dinsdag 3 januari 2012

Een Viceke

Het begon op het middaguur. De afschuw - ik overdrijf, - de tegenzin waarmee ik ten x-sten male mijn Twittervenster opende. Was ik nu werkelijk in no time een volbloed Twitteraar geworden? Kon ik dan zo inconsequent zijn dat ik Tetter de ene week nog neersabelde om het de volgende week te omarmen? Ik twijfelde. Aan mezelf. Ik wilde vooral heel erg dringend van mijn computer weg. Tot mijn opluchting (en trots) hoefde ik al tenminste geen iPhone of -Pad op te bergen. (Ik heb noch wil dergelijk draagbaars vanuit de reële angst dat ze me in eerste instantie gelukkig, en in tweede instantie doodongelukkig zouden maken, om me vervolgens voor hersendood achter te laten.) Ik wilde naar buiten, mijn kamer uit, maar het regende. Ik belde een vriend en die komt me straks redden.

Mocht mijn vader te weten komen wat ik zoal op Twitter doe, zou hij mijn moeder mailen en vragen of zij weet wat ik op Twitter doe. Mijn moeder zou het antwoord schuldig blijven en vergoelijkend opmerken dat ik haar weleens over Twitter verteld heb, maar dat ik er negatief over sprak. Mijn vader zou mijn moeder dan weer te mild vinden en aandringen op 'sancties'. Wel zou hij niet meer op het argument kunnen terugvallen dat hij me financieel onderhoudt. Hij zou er dus niet meer mee kunnen dreigen om de alimentatie stop te zetten. Die gedachte is wel een opluchting voor me.

Overigens heb ik een goeie relatie met mijn beide ouders, maar als ik mijn vader in deze context afschilder als een wat reactionaire man, doe ik dat enkel om de waarheid geen geweld aan te doen. Ik hou ook van hem ondanks zijn reactionaire trekjes. En ik hou zelfs een beetje van hem dankzij zijn reactionaire trekjes. Want dan herken ik mezelf in hem en word ik een beetje sentimenteel.
(Toen ik op een nacht door mijn meisje werd achtergelaten, nam ze ook mijn ruwe bolster mee. De ontbolsterde blanke pit die ik nu ben, pinkt zelfs een traantje weg als hij het nieuws van Bruno Huygebaert hoort. Terwijl ik die man toch helemaal niet ken.) Ik ben enorm gehecht aan mijn genen.

Maar ik dwaal onbehoorlijk ver af. Wat ik wilde zeggen is dat ik op het middaguur spontaan en, hoewel vanuit een onmiskenbaar onbehagen, als een complete verrassing voor mezelf een Viceke deed. Ik schreef de naam 'Twitter' op een papier, tekende er een vogeltje boven en schreef er in kapitalen 'DON'T' onder. Definitief, zo leek mijn oordeel. Het stond op papier, voor mij alleen, niet op het internet, niet voor u.

Ik dacht ook aan DO's zoals fietsbanden plakken, elektriciteitskabels aanleggen, lekker koken, met vrienden afspreken, brieven schrijven met de hand en postzegels gaan kopen, maar ook aan droevige mensen troosten, iemand belangeloos helpen en wachten op het groene licht. Allemaal dingen die mijn ouders mij hebben geleerd.

En dat ik mijn ouders nu op mijn beurt zou kunnen leren hoe ze Twitter moeten gebruiken, daar dacht ik ook aan. Ik kon gewoon niks anders bedenken dat ik hen zou kunnen leren. En dat vond ik toen van zo'n droefnis dat ik er bijna onpasselijk van werd. Er moest toch iets mooiers zijn dat ik die mensen zou kunnen bijbrengen. Daarom moet dit misschien maar het jaar worden waarin ik mijn ouders op mijn beurt iets interessants en relevants bijleer. Toen ik mijn moeder onlangs op mijn instructies een som zag maken in Excel kreeg ik ook al bijna een krop in de keel. Ik ga de naam Twitter nooit meer laten vallen in het bijzijn van mijn ouders.

2 opmerkingen:

pascal digital zei

Normaal vit ik niet op schrijffouten en nu wil ik dat ook niet doen, maar ik vind het wel grappig, dat je, als 'Ali', allimentatie schrijft en niet alimentatie... ;-)

pascal digital zei

Mooie gedachte, overigens: dat je je ouders van alles zou kunnen leren.