vrijdag 29 juli 2016

Mens vs. smartphone: een machtsstrijd

Een vriendin van mij heeft enkele dagen geleden voor het eerst een smartphone gekocht. Collega’s waren lovend geweest over een toestel van Motorola en mijn vriendin, wier amper één jaar en vier maanden oude Nokia-gsm al op sterven na dood was, besloot de smartphone een kans te geven. De prijs-kwaliteit van het toestel was zeer behoorlijk, hadden de collega’s haar verzekerd en met de uitstekende camera van deze Motorola-smartphone kan mijn vriendin al eens een mooie foto trekken. Uiteraard biedt hij nog veel meer mogelijkheden die een gewone gsm (een dumbphone) niet biedt, mogelijkheden die in bepaalde situaties van pas kunnen komen. De aankoop van haar eerste smartphone voltrok zich enkele dagen geleden.
Vanmorgen kreeg ik een sms van deze vriendin die, te oordelen naar de inhoud van haar bericht, in een staat van, ik overdrijf een beetje, lichte paniek verkeerde. “Ik vermoed dat er in een smartphone iets geïnstalleerd is waardoor je er steeds mee wil bezig zijn. Ik wil er ook altijd naar kijken. Heel heel erg vreemd!!! Is zeer verslavend. Vind dit NIET leuk!!!”
“Ja, wat dácht je?!”, antwoord ik grinnikend. Dat er van dat ding een bepaalde aantrekkingskracht uitgaat, zie je ondertussen al heel wat jaren terug in bijna alle facetten van de maatschappij. De slimme telefoon is omnipresent in het dagelijkse leven van heel wat (jonge) mensen. Ik zou me kunnen vergissen maar de bezitters lijken dol op hun speelgoed.
“Ik moet het veel beter onder controle krijgen, voordat dit toestel mij controleert”, stuurt mijn vriendin even later.
“Je wordt er nog gestresseerd van!”, antwoord ik met een knipoog. “Ontspannen! Diep in- en uitademen!”
Het is niet onbelangrijk om te weten dat mijn vriendin tot voor haar nieuwste aankoop geen internet in huis had. Behalve via haar gewone gsm (en via de post) was ze thuis via geen enkel communicatiekanaal bereikbaar. Geen desktop, geen laptop, geen tablet en dus ook geen smartphone.
Daarom misschien gaat het voor haar een beetje snel nu. Als je thuis nooit eerder internet hebt gehad en plots ligt dat internet op de keukentafel, naast jou in de zetel of zit het in je handtas, dan krijg je een hoop nieuwe prikkels binnen. Plots kan je al die Facebookberichten wél lezen wanneer je maar wil en kan je wél onmiddellijk naar die ene site surfen waar je voorheen nog enkele dagen geduld voor moest opbrengen. Plots ligt ‘alles’ binnen handbereik. Je zou voor minder door zo’n toestel geobsedeerd geraken. Je nieuwe vriend, die je overal vergezelt!
Maar mijn vriendin verzet zich daar tegen, net zoals ik. Een smartphone mag nooit ‘heel belangrijk’ worden in mijn leven. Als je het ding functioneel gebruikt, biedt het interessante mogelijkheden. In de praktijk maakt dat functioneel gebruik echter grotendeels plaats voor nietszeggend vermaak en makkelijk tijdverdrijf op sociale media. Omdat ik vrees dat ik ook gedeeltelijk in die val zou trappen, dat ik er ook verslaafd aan zou geraken, zal ik deze boot zo lang mogelijk afhouden. Ik heb geen smartphone, heb er nog nooit een gehad en tenzij het om een of andere reden niet anders meer kan zal ik er ook nooit een kopen.
Ik heb er vertrouwen in dat mijn vriendin, eens ze van de eerste schrik bekomen is - haha - op een gezonde manier met het toestel zal omgaan. Ze vergeeft het zichzelf nooit indien ze na een tijdje een mainstream smartphonejunkie zou blijken te zijn.

Geen opmerkingen: