Als ik in de supermarkt ben, praat ik veel met andere mensen die daar zijn. Ik bemoei me een beetje met hun zaken, want dat vind ik lollig. En lol trappen is ook toevallig een van mijn specialiteiten.
“Zeg mevrouw”, zeg ik dan, “als ik van u was zou ik geen Colgate kopen. Dat is goed om uw tanden kapot te maken. Sensodyne, heeft mijn tandarts gezegd. Sensodyne is goed voor de tanden. Al de rest is boecht. Dat zijn haar woorden. En zij kan het weten, want ze heeft er voor gestudeerd.”
De mevrouw legt de Colgate terug en neemt de Sensodyne, die wel iets duurder is. Ik schat haar 75 en vraag me af of ze eigenlijk nog wel tanden heeft. En een tong. Want ze zegt niks.
Ze loopt door naar de shampoo. Ik loop mee.
“Ik heb slechte ervaringen met Head & Shoulders”, zeg ik, opnieuw totaal ongevraagd. “Mijn hoofdhuid gaat daar van branden.” Ze kiest een andere shampoo. Ik denk eigenlijk dat ze sowieso niet van plan was om Head & Shoulders te kopen, maar ik zou er geen geld op verwedden want ze lijkt nog steeds geen zin te hebben om in te gaan op mijn praatjes. Is Head & Shoulders sowieso niet meer een shampoo voor jonge mensen, vraag ik me af. Hoe wordt die shampoo ook weer in de markt gezet? Is Head & Shoulders een beetje een hippe ‘brand’?
(Zelf gebruik ik sinds kort een rode bio natural shampoo, anti-roos met tijm. Het is zo’n shampoo die je natuurlijk niet in Delhaize of Carrefour vindt maar wel in een meer alternatieve winkel. Ik ben tevreden over die shampoo, het is er zo een die je twee à drie minuten moet laten ‘intrekken’ vooraleer je je haar mag afspoelen.
Telkens wanneer ik de shampoo laat intrekken zing ik ‘Wannabe’ van de Spice Girls, dat liedje duurt immers precies drie minuten. Als ik minder geduld heb zing ik ‘Yesterday’ van The Beatles, dat op de kop af twee minuten duurt.
Ik had tegen een vriendin mijn beklag gedaan over Head & Shoulders en haar gevraagd om eens een goede shampoo voor mij te kopen. Ze heeft zich werkelijk uitstekend van die taak gekweten.)
"Teveel opwarmmaaltijden zou ik toch niet eten”, zeg ik tegen een jongen die staat te treuzelen aan de Dokter Oetker-rayon en er uit ziet alsof hij aan de KUL studeert.
“Ik weet dat ze niet zo gezond zijn, meneer”, stamelt de bebrilde jongen betrapt, “maar ik kook niet graag en ik vind die pizza’s ook gewoon lekker.”
“De Hawaii is lekker”, beaam ik. “De Funghi niet. Maar dat ligt aan mij, ik hou niet van champignons.”
“’t Zijn binnenkort examens”, zegt hij - dus inderdaad een student! - “en tijdens de blok heb ik al helemaal geen tijd om te koken.”
“Ik versta u”, zeg ik. “Ik versta u heel goed. Veel succes nog met uw proefwerken.”
Ik laat de jongeman ter plaatse en rep me met mijn, op een rolletje fruit-Mentos na, lege winkelmandje naar de kassa. Ik was niet naar de winkel gekomen om boodschappen te doen. Aan de kassa staat een jongentje van, ik schat, een jaar of negen met zijn moeder aan te schuiven. Het jongentje kijkt met grote ogen naar het gloednieuwe EK 2016-stickerboek van de Rode Duivels. Toen ik die leeftijd had wilde ik ook een stickerboek van de Rode Duivels - Lorenzo Staelens! Philippe Albert! Emile Mpenza! - dus ik herken zijn verlangen. Zijn moeder heeft het ook gezien, maar het is duidelijk dat de twee de winkel zonder stickerboek zullen verlaten. (Moeders kunnen soms zo meedogenloos zijn. Empathie nihil, dat merk je meteen.)
“Ik zal het voor u kopen”, hoor ik mezelf tegen het jongentje fluisteren, “maar laat het niet zien aan uw mama hoor!” Ik ga naar een andere kassa, reken snel het boek en het rolletje Mentos af en wacht hem op aan de uitgang. Als zijn moeder voorbij is, stop ik snel het boek in zijn handen en zeg ik dat hij het onder zijn jas moet verstoppen en dat hij het thuis ook goed voor zijn mama moet verbergen.
“Veel plezier ermee”, zeg ik geluidloos en ik knipoog. Hij glundert en knipoogt terug.
Tot zover een zoveelste leuk bezoek aan de supermarkt!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten