdrachten uitvoerde, iets dat het altijd doet voor mij, en dan begin mei tot nu, en opnieuw in het ziekenhuis belandde, waaruit twijfels rezen en ik nog maar eens alles in vraag begon te stellen.

Ik ben nog nooit zo persoonlijk geweest hier, weet niet waarom ik het nu ben en waarom ik het met u deel. Veel komt u toch niet te weten. Het is een probeersel.
Ik ben mijn cool kwijt, want normaal wordt het nooit pathetisch. Dat ik nu niet eens het gevoel heb echt pathetisch te zijn, zal het allemaal wel verklaren.

vrijdag 20 juni 2008

Zo werd ik een preker, deel 1

Waar ik doorgaans liever niet ben? Op café. Het betalend salon waar een gesprek plots een meerwaarde krijgt omdat er een glas alcoholische bucht voor je neus staat.
Bucht? Jazeker. Ik ben een notoire geheelonthouder wat betreft het consumeren van alcoholische dranken en wel in die mate dat elk die mij kent en deze blog zou lezen nu met zekerheid zou weten dat het wel degelijk ik ben die zich hier uw gastheer mag noemen.

Ik lust het niet en ik mag het niet. Van de dokter dus, echt waar. Eén keer zat geweest in dat leven van mij en de schaamte die ik voelde toen ik de nachtbus onderkotste was sterk genoeg om me er geen tweede keer aan te wagen. Het was toen twee voor de prijs van één, herinner ik mij, en ik wilde het eens proberen. Op het gekots en het gezwalp had ik echter niet meteen gerekend. Het kwam ook zo snel, ik kon natuurlijk niets verdragen.

En ja, ik werd ook onverdraagzaam als het over alcohol ging. Je vrienden tipsy zien worden, ze onzin horen uitkramen, naar huis willen, naar huis gaan. Hoe langer hoe meer passeerden mijn weekends op die manier, tot ik er nog slechts sporadisch bij was op die zatte momenten. Ik wachtte mijn tijd af en was weg. Daar maakten ze geen probleem van. Op hun vlucht hadden ze geen boodschap aan mijn preeks.

Al was het allemaal zo erg niet, het was er. En het is er natuurlijk nog, het gaat niet over. De dagen, de momenten waarop er iets futiels gevierd moet worden, altijd zijn ze goed voor alcoholconsumptie. Zonder mij. Ik zeg vaak al dag na de eerste halte, zoals vanavond. Ze kennen dat en stellen er geen vragen meer bij, ze vinden het niet erg, bekijken me niet scheef. Maar ik blijf altijd spijt hebben.

woensdag 18 juni 2008

Zwanen: 1 - Ali en gezelschap: 0

Wat doet u als u op een bospad oog in oog staat met twee volwassen zwanen? De vraag drong zich nadrukkelijk op toen het ons overkwam. S. poogde de dieren met een stok te verjagen, een vervelend initiatief waarop de vogels allerminst ingingen. Ook trachtten we ongemerkt achter hun ruggen door te sluipen, maar ze draaiden hun koppen zo vervaarlijk snel dat we niet door durfden gaan.

Naar twee joggers riep ik "let op voor de zwanen," maar ze sloegen geen acht op mij. We keken ze na en we zagen hen behoedzaam langs de dieren wandelen en daarna voortlopen. We voelden ons sissy's, maar keerden niet op onze stappen terug.

Toen kreeg ik ook nog telefoon van A. en praatten we over de begrafenis, maar de vraag was dus: wat zou u doen als u op een bospad oog in oog staat met twee volwassen zwanen? In de wetenschap dat zwanen naar uw ogen pikken...

dinsdag 17 juni 2008

Vooruit maar: !!!

Hebt u het al gemerkt? E. is terug. E. wie? E. wat? Gewoon E.. En kan u al een beetje opmaken of dat me nu blij of verdrietig stemt? Welaan dan, ik smijt er wat uitroeptekentjes tegenaan. E. is terug!!!

Hij is niet vanonder de kast komen kruipen noch is hij twee weken gaan liggen bakken aan de Costa Blanca. Echt weg was hij in feite ook nooit, maar nu is hij gewoon teruger (onbestaande comparatief) dan terug. Of ik het nog wat vager kan formuleren? Toegegeven: amper. U moet het maar gewoon met mijn euforie zien te stellen. Hierzie: !!!

Een toegift? Vooruit maar, we zijn goedgezind. E. is de jongen die samen met mij van bovenop de brug naar omlaag keek, mijn gedachten kon lezen en met mij op de voorbijstuivende vrachtwagens spuwde. En E. is de vriend die met me meejoelde toen ik hem in opperste gelukzaligheid vertelde dat ik "Let Down" van Radiohead zo'n geweldig nummer vond. En dat deed hij dan niet om mij te pleasen, nee, hij haalde er heel eigen argumenten voor aan.

Meer hoeft u normaalgezien niet te weten om te begrijpen waarom ik zo blij ben dat E. nu helemaal terug is. Nu kan ik hem finaal weer onder mijn kast schuiven in de wetenschap dat hij daar blijft liggen tot ik hem er zelf weer onderuit haal.

Yes!!!

zondag 15 juni 2008

Boerenverstand

Oh M.,
ik moet stiekem om je lachen, al maak ik kennelijk geen vrolijke indruk op je. Hoe je het allemaal bestudeert en aftoetst. En hoe je uit de lucht komt vallen als ik naar waarheid op je vragen antwoord.

"Geen ambitie? Dat komt nog wel!" "Straight edge? Zoals in geen seks enzo? Haha!" Een curiosum in jouw mannelijke kennissenkring. Ik ben de jongen die het presteert een weekendavond thuis te blijven. En wat ik daar dan doe? Ah, de gewone dingen. "Aah, da's gek."

De manier waarop je routineus naar me peilt, waarop je je een beeld van mij vormt. Door het beroep van mijn moeder kennelijk in verband te brengen met mijn haar dat een ongewassen indruk op je maakt. Zo'n dingen. Jouw haar ligt trouwens in een sierlijke lok over je rechteroog, maar je weet gelukkig dat er mooiere meisjes in je stad wonen. Daar moet je dan ook op alluderen, terwijl je mijn gezichtsexpressie scherp in de gaten houdt.

Het oppervlakkige flirten zit je zo ingebakken. Je doet het zelfs met boerenkinkels zoals ik en vindt het waarschijnlijk heel wat om zo'n boerenkinkel als ik van zijn wankele voetstuk te blazen met je terloopse tikjes tegen mijn knie.
Ik dacht dat ik ijdel was, M., maar jij bent ijdel op nog een heel ander niveau. Het is de manier waarop je me met je hele persoonlijkheid de nederigheid induwt. En hoe je denkt me ingepalmd te hebben, terwijl ik misschien wel meer over jou te weten ben gekomen dan jij over mij.

Toch zal ik niet aarzelen een volgende keer opnieuw tegenover jou op een treinbank te gaan zitten. Dan zal ik trachten een heel andere jongen te zijn dan diegene die jij nu in je hersenen hebt opgeslagen. Je beeld van mij zal aan het wankelen gaan. En mijn beeld van jou zal bevestigd worden.
Hoop en vermoed ik.

P.P.P.P.P.P.S.S.S.: crop tools suck big time

Laat u in onderstaande video uitleggen hoe u in Photoshop een crop tool gebruikt. Zo heb ik het gedaan vandaag en het heeft me geholpen.

P.S.: Eigenlijk gaat het 'm vooral om de tongval van de instructeur.
P.P.S.: Het is hoogstwaarschijnlijk niet in uw belang dat u kijkt.
P.P.P.S.: Eigenlijk is het gewoon heel saai hoor.

vrijdag 13 juni 2008

Een gunstige wind, een dikke vis

Het plan kwam me toewaaien als een zomerbries de zeiler op zee. Voor mijn examen zou ik nog even in de United Musik aan Anneessens binnenwippen. Niet de goedkoopste van Brussel en met een vrij beperkt aanbod, maar het plan was er nu eenmaal en het zou uitgevoerd worden.

Vanochtend had ik nog mijn handgeschreven to buy cd-lijstje geupdatet (zo schrijf je dat, geloof ik) dat u zelf ook aan de rechterkant kan bewonderen alhier-o, en voor met name die ene dikke vis, Venetian Snares, begon mijn geduld stilaan op te raken. Ik zoek die cd al tijden, ik plak er geen maanden op, en nu had ik het recentelijk zelfs in mijn koker gehaald ze te gaan bestellen in mijn dichtstbijzijnde Bilbo. Alsof dat resultaat zou opleveren.

Een andere route was P. die 'm voor me wilde meebrengen uit Hongarije vanop het Szigetfestival. En in de Bilbo had Rudi een grapje gemaakt over platenpaatschappij Lowlands die ze stiekem ook wel eens Slowlands noemden vanwege de extreem trage levertijd. Nu ja, die connecties zouden me dus niet beletten om zelf ook nog achter de plaat te gaan zoeken en in de United was het dus raak. Daar lag ze met het stickertje 'new' voor €15 op mijn gretige handjes te wachten.

Ik had het geld niet eens bij me, maar kon na mijn examen terugkomen om ze op te pikken. Ze wachtte op mij als een beloning, mits ik natuurlijk dat examen tot een goed einde zou brengen. En anders ook, maar ik was nu toch wel nog net iets meer gemotiveerd. De stress die S. en T. voelden ging geheel aan mij voorbij. Zij oefenden hun s-klanken en ik zei: "Zeg eens 'popcorn'." "Popcorn?" "Bravo, geen slechte s."

Dat examen ging echt goed en ik kon me naderhand niet snel genoeg naar "Rossz Csillag Alatt Született" reppen. Qué? De naam van die cd dus. De titel, die is Hongaars. Mijn bucks voor de schijf en weg was ik. Zo blij als een kind met dit uur vol moeilijkverteerbare muziek.

Want Venetian Snares maakt breakcore, of dat schijnt de naam van het genre te zijn. Een eerste keer hoorde ik deze cd een viertal jaren geleden toen ik ze van de bib ontleende. Een jaar geleden gaf ik ze een tweede kans omdat ze me al die tijd was bijgebleven als redelijk intrigerend en in herneming miste ze haar doel niet. Ik was verkocht.

Venetian Snares neemt mij mee over spoorwegen langs grauwe Oost-Europese landschappen waar beren in de bossen gluren naar mensen die te ver van de bewoonde wereld wonen om goed te zijn. Denk Aphex Twin met melodieën en denk aan uw moeder en haar hart wanneer u de plaat in de ouderlijke woonst wenst af te spelen.

donderdag 12 juni 2008

Enige vérotiek voor Jan

Hotel Regina. In Zwitserland of Oostenrijk. Een hotel dus waar de ploeg van VT4 blijkbaar zijn dagen slijt tijdens het EK voetbal. En het hotel ook waarnaar de talkshow vernoemd werd die elke avond na de laatste match live de ether wordt ingepleurd.

Eigenlijk heb ik over dat hele hotel en die talkshow erbij maar bitter weinig te vertellen. Ik zag het programma vanavond in al zijn middelmatigheid en vond vooral dat er veel te veel in werd gepalaverd over voetbal dat de moeite van het gepalaver striktgenomen niet waard was.

Nee, waar het me om ging waren de aanwezige gasten. We hadden een respectabel gezelschap van Hollanders met Aad De Mos en Johan Boskamp, er was Gui Polspoel en ook Bob Peeters. Carl Huybrechts was de host die Mark Uytterhoeven nooit zal kunnen doen vergeten en roze konijn van de dag was la Véro, ofte Véronique De Kock. Zij trok alle aandacht naar zich toe.

Johan Boskamp zat erbij alsof hij met een kruiwagen rondgereden moet worden, zo dik. Aad de Mos heeft de kapper van zijn vrouw gevraagd er iets 'low-profiles' van te maken. Bob Peeters moet op zijn beurt opletten dat hij als 'jongmens' niet vroegtijdig tussen de oude zakken gaat kamperen (zou hij niet met weemoed terugdenken aan zijn tijden met koptelefoon?) En Gui 'I've seen it all' Polspoel meent in zijn eigen stem het gezang van zijn favo contratenor herkend te hebben, zo graag hoort hij zichzelf bezig.

Resten ons dus Carl en la Véro die al die oude sloebers vanavond zonder verpinken voor haar rekening nam. Je vraagt je als kijker af hoeveel geld ze voor haar optreden vangt, maar stiekem durf ik te vermoeden dat ze het ook best gratis zou doen. Boskamp die weer een Jantje wordt, weet met die oogjes van 'm geen blijf. Als Polspoel na de reclame verdwenen blijkt, zijn de hormanale hypothesen daarvoor niet van de lucht.

Véro gaat na de uitzending met heerschappen-voetbalkenners nog een glaasje drinken in de cafetaria, als u me zelf even een hypothese toestaat. Aad gaat slapen, Bob ligt op zijn hotelbed met zijn vriendin te sms'en en Gui haalt met Carl herinneringen op aan een tijd die nooit meer terugkomt. Boskamp blijft zitten, gehypnotiseerd, en stelt op een moedig moment voor nog even een wandelingetje te gaan maken. Waarop Véro zoetgevooisd verklaart: "Oh Jan, ik denk dat we dat een andere keer maar eens moeten doen," hem met een kusje op z'n voorhoofd en een nakende hartstilstand achterlatend.

De dood hemzelve en de god

Er is niemand die ik adoreer, behalve hem. 'Hij' is niet mijn lief ofzo, want ik val bijzonder zacht op lekkere matrassen van meisjes; zij het ook weer niet al te vaak. 'Hij' is, misschien weinig origineel, Mauro Pawlowski. Weinig origineel, omdat hij voor wel meer mensen een cultfiguur is, en een mikpunt van adoratie.

Uit adoratie vernoem ik me op fora naar zijn prachtige familienaam (al schrijf ik die uit respect verkeerd, 'Pavlovsky'). Uit adoratie besluit ik soms Word-documenten aan te leggen waarin ik strategieën uitwerk om even cool te worden als mijn held, maar op een andere manier, uit respect. Vanuit nog meer respect en vanuit ongewoon veel zelfkritiek heb ik nog nooit écht zo'n Word-document aangemaakt.

Graag verwijs ik u naar een blogbericht dat ik vorig jaar schreef naar aanleiding van een avond in de nabijheid van mijn held. Ik herinner me die avond als een van die momenten waarop ik wist dat ik voor niemand, maar dan ook voor niemand ter wereld moest onderdoen. Nu ja.

Vanavond had ik opnieuw afspraak met het fenomeen. Een welkome afleiding na een dag waarin de dood hemzelve een leven uit de wijde cirkels van mijn kennissenkring wegrukte. De baard - die draagt hij meer dan ooit als een echte Pool, een echte exoot - was exquisite. Hij stak de micro in zijn mond om te brullen en vond voor de gelegenheid een nieuwe taal uit die hij na vanavond nooit meer zal spreken.

De nummers die hij bracht kwamen uit zijn Otot-cd, een tiendelig werk dat hij enkel digitaal uitbracht na zijn Somnabulaneergang. De liveversies waren adembenemend en danspasbevorderend. A. zei achteraf dat hij dit naast Joanna Newsom in de AB kon zetten, maar dat het onvergelijkbaar was. Zelf vond ik het misschien wel nog beter dan het eerste concert dat ik ooit van Mono zag en dat toen zo'n openbaring voor me betekende, eind 2003.

De dood hemzelve en de god op één dag. Ik weet niet of dat van het goede teveel is voor een gevoelige jongen als ik. Morgen plan ik hoe dan ook gevolg te geven aan de mij gegeven signalen en onderneem ik een nieuwe poging om mijn leven te leven op de toppen van mijn vederlichte tenen. En dan spring ik naar de sterren die ik bewaar onder mijn bed.

dinsdag 10 juni 2008

Wat zijn nu drie Gini's?

Klopt ja, ik steun maandelijks bepaalde organisaties en ik doe dat om mij goed te voelen. Maar dat is niet het 'mij goed voelen' als in "oh, nu ben ik zo politiek correct." Nee, het gaat mij om het unieke moment waarop ik besluit tot de contractondertekening zélf. Dat moment en de nazindering ervan kan me immers instant-gelukkig maken. Na het steevast onnozele onderhoud met het meisje van de organisatie in kwestie, that is.

"Ik ga het niet doen, maar ik hoor het u wel graag uitleggen" zeg ik altijd bij aanvang. En: "Hoeveel mensen hebt u vandaag al kunnen overtuigen?" Dan steken zij van wal en knik ik instemmend. "Dat klinkt allemaal verschrikkelijk gerechtvaardigd" en ik neem mijn beslissing. Meestal doe ik het natuurlijk niet en volgt er een "maar' na die 'gerechtvaardigd', maar soms heb ik met zo'n energiek juffie te doen dat ik daar niet lang genoeg bij kan blijven en hoe kan ik dan makkelijker lang blijven dan door het contract te tekenen? Daar maak ik hen op mijn beurt ook weer gelukkig mee - haha!

Dus zo komt het dat ik die onbekende organisatie steun waarvan ik de naam van drie letters steeds vergeet. CBM ofzo, maar wat doet het ertoe. Het was het promoopraatje dat het 'm deed. Dat ging met name over gehandicapte kinderen in derdewereldlanden en de schrijnende toestanden waarin zij zich moesten handhaven. Zo'n schrijnende toestanden eigenlijk dat ik wel moest storten. Maar in essentie was het voor het meisje-van-de-uitleg dat ik het deed. Haar wilde ik gelukkig maken, die namiddag. En gelukkig was ze ook, want ik was pas de tweede die dag.

De smile waarmee ik zelf naar huis liep staat sindsdien in mijn memorie gebijteld. Een smile zoals die toen ik naar huis liep nadat ik een worstenbroodje had gekocht van een meisje dat luidkeels "I Will Survive" stond mee te kwelen tijdens het wachten op de oven. Ja, en voor dat soort herinneringen betaal ik maandelijks zonder problemen vijf euro. Want wat zijn, om het wat beeldender uit te drukken, tenslotte drie Gini's?

maandag 9 juni 2008

Uw beste oor, de woestijn

"Wat zou ik graag alleen zijn. Helemaal alleen. Niet in een virtuele kennissenkring waarin mensen denken me te kennen op basis van wat ik besluit neer te schrijven, (...)"
Dat schrijft Eikebah op haar blog en ik stel me de vraag of ik haar zelf al een beetje ken. Ik zal hier zeker mijn mogelijke bevindingen niet uit de doeken doen, maar een beetje kennen, dat doe ik haar wellicht toch wel al op basis van haar blog.

Want is het niet makkelijk om een klein beetje inzicht te verwerven in een blogger? Ik denk al eens van wel. Alleen dan in mezelf niet. Want ik schrok toen ik besefte dat ik vandaag alweer met die blog van me wilde stoppen. Dat had ik niet zien aankomen, tot op het moment dat ik het dacht. En die gedachte kwam weer voort uit een soort frustratie omtrent die virtuele kennissenkring waar Eikebah het ook over heeft. Niet dat ik boos was op die kennissenkring (die er wat mij betreft niet eens is), maar wel dat ik boos was op mezelf en dat ik een virtuele kennissenkring in stand zou proberen te houden terwijl ik amper een reële kennissenkring in stand hou.

Waarom ik dan toch blog en graag al eens een reactie krijg? Omdat P. me overhaalde de draad weer op te pikken, begin april, en omdat ik nu dus blog vanuit de optiek dat dit een dagtaak is die een structuur schept, en dus ook omdat ik niet blog om zomaar wat te roepen in de woestijn. Dat is gewoon niks voor mij, dat roepen, al was het maar omdat ik echt geen luide roepstem heb.

En ik doe het ook best graag hoor. Het is alleen dat eeuwige medium dat er tussenzit. E. heeft er zich bij neergelegd dat het in de toekomst via het internet zal gaan en dat er bij een eerste kennismaking geen zintuigen meer aan te pas zullen komen. Zelf vind ik het nog steeds wat moeilijk om me bij dat soort wetmatigheden neer te leggen. Het liefst van al roep ik al die verhaaltjes van mij recht in uw beste oor.

zondag 8 juni 2008

6-1, 6-3, 6-0

Hebt u gekeken? De mannenfinale van Roland Garros was een sof van een wedstrijd. Maar Roger Federer was adembenemend. Niet omdat hij uitstekend speelde, want dat deed hij niet. Verrevan. Wel omdat hij op springen stond. Omdat de sportman Federer helemaal leek te gaan kraken.

Aan het eind van de eerste set, met zijn hoofd naar beneden. Ongezien en onwaardig. Hartverscheurend bijna. Niet dat Nadal zich had moeten inhouden, maar toch. 'Dit is het einde van Federer,' dacht ik in een flits, en ik geloof ook werkelijk dat dat einde daar stilaan zou kunnen zijn ingezet.

De statistieken als die u iets zeggen: vier games voor Federer tegenover achttien voor Nadal, en in de hele wedstrijd maar zeven fouten voor die laatste. Rafael Nadal maakte in meer dan honderd minuten tennis maar zeven ongedwongen fouten. De machine. Het wonder.

Maar hem beschimpen is onfair. Hij neemt geen epo. Zelden zag ik een sportman meer integer een overwinning vieren. Zo eenvoudig. Wat een opluchting ook. De idee van een arroganterik die Federer een pak slaag geeft is afschuwelijk.

Nadal wint Wimbledon dit jaar. Dat kan ik u wel al verklappen. En Federer wint Roland Garros nooit van zijn leven. Dat geef ik ook al weg.

zaterdag 7 juni 2008

Over poëzie (what's in a name)

Een knuppel in het hoenderhok. Daar kunnen we van smullen zo nu en dan. Oran was moedig en smeet er eentje temidden de hoenderen met zijn post van 1 juni (en dan meer specifiek met dat stukje over dichter Maarten Inghels) en zorgde ervoor dat ik zelf ook eindelijk eens iets over 'poëzie' wilde schrijven.

Poëzie (what's in a name), moet ik mezelf natuurlijk corrigeren. Want zo denk ik erover. What's in a name? Wie schrijft er poëzie? Wie is de poëet? Wie heeft er zin om elke dag een serie cryptokronkels te bedenken en dan te beweren dat wat hij weergeeft heel eenvoudig, heel sober is; de essentie weergeeft?
Poëzie zal nooit meer dan een hobby zijn. De schrijnwerker schrijft ('schrijnt' zouden poëten zeggen, zo'n kans laat ik niet liggen) zijn sonnetten, de politicus schrijft haiku's en raakt zo weer wat meer uit de mode. Maar dat gebeurt na de dagtaak. Zo hoort dat volgens mij.

En oké, ik ben niet geweldig geplaatst om hier straffe meningen te poneren, maar hey, ik heb toch ook mijn tienerjaren moeten doorspartelen, en ik deed dat toch met gedichtjes schrijven, elke avond aan de computer, met Tori Amos als muze. Dus ik weet wat het is om gedichten te willen schrijven, ervan te genieten, er vooruitgang in te boeken en het beu te worden. Het niet meer nodig te hebben.

Maar Maarten Inghels. Oran verwoordt zijn aantijgingen aan diens adres bijzonder provocerend en ergens begrijp ik dat wel. Mag je een poëet niet net iets harder aanpakken, een dromer uit zijn bubbel halen? Mag hij soms niet ter verantwoording worden geroepen als hij zichzelf met zijn kunst in de vaart der volkeren tracht op te stuwen? We moeten niet allemaal 'gewoon' zijn, neen, maar kunnen we alstublieft met een kleine handleiding rondgaan als we speciaal willen zijn?

Beoordeelt u het vooral zelf, doe ik u het meest eerlijke voorstel. Mij kost elk gedicht van Maarten Inghels een minuut of vijf. Om het te begrijpen. De muziek moet dan af, ik moet me volledig concentreren. Het ligt misschien aan mij.

Klik op de link of kijk naar de video.
Geen fan, maar toch een hoop reclame. Of wat dan die vaart der volkeren is. Graag gedaan, Maarten.

vrijdag 6 juni 2008

"'t Is af"

Dus waar was Ali gisterenavond mee bezig, toen er nog aardig wat leerstof op hem lag te wachten? Met het maken van een puzzel. Een puzzel van 500 stukjes om u een idee te geven. En dat ding moest af zijn voor het slapen gaan, dat was een eerste voorwaarde. Puzzelen is verslavend eens je eraan begint.

"Dit is de meest nerdy bezigheid waar ik me in lange tijd onledig mee heb gehouden," riep Ali door de kamer. Gebogen over wat langzamerhand een wereldkaart moest gaan vormen, klopte hij zichzelf op de borst. Hij was goed op weg de klus vannacht nog te klaren. Hij zou het monster met de zes werelddelen bezweren en zelfs nog tijd hebben om die leerstof even na te kijken.

Dat zijn bezigheid op gefronste wenkbauwen zou stuiten had hij vooraf ingecalculeerd. B's "Jeetje, een puzzel is zo saai dat het weer cool wordt, op een of andere manier. Of toch niet. Neen toch niet, sorry" liet hem dan ook siberisch. Hij genoot ervan de chaos op orde te stellen en de evenaarslijn te vervolledigen.

Even na middernacht besloot Ali dan toch er de brui aan te geven. Groggy gepuzzeld zag hij het niet meer zitten ook nog eens op die moeilijke hoeken te gaan zitten sjieken. A. beloofde hem daarop min of meer om de puzzel vandaag af te maken. Hij deed het echter diezelfde nacht nog en maakte van Ali een gelukkige jongen door rond 2u in de morgen "'t is af" te roepen.

woensdag 4 juni 2008

Drangk

Studeren en binnenzitten. Je tanden stuk bijten en stressen. Verlangen naar loslaten en drank. S. laat telefonisch weten zich liever niet aan een avondje café te wagen. D. vraagt zich luidop af waarom hij voor het schoolgebouw staat en niet op de barkruk zit.

D. met de sympathieke drankneus. Met de forse voorarm die joviale klappen op de schouders uitdeelt. Een groepsmens die in groep zuipt en nu alleen moet zuipen. Zijn vrienden hebben geen tijd en hij in feite ook niet. Maar het is zijn natuur. Je weet waar hem te vinden.

En mij een melkmuil vinden. Ik kan het perfect van hem hebben.

S. wast zijn glaasjes af. Ricard mag wel, van tijd tot tijd. En naar zijn glaasjes mag hij natuurlijk onbeperkt staren. Ze doen hem denken aan zijn favoriete avonden.

Avonden die hij meer mist dan hij nodig acht te zeggen. Die hij kennelijk herbeleeft voor hij in slaap valt. Met een glimlach erbovenop die ik waarschijnlijk nooit ten volle zal weten te waarderen. Een glimlach die haast garandeert dat de nacht hem eerstdaags nog een kater aansmeert.

dinsdag 3 juni 2008

Subtiel op de kast gejaagd

Omdat ik er momenteel hypergevoelig voor ben, vandaag het te behandelen fenomeen "fars doen". Ik druk het ongelukkig uit, maar zo heet het in de omgang onder jongeren. Het is een verbastering van het substantief 'farce' - synoniem voor 'schijnvertoning' - en het betekent zoveel als 'verbaal overdreven assertief doen'.

Waarom ik er hypergevoelig voor ben? Omdat ik van mening ben dat al die 'farsheid' grotendeels vermeden zou kunnen worden. Vaak blijkt het enkel een uitloper van een negatieve attitude, een hoop verveling of nog veel meer onzekerheid en is de 'farse' persoon in kwestie gewoon te bang, te nihilistisch of te blij met zichzelf om er iets aan te willen doen.

Nu moet ik U niet vertellen dat nogal wat jonge mensen bang, nihilistisch (what's in a name) of blij met zichzelf zijn. Niet toevallig wordt er daardoor behoorlijk wat 'fars' gedaan rondom mij.

V. was al de verpersoonlijking van 'farsheid' toen ze veertien was. Of zoals Andre 3000 van OutKast het in "Roses" zingt: "She's the reason for the word bitch". Dat 'fars' echter niet noodzakelijk een puberteitsvirus is bewijst A., een werkloze die met zijn tijd geen blijf weet (en met zijn onzekerheid nog minder).

Hypergevoelig ben ik voor de gesprekken die door zijn toedoen in vijandige discussies ontaarden, ontolereerbaar acht ik zijn bewust uiterst subjectief gekozen verwoordingen waarmee hij de schade aanricht. Erover spreken is niet onmogelijk, maar hij staat niet open voor een al te rationeel gesprek over zulks. Mijn frustratie is dat ik vermoed dat hij best wéét wat ik precies bedoel, hoewel ik het nooit goed uitgelegd krijg. Hoe dan ook: we hebben beide pech; de confrontatie is onze aard.

En J. is een geval van meningen poneren alsof zijn leven ervan afhangt (wat misschien ook wel zo is, denk ik hoe langer hoe meer). Hij is een kampioen in wat ik "mensen-subtiel-op-de-kast-jagen" zou willen noemen. En dan natuurlijk consequent doen alsof zijn neus bloed, dat natuurlijk ook.

Het zijn dit soort mensen die zeggen dat ik óók altijd mijn gelijk wil halen. Die 'óók' impliceert dat zij dus hun gelijk willen halen. Maar wie weet hebben zij een punt. Hier heb ik alvast het mijne gemaakt.

maandag 2 juni 2008

300 gram aardappelen of dus 20 milliliter tranen per week

"Weblogs zijn sites die korte berichten in dagboekvorm brengen, gesorteerd op datum, geschreven op een persoonlijke toon en vaak karig vormgegeven. Vaker wel dan niet beschikken zij over een RSS-feed. Hoewel het weblog vooral bekend is als uithuilplek voor 14-jarigen die hun geliefde betreuren en foto's van de hond met de wereldgemeenschap menen te moeten delen, zijn er ook serieuze varianten."
Tot zover freelance-journalist en internetnerd Arjan Dasselaar in zijn Handboek Internetresearch.

Uiteraard is dit slechts een klein extract uit een hele exposé die in de eerste plaats over RSS-feeds gaat, maar toch vroeg ik me onmiddellijk af waar Dasselaar zijn lacherige toon ten aanzien van "de blog" gekweekt heeft. Is zijn dochter zo'n veertienjarige misschien en ergert hij zich? Vindt hij zijn hond te lelijk voor het internet?

Meteen ook stelde ik mezelf de vraag of dit mijn uithuilplekje is. En mijn antwoord was al even snel 'ja, nu en dan'. Bepaalde berichtjes die ik hier loslaat bevinden zich inderdaad in de ween-ween-de-wereld-is-kutsfeer, maar evengoed probeer ik toch ook steeds voor een leesbaar en hopelijk ietwat onderhoudend verhaaltje te zorgen, zonder daarbij al te gauw beroep te willen doen op foto's van de hond die ik niet heb of op de traantjes die ik pleng.

En is de weblog werkelijk vooral bekend als dus die uithuilplek waarvan sprake? Dat wist ik niet. Huilt U in hoofdzaak uit op uw blog? Of biedt U daarentegen wel degelijk een van die "serieuzere varianten"? Natuurlijk niet 'serieus' als bijvoorbeeld een BBC-journalist die blogt vanuit Irak, maar toch 'serieus' als in "ik-ben-elke-dag-aan-het-denken-waarover-ik-zou-bloggen". Op die manier ben ikzelf vooralsnog toch wel heel serieus, moet ik toegeven.

Nu ja, ik weet natuurlijk wel wat meneer Dasselaar in weze wil zeggen. Maar als we dan toch bezig zijn interesseert het me wel in welke mate U uithuilt op uw blog. U mag uw hoeveelheid huilen desgewenst uitdrukken in een gemiddeld aantal kilogram aardappelen. Of in liters tranen per week.

zondag 1 juni 2008

Een blijmakerke

Dat was in een vlaag van zinsverbijstering, dat bericht gisteren. Wat dat muziekgedeelte betreft zou ik vandaag gewoon nog willen zeggen dat ik ook wel eens wat "makkelijkere" muziek kan appreciëren. Ik heb het dan bijvoorbeeld over de debuutplaat van The Thrills, "So Much For The City". Die vind ik bij momenten verrukkelijk.

"Een blijmakerke," zei ik tegen A. en wie is zij om dat te ontkrachten. Ik was echter ook al blij vooralleer ik The Thrills oplegde ('opzette'). Dat die debet- en creditzanikerij er wel in ging, en dat ik meermaals met D. en een keer met T. aan de telefoon hing, dat deed het hem daarvoor eigenlijk al. En dat die amateur-beoefenaars van de liefde op de bank voor mijn raam een halfuurlang doktertje aan het spelen waren, dat was natuurlijk ook genieten.

Wilde ik nog iets zeggen? Een pleidooi voor makkelijke muziek, ja. The Thrills dus. Of neem zelfs Junior Boys, helemaal niet zo makkelijk, maar zo klinkt het wel. Gewoon poppy, zonder meer. Muziek moet niet altijd een sudoku voor gevorderden zijn.

Da's al.

[edit]: Zeg schatten: ik geef er U gewoon nog een filmpje bij. Dat geeft het allemaal toch wat beter weer, hé.