Ik ben naar Pukkelpop geweest en ben daar momenteel nog wat moe van. Ben enkel de laatste dag gegaan en zo was het wel goed. Gezweet dat ik heb, en pijnlijke voeten! Zo kon ie wel weer en muziek had ik na één dag ook genoeg gehoord. Voor het eerst met oordopjes trouwens.
Al goed dat ik daar niet al om twaalf uur 's middags stond, god weet in welke ziekenboeg ik dan was beland. De festivaldag begon dus pas om drie uur, het moment waarop ik binnenkuierde, het terrein verkende, om me dan rustig richting de Club te begeven. Op de Main Stage stond Selah 'Sanne uit Leefdaal' Sue en alles wees erop dat ze aan haar beste concert ooit bezig was. Geen gescat oftewel van die e-e-e-e-ehs of a-a-a-a-ahs, en al helemaal geen debiel Jamaicaans accent of raggamuffin'-gewauwel. Selah Sue deed dat gue. Of zaten mijn oordoppen te diep in?
In de Club speelde Broken Glass Heroes, een nieuw groepje rond Pascal Deweze van Sukilove en Tim Van Hamel van Tim Van Hamel. Het hoe en waarom van dit gezelschap is mij ontgaan, feit was dat ze daar stonden en liedjes brachten met harmonieuze samenzang die deed denken aan The Beach Boys en The Beatles - het geluid met andere woorden dat Deweze bijna altijd voortbrengt als hij zingt en gitaar speelt. Niet bijzonder boeiend - ik deed ook niet genoeg mijn best, - al hield Van Hamel er enigszins de spanning in met een roze broek, een roze gitaar en een blik die verried dat hij elk moment zonder aanleiding iets heel erg geks zou kunnen doen. Niet dus.
Eerste echte afspraak van de dag had ik met Caribou in de Chateau en nog goed dat ik Broken Glass Heroes tijdig gedag had gezegd, want de eerste twee Caribounumers moest ik van buitenaf meemaken omdat ik in de wachtrij stond zolang die hele Chateau volzet bleef. Gelukkig vonden voldoende mensen al snel de weg naar de uitgang.
Het was leuk, met voornamelijk nummers uit de nieuwe plaat 'Swim' - de aanstekelijke hit 'Odessa' daaruit was het hoogtepunt, - en Dan 'de Caribou waarvan sprake' Snaith kon het enthousiasme van het publiek wel appreciëren.
Waar ik nog aan denk als ik het woord 'caribou' hoor: aan het dier, duuuuh, maar ook aan de speciaalzaak Kariboe - zo'n beetje de kleinschalige tegenhanger van AS Adventure - waar bergschoenen, klimmateriaal en dergelijke verkocht worden. De stichter daarvan is de vader van een goeie vriend. Ik geef het maar mee.
Een gat in de programmatie! Een heel uur geen enkele groep op geen van de acht podia het bekijken waard! Tijd dus om eventjes de teloorgang van de Marquee te bespreken. Geen enkele groep die daar gisteren geprogrammeerd stond, wist mij te verleiden om er zelfs maar twee minuten naar te gaan kijken. Ja, ergens in het voorbijgaan zag ik een flard Broken Bells maar dat vatte die Marquee-programmatie ogenschijnlijk mooi samen: kabbelende, slome muziek voor mensen die niet eens de moeite namen om rechtop te staan in plaats van maar wat te zitten keuvelen. Ik kon ze eerlijk gezegd geen ongelijk geven, en dan moest die Sigur Rós-zanger daar in diezelfde Marquee zijn solo-gedoe nog komen aframmelen. Janet!
(Tussen haakjes: ik denk er nu pas aan maar er stond gisteren nog een andere te mijden janet geprogrammeerd - Kele Okereke. Uiteráárd had ik beter dingen te doen op het uur van 's mans optreden.)
Weinig verwachtingen had ik van The Sore Losers, 'de tweede van de Rock Rally', zoals ze nog wel even door het leven zullen gaan. Op de Rock Rally-finale had ik hen gemist, alsook School Is Cool, omdat ik 'm daar nog voor halfweg was gesmeerd vanwege het eerste halfuur al een overdaad aan kutmuziek, of misschien had ik die dag gewoon beter oordoppen moeten meebrengen. Hoe dan ook, The Sore Losers gingen zich door mij laten vuurdopen, en ik zou liegen als ik zei dat ik niet bijzonder aangenaam verrast was. Dit groepke heeft eigenlijk geen bal met het moderne Rock Rally-circus te maken, ergo: deze heren zijn geen zestien en zoekend. The Sore Losers hebben gewoon al een hoop goeie nummers en hebben helemaal geen wedstrijd nodig om 'er te geraken'. Limbeuregers trouwens. Ontdekkingske!
En had ik geweten dat Gonjasufi zwaar zou sucken, ik had The Sore Losers mijn eindapplaus gegund. Nu koos ik echter opnieuw voor de Club om daar te wachten, te wachten en nog eens te wachten tot die wanker ten eerste op het podium wilde verschijnen en ten tweede wat vaart in zijn set kreeg. Dat laatste mislukte overigens want na elk slecht gebracht nummer bestond het die mens - een neger no wel - om even de coulissen op te zoeken of een of andere geluidstechnicus te vervelen met gelul over god mag weten wat. Verder dan een dozijn what's ups zou de man niet komen en daarom gunde ik ook deze geen eindapplaus. En zeggen dat ik naar dit optreden had uitgekeken. Die mens heeft nog zo'n tof plaatje uitgebracht eerder dit jaar.
Maar goed, geen tijd om teleurgesteld te zijn. The National trad aan op het hoofdpodium en omdat The National nu eenmaal de groep is die mij met haar laatste twee platen meer verblijd heeft dan welke andere groep dan ook, was ik in feite zowat speciaal voor dit groepje naar Kiewit afgezakt.
Vond ik het zeker nog leuk ook! Ze begonnen met 'Anyone's Ghost' en ze kregen kei veel applaus. Leuke zanger ook, Matt Berninger. Geen broekventje, zoals ook de muziek die hij met zijn groepke maakt geen muziek voor broekventjes is. 't Is er ook zo een die zelf geen instrument speelt en dus tussen het zingen door tijd heeft om zomaar wat te doen, ergo: wijn drinken. Toen ze 'Bloodbuzz Ohio' speelden moest ik mijn broer bellen zodat hij kon meeluisteren.
Kanttekening: ik vond de strijd tussen violen en blaasinstrumenten in nogal wat nummers niet altijd even geslaagd. Een klein kakafonieke - neen Samson, kakofonieke - was al eens het resultaat, maar hey, ik zei niet zomaar kanttekening.
(The National speelde volgende nummers (niet in volgorde): 'Mistaken For Strangers', 'Squalor Victoria', 'Slow Show', 'Apartment Story', 'Fake Empire' (wel met zalige blazers natuurlijk), 'Mr. November', het geweldige 'Abel', en uit hun geniale laatste plaat 'Terrible Love', 'Anyone's Ghost', Bloodbuzz Ohio, 'Conversation 16', 'Afraid Of Everyone' en 'England'.)
Veel tijd om ergens bij stil te staan krijgt een mens niet op Pukkelpop, of je moet de hele namiddag in het gras liggen niksen zoals nogal wat mensen lijken te doen. Natuurlijk kregen we tussen de bedrijven door ook weer een hoop appetijtelijk bloot vlees te verwerken, want een overgrote meerderheid van de Pukkelpopgangers is gezegend met een lekker lijf, liefst gebruind uiteraard. Voor de jongens is het natuurlijk ook uitpakken met die afgetrainde lijven, een mens zou gaan vermoeden dat ze er speciaal met het oog op de festivalzomer de fitnesszaal voor induiken, en de meisjes zijn mooi, schattig en ik kan alleen maar treuren om het feit dat ik er zelf zo geentje meehad.
Nog concertjeuhs? Ja hoor! Een stukske Soulwax meegepikt - zo komt een mens nog eens in de buurt van de Dance Hall - en ik was wederom onder de indruk van hoe veel opzwepender die dance van Soulwax is dan die van het gros van de andere 'dance'-pretendenten. Bovendien heeft Soulwax uiteraard blijvend die extra dimensie van gasten die twaalf jaar geleden met 'Much Against Everyone's Advice' een zalige pretentieloze gitaarplaat hebben gemaakt die nergens deed vermoeden dat de heren nu zouden doen wat ze doen. Vooral Stephen Dewaele intrigeert mij trouwens. Die mens is veertig, maar hij gaat daar achter die knoppen te keer met een intentie van heb ik jou daar. Dat het publiek hier emmers pap van lustte was alleen maar logisch.
Nog een halfuur af te tellen voor Queens of the Stone Age eraan zou beginnen en dat vulde ik op met de laatste nummers uit de set van Au Revoir Simone. Deze drie schattige meisjes uit New York deden mij eventjes denken aan The Pipettes en ik vond ze ook bijna even leuk. Ze lachten zo vrolijk en ze haalden muziek uit hun synthesizers waar ik warempel op wilde dansen.
