vrijdag 23 december 2011

Clyde

Zie! Nu heb ik het weer! Ik begin te typen en plots schiet door mijn hoofd dat een spelletje Pacman ook wel leuk zou zijn op dit moment. En zo gaat het al enkele dagen. Beetje surfen, beetje lezen, wat muziek luisteren en Pacman. Er altijd ergens middenin. Tijdens het muziek luisteren, ik onderbreek er het lezen voor en het jobhunten al zeker.

Pacman. Can't help loving it. Gisteren las ik op Wikipedia dat de bedenker ervan - een Japanner, nee, geen Amerikaan for once - de intentie had om een spel te maken dat ook door vrouwen zou gespeeld worden. De games toentertijd (begin jaren 1980) werden veelal door mannen gespeeld en onze Jap wilde een element in zijn game stoppen dat ook voor vrouwen aantrekkelijk zou zijn. Dat werden de geestjes in lichtblauw, rood, roze en oranje.

Een schot in de roos als je het mij vraagt, want ook ik ben er enorm mee ingenomen. Die geestjes zijn schattig! Hoe ze het op een achtervolgen zetten, de slinkse rekeltjes, en hoe ik keihard terugsla wanneer ik een toverbol heb geslikt! Het zit 'm allemaal in de eenvoudige doelstelling om zoveel mogelijk puntjes te sprokkelen - kan het sympathieker? Geen serieus gedoe met geweren, steden veroveren, achtervolgingen, geldzaken uitvoeren of babes verleiden, nee, gewoon rondcrossen op een spelbord en vooral niet gepakt worden. Ik hou van die eenvoud, dat rudimentaire maar desalniettemin innovatieve jaren 80-geëxperimenteer van kijk-eens-wat-wij-gemaakt-hebben. Pacman! Een schot in de roos.

Ook uit die periode en even pretentieloos simpel: Tetris. Ik ben een mens van voor mijn tijd. Terwijl mijn vrienden Pokemonkaarten verzamelden en bij elkaar thuis GTA gingen spelen, speelde ik Tetris en Pacman op internet, twee spellen, geniale tijdloze concepten, waarvoor ik geen 'sérieux' aan de dag moest leggen. Spellen ook die je probleemloos kon stoppen, uitermate geschikt voor de moeder die roept dat je moet komen eten.

Of de door de Jap beoogde vrouwen overigens voor Pacman te porren waren, heb ik vooralsnog niet achterhaald, ik heb er ook niet naar gezocht. Ik stel me echter voor van niet, zelf zou ik Pacmanspelende vrouwen toch maar raar vinden. Het is iets voor mannen, gevoelige mannen misschien, mannen zoals ik die van kleurtjes houden en geestjes schattig vinden. Mannen die stilstaan bij de namen van die geestjes: Inky, Blinky, Pinky en - wie schetst mijn verbazing? - Clyde. Clyde?, vroeg ik iemand die onlangs in mijn buurt zat in de hoop dat die zich er ook over zou verbazen, maar nee, hij zag daarin niks bijzonders. Het zou zelfs kunnen dat hij niet begreep waarover ik het had, die oerman.

Ik had het over Clyde. Het oranje geestje met de stoere naam. Clyde. Dat mijn Pac-man zodadelijk smakelijk zal verorberen. Of omgekeerd.

Geen opmerkingen: