dinsdag 20 maart 2012

Overbodig

Een nieuw woord in mijn what-the-fuck-should-I-do-with-my-life-trip: overbodigheid. Zo veel overbodige mensen, u kan er van meespreken. Zag u vanmorgen die man in de bib die ongelukkig, wezenloos voor zich uitstaarde? Overbodige mens. Of gewoon dat (Roemeense) vrouwtje met haar McDonaldsbekertje, smekend om geld. Overbodig.

In de jaren 50 rolden er in België elke dag 50 Patricks van de band. 40 Barts. 80 Lucs. 100 Jans. 50 Wims. 60 Dirks. We zitten ermee.

Kent u een belangrijke Dirk? Een Luc die we moeten koesteren? Een Patrick om U tegen te zeggen? Ik zeg niet dat ze niet bestaan, ik zeg wel dat er te veel overbodige Dirks, Lucs en Patricks zijn. Zoals er oneindig veel overbodige Kenny's zijn. Kent u een Kenny die niét overbodig is?

Ben ik een geheel en al overbodige Ali? Ja! Totaal overbodig. Maar ik ben hier dus wel en als ik hier niet meer zou zijn, zouden nogal wat mensen mij missen. Dus ben ik (dan) niet (meer) overbodig. Perceptie is alles.

Natuurlijk ben ik overbodig. U kent die sketch van Hans Teeuwen waarin hij zegt dat er "euh, eigenlijk, op zich, mensen zijn die, in principe, weg zouden, euh, kunnen." Overschot van gelijk heeft hij. En dat Teeuwen dat gezegd heeft, maakt van hem een te koesteren Hans. Geen overbodige. Een andere Hans die me te binnen wil schieten is Hans 'tupperware heeft een man op de markt gebracht' Otten. Is die Ottentot overbodig? Een twijfelgeval.

Overbodigheid is een moeilijk begrip. Een confronterend begrip. Té confronterend. Heel situationeel ook. Depressieve mensen, destructieve mensen, zieke mensen, zijn die allemaal overbodig? En wie ben ik om dat te zeggen? Voor elke relevante, interessante mens, zijn er misschien 100 irrelevante, oninteressante mensen nodig om die ene te appreciëren, naar waarde te schatten. In een wereld van enkel interessante mensen zou die gradatie niet bestaan en zou er dus waarschijnlijk ook weinig gebeuren.

Zal ik zeggen waarom ik nadenk over het begrip 'overbodigheid'? Omdat ik zelf natuurlijk het gevoel heb overbodig te zijn. Op de arbeidsmarkt. Op de relatieplaneet. Op nogal wat andere plaatsen ook. En tevens ben ik die kerel die Hans Teeuwen schetst in diezelfde sketch van hem. Een iet of wat overbodige die onbewust als een kreupel paard in de woestijn wacht op een daadkrachtige cowboy die hem met een welgemikt schot uit zijn lijden verlost.

Of nee, zo ver wil ik niet gaan. Voor u foute dingen gaat denken. Ik ben wel overbodig, maar de meesten van u ook, dus dat heft elkaar op. Nu kunnen we weer vrienden zijn.

Kus.

Geen opmerkingen: