zaterdag 10 maart 2012

90's-trance

Ik moet niet doen alsof ik de jaren 90 heb meegemaakt. Dat is gewoon niet waar. In de jaren 90 deed ik niks dat ik me nu nog helder kan herinneren. En wat ik me herinner, wil ik me niet per se herinneren. Er is echter één foto, getrokken in 1992, die ik koester, zodanig dat ik zou wenen als ik 'm kwijtraakte - wenen is veel gezegd, maar ik zou mijn hoofd in een kussen begraven, dat wel. Het is een foto van mijn broer en mezelf en door mama zijn we uitgedost in gekke broeken en hoge kousen. We hebben ook rood geblushte wangen. Het is caranaval. Mijn broer is nog geen drie, ik ben vijf. Hij kijkt naar mij, met onschuldige vragende ogen: wat doet mama met ons? En ik ben zijn wijze grote broer maar sta er ook maar verlegen bij. Ik koester die foto innig. Sentimenteel zijn is een pro.

Maar voor de rest speelt mijn leven zich integraal af in de eenentwintigste eeuw. Want sinds de eenentwintigste eeuw luister ik pas bewust naar 'I Am Free' van The MacKenzie feat. Jessy, terwijl die trance-classic uit 1997 dateert.

Ik wil iets zeggen over 90's-trance. Gisteren wilde ik er ook al over schrijven, maar toen kwam I. op bezoek en legde ik het haar uit in gesproken woorden zodanig dat ik dacht dat ik het niet meer zou moeten of willen opschrijven, maar nu gebeurt het dan toch.

90's-trance is pure nostalgie. Die silliness, die vlinderbuik vol toekomstverwachtingen. Toen de wereld aan de top van zijn kunnen stond en niemand dat doorhad en streefde naar iets mooier nog, dat er niet meer zou komen.

De Zillion. De Red & Blue. Die louche Frank Verstraeten (en zijn relatie met Brigitta Callens). Ann Vervoort van Milk Inc., die ondertussen gewoon dood is. Kim Kay heeft een morfineverslaving. Pat Krimson, for the bigger and bolder. En ik die nog geen Engels begreep en dus geen flauw idee had van waarover er in 'Lift You Up' van 2 Fabiola gezongen werd. Nog steeds niet trouwens - nog steeds weet ik niet wat erin gezongen wordt en ook ken ik nog steeds niet veel Engels. Moet kunnen.
Tien om te zien. In Blankenberge.

Kom terug..

Kom terug, vlinderbuik vol verwachtingen. We zijn in de ironie aan het verdrinken. Wij vinden àlles grappig, àlles. En alles tof. Tof!

"Porselein / behandel mij heel zacht / porselein / verbrijzeld door je lach." Het heeft niet mogen zijn.

Ik keek met I. naar clips van de Backstreet Boys. Er bestaan geen boysbands meer. Waarom the fuck niet? Serieus. Kevin, Howie, A.J., Brian en Nick. En als u wil geef ik u ook hun achternamen uit het blote hoofd. Dat lééft nog in mij. "Er brandt een vuur diep in mij / en dat vuur dat ben jij." Jimmy, Koen, Glenn en J.-M. (een Waal, gelove wie wil).

En ik zou ironisch zijn als ik daar nog naar teruggrijp. Dat zullen mijn Facebookvrienden wel denken. Ik ben immers altijd ironisch. Nee! Ik ben aangevreten door cynisme, dàt ben ik (en dat zeg ik zo graag), maar dat heeft niks te maken met ironie. Dus als ik een clip uit de 90's post waardoor mijn Facebookvrienden gaan denken dat ik weer eens ironisch ben, dan hebben ze ongelijk. Ik hou écht van die muziek, maar ja, ik geef toe, dat ik ook naar aandacht hengel door zo'n clips te posten.

Omdat ik onbewust wil zeggen: kijk, ik heb dat nog meegemaakt en ken de waarde daarvan. Dat is een zekere trots. Ik wéét dat 90's-trance geapprecieerd moet worden als een product van zijn tijd. Lees er de reacties op na onder YouTubeclips van pakweg 'Afflitto' van Fiocco of 'Magic Flight' van 2 Fabiola. Die mensen zijn allemààl nostalgisch (naar een sfeer van niet-opgeklopte vreugde zoals die nu nauwelijks nog lijkt te bestaan, zoals er ook geen dromen meer lijken te bestaan, alleen nog de drang naar behoud).

België is zelfs bekénd om zijn 90's-tranceclassics.

En als u nu toch nog twijfelt: ja, natuurlijk is dit humoristisch bedoeld. Maar niét ironisch, ik meen elk woord van wat ik zeg. Dat de jaren 90 gerust nog eens mogen passeren. Er waren toch van die Back tot the 90's-events? Even googlen of die nog steeds plaatsvinden.

Geen opmerkingen: