Dingen die me zijn opgevallen tijdens de boekvoorstelling van Yves Petry's nieuwe roman, 'De maagd Marino', in boekhandel Passa Porta te Brussel:
* hoe oud Rik Torfs (°1956), die de feestrede uitsprak, er 'in het echt' uitziet.
* wat een stijlvolle, zeker niet onknappe man, Yves Petry (°1967) daarentegen is.
* hoe gastvrouw Ruth Joos schijnbaar amper kon verbergen dat ze er vanavond geen zin in had.
* hoe Rik Torfs met zijn oratie behoorlijk veel indruk op mij maakte, omwille van de diepgang en de duur van de tekst, omwille van de manier waarop hij van welgemeend respect en welgemeende bewondering voor de schrijver Yves Petry getuigde - niet dat ironische toontje dit keer - en omwille van het feit dat hij die rede blijkbaar klakkeloos vanbuiten kende.
* hoe Yves Petry gedurende zijn hele gesprek met Ruth Joos blijk gaf van een enorm sérieux en hoe hij daar, wat mij betreft, probleemloos mee wegkwam.
* hoe ik er vrijwel zeker van was dat het 'Passa Porta-publiek' daar niet eens op let, op het enorme sérieux van een schrijver.
* hoe ik dus meende geen deel uit te maken van het 'Passa Porta-publiek'.
* hoe Ruth Joos thema's uit het boek in een 'hokje' leek te willen duwen en hoe Yves Petry het daar niet mee eens was.
* hoe een roman - in dit geval 'De maagd Marino' - op zo veel verschillende manieren geïnterpreteerd en ontleed blijkt te kunnen worden, of net niet.
* hoe ik de indruk kreeg dat ik boeken vaak veel te opppervlakkig lees en hoe ik me daarvoor schaamde, maar hoe ik me meteen bedacht dat ik gewoon de moeite niet kan opbrengen om een roman van naaldje tot draadje te ontleden, en hoe ik dat laatste meteen weer in twijfel trok.
* hoe een oud-leraar die ik tegen het lijf liep me vroeg of Petry in zijn boek 'De laatste woorden van Leo Wekeman' inderdaad zwaar naar de media uithaalt en hoe ik - die dat boek nochtans twee keer gelezen heb én het goed vind - hem het antwoord schuldig moest blijven.
* hoe ik me bedacht dat ik de inhoud van nogal wat boeken en films veel te snel vergeet en hoe ik de zoektocht naar een achterliggende boodschap vaak veel te snel staak of 'm zelfs niet aanvat.
* hoe ik verloren liep in uiteenzettingen over de psyche van personages en hoe ik me afvroeg of die uiteenzettingen nog wel ergens over gingen of of Petry en Joos zichzelf gewoon verloren in wollig taalgebruik.
* hoe ik me afvroeg waarom ik die sérieux van Petry zo fascinerend vind en hoe ik vervolgens onwillekeurig aan Stijn Meuris moest denken.
* hoe ik me voor de -tigste keer afvroeg waarom een mens zichzelf, in dit geval ruim twee jaar, 'opsluit' om aan een roman - een roman! - te werken en hoe me dat mateloos blijft fascineren, en hoe ik zo'n schrijver(s) ook eens ga vragen waarom hij/ze dat doet/doen.
* dat er mensen waren die hun baby mee naar de boekvoorstelling hadden genomen en hoe die mensen lang wachtten om naar buiten te gaan toen die baby begon te wenen.
* hoe Petry dat ostentatief storend vond en hoe Ruth Joos dat opmerkte en sussend de woorden sprak: "'t Is maar een baby, Yves."
En ik dacht vast nog veel meer, maar vanzelfsprekend kan ik de moeite niet opbrengen om hier en nu mijn hoofd om te ploegen om nog enkele asterixjes aan dit, nu ja, schematische epistel toe te voegen. Het belangwekkendste staat genoteerd en voorts ben ik ook wel een beetje liever lui dan moe, doch in dit gevoel ben ik eerder moe dan lui.
Mijn moeder zegt trouwens dat ik te veel 'in mijn hoofd zit' en te weinig voeling heb met mijn lichaam. Ik geef haar daarin geen ongelijk, maar kan ik het helpen dat ik ervan geniet om in dat hoofd van mij te zitten?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten