vrijdag 17 september 2010

Luckas Vander Taelen en ik

Slecht nieuws voor mij en vervelend dat het eigenlijk al lang geen nieuws meer is: ik herken mezelf in een man in wie ik me liever niet zou herkennen. Niet wijlen mijn eeuwig zure opa voor één keer, wel politicus-theatermaker-columnist-docent Luckas Vander Taelen, een, als je het mij vraagt, overtuigd cynicus.

Zelden heb ik Vander Taelen oprecht positief uit de hoek weten komen of ik zou me slecht geïnformeerd moeten hebben, wat waarschijnlijk het geval is. Natuurlijk zijn zijn theaterstukken of monologen niet noodzakelijk negatief, maar een titel als 'Marina (ou comment Herman De Croo m'a sauvé la vie') wijst toch in de richting van de ironie, misschien zelfs het sarcasme of de frustratie.
Ook zijn politieke engagement is niet negatief, maar het komt me zo halfslachtig voor. Als politicus vind ik hem niet overtuigend omdat hij noooit op de voorgrond treedt, ik zal dan ook nooit op hem stemmen.
En in zijn belangrijkste hoedanigheid is er ook de 'Belg' Luckas Vander Taelen, een Brusselaar uit Aalst die over de taalgrenzen heen kijkt, die monologen in het Frans voert en 'Arm Wallonië', het uitstekende boek van Pascal Verbeken, in een driedelige documentaire goot. Toch waart ook in die laatste verwezelijking mijn insziens een impliciet verwijt rond. Niet in de documentaire zelf, maar ergens beyond. Vander Taelen smokkelt in de onderliggende boodschap het verwijt binnen dat 'de Vlamingen' - waar hij voor de gelegenheid als overtuigde Brusselaar zelf geen deel van uitmaakt - behoorlijk kortzichtig zijn om Wallonië zo ostentatief uit hun levens te bannen.

Nochtans, ik ben het over dat laatste volmondig met hem eens, maar tegelijkertijd besef ik dat een positievere geest - ik denk opeens onwillekeurig aan Nic Balthazar, maar zeg daar meteen bij dat hij hier maar een kleine cameo speelt - het anders zou aanpakken. Die zou van zo'n documentaire een verleidelijk portret schilderen, gespeend van enige achterliggende gevoelens van frustratie, al was het maar omdat zo iemand die gevoelens niet naar de buitenwereld communiceert.
Zo iemand - niet langer Nic Balthazar - zou politiek meer verantwoordelijkheid nemen en niet als bekende kop veilig in de tweede linie van zijn partij blijven kamperen. En cynisme op zich, dat weet ik zelf heel goed, is uiteraard een zwaktebod voor mensen die zich niet over hun - ja, over wat eigenlijk? - superioriteitsgevoel(?) heen kunnen zetten. Opnieuw uit eigen ervaring kan ik echter zeggen dat het verdomd moeilijk is om dat cynisme te bestrijden en dat je makkelijk hervalt, zoals een gestopte roker bij wat stress opnieuw in de verleiding van de sigaret komt.

De ware reden voor mijn eigen cynisme en frustratie probeer ik al jaren te achterhalen. Een superioriteitsgevoel in een omgeving van naar mijn gevoel oppervlakkige mensen, stelde mijn moeder het ooit cru, en ik sluit niet uit dat ze gelijk had.

Ik vermoed bij Luckas Vander Taelen iets soortgelijks. Ik heb les van hem gehad - zijn vak heette 'Culturele topics' - wat me op papier zeer verheugde maar waaraan ik in de praktijk een wat zure nasmaak overhield. Het leek erop dat Vander Taelen al snel de goesting verloor om er iets van te maken, van die lessen. Hij wilde ons iets bijbrengen over de grote regisseurs uit de filmgeschiedenis en vroeg ons een filmklassieker uit te kiezen en die daarna middels een groepspresentatie aan de rest van de klas voor te stellen. Toen hij bij enkele leerlingen evenwel enige verveling ontwaardde over dit, nochtans nobele, idee, leek de moedeloosheid reeds over hem neergedaald te zijn en gaf hij, kennelijk in zichzelf verzuchtend dat 'de jeugd' geen boodschap meer heeft aan gevierde regissuers à la Jean-Luc Godard, toe aan de vraag van enkele studenten om een populaire hedendaagse film te mogen bespreken. De weken daarna werden bijgevolg gevuld met presentaties waarbij Vander Taelen zich achteraan in de klas posteerde om als leerkracht amper nog zelf op het toneel te verschijnen, wat mijn gevoel bevestigde dat hij in heel wat dingen die hij doet één stap vooruit zet in de al dan niet oprechte hoop enkele volgelingen mee te krijgen, waarna hij zijn aanhang overschouwt en concludeert dat zijn peloton een wat hem betreft te klein aantal eenheden telt.

En dáárom vind ik het dus vervelend om telkens weer het gevoel te hebben dat ik karakterieel op Luckas Vander Taelen lijk. Cynisme is vijand nummer één en ik heb er een part-time job aan dat gevoel te bestrijden zonder ooit écht het gevoel te hebben dat ik vooruitgang boek. Als ik dan vaststel dat ik bijna alle, bijna zonder uitzondering negatief van toon zijnde, krantenartikels die Vander Taelen op Facebook post gretig lees, besef ik dat er nog veel werk aan de winkel is. Vooor mezelf weliswaar.

Desalniettemin waardeer ik Luckas Vander Taelen omwille van de mens die hij is. Je kan bezwaarlijk zeggen dat hij volstrekt oninteressant is, anders zouden dit soort teksten niet over hem geschreven kunnen worden, toch?

Muziektip ten slotte: 'Telepatia Telepatia' van Lavvi Ebbel, Vander Taelens new wave-gezelschap uit de jaren tachtig. Draagt volgens mij ook al zo'n omfloerste boodschap in zich.

Geen opmerkingen: