Rare avond gisteren.
Ik nam deel aan ‘Het grote dictee heruitgevonden’, een initiatief van de bibliotheek van Mechelen dat nu in allerlei bibliotheken te lande navolging krijgt en zo ook dus in Bibliotheek Tweebronnen in Leuven. Het dictee bestond uit twee oefeningen: eerst was er een klassiek gedeelte waarin men zinnen foutloos moest proberen te schrijven en daarna was er een deel waarin men letters kon verzamelen door gedicteerde woorden foutloos te schrijven, en met deze letters, twintig in totaal (tenminste als je alle letters of het grootste deel ervan wist te verzamelen), was het mogelijk om een woord van twintig letters te vormen.
We waren daar met een man of vijftig, schat ik, en heel wat mensen - vooral vrouwen van tussen de 50 en 65, duh - waren met vriend(inn)en gekomen. Zelf was ik daar (uiteraard) in mijn eentje en ik had zelfs met niemand over dit evenement gepraat (ik had er geen aanleiding toe gezien en had ook niet het gevoel gehad dat ik dit zo nodig wilde ‘delen’). Er waren ambitieloze toeristen, zoals ikzelf, onder de deelnemers, maar evengoed zaten er strevers tussen die weten dat het ‘johnlennonbrilletje’ is en niet ‘John Lennonbrilletje’.
Lang verhaal heel kort: ik was daar de winnaar van dat spel.
‘t Is te zeggen: ik won het onderdeel om het langste woord te vormen. Tot mijn grote verbazing sloeg ik er als enige deelnemer in om ‘bibliotheekbezoekers’ te leggen. Er bleken nog verschillende mensen te zijn die de twintig letters hadden weten te verzamelen, maar geen van hen had alle twintig letters op hun juiste plaats gezet. Hoe was dat in godsnaam mogelijk? Het lag zo voor de hand. Drie b’s... En we waren ín een bibliotheek.
Als winnaar van dit onderdeel (voor het andere onderdeel zat ik niet in de top vijf) werd ik op het podium geroepen en ik kreeg behalve drie kussen van Phara de Aguirre (die de avond in goede banen leidde) ook een boekenpakket* cadeau.
Vanuit de zaal weerklonk een beleefd applaus. Niemand kende mij, dus kon er ook niet gejoeld worden, ofzo. Phara de Aguirre vroeg mij naar mijn job. Ik antwoordde dat ik werkloos ben, om er (voor het gênant zou worden) snel aan toe te voegen dat ik van opleiding journalist ben. “Een journalist die goed kan schrijven, die kunnen we wel gebruiken”, sprak Phara de Aguirre in de microfoon.
Ik haastte me het podium af en hier en daar feliciteerde iemand me met mijn blijkbaar opmerkelijke prestatie. De avond was voorbij en mensen begonnen met hun gezelschap na te kaarten over de moeilijkheidsgraad van het dictee (relatief gemakkelijk, waren de meesten het erover eens). Omdat ik daar alleen was, kon ik in principe maar beter meteen naar huis gaan, maar ik merkte dat ik me daar toch niet helemaal goed bij zou voelen. Ik had net een onderdeel van dit spel gewonnen, op het podium gestaan, applaus en een boekenpakket in ontvangst mogen nemen - ik wilde nu toch, al was het maar heel even, met iemand hier over spreken. Het was allemaal zo totaal onverwachts gebeurd. Ik stond bij wijze van spreken nog wat na te trillen op mijn benen (ik word zéér nerveus als ik voor een groep mensen moet spreken, zelfs al zijn het maar drie zinnen).
Gelukkig was de uitbater van het bibliotheekcafé aanwezig om de mensen van drankjes te voorzien. Omdat ik die man een beetje ken, kon ik nog wat met hem kletsen alvorens naar huis terug te gaan met mijn boeken. Phara de Aguirre kwam mij vragen waar ik had gewerkt als journalist en waarom ik nu werkloos ben. Ik sprak over een ‘hobbelig parcours’ en dat ik in 2012 op de VRT had gewerkt in het kader van een project rond de gemeenteraadsverkiezingen. “Er komen binnenkort weer verkiezingen aan”, lachte Phara de Aguirre veelbetekend, waarna ze vertrok.
Het was echter al op het podium dat ik de ‘ernst van de situatie’ had ingezien. Daar stond ik op een verhoog en redelijk eenzaam als beste van een vijftigtal deelnemers. Ik had dat twintigletterwoord onmiddellijk gevonden. Onmiddellijk. Omdat ik me weleens met het vormen van anagrammen vermaak misschien, maar toch. Niemand anders had dat woord gevonden en mij had het zo eenvoudig geleken. Wat wilde dat nu zeggen over mij? Dat ik een 'goed taalgevoel' heb? Ik vrees van wel. En al op het podium had ik beseft dat het toch triestig is dat ik daar niet echt iets mee doe in mijn dagelijks leven (een professioneel leven heb ik überhaupt niet).
Maar ik zette die gedachte van me af toen ik op de bus naar huis stapte en als ik dit nu opschrijf dan doe ik dat in alle rust. Welja, ik houd wel wat zogenaamde ‘mixed feelings’ aan deze avond over, maar het plezierige haalt het toch makkelijk van het treurige. Niettemin stemt het gisterenavond gebeurde tot nadenken.
* Het boekenpakket, dat heel mooi was ingepakt, bevat ‘Trouweloos’ van Karen Slaughter en ‘Ter voorbereiding op het volgende leven’ van Atticus Lish.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten