“Alexander, kan ik je even spreken?”
“Zeker, mevrouw.”
“Ik wil je wat feedback geven over je houding tijdens de les. Ik zou je willen vragen om in de klas soms iets meer kritische zin te tonen. Je bent erg meegaand en lijkt over weinig dingen een eigen mening te hebben. Je formuleert zelden een originele gedachte en sluit je al te gemakkelijk aan bij de mening van een meer kritische klasgenoot. Ben je daar in het verleden nog op aangesproken geweest of krijg je deze feedback voor het eerst?”
“Nee, het is niet de eerste keer dat ik deze feedback krijg en ik doe ook wel mijn best om kritisch te zijn over sommige dingen, maar het lukt gewoon niet goed. Ik bén niet kritisch, denk ik.”
“En toch denken wij vanuit het lerarenkorps dat kritisch zijn iets is dat jij kan leren. Lees je soms een krant of volg je de actualiteit? Denk je dan na over wat je leest of hoort en vorm je je daar een mening over?”
“Niet echt, mevrouw. Ja, ik luister af en toe wel naar het nieuws, maar ik heb daar niet echt iets over te zeggen. Ik heb daar weinig gedachten bij.”
“Oké, het is goed dat je de actualiteit toch een beetje volgt. Ik zou je willen vragen om voortaan minstens één keer per week naar het nieuws te luisteren en er één bericht uit te pikken waarover je je een mening vormt. Voor de les begint kom je dat dan even met mij bespreken in de leraarskamer. Ik reken er op dat je toont dat je een mening hebt en probeer daarbij ook zo kritisch mogelijk te zijn. Het is belangrijk in onze opleiding dat je over sommige thema’s een standpunt kan innemen. Dat is niet voor iedereen even gemakkelijk, maar het is wel iets waar je je in kan oefenen.”
“Oké, mevrouw.”
“Dankuwel, Alexander. Tot volgende week.”
“Tot volgende week, mevrouw.”
“Zeker, mevrouw.”
“Ik wil je wat feedback geven over je houding tijdens de les. Ik zou je willen vragen om in de klas soms iets meer kritische zin te tonen. Je bent erg meegaand en lijkt over weinig dingen een eigen mening te hebben. Je formuleert zelden een originele gedachte en sluit je al te gemakkelijk aan bij de mening van een meer kritische klasgenoot. Ben je daar in het verleden nog op aangesproken geweest of krijg je deze feedback voor het eerst?”
“Nee, het is niet de eerste keer dat ik deze feedback krijg en ik doe ook wel mijn best om kritisch te zijn over sommige dingen, maar het lukt gewoon niet goed. Ik bén niet kritisch, denk ik.”
“En toch denken wij vanuit het lerarenkorps dat kritisch zijn iets is dat jij kan leren. Lees je soms een krant of volg je de actualiteit? Denk je dan na over wat je leest of hoort en vorm je je daar een mening over?”
“Niet echt, mevrouw. Ja, ik luister af en toe wel naar het nieuws, maar ik heb daar niet echt iets over te zeggen. Ik heb daar weinig gedachten bij.”
“Oké, het is goed dat je de actualiteit toch een beetje volgt. Ik zou je willen vragen om voortaan minstens één keer per week naar het nieuws te luisteren en er één bericht uit te pikken waarover je je een mening vormt. Voor de les begint kom je dat dan even met mij bespreken in de leraarskamer. Ik reken er op dat je toont dat je een mening hebt en probeer daarbij ook zo kritisch mogelijk te zijn. Het is belangrijk in onze opleiding dat je over sommige thema’s een standpunt kan innemen. Dat is niet voor iedereen even gemakkelijk, maar het is wel iets waar je je in kan oefenen.”
“Oké, mevrouw.”
“Dankuwel, Alexander. Tot volgende week.”
“Tot volgende week, mevrouw.”
“Mevrouw, ik ben er zeker van dat u als docent vertrekt vanuit de vraag of u uw eigen lessen leuk zou vinden, mocht u die lessen krijgen. Dat is, neem ik aan, het uitgangspunt voor elke leerkracht in het volwassenenonderwijs. Te vergelijken met een bakker die zijn eigen broden te vreten moet vinden voor hij ze begint te verkopen. Ik ben er ook zeker van dat u nadenkt over de manier waarop u met de studenten omgaat. Als u vraagt of ‘wij ook mogen meeluisteren’ wanneer een student iets tegen een andere student fluistert, dan neem ik aan dat u dat doet vanuit het idee dat u het als leerling fijn zou vinden om zo toegesproken te worden door uw docent. En aangezien we hier in het volwassenenonderwijs zitten, kan u zich waarschijnlijk wel voorstellen dat u hier les zou volgen, volwassenen onder elkaar als we zijn. Wel, indien dat zo was, indien u hier les volgde, zou u het waarschijnlijk ook fijn vinden mocht uw docent op uw vraag of u naar de wc mag antwoorden met: “binnen een kwartier is het pauze”.”
Enzovoort. Man, wat heb ik een vreselijke docent.
Enzovoort. Man, wat heb ik een vreselijke docent.