Talrijk opgekomen vrienden, ik wil jullie vertellen over mijn lectuur van het boekwerk 'Congo, een geschiedenis' van de lovenswaardige David Van Reybrouck. Waarom zo'n statig taalgebruik, vraagt u zich af? Wel, ik vraag het me eveneens af. Dumpen dus, die pafferigheid.
'Congo' is meermaals in de prijzen gevallen. Mijn moeder sprong al vroeg mee op de bandwagon en las de turf in één trek uit. Mijn moeder leest zo snel dat ik vermoed dat ze diagonaal leest, temeer omdat ze me achteraf nauwelijks iets meer over het boek wist te vertellen dan een flauwe synopsis. Ik moest dat boek dus zelf lezen en omdat ik tijd heb begon ik er maar meteen aan. Tien pagina's per dag, net voor het slapengaan. Tien pagina's die zo zwaar wogen als twintig in een ander, luchtiger boek. 'Congo' is een zwaar boek, vanzelfsprekend letterlijk en figuurlijk.
Het is echt zo'n boek waarin je je moet vastbijten omdat je er anders mee blijft worstelen. Details, duizenden afkortingen, wendingen,.. Ik bijt me er niet genoeg in vast, dat is zeker, want als u mij nu in detail zou ondervragen waarover ik tot nog toe gelezen heb, zal ik weliswaar voldoen maar slechts met de hakken over de sloot. Al die politieke allianties en de afkortingen van hun namen, al die mensen en hun belangrijke titels. Al die tijdskaders. Tot zover ben ik probleemloos mee - het zou maar erg zijn: Congo Vrijstaat, Belgisch Congo, de onafhankelijkheid, Kasavubu met zijn hoge stemmetje, de lompe Lumumba, the one and only Mobutu Sese Seko en nu de Kabila's, senior en junior. Dat rijtje kende ik uiteraard nog van op school, daar heb ik dat boek niet eens voor nodig.
Nu zit ik achteraan in het boek, ik ben in het laatste decennium beland. Pagina 500 om precies te zijn. De laatste dagen ben ik meer beginnen lezen.
Maar voor elke hierboven vermelde naam zijn er tien, zoniet twintig randfiguren, wat het lezen bij wijlen slopend maakt. Congo is een boom met tientallen takken. Mobutu is zo'n knoert van een tak met makkelijk meer dan twintig twijgen - da's doordacht, die alliteratie -, en met nog eens twijgjes aan al die twintig twijgen. Het overzicht is onmogelijk te bewaren, of toch voor mij. Een universitair heeft hier wellicht wel de brains voor. Het weze hem gegund.
Het is jammer dat ik zo'n slechte verteller ben en amper anekdotes onthou - ik onthou enkel grote lijnen en wazige vlekken, - anders zou ik hier in ronkende zinnen kunnen neerpennen waarom 'Congo' zo'n gruwelijk boek is. Nu kan ik u enkele onvolledige en gebrekkig geschreven anekdotes meegeven, maar ik ga het niet doen. Twee redenen: ik ga uw leesplezier niet vergallen en ik ga mezelf niet belachelijk maken. Maar het is een gruwelijk boek, dat mag u gerust weten.
Edoch, wat het rare is met gruwel: je gaat er zo makkelijk overheen. Voeten die worden afgehakt. Genoteerd. Bloederige onthoofdingen. Genoteerd. Vrouwen die in één nacht verkracht worden door tien mannen. Genoteerd. Een kleuter die met zijn hoofd tegen een muur wordt doodgeslagen. Genoteerd. Kindsoldaten. Schattig.
Ik zet mij daar (te) snel over, want ik heb dat allemaal niet zien gebeuren. Op papier maakt dat (te) weinig indruk. Mijn hersenschimmen zijn wreder dan de gruwel in dat boek. Mijn hersenschimmen beleef ik en zijn concreet. Een bloedbad in Kisangani is een drieminuten-item in het tv-journaal. In het tv-journaal van 2006 dan nog.
En voor het volgende schaam ik mij diep - in deze ben ik politiek correct, ik heb geen keuze - maar wat mij aan dat boek tot nog toe het meest bezighoudt, is één woordje dat Van Reybrouck herhaaldelijk gebruikt: 'bevroeden'. De eerste keer dat ik het las schoot het me al in het verkeerde keelgat. Misschien daarom trouwens dat ik deze tekst zo plechtstatig begon, omdat ik 'bevroeden' om een onduidelijke reden een kutwoord van jewelste vind. Een woord voor pedante intellectuelen, een woord dat je nooit in je gesproken taal geramd krijgt. "Dat had ik werkelijk nooit kunnen bevroeden." Shit, wat een kutwoord. Als ik de vorige zin uitspreek, doe ik dat op een bekakte toon. Bevroeden. Proeft u dat, de manier waarop 'bevroeden' een kutwoord van jewelste is? Proeft u dat? Ik hoop voor u van wel.
Schrijf gewoon 'vermoeden', elitaire lul. Doe normaal en gebruik woorden die uw eigendunk wat meer camoufleren.
Twee keer stootte ik ook al op het woord 'rocambolesk', maar daar neem ik op een bepaalde manier minder aanstoot aan. Wellicht omdat ik, in tegenstelling tot bevroeden, tot voor kort echt geen benul had van wat het betekende. Weet u wat het betekent? Ik hang het lekker toch niet aan uw neusje, want ook dat woord is deel van het boek dat u nog moet ontdekken. Het is een adjectief, dat kan ik wel verklappen, maar dat vermoedde u al, vermoed ik zo. Toch?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Dat is in ieder geval weer een ander perspectief op dat boek. Zeker tot de periode van de onafhankelijkheid kon ik de wirwar van namen goed volgen, daarna werd 't wel gemakkelijker. En de taal is me niet opgevallen in de snelstroom van verhalen die van Reybrouck.
(Mijn stukje over 't boek)
Terechte teneur van deze recensie
Dat van die twijgen van twintig twijgen is sterk
Ben het ook aan het lezen; DVR verdrinkt de vis, zoals men zegt.
Zijn boek had de helft korter en daardoor dubbel zo sterk kunnen zijn
Een reactie posten