Voor ik ze vergeet wil ik het nog eventjes hebben over mijn huwelijksreis. Of noem het mijn huwelijksdag, of gewoon een dag waarop ik iets "superleuk" deed met iemand die ik graag heb.
Dat het zo zou meevallen was moeilijk te voorspellen, maar de zon die kwam piepen en de grote, groene bomen deden ons beseffen dat de omstandigheden ideaal waren. We spraken over zaken die ons bezighielden, hielden pro formagelul achterwege en keken elkaar in de ogen.
Eerst overstappen en daarna afstappen, en we gingen meteen de hoogste berg op die we konden vinden. In een andere taal spraken we een oud vrouwtje aan en zij wees ons omstandig de weg naar een park waar het mooi was.
We hadden alle tijd van de wereld en meer. Er was geen schema, er was geen draaiboek. We hadden de zon met ons en het gras was droog. We lagen op onze ruggen en keken om beurten naar de lucht en naar elkaar.
Over onze idealen hadden we het, en over de realiteit. We kwamen enorm goed overeen, zo bleek eens te meer, en we wisten het, we genoten ervan. Ik sprong van een schommel, zij maakte een foto, en ze dronk het lokale bier terwijl ik gniffelde om zoveel overgave.
Natuurlijk moesten we terug, maar nog steeds scheen de zon. De wereld leek een goede plek, de mensen waren lief en de treincoupés knus. We moesten dit vaker doen, vertelden we elkaar, en we maakten halve plannen. Voor nieuwe huwelijksreizen, onder gelijkgestemden, op zonnige plaatsen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Mooi!
Hartverwarmend stukje :-)
'We hadden alle tijd van de wereld en meer' is een schitterende zin. Een heel mooi stukje, overigens. Ik wil je niet vastpinnen, Ali, maar de column is je genre. De column en de poëzie. Je hoeft niet per se met een roman te beginnen, hoor!
Een reactie posten