P.-J.,
je bent een belachelijke snuiter.
Met die stelten van je, loop je erbij als een voor een vijftal percent gehandicapte. Dat zwaarwichtige dat je daarmee combineert maakt van jou het prototype van een rechtenstudent, zoals het clichébeeld het wil. Je moest je nog zo'n koffertje met een viercijferige code aanschaffen, dan was alles volmaakt.
Je praat met vervelende Brabantse klanken en kreunt dan herhaaldelijk dingen als "euuuuuh" en bwààààààh". Je houdt van de Scouts en bent waarschijnlijk tegen de Chiro, of omgekeerd, en je wil zuipen zuipen zuipen, want dat ken je.
Nochtans, en nu komt de nuancerende maar, er zit vanalles in jou. Je bent een jaar naar A. geweest en daar heb je je goed weten te handhaven. Je hebt dat jaar perfect in je huidige leven ingepast en je zal nooit meer 100% Fiere Vlaming zijn.
In weze voel ik me zelf tot je aangetrokken, P.-J., het is enkel jammer dat we de deur niet van bij het begin voor elkaar geopend hebben. Nu spelen we een spel, namelijk, en wel eentje van aantrekken en afstoten. Let wel: ik hou daarvan, maar het is zeker niet zo dat mijn nieuwsgierigheid ongeveer even groot is als mijn afkeer voor jou. Het doet me nog het meest denken aan een versnipperd politiek links.
Het moest er van komen dat jij eens gezellig tegen mij probeerde te zijn. En ik ging daar natuurlijk niet op in, ik was in "mijne jemenfoutistische" die dag. Jij deed net alsof wij elkaar wel mochten, maar het ging je niet af. Je las waarschijnlijk het misprijzen in mijn ogen om al die pintjes waar jij in je lang weekend zo naar zegde uit te kijken. Ook zag je waarschijnlijk mijn nazinderende afgrijzen voor de dingen die je enkele dagen tevoren in de cafetaria, op luide toon, had geroepen. Ik had toen besloten dat jij waarlijk niet was wie ik hoopte dat je was.
Als wij straks samen op de tram zitten, dan hoop ik dit spel echter voort te kunnen zetten. Ik zal een waardige tegenstander zijn, ik ken mijn rol en zal er geen moment uitvallen. Jij zal proberen mij aan het wankelen te brengen door plots een opmerkelijke uitspraak te doen en ik zal vast ook wel eens wat milder zijn, maar al bij al zullen wij geen vrienden worden, geen denken aan. Als ik afgestudeerd ben en jij tegen dan ook, of misschien nog eerder, zullen wij elkaar tegenkomen op straat, elk in onze vertrouwde cocon en dan zullen we nog steeds onze neuzen ophalen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Jouw CD07 is al klaar. Ik twijfel of ik er dit jaar ééntje ga maken. Het zou de eerste keer zijn in -tig jaar dat ik verzaak.
2007 was geen albumjaar bij mij. Ik hoorde goede songs en greep terug naar oudere songs die mij herinnerden aan andere songs. Ik compileerde me suf. Maar een meesterwerk dat me minstens 10 tracks murw slaat heb ik niet gehoord.
Spoon wint de prijs voor het hoogste aantal uren airplay in mijn citroën (in de categorie 2007). Maar i'm not there, the OST is nog onderweg vanuit the US of A.
Een reactie posten