"Muziekrecensenten zijn gefrustreerde muzikanten." Ik geloof dat journalist Geert Janssen deze stelling voorlegde aan Frank Vander linden in de Veto van vorige week en dat ik ze daarom in mijn hoofd heb opgeslagen. Wat Vander linden antwoordde ben ik vergeten - waarschijnlijk bevestigde hij maar nuanceerde hij ook weer - maar dat zo'n stelling mij achtervolgt tot ik erover nadenk of over schrijf is bij deze bewezen.
Geert Janssen is een goeie journalist. Hij kruipt onder mijn vel.
Ikzelf ben het bewijs dat een recensent niet noodzakelijk een gefrustreerde muzikant hoeft te zijn. Ik ben een gefrustreerde zanger, maar speel voorts geen enkel instrument. Ooit volgde ik bijna een jaar notenleer, maar daar vond ik niks aan - muziek maken was geen verlangen van mij. Niet lang daarna begon ik heel veel naar muziek te luísteren - het debuut van The Strokes, "Californication" van Red Hot Chili Peppers - en begon ik te zingen, eerst nog vals, daarna beter.
Maar ik was dus wel een gefrustreerde zanger en dat ben ik nog steeds. Ik weet namelijk niet hoe ik mijn stem moet gebruiken. Doorgaans druk ik te hard op mijn keel en adem ik niet vanuit mijn buik, zoals het zou moeten. Ik weet niet hoe dat moet, vanuit mijn buik zingenen, en als ik dat aan mijn moeder vertel rolt ze met haar ogen.
Dat maakt van mij een gefrustreerde zanger, maar het wil zeker niet zeggen dat ik als recensent vanop de zijlijn andere zangers nodeloos bekritiseer. En dan zeker niet in de recensie die ik morgen zal schrijven over het concert van Dez Mona dat ik vanavond zag in de Botanique. Gregory Frateur is één van de beste zangers die ik al live mocht zien - nationaal en internationaal. "Frateur is meer dan een zanger," zal ik schrijven. "Hij is ook een entertainer."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten