donderdag 27 december 2018

Homo Deus

 ‘Sapiens’ is uit en dus ben ik maar meteen ‘Homo Deus’ gaan kopen. Yuval Noah Harari slaat spijkers met koppen en ontmaskert religie op overtuigende wijze als een verzinsel van de mens. Wij zijn neven van de chimpansees, zegt Harari. Zo simpel is dat. Hoogstens stellen religies - of het nu gaat om het christendom, het nationalisme, het kapitalisme,.. - grote groepen mensen in staat om aan hetzelfde zeel te trekken. Zonder zijn vermogen tot het bedenken van verzinsels zou de mens zich niet onderscheiden van andere dieren. Mochten mensen niet tot fantasie in staat zijn dan zouden ze elkaar op nog veel frequentere basis de kop inslaan.

Ik heb geweldig veel zin om nu aan ‘Homo deus’ te beginnen omdat de laatste hoofdstukken uit ‘Sapiens’ mij bijzonder hebben gefascineerd. Er wordt de lezer in die laatste hoofdstukken een beeld gepresenteerd van de huidige mens, de mens aan het begin van de eenentwintigste eeuw, en van hoe die mens lijkt te denen dat hij wel het logische sluitstuk moet zijn binnen de grote evolutie van de soort.

Harari haalt dat beeld onderuit en stelt dat wij als homo sapiens maar een schakel zijn in een proces dat nog lang niet afgelopen hoeft te zijn. Wij, homo sapiens, met al onze kleine en grote zorgen, met al onze ziektes en politieke twisten, wij hoeven helemaal niet het eindpunt van de menselijke evolutie te zijn. We zijn trouwens al volop aan het bewijzen dat we maar een tussenschakel zijn, een nieuwe mensensoort is al op komst.

De homo sapiens is veel te gebrekkig, zowel lichamelijk als geestelijk, om een eindpunt te kunnen zijn. Wij ervaren nog veel te veel kwesties als ‘problemen’, kwesties die voor toekomstige mensen helemaal niet problematisch hoeven te zijn. Hoezo kapitalisme, hoezo christendom? Wat een gedoe! De mens van de toekomst rekent naar alle waarschijnlijkheid af met die fabeltjes.

(In dat opzicht is het trouwens lollig dat Barack “God bless you” Obama lovend is over dit boek.)

Ik zal ook uit ‘Sapiens’ onthouden dat mensenrechten niet bestaan.

Natuurlijk hoefde ik ‘Sapiens’ niet te lezen om dat te beseffen (want op welke basis zou de mens zichzelf rechten mogen toekennen?), maar toch weer eens handig om het geschreven te zien staan in een Zeer Interessant Boek.

Ik begin de indruk te krijgen dat dit boek (nu al) mijn kijk op de mensheid veranderd heeft.

Te weten dat wij, homo sapiens, slechts een tussenschakel zijn binnen de evolutie, het voelt haast aan als een bevrijding.

Oh, en ook nog dit. Ons streven naar geluk is ridicuul. Middeleeuwse boeren waren niet noodzakelijk ongelukkiger dan wij, zegt Harari. Ze waren er alleszins niet door geobsedeerd (wat natuurlijk ook helpt).

Het is biologisch (of biochemisch) bepaald in welke mate iemand gelukkig kan zijn en aan ieders geluk zijn grenzen. Harari spreekt van mensen wier geluk tussen 10/10 en 6/10 schommelt, met 8/10 als gemiddelde. Evengoed zijn er mensen wier geluk fluctueert tussen een maximum van 8/10 en een minimum van 3/10. Deze laatste groep kan onmogelijk een geluksstaat van 10/10 bereiken, hoezeer ze daar ook zijn best voor doet. Het kan gewoon niet.

En dat kan je jammer vinden, maar daar schiet je niks mee op. Kan je je lot toch niet aanvaarden? Verdiep je dan in het boeddhisme. Want het boeddhisme, ja, dát houdt steek - serieus.

*

Ondertussen in ‘Homo Deus’ begonnen. Wat een waanzinnig goed boek! Ik ga er mee slapen en sta er mee op.

Mogelijks later meer daarover.

Geen opmerkingen: