zaterdag 21 januari 2012

Oma, ik mis je

Ik heb een vriendin die me bespiedt. Eén kik op Facebook is genoeg voor haar om te gaan speculeren over weet ik veel wat allemaal. Een verkeerd filmpje, liedje, een verkeerde foto, ze merkt het allemaal op. Je kan je dan ook afvragen waarom ik haar een vriendin noem. Wel inderdaad, van vriendschap is hier eigenlijk weinig sprake. Wel van rancune, jaloezie en een minderwaardigheidscomplex.

Ik kan niet voorzichtig genoeg zijn want ben erin geslaagd om een stalkster op mijn kap te halen. En dan zal je zien dat je er via Facebook mee geconfronteerd wordt. Altijd wanneer zij dat wil. Defrienden is de Toren des Doems over je heen jagen. Defrienden is klappertandend ijsberen en je moeder wanhopig om raad vragen.

Ik leef in een tijd waarin ik mijn medemens kan ontvolgen en ontvrienden. Oma, je bent dood, maar had je dit kunnen horen.. We zijn te ver gegaan, oma.

vrijdag 20 januari 2012

Geen meisje

Ik werd vanmorgen wakker en vond geen meisje naast me. Dat stak niet, maar ik vond het wel jammer. Er is niks maar ook echt niks mooier dan een meisje naast je in bed te hebben liggen. Dat lichaam, die vormen, die warmte. Vraag maar aan een random jongen.

Waar was ze?

Ik heb haar nog niet ontmoet, of anders gezegd: ze is al fysiek uit mijn leven verdwenen. Op 31 mei zal het twee jaar geleden zijn dat ze naast me lag. In een bed in Amsterdam. Ze kroop tegen me aan en kuste me op de mond. We hadden seks. Twee keer voor het ontbijt, nog eens erna. Goed wetend dat ik 's avonds waarschijnlijk voorgoed afscheid van haar zou nemen, was het misschien niet het allermooiste moment uit mijn leven. Misschien was dat wel die eerste keer dat we op haar zolderkamer naast elkaar op haar bed neerploften, opgewonden door wat er gebeurde want wat niet zo duidelijk in het script stond.

Ik wil nog steeds terug naar die kamer, waar zij natuurlijk al lang niet meer is.

Als de dingen zullen lopen zoals ik zo graag wil dat ze zullen lopen, woon ik aan het eind van 2012 in een paradijsje van een studio. Overdonderend mooi, eigenlijk veel te mooi voor mij. Daarom moet zij vaak langskomen om mijn aanwezigheid daar te legitimeren. Zij die van die schoonheid geniet zodat ik kan genieten van haar schoonheid wanneer ze geniet van de schoonheid van de kamer.

Hopelijk vind ik haar. Anders zal daar een dubbelbed staan te verkommeren. En dat zou ik me wel aantrekken.

maandag 9 januari 2012

Missing: Tine

Lieve Tine Brutsaert,
Lieve eventjes vermiste en helaas levenloos teruggevonden Tine,

Ik kende je niet. Woonde niet in jouw stad. Had je nooit op tv gezien, of ergens anders. Ik miste je hoegenaamd niet. Maar sinds je verdween kende ik je wel. Want toen je verdween kwam je wél op tv, was je wél in mijn stad, leerde ik je kennen en miste ik je.

(Heb je nog geweten dat duizenden mensen je plotseling kenden, Tine? Dat ze bezorgd om je waren? Vast niet.)

Ik leerde je kennen op een nieuwssite. Mijn kennismaking met jou was er eerlijk gezegd een onbewuste. Ik bedoel: als men me had gevraagd naar je naam, ik had 'm wel ongeveer geweten maar niet helemaal precies. En hetzelfde gold voor de foto waarvan je Missingbericht vergezeld ging. Ik zag je gezicht tot voor kort niet helder voor me en dat spijt me.

Nee, tot voor een uur geleden kon ik me je gezicht niet helder voor de geest halen. Tot voor een uur geleden toen ik een A4 van jou aan een muur in mijn stad zag hangen. Missing, terwijl je al gevonden was. Treurig. Ik trok je zachtjes van de muur en stopte je in m'n jaszak. Ik dekte je warm toe en wilde er voor je zijn. Maar ik wist ook, ik was te laat.

Je lijkt me een innemend meisje, Tine, als ik je hier zo op mijn bed zie liggen. Je foto laat een stuk van je tanden bloot, je hebt een goeiig gezicht. Niet ongelukkig, nee, dat zou ik nooit vermoeden. Maar wat is er dan met je gebeurd?

Je werd voor het laatst gezien in de namiddag van 2 januari, je kwam van de dokter. Voor een onbekende is dat het enige mogelijke teken aan de wand. Want op basis van de beschrijving van de kleren die je droeg, zou geen mens iets vermoeden. Je droeg mooie bruine botten en een ring.

Je foto zorgt ervoor dat ik alsnog persoonlijk word aangegrepen door je dood. Goedaardige meisjes mogen niet dood, er moet altijd iemand voor hen zijn, om hen in te stoppen en hen een knuffel te geven.
Ik mag er niet aan denken dat er niemand voor je was.

Het ga je goed, Tine.
Je zal nooit voor niets gestorven zijn.

Veel liefs,

Ali

dinsdag 3 januari 2012

Een Viceke

Het begon op het middaguur. De afschuw - ik overdrijf, - de tegenzin waarmee ik ten x-sten male mijn Twittervenster opende. Was ik nu werkelijk in no time een volbloed Twitteraar geworden? Kon ik dan zo inconsequent zijn dat ik Tetter de ene week nog neersabelde om het de volgende week te omarmen? Ik twijfelde. Aan mezelf. Ik wilde vooral heel erg dringend van mijn computer weg. Tot mijn opluchting (en trots) hoefde ik al tenminste geen iPhone of -Pad op te bergen. (Ik heb noch wil dergelijk draagbaars vanuit de reële angst dat ze me in eerste instantie gelukkig, en in tweede instantie doodongelukkig zouden maken, om me vervolgens voor hersendood achter te laten.) Ik wilde naar buiten, mijn kamer uit, maar het regende. Ik belde een vriend en die komt me straks redden.

Mocht mijn vader te weten komen wat ik zoal op Twitter doe, zou hij mijn moeder mailen en vragen of zij weet wat ik op Twitter doe. Mijn moeder zou het antwoord schuldig blijven en vergoelijkend opmerken dat ik haar weleens over Twitter verteld heb, maar dat ik er negatief over sprak. Mijn vader zou mijn moeder dan weer te mild vinden en aandringen op 'sancties'. Wel zou hij niet meer op het argument kunnen terugvallen dat hij me financieel onderhoudt. Hij zou er dus niet meer mee kunnen dreigen om de alimentatie stop te zetten. Die gedachte is wel een opluchting voor me.

Overigens heb ik een goeie relatie met mijn beide ouders, maar als ik mijn vader in deze context afschilder als een wat reactionaire man, doe ik dat enkel om de waarheid geen geweld aan te doen. Ik hou ook van hem ondanks zijn reactionaire trekjes. En ik hou zelfs een beetje van hem dankzij zijn reactionaire trekjes. Want dan herken ik mezelf in hem en word ik een beetje sentimenteel.
(Toen ik op een nacht door mijn meisje werd achtergelaten, nam ze ook mijn ruwe bolster mee. De ontbolsterde blanke pit die ik nu ben, pinkt zelfs een traantje weg als hij het nieuws van Bruno Huygebaert hoort. Terwijl ik die man toch helemaal niet ken.) Ik ben enorm gehecht aan mijn genen.

Maar ik dwaal onbehoorlijk ver af. Wat ik wilde zeggen is dat ik op het middaguur spontaan en, hoewel vanuit een onmiskenbaar onbehagen, als een complete verrassing voor mezelf een Viceke deed. Ik schreef de naam 'Twitter' op een papier, tekende er een vogeltje boven en schreef er in kapitalen 'DON'T' onder. Definitief, zo leek mijn oordeel. Het stond op papier, voor mij alleen, niet op het internet, niet voor u.

Ik dacht ook aan DO's zoals fietsbanden plakken, elektriciteitskabels aanleggen, lekker koken, met vrienden afspreken, brieven schrijven met de hand en postzegels gaan kopen, maar ook aan droevige mensen troosten, iemand belangeloos helpen en wachten op het groene licht. Allemaal dingen die mijn ouders mij hebben geleerd.

En dat ik mijn ouders nu op mijn beurt zou kunnen leren hoe ze Twitter moeten gebruiken, daar dacht ik ook aan. Ik kon gewoon niks anders bedenken dat ik hen zou kunnen leren. En dat vond ik toen van zo'n droefnis dat ik er bijna onpasselijk van werd. Er moest toch iets mooiers zijn dat ik die mensen zou kunnen bijbrengen. Daarom moet dit misschien maar het jaar worden waarin ik mijn ouders op mijn beurt iets interessants en relevants bijleer. Toen ik mijn moeder onlangs op mijn instructies een som zag maken in Excel kreeg ik ook al bijna een krop in de keel. Ik ga de naam Twitter nooit meer laten vallen in het bijzijn van mijn ouders.

maandag 2 januari 2012

Op de aandachtshoerderij

Haha, jongens en meisjes, is het niet ongelooflijk dat die Twitter me nog steeds in een houdgreep heeft? In een steeds strakkere houdgreep nog wel. Ik ben me zo aan het aanstellen! Ik ben een aandachtshoer, ja, ik ben streng voor mezelf. Waarom? Omdat ik nooit een aandachtshoer heb willen zijn natuurlijk. Een hoer. Komaan, daar moet ik toch geen tekeningetje bij maken?

Het zou ronduit grof en kort door de bocht zijn om alle Twitteraars nu even heel goedkoop aandachtshoeren te noemen. Dat ga ik dan ook niet doen, al zou ik met een dergelijke provocatie misschien wat naambekendheid verwerven (want ja, ik zal deze tekst op Twitter posten en proberen om 'm zo goed mogelijk in the picture te spelen middels bepaalde hashtags ofzo - ik zie wel). En laat dat nu net de reden zijn waarom ik steeds vaker op die onnozele Twitter zit en domme tweets probeer te bedenken. "Zie mij! Zie mij! Ik ben Ali en ik wil dat jullie mij leren kennen. Of toch op z'n minst mijn blog lezen. Omdat ik aspiraties heb als schrijver-journalist en via Twitter daartoe stapjes in de goede richting hoop te zetten. Ik weet van anderen dat ze het ook op die manier proberen."

(A propos, nu ik het spreekwoordelijk over hoeren heb: is Hot Marijke eigenlijk een échte hoer? Dat is geen provocatie. Ze doet aan SM en ontvangt gasten tegen betaling. Dat is toch prostitutie, of ken ik er niks van? Is dat misschien escorte of nog iets anders? Ik ken er niks van.)

Dat ik Hot Marijke onlangs een klein beetje geschoffeerd heb was wel leuk. Dat ik mijn uithaal postte op Twitter en dat die haar onder ogen kwam. Dat ze het zelf tweette richting de andere bekenderikken die ik in mijn tekst had aangehaald. En dat ze me nu op Twitter volgt. Dat kan ik toch een heel klein beetje een doorbraak noemen, of niet? Nee, waarschijnlijk is daar nog veel meer voor nodig. Een waar en weldoordacht Twitterbombardement.

(Staat u me overigens een grapje toe: wanneer ik een afbeelding in mijn tekst voeg, moet ik beslissen waar deze komt te staan en op welke grootte. Voor bovenstaande van Hot Marijke koos ik voor 'klein' en 'rechts', en laat dat nu net zijn wat ze in het echt ook is. Haha.)

Maar om terug te komen op mijn aanzet: ik ben dus een echte aandachtshoer, hé? Dat me dat zo bezighoudt, die mogelijke naambekendheid via Twitter. @inebenzine, een Twitterfan en kennis van me - echte naam: Ine Peers -, heeft haar job te danken aan Twitter. Stel dat mij dat lukt, een job vinden via Twitter, zou dat toch heel wat zijn. Daarom dus dat ik me in de kijker wil spelen, wat overigens niet evident lijkt, voorlopig. Ik zit aan een schamele 59 followers, waaronder, met permissie, een hoop oninteressant volk. En er is ook geen hond die mijn lullige boodschappen retweet. Ik zou er, mocht ik in een minder bloeiende levensfase zitten, enorm triest van worden, maar dat is nu niet het geval. Enkel die Twitter als medium zet me aan het denken. En mijn oordeel erover is eerder negatief dan positief, al schuift het, tot mijn ontzetting, gestaag naar het midden op. (Ken ik mezelf dan zo slecht?)

Wie ook veel aandacht wil is Duchka Walraet. (Bij deze, beste Duchka: 't is graag gedaan.) Zij is een fervente Twitteraarster die de polemiek niet uit de weg gaat. Een tijdje geleden haalde ze via Twitter keihard uit naar Bart De Wever en haalde daarmee - ze kon het zelf niet geloven - 'Vlaanderen Vandaag' op VT4. Daarop stuurde ze deze ironische boodschap de wereld in. Niet slecht gedaan, me dunkt. Goed gemaakt, compact en behoorlijk aanstellerig. Iets om op te pikken en te verspreiden kortom. Wat ook gebeurde, geloof ik (ik zat in die periode nog niet veel op Twitter).
Ik zou Duchka Walraet overigens terloops ook een aandachtshoer kunnen noemen, maar dat zal ik maar niet doen. Het zou laf zijn om zoiets te zeggen, al was het maar omdat ik haar nog nooit heb ontmoet. Wel hebben we al onpersoonlijke berichtjes over en weer gestuurd, waarbij ik me een sollicitant voelde die de aandacht probeert te trekken van iemand die enkele treden hoger staat op de ladder naar eeuwige roem.

Twitter is dus eigenlijk ook behoorlijk vernederend, en ik moet me ernstig de vraag stellen of ik door een online medium vernederd wil worden. Ik weet zeker van niet, maar in deze moet ik eerlijk zijn en zeggen dat ik toch vooral mezelf verneder. Het ben ik die hengelt naar aandacht en goedkeuring. En ik zoek zelf het contact op in de hoop door iemand 'opgepikt' te worden. Michel Baeten, de populairste doch voorts onbekende twitteraar @mbaeten, heeft, geloof ik, al een mediacarrière aangeboden gekregen, die hij evenwel afsloeg. Zou het voor mij het summum zijn om een mediacarrière aangeboden te krijgen? Nee, ik geloof van niet.
Maar een schrijver-columnist-journalist worden - zoals mijn grote held hiernaast -, dat zie ik dan wel weer zitten, denk ik. Liefst van al ook redelijk anoniem. In tijden waarin nog amper lange teksten gelezen worden. (Als u zelf hier bent aanbeland, wil u dan alstublieft een reactie achterlaten, al is het maar een 'x'? Maar zet er dan ook uw naam bij, want anders weet ik het niet eens zeker, dat u het bent.)

En ik post dit dus wel degelijk ook op Twitter (én Facebook). Om consequent te zijn. En omdat die zelfvernedering minder erg is dan ze klinkt.

Ook hoop ik eens in een #FF-tweet terecht te komen, de code die populaire mensen gebruiken om andere Twitteraars onder de aandacht te brengen onder het mom van: 'deze hier is ook interessant, hij verdient een duwtje in de rug'. Laat dat mijn doel zijn voor de maand januari, in een #FF belanden. Als me dat niet lukt, moet ik misschien toch maar mijn conclusies trekken en de Twitterdeur achter me dichttrekken.

Tekstanalyse van een andere blogger

Gisteren of eergisteren heb ik een tekst gelezen waar ik luidop om moest lachen. Zonder een spoor van ironie, maar wel omdat ik hem niet minder dan hilarisch vond. Vind, moet dat zijn, want ik lees hem nu opnieuw, al voor de vijfde keer.

Het gaat over deze tekst van ene Jelle Dehaen, de blogger achter Altijd Nieuwjaar. U zal 'm wel moeten lezen, die tekst, om met mij mee te kunnen richting volgende alinea's want ik plan enkele hilariteiten uit 's mans opstel te plukken en toe te lichten waarom ik ze zo hilarisch vind.

Ten eerste: dat hele opstel van Dehaen is om te lachen. En inderdaad: ik lach erom. Ik wilg het door de schrijver wellicht beoogde effect zonder tegenspartelen in. Ik lach luidop en dat is iets dat ik maar zelden doe. De tekst is kurkdroog en zo heb ik mijn flauwekul het liefst.

'La vie sexuelle'. Frans. Geweldige keuze. Om een of andere reden uitermate grappig. Een Nederlandse vertaling zou nooit zo leuk zijn en Dehaen moet dat ook beseft hebben. Dat Frans brengt tevens een sérieux met zich mee dat hier hoegenaamd niet nodig is. En ook heeft dat Frans een ietwat erotische bijklank, wat hier ook als een tang op een varken slaat. Omzeggens.

De titel: 'Desire!' Dat uitroepteken. Magnifique! Dat woord op zich ook: desire. Weerom: uitstekende keuze.

Dat citaat van Lady Gaga is ook niet onbelangrijk. Heb ik het met u al over het begrip 'je ne sais quoi' gehad? Jazeker. Een torenhoog je ne sais quoi heeft dat citaat in het geheel van Dehaens tekst. Maar een meerwaarde vormt het wél.

"In zijn schokkende autobiografie gaat Jelle Dehaen geen taboe uit de weg; met een niets ontziende eerlijkheid beschrijft hij drie decennia van seksuele driften en uitspattingen."

Dit is promopraat op z'n onnozelst, en dus grappigst. Ik heb ervaring met persberichten en heb dergelijke zinsconstructies al geregeld zien passeren, meestal totaal misplaatst. Hier werkt het echter fantastisch. 'Niets ontziende eerlijkheid', zoiets zou een mens dus nooit zéggen. Zo'n term past nog het best in het jargon van een vent met een stoere stem die op 2BE een actiefilm aankondigt. Dinsdagavond, na een flutserie.

(Er is één ding dat ik jammer vind als ik Dehaens promotekst lees: hij heeft het niet consequent over Dehaen, maar spreekt ook over Jelle. Het gebruik van de familienaam is leuker. Het benadrukt de zo geestige sérieux, de afstand tussen lezer en schrijver.)

'Een erotische sluimertoestand'. Gewichtige bewoordingen maken bijna alle teksten al dan niet gewild grappig. Mensen die zichzelf serieus nemen, kunnen er zich maar beter voor hoeden.

'"Lange tijd vertrouwde ik niemand die net pannenkoeken had gebakken."' Enig, die 'huh?' die ik daarbij als lezer meekrijg.

De uitroeptekens in de commentaren van de recensenten. Ernstige recensenten zullen zelden uitroeptekens gebruiken. Dat het hier wel gebeurt, is natuurlijk een expliciet bewijs dat het om groteske flauwekul gaat. Des te leuker natuurlijk.

'Dehaen behandelt uitvoerig het ontstaan van het internet en de gevolgen voor de seksualiteit van de Westerse mens.' 'Uitvoerig behandelen', prachtige combinatie. En de abstractie van die 'Westerse mens', geen idee over wie het gaat en dat is ideaal. Abstractie en vaagheid wekken vaak een vermoeden van mysterie dat niet zelden onterecht is.

Het woord 'soelaas', om met mijn opsomming door te gaan, kan nooit genoeg worden gebruikt. Prachtig woord, echter opvallend vaak gebruikt in een humoristische context.

Om nog even terug te komen op uitroeptekens: mijn mening over het gebruik daarvan is tweeledig. Enerzijds storen ze me mateloos, met name dan wanneer Gelukkige Mensen ze te pas en te onpas gebruiken om er helemaal niks mee te verduidelijken. Anderzijds ben ik het uitroepteken zelf meer gaan gebruiken de laatste jaren - ik gebruikte het vroeger werkelijk nooit, - omdat ik denk dat mensen uit mijn occasionele en welgemikte uitroeptekens menen te mogen afleiden dat ik gelukkig ben. En of ik al dan niet gelukkig ben doet er dan minder toe, als de mensen dénken dat ik gelukkig ben, is het mij al best. Mensen houden vooral van gelukkige mensen. Ongelukkige mensen gaat men onbewust uit de weg.

Dehaens laatste alinea is honderd procent copypaste-werk en daardoor des te grappiger. Ook omdat ze helemaal mijn intrinsieke afkeer van het boek 'Desire! La vie sexuelle de Jelle Dehaen' - die pompeuze titel blijft een giller - tegenspreekt. En de opgestapelde cliché's missen hun effect niet. Hier hoort een lachband bij.

Aan het eind van mijn lectuur van 's mans tekst moet ik me ten slotte onherroepelijk afvragen wat Dehaen met zijn tekst bedoeld heeft. Ik weet het niet. Persoonlijk is mijn hang naar dolle pret de voornaamste reden waarom ik schrijf, - ik vind schrijven vaak dolle pret - en bij Dehaen zou dat ook weleens het geval kunnen zijn. Ik zou het hem eens moeten vragen. Hij lijkt me een intrigerende, ja, zelfs een boeiende man.