Balorig. Opstandig. Onwillig. Dwars. Het zijn vier prachtige woorden uit de Nederlandse taal. Niet in het minst natuurlijk vanwege hun krachtige betekenis. Ik stuitte op deze vier gelijkaardige persoonlijkheidskenmerken bij VanDale.nl, waar ik wat synoniemen voor ‘balorigheid’ hoopte te sprokkelen. Ik werd allesbehalve teleurgesteld en voel dan ook geen enkele aandrang om nog ooit van m’n leven een balorige of opstandige, dan wel een onwillige of dwarse houding aan te nemen jegens de Van Dale Uitgeverij. Nee, die kan nu niks meer verkeerd doen voor mij.
Ik informeerde me over het woord balorigheid omdat ik aan de hand van dat specifieke woord deze tekst wil schrijven. Rekto:verso #75 heeft als titel ‘Het grote emoticon’ meegekregen en het cultuurtijdschrift is van voor tot achter gevuld met beschouwingen over gevoelens - “noem het een cartografie van meer of minder verdrongen emoties” - geschreven door theatermakers, auteurs, academici en andere mensen uit de brede culturele sector. Allemaal even interessant vind ik het niet en 95% van wat ik eruit lees ben ik onmiddellijk weer vergeten, maar het is een hele mooie uitgave en het is prettig om het tijdschrift van voor naar achter te lezen dan wel doorbladeren, alfabetisch als ze gerangschikt staan, de beschreven emoties.
Nu heb ik zelf het plan opgevat om teksten over een aantal beschreven emoties te schrijven. Omdat ik benieuwd ben waar dat toe zal leiden. En om bezig te blijven.
Nu heb ik zelf het plan opgevat om teksten over een aantal beschreven emoties te schrijven. Omdat ik benieuwd ben waar dat toe zal leiden. En om bezig te blijven.
Balorigheid dus. Een heel mooi woord, maar als de eigenschap nadrukkelijk in je karakter naar voor komt, dreigen er al gauw moeilijkheden. We lopen immers graag in de pas, we knikken liever ja en gaan overal in mee. Want alles is leuk en iedereen is blij, hoezee! Wel, in een dergelijke zo goed mogelijk door marketeers vormgegeven, vooralsnog onbestaande, schijnwereld ga ik me al gauw, zij het op een vredevolle manier, balorig gedragen. Zo word ik opstandig wanneer ik zie hoe mensen op elk schijnbaar doods moment - en zo zijn er duidelijk heel veel! - naar hun smartphone grijpen. Ik vind het geen gezicht, hoe ze daarmee in het openbaar een enorme collectieve onaanspreekbaarheid tentoonspreiden en quasi onverschillig een slechtgebouwde muur rond zich optrekken. ‘Ik tokkel op mijn smartphone, niet storen, a.u.b.’ Zo wil ik zelf van m’n leven niet worden en dus rest mij enkel het pad der dwarsheid. Sowieso gebeurt het niet zo vaak dat de massa en ik voor dezelfde dingen, vaak gadgets, belangstelling tonen. En bovendien is er helemaal niks mis met eens een doods moment zo nu en dan. Ik denk dat veel mensen er zelfs deugd van zouden hebben. Eventjes tot rust komen, de sociale media eventjes laten voor wat ze zijn. Een half uur lekker dwars uit het raam staren op de bus, terwijl de rest neurotisch verdertokkelt.
Ik weet natuurlijk dat een smartphone op zich een fantastisch instrument is en dat het tal van zaken kan vereenvoudigen omdat het zo veel mogelijkheden biedt. Ik ben onwillig om dat te ontkennen, de feiten zijn wat ze zijn. Maar de collectieve ‘soumission’ aan dit zaligmakende gadget gaat me veel te ver. Ik reageer als vanzelf balorig op al dat gedweep, kom in opstand tegen die massapsychose, schreeuw het uit van onbegrip, schrijf het neer uit ergernis, bekritiseer het uit maatschappelijk engagement, onwillig als ik ben om zelf zo’n verblinde tokkelaar met duimpijn te worden. Mij maken ze geen slaaf van de smartphoneterreur. Zolang ik nog kan, zal ik dwars doen en me balorig gedragen. Daarom ook durf ik zonder complexen nog enkele ongemakkelijke kwesties op tafel te gooien. Hoe zit het bijvoorbeeld met de duizenden suïcidale Chinezen die in erbarmelijke, mensonwaardige omstandigheden onze toestelletjes in elkaar zitten te vijzen, zo’n twaalf uur per dag, zo’n zes dagen per week? En moeten we daar ook niet eens wat aan gaan doen middels bijvoorbeeld een Avaaz-campagne? In de fabrieken waar die mensen werken worden, echt waar, tal van maatregelen genomen opdat zelfmoord plegen vrijwel onmogelijk zou worden. Ik was verbijsterd toen ik dat vernam. Stel je zoiets hier eens voor. Wij, met onze 38-uren werkweek en onze sluimerende burn-out.
Het zou van balorigheid op wereldschaal getuigen indien we in het verwende westen met z’n allen onze eigen smartphone in elkaar zouden vijzen. Dat Apple ons eens leert hoe dat moet. Dáár sta ik alvast niet onwillig tegenover
Geen opmerkingen:
Een reactie posten