woensdag 23 november 2011

Crisis

Ik maak me zorgen. Of ik snel weer werk zal vinden. Of mijn moeder snel weer werk zal vinden. Of mijn broer zijn thesis ooit zal afmaken. Het is een moeilijke periode voor mijn gezin.

Maar wij hebben heel veel aan elkaar. Wij praten heel veel en helpen elkaar. Wij zijn elkaars beste vrienden en vormen gezamelijk een front tegen dingen die niet 'oké' zijn, en zo zijn er nogal wat, vinden wij. Samen denken wij na over de maatschappij en onze plaats daarin. We proberen daar heel bewust en niet vrijblijvend over na te denken.

Wij zijn buitenstaanders geworden in een op hol geslagen wereld. De mensen die wij kennen maken verre reizen en kopen dure gadgets. Wij daarentegen willen sober leven en integer ageren. Soms vragen we ons luidop af waarom niet meer mensen dat doen. We denken dat we voor velen een voorbeeld zouden kunnen zijn. Dat vinden we niet eens pretentieus.

Wij koesteren de kleine dingen, zijn beducht voor overdaad. Wij wonen klein en focussen op wat we hebben, niet op wat we willen. Maar we hebben het gevoel dat we daarmee wat geïsoleerd zijn komen te staan. Reizen en gadgets, da's waar het vaak over gaat. Wij beginnen weg te blijven bij de mensen die het steeds weer daarover hebben. De decadentie van het westen is voelbaar. Europa leeft boven zijn stand, hoorde ik gisteren nog.

De spread wordt groter, hoorde ik vandaag. En de rente staat op 5,5. Thuis zeggen wij al een tijdje: laat ze maar komen de crisis, laat ze maar komen. Wij snakken naar de wederopstanding van de nederige mens. Blasé is in de mode nu, hoe lang nog kan dat duren?

Ik hoop dat mijn moeder snel weer werk vindt, want ze zit in een kwetsbare leeftijdsgroep. Eén sollicitatieronde heeft ze al niet overleefd. Mijn moeder is uitstekend in haar vak en heel gedreven. Als het te ver gaat zal ik eens een aantal meneren aan hun oren gaan trekken.

Ik ben ongerust want weet niet waar het heen gaat. Met mij, mijn werk, mijn moeder, haar werk en mijn broer. Alsof we geviseerd worden.

En de spread. En de regering. En Europa. En de slappe karakterloze decadentie.

Laat ze maar komen, de crisis, laat ons maar bloeden. We hebben het verdiend, inhalige opportunisten die we zijn.

Geen opmerkingen: