De toekomst noemen ze 'm in Humo, Maarten Inghels. Gisteren nam ik de tijd om eens een en ander over deze jongen te weten te komen. Hij is twintig en heeft al 'n biografie, maar die ga ik hier niet copypasten. Wat ik wel wil doen is even een licht werpen op de aan elkaar gelinkte feiten: twintig - dichtbundel - initiatiefnemer - literaire carrière, en hoe ik daar hoogstpersoonlijk tegenaan kijk.
Inghels, twintig en uit Antwerpen, kwam enkele dagen geleden in het nieuws naar aanleiding van "De eenzame uitvaart", een door hem en zijn vzw Kraai gecoördineerd initiatief voor "eenzaam gestorvenen". Ik juich dat initiatief toe, al denk ik in werkelijkheid gewoon "Hey, waarom ook niet?" en ben voorts enigszins onder de indruk van het sérieux waarmee Inghels als woordvoerder de vrt-journalist van dienst tewoordstond.
Met zo'n kwansuis Hollands erretje - eerder een j'tje - deed hij dat overigens, wat mij sterkte in de overtuiging dat Maarten Inghels een bijzonder serieuze jongen is, of toch iemand die er heel serieus voor wilt gaan, voor zijn zaak. En niet alleen voor zijn initiatief met vzw Kraai, bedoel ik dan. In Humo en in heel wat andere media wordt Inghels immers de toekomst genoemd naar aanleiding van zijn poëziedebuut, dat eind vorig jaar verscheen.
In de Sandwichreeks, lees ik daarover, en onder redactie van - "niemand minder dan" hoor je daar in deze context bij te denken - Gerrit Komrij. Voorts publiceerde Inghels al in De Brakke Hond, Meander magazine, en andere, wat mij andermaal sterkt in de overtuiging dat Inghels er bijzonder serieus mee bezig is. Nu bewonder ik dat en waardeer ik dat zelfs, - in feite benieuwt het me vooral met het oog op voornoemde toekomst - maar daarnaast bekruipt me ook een gevoel van enige ongein, daarnaast moet ik een grinnikje onderdrukken, want ik denk: "Dit alles kan hij toch niet menen? Het is schrijven, godbetert."
Maar ik zit ernaast en daar ben ik zeker van. Inghels meent zijn schrijven wel degelijk, zoals een homo zijn homofilie meent. En Maarten Inghels wordt een grote, en dan bedoel ik een grote grote, geen Saskia De Coster. Inghels kent immers de oeuvres van Elsschot en Claus van achter naar voor en hij vertoont die gedrevenheid, die drang en dus ook die sérieux die onontbeerlijk zijn als je in de voetsporen van zulke heren wilt treden. Hij is geen nieuwe Dimitri Verhulst, geloof ik, en zelfs geen Tom Lanoye. Ik denk dat Inghels hoger mikt en ik kijk oprecht uit naar zijn prozadebuut - oh dat klinkt bekakt - dat in 2010 verschijnt, bij Manteau nota bene, een zeer gerespecteerde uitgeverij.
(En nog een laatste alinea om u en mezelf over de streep te trekken in een poging van Maarten Inghels werkelijk een man voor de toekomst te maken.) Inghels rookt, ik heb er al foto's van gezien. Hij gelooft ook in een rol voor een stadsdichter, hij vindt dat Ramsey Nasr die rol zeer goed invult, en wilt poëzie dichter bij de mensen brengen. Ik verdenk Inghels er dan ook luidop van bijzonder intelligent te zijn, wanneer hij zijn poëzie daadwerkelijk voor een publiek gaat 'brengen'. Ja, als ik enkele maanden geleden nog skeptisch tegen deze jongen aankeek, dan is dat veranderd nadat ik hem heb "doorgelicht". En poëzie mag dan niet (meer) mijn favoriete discipline binnen de letteren zijn, naar dat prozadebuut ben ik bijzonder benieuwd.
Tot daar. Of zoals Inghels het zou zeggen: "Warme groet".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ik heb Tumult gelezen en ik moet zeggen: ik lig er niet overhoop van. Als je wilt, geef ik je die bundel wel eens door.
Een reactie posten