Het lijkt wel of we ons bij bijna alles wat we ondernemen automatisch de vraag stellen hoe we er op sociale media over kunnen communiceren. Alsof dát van groot belang is. De eigenlijke activiteit wordt bijna ondergeschikt aan de drang om erover te communiceren. Het geeft meer voldoening om te kunnen bewijzen dat je op Tomorrowland bent, dan om er te dansen op de muziek
Ik lijd ook aan dit fenomeen. Ik probeer op Facebook de aandacht te trekken en wil me laven aan blijken van appreciatie, al is het dan maar voor mijn zeer kleine publiek. Eigenlijk voel ik me eenzamer dan ik wil toegeven, is daaruit mijn eerste conclusie.
Ik lijd ook aan dit fenomeen. Ik probeer op Facebook de aandacht te trekken en wil me laven aan blijken van appreciatie, al is het dan maar voor mijn zeer kleine publiek. Eigenlijk voel ik me eenzamer dan ik wil toegeven, is daaruit mijn eerste conclusie.
Ik typ momenteel een dagboek van mijn moeder uit 1988 over, waarin ze beschrijft hoe ze de weken beleefde die ze met mij in het ziekenhuis doorbracht toen ik als anderhalfjarige verschillende operaties onderging omdat ik een hersentumor had.
Ik typ dus dat dagboek over dat mij een inzicht geeft in hoe mijn moeder die periode beleefde. Bij momenten is dat ontroerend: de opluchting als blijkt dat ik niet verlamd ben, de vreugde wanneer ik van het infuus word verlost en weer vast voedsel kan eten. Mijn moeder hield van mij, gaf om mij, en dat 'pakt' mij nu ik dat zo zwart op wit lees.
Ik typ dus dat dagboek over dat mij een inzicht geeft in hoe mijn moeder die periode beleefde. Bij momenten is dat ontroerend: de opluchting als blijkt dat ik niet verlamd ben, de vreugde wanneer ik van het infuus word verlost en weer vast voedsel kan eten. Mijn moeder hield van mij, gaf om mij, en dat 'pakt' mij nu ik dat zo zwart op wit lees.
Maar terwijl ik dat dagboek overtyp, vraag ik me al af hoe ik bepaalde fragmenten eruit zou kunnen 'delen'. Want om een of andere reden vind ik dat mijn Facebookvrienden deelgenoot mogen worden van dingen die mijn moeder schreef in een tijd waarin er van al dat pathetische gedeel nog helemaal geen sprake was. Mijn moeder schreef dat niet voor een publiek, maar enkel voor zichzelf. In 1988 deden mensen zo'n dingen nog, toen was dat nog normaal. Nu zou men misschien zeggen dat je informatie 'achterhoudt'. Zo ver zijn we. Een moeder wier baby nu twee maanden in het ziekenhuis ligt, begint waarschijnlijk een blog.
Maar ik voel dus zelf ook die drang om persoonlijke informatie te delen. Waarom toch? Denk ik daarmee de aandacht te kunnen trekken en waarom heb ik die aandacht nodig? Volstaat het dan niet dat ik zelf dat dagboek lees? Vind ik dat mijn 37 Facebookvrienden per se moeten weten dat ik een hersentumor heb gehad? Wil ik door die informatie te delen de boodschap uitsturen dat er 'redenen' zijn waarom ik ben wie ik ben? Is het delen van dergelijke persoonlijke informatie - via mijn moeder dan nog - een manier om me als een 'slachtoffer van het leven' te presenteren? Wil ik applaus omdat ik ondanks de hersenschade toch een vrij normaal leven leid? Of is het dat alles bij elkaar? Of is het nog iets anders? Bekritiseer ik aandachtshoeren terwijl ik er zelf een ben?
Veel vragen met onduidelijke antwoorden. Ik ben bijna 'blij' - zo erg is het - dat ik toch nog over de kritische reflex beschik om die vragen te stellen. Ik zet dus geen enkele zin uit dat dagboek op Facebook (andere sociale media gebruik ik niet, en dat heeft ook een reden).
En ik ga de vraag beantwoorden waarom ik overwoog om passages uit dat dagboek online te zetten. Naar aandacht en appreciatie verlangen is oké, maar het moet geen verslaving worden. Toch niet voor mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten