dinsdag 29 maart 2011

Uit jaloezie, uit rebellie

Het was ongepast om de bruidegom een sneaky little bastard te noemen. Toch niet met zijn moeder in de buurt. Ik richtte mij zelfs expliciet tot haar. Spijt en niks dan spijt is mijn deel. Verbijstering ook, over mijn gedrag.

Ik ben wel vaker grof zonder dat ik er bij stilsta. Maar katholieke mensen kunnen nog net dat ietsje minder hebben. Ze is nochtans een van mijn leukste tantes. Moet ik haar mijn excuses mailen? Komt het tussen ons nog goed?

Het was twee uur 's nachts maar ik was niet zat. Ik ben een drankorgel dat niet drinkt. Ik beledigde hem in een opwelling. Het was niet eens de bedoeling. Ik wilde uitdrukking geven aan mijn verzuchting dat de bruid te mooi en te jong voor hem is. Ik wilde middels een ludiek bedoelde belediging duidelijk maken dat hij de bruid voor de jonge wolven had moeten laten.

Maar een sneaky little bastard, dat was er toch wel over. Mijn katholieke tante moet ik niet dezelfde dingen toefluisteren als mijn broer. Kan je je het bovendien permitteren om een revolutionair kwantumfysicus te beledigen? Ik deed het. Uit jaloezie? Uit jaloezie.

De kerkelijke dienst lag aan de basis van mijn wangedrag. God was te gast, geheel onverwacht. God moest toekijken op dit en op dat. Voor eeuwig, en andere. Voor altijd. God was erbij. Ik weigerde recht te staan. Ik zei geen fucking amen.

Wie God erbij haalt, heeft het hard met mij. Vereert gij God, komt dan niet zagen dat ge mijn gedrag, blabla. Laat mij dan maar met rust en ga bidden. Of leeft vroom en spreekt in de oude taal Gods. Litanieën, sacramenten, evangelie, al die dingen. Houdt het maar voor u.

Het was geen onmiddellijk misprijzen. Daarvoor vind ik mijn tante te leuk. Het was een moment van rebellie. Onversneden rebellie. Het had evenwel nooit mogen uitmonden in een belediging als voornoemde. Nooit, stoemerik die ik ben. 't Is dat ik mij heb laten verleiden, want vond dat het zo goed klonk. "Zo'n mokkel aan de haak slaan, de sneaky little bastard." 't Is Eva die van de appel eet. Nee, mokkel heb ik niet eens gezegd, maar nu ik het zo schrijf vind ik dat ook wel lekker klinken, klootzak die ik ben.

Mocht je dit lezen, tante, bel mij dan op of stuur mij een mailtje. Een klap in mijn gezicht op een volgend familiefeest zou ik, geloof ik, niet overleven.

Je leest dit toch niet, kwezel. Pff, wat klinkt dat toch allemaal goed in mijn hoofd.

Geen opmerkingen: