Solliciteren. In de smaak vallen bij een werkgever. Of, zoals vandaag, in de smaak vallen bij een meisje. Regel één: verwacht je nooit aan een reactie. Regel twee: zet er je hoofd dus niet op.
Ergo: ik heb haar een mailtje gestuurd. Ze zou het intussen gelezen moeten hebben. Ze zou intussen moeten weten of ze me een creep vindt en of ze me gaat negeren of niet. Het zou ook kunnen dat ze mijn mailtje schattig vindt, maar die kans lijkt me eerder klein. Ik denk dat ze eigenlijk helemaal niet van dergelijke mailtjes houdt.
Een 'wildvreemde' die zomaar zegt dat ze mooi is, tja.
Wat is dat, een 'wildvreemde'? Iemand om bang van te zijn? Hoeft toch niet?
Als ik jou morgen toevallig leer kennen zijn we eerst ook vreemden voor elkaar. Aftasten, snuffelen en de hele rimram. Als ik daarna zeg dat je mooie ogen hebt is dat een eenvoudige bevinding, en ja, misschien zit er ook wel meer achter. Aan jou dan om te zeggen of dat oké is of niet.
"Ik wil je graag beter leren kennen." Creepy? Niet noodzakelijk toch? Je geeft toch zelf aan waar de grens ligt? Ik ben toch een nette jongen die beschaafd zijn wonden zal likken als hij weggestuurd wordt? Maar misschien weet ze dat niet genoeg.
Had ik moeten zeggen: "Mail maar niet terug als je dit niet leuk vindt"? Misschien wel, maar dan maak ik het haar gemakkelijk. Ze is volwassen dus moet ze toch ergens tegenkunnen. Volwassen jongens en meisjes mogen toch een beetje spelen? Als katjes over de grond rollen? Of moeten we allemaal op de bus met een klinische iPod stuurs voor ons uit staren? Ik mag hopen van niet.
Ik vind mijn briefje hoe dan ook niet slecht. Het is weloverwogen, eindgeredigeerd tot op de letter en ik heb me in haar schoentjes verplaatst.
Ik heb gesolliciteerd. Het is nu wachten of ze me uitnodigt voor een gesprek. Laat ik er maar niet op rekenen. En stiekem natuurlijk tóch.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Very old school, en al even old school roep ik langs deze weg op tot een vervolg.
Een reactie posten