QOTSA kwam dus net op tijd, maar ik ging niet helemaal naar vanvoor om het allemaal 'van dichtbij te kunnen meemaken'. Op het scherm zag ik ook wel dat Josh Homme er weer superstoer uitzag en hoe hij tussen de nummers door net iets te lang het publiek inkeek, als om te zeggen: "u kijkt momenteel naar één meter negentig pure coolness". Hij is ook cool, vind ik. Een vent waar je geen ruzie mee wil, maar ook met een geloofwaardigheid en muzikale subtiliteit die maar weinig hardrockers hebben, en bovendien een twintigtal geweldige nummers die het altijd zullen doen op festivals. Ik zag het beste concert van de dag en headbangde nog eens, voor het eerst sinds 2006. Toch had ik nog steeds mijn oordopje in.
En euh, niet enkel Josh Homme is cool. Wat te zeggen van gitarist Troy Van Leeuwen! Die mens ziet eruit alsof hij drie keer dood is geweest, maar niet getalmd heeft om tussendoor rockster for life te worden. Een klasbak, die vent.
(Dit zijn de nummers die QOTSA op Pukkelpop losliet: 'Feelgood Hit of the Summer', 'The Lost Art of Keeping a Secret', 'Monsters In The Parasol' (tout court weer veel allusies op drugs vanwege Homme - denkt hij werkelijk dat die hem nog cooler maken?), 'No One Knows', 'A Song For The Dead', 'Go With The Flow', 'Tangled Up In Plaid' maar daar ben ik niet helemaal zeker van, 'Burn the Witch', 'Little Sister', 'Sick Sick Sick' en het bangelijke 'Misfit Love'.)
Ik had me aan het eind van het QOTSA-optreden laten uitzakken om snel naar de Club te kunnen als Yeasayer daar zou beginnen. QOTSA was echter al klaar toen Yeasayer opkwam, maar dat snelle lopen was sowieso niet erg nodig geweest. Het stond wel vol, daar niet van, maar de set kwam moeilijk op gang, vooral dan omdat de heren het besloten hadden om te beginnen met nummers uit hun vorige, veel minder dansbare, plaat, terwijl ik jandorie op de tunes van 'Odd Blood' zat te wachten. Af en toe passeerde er daar dan eentje van, maar telkens werd het tempo er weer uitgehaald door een trage van de nochtans ook leuke eerste Yeasayer-plaat, 'All Hour Cymbals'. De vaart kwam er nooit echt in, de communicatie met het publiek was conform het charisma van de groepsleden poverkes, en toen de hitjes dan toch van stal werden gehaald - 'Mondegreen', 'Ambling Alp' - was dat instant leuk, maar bleef er uiteindelijk niet echt veel van hangen.
Misschien was het ondertussen ook wel gewoon een lange dag geworden. Het was na half twaalf en ik had er nog eentje te gaan: Jaga Jazzist. Ik verwachtte oorverdovend lawaai en klampte me vast aan mijn oordopje. De juiste keuze zo bleek toen deze Noren - 'amai, mijn Noren' om het met Humo te zeggen - het met saxofoon, trompet, schuiftrompet en een fucking tuba op een toeteren zetten. Frontman van dit combo was - haha - de drummer en die wist er de sfeer wel in te houden met een gebulder waar ik geen woord van verstond. Ik ga niet ontkennen dat ik de minuten een piepklein beetje aan het aftellen was, ook al vond ik het nochtans een kei fakke show waarin bijna alle nummers uit de laatste plaat 'One-armed Bandit' voorbij kwamen, een plaatje dat ik in mijn hartje draag.
En toen konden we naar de tent, met pijnlijke voetjes en een stijve rug. Ik sliep met stukjes en beetjes en werd vanmorgen wakker om twintig voor zeven, besloot maar meteen in te pakken en stond om kwart na zeven al klaar om de trein te nemen. Ik was daar evenwel niet alleen en bijgevolg zat ik na zes kwartieren wachten en schuifelen pas op de trein rond een uur of negen. Maar hey, op die trein zat ik dan wel in een comfortabele zetel, zoals ik er in zo'n vierentwintig uur geen meer gezien had.
En daarom, en ook om al de rest, zit de kans er dik in dat ik volgend jaar weer een dagje ga. Ja, schrijf dat maar op.
En ohja: wat altijd opmerkelijk blijft op zo'n festival is dat er geen enkele 'allochtoon' te zien is. Jammer (voor hen).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Enig idee wat Soulwax juist gespeeld heeft? Night Versions? Remixes? Greatest Hits? Nieuw materiaal?
Ze gooiden 'NY Excuse' in de blender toen ik passeerde. Dat is een greatest hit, maar of ze het in een remix dan wel een nachtversie brachten: Bono mag het weten.
Als er Funky Town onder zat, dan was het de Night Version. Denk ik.
Een reactie posten