donderdag 3 november 2016

Nare dromen

Vannacht in een droom zei een goede vriend die ik al 20 jaar ken dat hij niet het gevoel heeft dat wij elkaar nog veel te vertellen hebben. We zijn uit elkaar gegroeid, zei hij, we leiden totaal verschillende levens, er is enkel nog een gedeeld verleden dat ons bindt, maar de laatste jaren zien we elkaar steeds minder vaak en dat heeft toch een reden. Misschien is het niet meer nodig dat we nog afspreken. We zullen elkaar nog weleens tegenkomen.

***

Vannacht in een droom bevond ik me temidden van paniekerige mensen. We waren op een onbestemde plek in België, een plek die wat weg had van een festivalterrein zonder dat er een enkel festival-kenmerk te bespeuren viel, en we waren in een situatie van oorlog. Ik was verantwoordelijk voor een klein meisje dat in de massa haar familie was kwijtgeraakt en in haar hysterie nauwelijks te bedwingen was. Het weer was grijs.
We baanden ons een weg door een modderstroom toen een andere grote groep mensen uit tegenovergestelde richting naar ons toe kwam. Het waren Nederlanders die op de vlucht waren voor oorlogsgeweld in hun land en dachten dat de situatie in België beter was. Nu zagen zij dat ze ongelijkheid hadden. Veel Belgen begrepen niet waarom de Nederlanders naar België waren gevlucht, er heerste een vijandige sfeer. De paniek werd er niet minder om.
In een andere droom liep ik een vervallen huis binnen waar ik verscholen in de keuken een moeder en haar twee kinderen aantrof. Aan de moeder kon je zien dat zij al dagen niet gegeten had. Ze was beschaamd dat ik haar zag in deze situatie. Ze vroeg mij om weg te gaan.
(Deze tweede droom had ik zeker niet toevallig aangezien ik twee dagen geleden de film 'I, Daniel Blake' zag waarin ook een ondervoede moeder met twee kinderen te zien is.)

Geen opmerkingen: