woensdag 19 juni 2013

Callcenter 5 juni 2013

Vandaag was het niet leuk. Nooit eerder lag de gemiddelde 'onbeschoftheidsgraad' van de mensen zo hoog als vanavond. Ik had het tegendeel verwacht - de gemeente heeft nog zo'n mooie naam, - maar het merendeel van de inwoners van Zonnebeke die ik gebeld heb, waren ongemeen grof, onbeleefd, boers en dies meer. Zij verweten mij, telkens in een plat streekdialect, dat ik duidel...ijker moest spreken, dat ik hen stoorde, hen lastigviel, hen gerust moest laten en geen uitstaans heb met hun winkelgedrag. En dat waren maar enkele van hun argumenten om mij op een brutale manier af te schepen. Velen van hen haakten gewoon boudweg in op het moment dat ik mij nog maar voorstelde. Zij wachtten het einde van mijn intro niet eens af. Natuurlijk is dat op zich niet ongewoon, maar de frequentie waarmee het vanavond gebeurde was nooit eerder zo hoog.

Ik weet niet wat ik (of meer in het algemeen: de enquêteur) deze mensen uit Zonnebeke misdaan heb om zoveel bagger over mij heen te krijgen. Het lag niet aan mij. Dat zweer ik. Ik was mijn beleefde en eloquente zelve. Ik gedroeg me niet anders aan de telefoon dan gisteren, toen ik mensen in Grobbendonk moest bellen. Die mensen waren gemiddeld veel vriendelijker. Dat zou wetenschappelijk bewezen kunnen worden.

Dus, wat is er in Zonnebeke aan de hand? Wat is daar aan de hand? Zit daar geen zon in de beek? Is daar vandaag misschien een lokale ramp gebeurd? Of ligt het gewoon aan het feit dat het een hol van Pluto in West-Vlaanderen betreft? West-Vlamingen hebben hun imago van polderboeren zo al niet mee.

Ik tast in het duister.

En ook al schiet ik er niks mee op dat ik alle buitensporig onbeschofte mensen uit Zonnebeke die ik vanavond gebeld heb smaakpapillen in hun reet toewens, toch doe ik het.

Fuck you, Zonnebeke. Bezin u. Kijk in de spiegel. Moge de zon in de beek verdrinken en moge er enkel een zure sloot overblijven. Die zou mooi symbool staan voor uw al even zure inwoners.

Louvain Louvain

De Leuvense N-VA wil dat Franse cafénamen op de Oude Markt naar het Nederlands worden vertaald. Zo moet Café Manger bijvoorbeeld haar naam veranderen in 'Café Eten'. Ook andere cafés op de Oude Markt komen in het viezier van de stoottroepen van oppositieleider Danny - "Wie?" - Pieters. Zo moet Café Belge 'Belgisch café' worden. De Rodins mag niet langer op z'n Frans worden uitgesproken, doch wel ...fonetisch zoals het er staat. Café Oriënt moet een andere naam overwegen - "'oriënt' is geen Vlaams woord". De Revue kan onder die naam blijven bestaan, maar kan misschien ook de naam 'Het magazine' in overweging nemen. Een kleine ingreep voor Café Metropole dringt zich op. Het kan haar naam beter omvormen tot 'De Metropool', aldus N-VA. Café Allée moet Café Dreef (of De Laan) gaan heten, en een regelrechte blaam is er voor de Louvain Louvain, dat - "we zijn hier wel in Vlaanderen hé?! - het plakkaat 'Leuven Leuven' boven haar deuren moet hangen.

Complimenten zijn er ten slotte voor het zure rechtse café Ambiorix!

Over polderboeren met rooie koppen

Om u de waarheid te zeggen, er is weinig waarvoor ik me meer moet inhouden dan om deel te nemen aan Facebookforumdiscussies, enkel met als doel om driftkikkers op de kast te jagen. Stiekem hoop ik ergens te lande een man met een vuurrood aangelopen hoofd een hartaanval te bezorgen wanneer hij mijn reactie (op zijn reactie) leest. Niet dat ik er zelf met de botte bijl op inhak nochtans – daar heb... ik geen enkel belang bij en ik zou me enkel maar verlagen tot het niveau van de driftkikkers die ik viseer. Ik typ enkel zinnetjes als “Moderator, ik wil bovenstaande reactie rapporteren. Ik vind ze ongepast.” Daarmee ontregel ik het debat eventjes. Dat vind ik lollig.

Soms krijg ik dan een duimpje voor mijn dwarsheid, vaker echter reageren mensen negatief op mijn opmerking en verdenken ze me ervan te sympathiseren met ‘de vijand’ (want in het artikel waarop wij reageren komt natuurlijk steeds een alom gehááááte persoon aan het woord).

Het is onnodig te zeggen dat Elio Di Rupo hoog op de shitlist van ‘de Vlaming’ staat. Als die “hypocriete nicht” – ik noem maar één verwensing – zijn mond opendoet is het hek al op voorhand van de dam. Enkele dagen geleden konden we bijvoorbeeld lezen dat ‘de Walen’ bij een splitsing van België voor de republiek Wallonië zouden kiezen met Di Rupo als president. Een goede zaak aldus nogal wat Vlaamse forumbezoekers, “want dan zij wij van die profiteurs van af!!!”

Ik scrolde diezelfde dag ook door de reacties op een artikel uit Knack waarin Dyab Abou Jahjah aan het woord werd gelaten. Een vrouw van rond de vijftig met een genuanceerde mening werd in de reacties door een leeftijdsgenoot “stom wijf” genoemd. Verderop werd ook het verstandelijk vermogen van deze vrouw in vraag gesteld (“Zijt gij dom geboren ofzo?”). Ik reageerde ook: “Kunnen dit soort zure oprispingen ergens gerapporteerd worden? Zo jammer dat er altijd wel mensen tijd teveel hebben om hun frustraties te ventileren.” Een bescheiden provocatie waar weinig tegen in te brengen valt, naar mijn mening, maar wel degelijk een provocatie, daar is het me immers om te doen. Want dan die paar reacties op mijn reactie – lachen en huilen tegelijk is dat. Verwijten van schijnheiligheid, hypocrisie de obligate verdenking van linkse sympathieën en een “Waar bemoeit gij u eigenlijk mee?”

Mededogen hiervoor is alles wat mij op dat moment rest, maar ook fascinatie steekt telkens de kop op. De intrigerende vraag naar wat er nu eigenlijk ten grondslag ligt aan deze zurigheid. Waarom deze mensen vanuit een kortstondige driftbui reageren, klaarblijkelijk zonder zich bewust te zijn van een bredere maatschappelijke context waarin mensen dag in dag uit samenleven. Ik maak me sterk dat de man die “Ben jij dom geboren?” schrijft in dezelfde badmintonclub zit als de vrouw met de genuanceerde mening. Ik vermoed dat de man die mij hypocrisie en schijnheiligheid verwijt mij als onbekende in zijn stad met graagte de weg naar het station zou wijzen.

Het is zo paradoxaal allemaal. Zoals de Vlaams Belanger die een goed contact kreeg met een illegaal in België verblijvend Pakistaans gezin en het voor hen opnam toen die mensen dreigden uitgewezen te worden. Leer elkaar kennen en we zijn niet meer dom geboren. Noch zijn we hypocriete nichten en zal ons worden gevraagd waar wij ons eigenlijk mee bemoeien.

Is dat nu echt zo’n moeilijke denkoefening, gefrustreerde polderboeren met rechtse klap en rooie koppen?!

Lieve arbeidsmarkt

U speelt het hard to get. Ik ben er de man niet naar om daar in mee te gaan. Hard to get vind ik stomvervelend. Dat ze het afbollen met hun hard to get. De meisjes (gelukkig nooit last mee gehad) en de werkgevers (ondertussen al jaren last mee).

U komt mij de strot uit, lieve arbeidsmarkt. “Why are you doing this to me????!!” om het met een zinnetje uit een willekeurige dramafilm te zeggen. Nee serieus, waar is dit voor nodig? Ik ben toch een schappelijke jongen? Ik heb een professionele bachelor journalistiek. Dat kan beter, zal u zeggen, maar nee, dat kon in mijn geval niet beter. Ik ben al lang blij dat ik die professionele bachelor behaald heb.

Gewoon, lieve vriend, een gewoon jobke voor deze gewone jongen. Kan dat er echt niet af? Iets heel onnozel, echt heel stom, kijk niet naar mijn diploma noch naar mijn cv in zijn geheel. Negeer wie ik ben of wat ik kan. Laat mij kranten verkopen ofzo. Ik heb journalistiek gestudeerd maar hoef niet voor een krant te schrijven nu. Misschien ooit, het is niet dringend. Maar laat mij kranten verkopen. Bijvoorbeeld. Of brieven bussen. Of tickets scheuren. Of papierkes van de grond rapen, geen zever. Ik doe dat nu al, dat laatste. Ik ben die kerel die in een winkelstraat een leeg blikje van de grond raapt en het in een vuilbak gooit. Dat ik dan aangestaard wordt – “het is toch zijn blikje niet, waarom raapt die dat dan op?!” – kan mij niks schelen. Gemeenschapszin enzo.

Is er een vacature voor Moeder Theresa, al dan niet in de regio Leuven?

Alle nonsens daargelaten heb ik nog een ander probleem met u. Uw sérieux, lieve arbeidsmarkt. Uw oneindig sérieux is zo mogelijk nog irritanter dan het feit dat u mij geen vaste job kan bezorgen. U begroet mij bij voorkeur in het Engels – de klantendienstmedewerker noemt u gewichtig een customer care agent - en vraagt naar mijn skills en targets en whatever the fuck it may be. (Tussen ons gezegd en gezwegen, lieve arbeidsmarkt: ook de de customer care agent staat om het uur aan de koffieautomaat en zeikt aan een stuk door over de kids dit en de kids dat. En dat wéét u.)

En flexibel en dynamisch en een teamspeler die ook zelfstandig kan werken, en al die andere nietszeggende competenties die u van mij verlangt. Ik bén al die dingen. Ik héb al die competenties. Of ik kan doen alsof. In de praktijk maakt dat vaak weinig uit zoals u zelf best weet. Dynamisch, godbetert. Kan u mij voor eens en altijd zeggen wat u daar precies onder verstaat? Leer mij de truc waardoor mijn toekomstige collega’s versteld zullen staan van goh wat is die Alexander dynamisch! Maak dat mee - zo'n dynamische collega!

Als ik u bloedserieus moet nemen, lieve arbeidsmarkt, moet u mij ook serieus nemen. Dan moet u zich ook flexibel en dynamisch opstellen. Dan moet u mij ook eens een brief sturen om mij te overtuigen waarom ík voor ú zou moeten kiezen. Want dat is mij nu niet meer zo heel erg duidelijk.

Met stilaan wanhopige, doch van milde ironie doordrenkte, smeekbeden

Uw werklustige Alexander

Bianca

Toevallig teruggevonden: 'Ik ben Bianca enzo', een gedicht dat ik schreef op 12 juni 2006. Het is gebaseerd op uitspraken van de niet al te snuggere Bianca uit 'Temptation Island' (die het tijdens en na dat programma aan de stok kreeg met haar vriend Bjorn, wat schitterende televisie opleverde - ook nu nog te vinden op YouTube).

Ik ben Bianca enzo

Ik ben Bianca enzo.
'k Had graag iets van filoso...feren gedaan,
maar ons mama zei dat dat iets van
te lang duurde voor mij.
Ik was van ontgoocheld of iets,
maar toen leerde ik Bjorn kennen
en die trok mij er dan door zo.

Dat was dan alle zondagen autosalons en al
of zo naar een eroticabeurs,
maar toen 'm dan teveel naar de vrouwen begon te kijken
zijn we niet meer geweest,
dan zei 'm altijd van D-cups, dat ik dat moest hebben enzo.

'k Had het graag anders gezien met ons
of toch iets van verzoening,
maar hij wilde alleen nog maar seks
en dat was bijna altijd van niet het moment enzo.

Maar nu ben ik dan zo niet meer geïnteresseerd in mannen,
nu, allez ik ben nog wel geïnteresseerd, maar niet meer voor een
intieme relatie met alle opslorpingen.
Sommige mensen begrijpen mij niet,
maar ik krijg ook veel reacties van steun en medelijden.

Als ik nu zo van overschouw ofzo, ben ik tevreden over mijn prestaties,
zo van gepresteerd en zo van steun enzo.
Ik denk dat veel mensen mij als een soulmateje bekijken
en dat ze zich zo van verbinding met mij voelen,
en mijn lotsbestemming die zit in mijn sjacosh,
euh mijn body lotion.

Eurovisiesongfestival

Om u de waarheid te zeggen, ik heb wel een zeker begrip voor de wanhopige ironici die deze week uitegebreid de tijd zullen nemen om (op sociale media) hun kunstje op te voeren naar aanleiding van van het Eurovisiesongfestival. Het gaat hier tenslotte grotendeels om een groep van feitelijk eenzame mediajunks die elke gelegenheid te baat moeten nemen om hun isolement te ...counteren en contact te zoeken met de ‘buitenwereld’. Dat doen zij dan naar intussen goede gewoonte niet zelden met aanstellerige tweets, in de hoop om wat aandacht te krijgen van hun zelfgewenste peer group, mogelijk zelfs eventjes in het middelpunt van de belangstelling te staan. Een mens moet zich érgens aan vastklampen. Twitter is voor deze dikwijls hooggeschoolde trendwatchers een soort zelfhulpgroep waar ze de confrontatie met hun gevoelens van eenzaamheid van achter hun klavier te lijf kunnen gaan en onder dikke lagen ironie de schijn kunnen ophouden dat ze een druk sociaal leven hebben. Die meer dan duizend volgers zijn er toch niet zomaar gekomen?

Een verslaafde aandachtzoeker moet zich in bange dagen ergens aan vastklampen, maar ook al heb ik begrip voor hun situatie, het Eurovisiesongvisiefestival is daarvoor niet het geschikte evenement. Het leent zich weliswaar als geen ander tot ironie en de flauwste grapjes waarmee men kan scoren, maar het is jammer dat de twitterende goegemeente het uitgerekend tijdens zo’n halve of hele finale nodig vindt om zich met een stroom van 140 karakters in de aandacht te werken. Meer dan welk ander televisieprogramma is het Eurovisiesongfestival immers een spektakel waar je niet alleen maar wel in groep naar moet kijken. (Wie in het gezelschap van mensen zit te twitteren is toch ook heel erg eenzaam?) Al dan niet gespeend van ironie kan het leuk zijn om samen punten te geven aan de verschillende acts en de slappe lach te krijgen bij de groteske inzending van pakweg Moldavië. De ironische opmerkingen die de Belgische inzending standaard te beurt vallen, getuigen vaak van een lui opportunisme waarmee men bij een zo breed mogelijk publiek van yesmen hoopt te scoren. Jammer genoeg gaat een nieuwswebsite als deredactie.be daar gretig in mee en lijst het de populairste tweets op in een ‘livecenter’. Een beetje twitteraar, die zichzelf al te vaak serieus neemt, beleeft een geslaagde avond als hij of zij dat livecenter haalt. De natte droom van deze twitterende twijfelaar is tot nader order om door duizend(en) mensen grappig of clever gevonden te worden, met in het beste geval een hoop retweets en volgers als resultaat. Helemaal alleen in zijn slecht verlichte woonkamer kan deze persoon zich dan heel eventjes opwarmen aan de pseudo-aandacht voor hem of haar. Tot de respectieve tweet te ver naar de beneden gezakt is in de twitterfeed en het dus tijd is voor een nieuwe ironische knipoog.

Elke sociale mediajunk die naar de finale van het Eurovisiesongfestival zal kijken - ik viseer echt niemand van u - wens ik een laptoploze avond toe en het aangename gezelschap van vrienden waarmee het fijn onderling becommentariëren is.
Wie geen compagnie op de been krijgt voor een avondje Eurosong doet er misschien beter aan om naar een film te kijken of een boek te lezen. Welke mens van vlees en bloed kan immers de pijnlijke spreidstand aan tussen veel (virtuele) vrienden enerzijds en een eenzame avond voor de tv anderzijds?

Dimitri Bontinck maakt het te bontinck

Om u de waarheid te zeggen, die Dimitri Bontinck - vader van Jejoen - mag dan op zijn maniej een sympathieke vejzetsheld zijn, gistejen maakte hij het tijdens zijn media-optjedens bij de openbaje opjoep misschien toch iets te bontinck. Wat betjeft de schijnbaje davej op zijn lijf en zijn gebjuik van de Nedejlandse taal, bedoel ik dan. Die taal wejd immejs jammejlijk vejkjacht. Niet nojmaal.

Eerst... – nu ga ik gewoon weer met r schrijven, sorry Dimi – was de pas uit het oorlogsgebied teruggekeerde papa-ván te gast in ‘Vandaag’ op Radio 1. Daar deed hij een eerste keer en nogal onsamenhangend zijn relaas van de rocamboleske toeren die hij in het pittoreske Syrië heeft meegemaakt. “Tot op drie meter van mijn zoon in de villa!” riep hij meerdere malen door de radio, waarmee hij bedoelde dat hij Jejoen bijna, maar net niet, had kunnen zien. Dimi zat nog vol adrenaline, en daar breng ik begrip voor op, maar de veelvuldige contaminaties die voorts over zijn tong rolden en de andere misbruiken tegen de taal die in Aalst met een GAS-boete zouden worden beloond, waren zonder twijfel van het goede teveel.

In ‘Terzake’ was het, later op de avond, al iets beter gesteld met het taalvermogen van mediagenieke Dimitri. Toch zou een letterenstudent nog een aardige kluif hebben aan de verbetering van de neergeschreven woordenstroom die de Antwerpse antwoordenzoeker uitbraakte. Advocaat Kris Luyckx kneep graag een oogje in het zeil – haha! – en hield elf minuten lang zijn gezicht (en zijn kapsel) strak in de plooi.
Dimi had het ondermeer over een “betreurende zaak”, noemde de Islam consequent “de moslim” en had zijn zoon helaas “niet kunnen te zien krijgen”.

Deze taalkundige missers (en de vele andere) kunnen echter rechtgezet worden in het boek – ja, echt waar – dat zal verschijnen naar aanleiding van deze hele telenovela waarin een wanhopige vader zijn al even wanhopige zoon achterna reist. Allah weet hoe graag ik de ghostwriter van dat boek zou willen zijn. Werktitel: ‘My name is Bontinck. Dimitri Bontinck’.

Afspraak op de Boekenbeurs dus. Hopelijk kan Jejoen erbij zijn. Als hij zijn vingers nog heeft kan hij misschien zelfs signeren.