vrijdag 29 juli 2016

#TousEnsemble - De lege doos van de Rode Duivels

Wat heeft het te betekenen? Helemaal niks toch? Is het niet cynisch? Ik vind het cynisch. Zeer cynisch zelfs. Tussen Belgische voetbalfans en de Rode Duivels is er niet het minste of geringste contact. Tussen de fans en de voetballers staat een geblindeerde glazen wand, zoals je die ziet bij dure auto’s. Zij kunnen naar ons kijken, maar wij niet naar hen.
Hoezo dat, Ali, waar heb je het over?
Ik heb het over een gebrek aan werkelijke verbondenheid tussen de Rode Duivels en de gehersenspoelde supporter - een selfie, een high five, een handtekening, dat is geen communicatie. Ik heb het over het feit dat ik de ontgoocheling (of de blijdschap) van een fan niet terugvind in de gezichtsuitdrukking van een Rode Duivel wanneer hij na een wedstrijd zijn ‘interview’ geeft - dat oersaaie bol van clichés staande praatje, over and over again. Ik heb het over het feit dat geen enkele Rode Duivel tegenover het publiek ooit ook maar een piepklein beetje transparant is over de gang van zaken ‘binnenskleedkamers’. Supporters willen naast het veld de mens achter de voetballer aan het woord horen, maar in de plaats krijgen ze een soort telegeleide robot met enkele menselijke trekken. Ze zeggen allemaal krek hetzelfde, ze hebben krek dezelfde kapper en de vriendin van de een is inwisselbaar voor die van de ander of van nog een andere. Alles wat écht belangwekkend kan zijn aan deze voetballers wordt voor het publiek afgeschermd. Maar tous ensemble (of #TousEnsemble), dat dan weer wel.
Reconstructie. In de aanloop naar het WK 2014 waren er nog de Duivelsuitdagingen die, wat mij betreft, terecht een positieve sfeer rond onze nationale voetbalploeg probeerde te creëren. Onze ploeg verdiende steun, de animo was gerechtvaardigd. Het WK 2014 was het eerste tornooi waar deze Duivels aan deelnamen, ze behaalden de kwartfinale, weliswaar met zeer matig voetbal, maar akkoord, we mochten niet al te hard klagen. Het was niet slecht, het resultaat. Verliezen van Argentinië is geen schande, al was het tijdens de match verrassend om te zien hoe weinig de Duivels aandrongen om de 1-0 achterstand nog ongedaan te maken. Alsof ze het zo wel goed vonden - “we hebben de kwartfinale gespeeld, niet slecht” - terwijl je toch zou veronderstellen dat een voetballer, een sportman, iemand die functioneert in een systeem van voortdurende competitie, elke belangrijke wedstrijd wil winnen. Maar die wil om te winnen of zelfs maar de wil om aan te dringen, die was er niet. Maar zoals ik al zei: we mochten als fans niet klagen. Kwartfinale op een Wereldkampioenschap, goed tot zeer goed resultaat voor deze jonge groep.
Na het WK begonnen de Duivels aan de kwalificatiecampagne voor het EK 2016. De Duivelsuitdagingen waren voorbij, de ploeg had een goed resultaat neergezet op een groot tornooi en daarom werd van het publiek verwacht dat het onvoorwaardelijk fan zou blijven. Maar louter op basis van de sportieve prestaties bleven fans op hun honger zitten. Een wedstrijd van de Rode Duivels was (en is) zelden iets waar je van kan genieten. Ze spelen doorgaans slecht voetbal, wat extra storend is omdat het individueel goeie voetballers zijn. Voortdurend zit je dus als fan met de handen in het haar want hoe is het toch mogelijk dat een ploeg met zoveel talent, enz.
Dit probleem, want het is een probleem, bleef maar aanslepen maar ze wonnen de meeste van hun matchen en konden zich zonder problemen kwalificeren voor het EK. Het is echter niet nodig om dit te catalogiseren onder de noemer ‘prestatie’, zoals een Wilmots graag mag beweren.
En dan was er het EK. Onze eerste wedstrijd tegen Italië was om te blèten, zo slecht. De mediastorm die daarna losbarste was hevig maar gerechtvaardigd. Voor de camera kregen we geen uitgesproken ontgoochelde spelers te zien (Thibaut Courtois is de uitzondering) en dat was storend. As if they couldn’t care less. Daarna wonnen ze van Ierland en Zweden en kwalificeerden ze zich voor de volgende ronde. Heel het land door het dolle heen, maar de Rode Duivels geheel bedaard zoals steeds. Waren ze blij (met de steun van de fans), kon het hen niks schelen? Je kwam het niet te weten. Er was er niet een die in een interview spontaan de fans bedankte, tenzij een journalist het ter sprake bracht.
Ze wonnen met goed voetbal tegen Hongarije, maar na affluiten kregen we geen vreugde-uitbarsting zoals we die hadden gezien bij Ijsland, Wales of bijna om het even welke andere ploeg nadat die een belangrijke overwinning had geboekt. De Rode Duivels doen niet aan gekkigheid. De Rode Duivels zijn gespeend van emoties, ze kennen blijdschap noch verdriet. Ze klappen in de handen en lopen naar de tunnel.
Tegen Wales verliezen ze kansloos, het is onbegrijpelijk. Nadien zien we spelers die oppervlakkig ontgoocheld zijn in plaats van diep ontgoocheld, boos of zelfkritisch. De kapitein en de trainer leggen het resultaat tien minuten na affluiten naast zich neer en spreken van een goed tornooi dat eindigt in de kwartfinale. Zij blikken vooruit en beloven ons een mooi tornooi in 2018. Het valt te voorspellen dat daar eenzelfde resultaat wordt neergezet, verlies in de kwartfinale, en dat we identieke emoties en identieke uitspraken krijgen. Het valt te voorzien dat de supporters opnieuw een abstractie zullen zijn voor de Rode Duivels, een soort achtergrondruis waar geen Duivel bijzondere motivatie uit zal putten.
Fans en Rode Duivels: het is een éénrichtingsrelatie. Duizenden mensen verzamelen op een plein en schreeuwen zich schor omdat ze denken dat het er iets toe doet. Elf mensen verliezen de belangrijkste wedstrijd die ze ooit voor hun land hebben gespeeld en krijgen daarna instructies van Wilmots en Kompany over wat ze moeten zeggen en op welke manier ze het moeten zeggen - over hoe ze iets moeten zeggen zonder eigenlijk iets te zeggen. Ze beheersen die discipline tot in de puntjes, het gaat hen nauwer aan het hart dan een overwinning in een kwartfinale van een Europees Kampioenschap. De schrik om binnen de nationale ploeg uit de band te springen is groter dan de wil om als international een prijs te pakken.
In alle stilte arriveren ze weer in België, ze bieden de fans niet de kans om hen te onthalen om hen te ontmoeten, nee, ze verdwijnen als dieven in de nacht en de volgende dag vertrekken ze op vakantie naar een zonnig oord waar ze ver weg zijn van iedereen die hen een vervelende vraag zou kunnen stellen. Verbondenheid met België op welke manier dan ook? Neen. Tous ensemble? Niets meer dan een hashtag. Het is nog een jaar of twintig wachten vooraleer échte robotten in Belgische truitjes zullen voetballen op het EK. Het verschil met onze huidige spelers zal nagenoeg onzichtbaar zijn.

Geen opmerkingen: