woensdag 25 november 2015

Over Rudi, Jeugdje, Loewie en 'diene gevaarlijke zot'

Daarnet ging ik bij de Bilbo langs om mijn exemplaar van 'Manon' op te pikken. Enkele weken geleden schreef ik hier nog dat ik Jeugdjes nieuwste niet zou kopen, maar zoals het zo vaak gaat ben ik sindsdien van gedacht veranderd. 'Manon' is wel degelijk 44 minuten fun. De voor Jeugdje kenmerkende oneliners blijven dan wel wat achterwege, de ietwat foute 80's-synthsound kroop deze maand toch onder mijn vel. De ceedee st...unt hier as we speak kankerhard door de boxen. "Manon, ik lees over jou in de colofon. Manon, ik heb zin in een wippie op het balkon."

Ik rekende mijn aanwinst af - ik heb nu 652 cd's (+ enkele tientallen waar ik van af wil) - en feliciteerde Rudi met het feit dat hij burgemeester Louis Tobback over de vloer had gekregen bij de 'Officiële Heropening' van zijn winkel. Mijn woorden klonken waarschijnlijk ironisch, maar aangezien ik mijn eigen ironie al een tijdje niet meer herken weet ik het niet zeker. (Wie eens iets verfrissends over ironie wil vernemen, neme de essaybundel 'Vechtmemoires' van Joost De Vries ter hand.)
Soit.

Loewie was Bilbo dus komen inhuldigen en had, wellicht een tikkie routineus, zijn karakteristieke smile door de zaak laten shinen. Rudi bleek daar meer mee opgezet te zijn dan ik zou hebben verwacht, want hij verklaarde dat Loewie veel goeds had gedaan voor Leuven sinds hij hier de touwen in handjes heeft. Ironie of niet, ik wilde zeker geen verkeerde indruk maken en zei dus op goed geluk: "Zolang de N-VA hier maar de boel niet overneemt in Leuven!" Voorwaar een goede zet, zo bleek, want Rudi ging helemaal los.
"Ik zet geen voet meer in Antwerpen sinds diene gevaarlijke zot daar aan de macht is."
Nou! Die had ik niet zien komen, al klonk deze uitspraak me natuurlijk als kankerzoete muziek in de oortjes. Die Rudi, dacht ik terstond vol bewondering, wat is dat eigenlijk voor een absolute eindbaas, man.
"Chillax, Rudi," zei ik evenwel. "Subiet staat de N-VA-Gestapo hier om u monddood te maken met een knuffelkogel."
(Nee, dat zei ik natuurlijk niet, maar wat zou het mooi geweest zijn mocht ik het wel hebben gedaan. Een knuffelkogel, dames en heren, is het allermooiste eufemisme voor het 'bolletje' waarmee Bart De Wever veertienjarige meisjes door zijn troepen laat uitschakelen. Ik kan gewoon niet wachten om het woord in gesprekken te gebruiken.)
In een erg goed humeur verliet ik dus de Bilbo met niet alleen 'Manon' maar ook met de laatste RifRaf.
- maar wanneer léés ik dat boekske eigenlijk nog eens? De RifRaf: ook weer zoiets dat al onder de noemer 'Waar is den tijd?' begint te vallen.
Man, wat is er met mij? Ben ik bijna 29 ofzo? Ja, het heeft er alle schijn van. En de kans dat ik ooit nog eens 13 word en voor het eerst een Rifraf in mijn handjes houd, wordt er op die manier ook alleen maar kleiner op.
Doch niet getreurd. 29 is ook een mooie leeftijd. Een mooie leeftijd om een huis te bouwen, bijvoorbeeld. Waarover meer in januari.

Barboek

Vanavond iets voor 20u ga ik naar Barboek, een Leuvense koffiebar-boekenwinkel die 'Shut Up and Write!' organiseert, een avond, eens om de paar weken, waarop iedereen die zin heeft om in een koffiebar-boekenwinkel aan een tekst te werken welkom is.

Ik ga daar vooral voor de show naartoe, er is niet echt een reden waarom ik niet zou thuisblijven om te doen wat ik ga doen in Barboek. Ik ga daar namelijk, mogelijk als enige met pen en papier, een brief schrijven aan mijn penvriendin Melissa uit het verre Gent, met wie ik sinds 2003 of 2004 voornamelijk per post correspondeer. Omdat wij brieven, enveloppen en postzegels zo charmant vinden en omdat een lange tekst met pen en papier ook tien jaar geleden al niet meer gebruikelijk was. Omdat een brief ontvangen en een enveloppe openen zoveel 'schoner' is dan een e-mail in een inbox. En omdat tradities mogen blijven bestaan. Omdat ik Melissa twaalf jaar na onze eerste brieven nog steeds vanalles wil vertellen.

Ik schrijf al jaren slechts zelden een volledige zin met de hand, laat staan een hele brief. Ik schrijf bijna uitsluitend woordjes op post-its of in mijn agenda.
'Charleroi', op donderdag in mijn agenda, omdat ik donderdag met een vriend naar Charleroi ga (o.a. naar een tentoonstelling van Stephan Vanfleteren in het Musée de la Photographie). Of 'Pieter' op dinsdag 1 december, omdat ik dan iets ga drinken met Pieter. 'Tandarts' op 18 december, omdat ik dan iets ga drinken met, nee, omdat ik dan in mijn bek ga laten kijken.
Of 'WC-bril' op een post-it, omdat vorige maand, vraag me niet hoe maar zeer vervelend, onze wc-bril was losgekomen en we een nieuwe moesten fixen, wat ondertussen tot ieders tevredenheid is gebeurd.

Maar dus geen post-its of agenda's vanavond, wel een brief op commercieel geruit cursusblokpapier. Over wat er op dat moment zoal rond mij gebeurt in de koffiebar-boekenwinkel, over hoe ik momenteel gemiddeld de 168 uren in een week besteed of over de fijnste dingen die mij de laatste maanden zijn overkomen.

Rond 21u30 zal 'Shut Up and Write!' afronden, denk ik. Ik zal dan wel klaar zijn met mijn brief, verwacht ik. En anders schrijf ik er binnenkort nog wat aan verder. Het is niet te voorspellen waar mijn brief mij heen zal leiden.

Hopelijk regent het trouwens niet, rond half acht. In dat geval ga ik namelijk helemaal niet naar Barboek! Dan blijf ik gewoon thuis en kijk ik naar 'Top of The Lake'.

zondag 22 november 2015

Een veelkleurig gebaar

Hart Boven Hard Leuven organiseert vanmiddag een ‘wake’ aan het station van Leuven.
Waarom heb ik, hoewel ik daar dichtbij woon en niks anders te doen heb, niet de minste motivatie om daar naartoe te gaan? Omdat ze oproepen om kleurige vredeslinten aan een zelfgemaakt vredesmonument op te hangen. En omdat iemand op Facebook echt waar oproept om met z’n allen ‘Imagine’ te zingen. Omdat, als iedereen er zo over denkt, een opeenstapeling van clichés wellicht niet te vermijden zal zijn. En omdat ik niet het risico wil lopen om op een van de talrijke foto’s te staan die vanavond op Facebook zullen worden geüpload (inherent aan onze door smartphones gedomineerde ‘ik was erbij-cultuur’ die in de ‘progressieve middens’ - Hart Boven Hard, Groen e.a. - niet minder aanwezig is dan in, euh, ‘Tomorrowland-middens’).

Ik voel er niks voor om op dit soort bijeenkomsten aanwezig te zijn. Antwoorden op geweld en haat met kleurige linten en het voordragen van gedichten, voor mij zal het geen verschil uitmaken. Waarschijnlijk wordt er begonnen met de altijd terugkerende en zo vreselijk uitgemolken ‘minuut stilte’. (Ik heb sinds ‘Parijs’ al twee minuten stilte achter de rug en zo kan het wel weer voor mij.)
Ik zou natuurlijk naar deze wake moeten gaan om er over te mogen oordelen, maar ik geloof het zo ook wel. Mijn moeder gaat, omdat ze een vriendin heeft die per se wilde gaan. Ik hoor het wel van haar.

Ik hoef niet naar een (door Hart Boven Hard georganiseerde) wake te gaan om mijn positie te bepalen tegenover wat er zich afspeelt in de wereld. Ja, terreur en haat zijn verwerpelijk en nee, ‘de islam’ is niet de schuld van alles. Ja, we moeten vluchtelingen opvangen en nee we moeten niet denken dat die vluchtelingen allemaal extremisten en potentiële terroristen zijn.

Hart Boven Hard Leuven spreekt van een ‘veelkleurig gebaar’. Daarbij zie ik een hele stoet kinderen voor mij, en hun zelfbewuste ouders. Mensen die ondertussen wel weten dat politiek correct zijn niet helpt, maar van mening zijn dat deze wake daar niks mee te maken heeft. Mensen voor wie de notie politiek correct heel gevoelig ligt. Mensen in wier woordenboek het woord cynisme niet voorkomt. Mensen die mogelijk luidop zullen verklaren dat ze wat er in dat hotel in Mali is gebeurd even erg vinden als de aanslagen in Parijs. Dat er voor hen geen enkel verschil is.
(Zijn dit dezelfde mensen die dansen en zingen voor het klimaat?)
De kans dat je er flyerende PVDA-jongeren tegenkomt is wellicht niet eens onbestaande.

Ik maak geen gebaar (en al zeker geen veelkleurig) tegenover terrorisme waar duizenden mensen over de hele wereld al het slachtoffer van zijn geworden. Door te lezen en er met mensen over te praten, bepaal ik als individu mijn positie tegenover een maatschappij waarin dit soort terreur kan plaatsvinden. Ik hoef niet met onbekenden samen te komen op een plein en naar iemand te luisteren die (om meestal nogal onduidelijke redenen) de autoriteit heeft om een speech te geven, ‘het woord te nemen’.

Hart Boven Hard Leuven heeft voor dit evenement als slogan ‘Samen tegen de haat’ gekozen. Dat verbaast me omdat ik dacht dat organisaties zoals Hart Boven Hard er nauw op toezien dat ze nooit tégen maar altijd vóór dingen zijn. In plaats van ‘Samen tegen de haat’ zou je dan verwachten dat ze opteren voor iets als ‘Samen voor een betere wereld’, (maar die slogan is echt té fout, nu maak ik er (helemaal) een karikatuur van).

Wil ik ten slotte opmerken dat dit soort initiatieven volgens mij de maatschappelijke positie van Hart Boven Hard verzwakt. Laat deze organisatie zich concentreren op het tackelen van het beleid van onze regeringen. Sowieso lijkt het ‘momentum’ van Hart Boven Hard me alweer een tijdje voorbij te zijn.

woensdag 18 november 2015

Rik De Saedeleer

Op sporza.be neem ik deel aan de test: Welke voetbalkenner ben jij?
Mogelijke uitkomsten zijn Peter Vandenbempt (persoonlijke favoriet), Filip Joos (doodserieus), Marc Degryse (zaag), Johan Boskamp (zeer vermakelijk, zeker ook als hij mensen een duw of een klap geeft) of Jan Mulder (sinds de hype rond zijn persoon een vervelende karikatuur van zichzelf).

Ik zit pas aan de tweede van elf vragen en ik ben in een patstelling beland. ‘Wat is je favoriete uitspraak van Rik De Saedeleer?’.
Er zijn 10 (tien!) mogelijkheden. Dit is echt een heel extreem voorbeeld van ‘kill your darlings’...

Het is kiezen uit:
1. ‘Dag moeder!’
2. ‘Ze gaan lopen!’
3. ‘Danken Enzo.’
4. ‘Dat is het! Ik wist het! Philippe Albert!’
5. ‘Daar is ‘em! Daar is ‘em!’
6. ‘San Titar.’
7. ‘Jef, doe eens iets!’
8. ‘En zijn Nederlands wordt altijd maar beter.’
9. ‘Jan! Ze kunnen niet volgen!’
10. ‘Moet er nog zand zijn?’

Vallen af: 3, 6 (ken ik niet en snap ik niet), 8, 9 (iets minder leuk dan 7) en 10.

1 is zo fantastisch omdat je dat gewoon niet kan bedenken. Waar komt zoiets vandaan? En dat op nationale televisie! Is dat werkelijk een uitdrukking? Google kan mij zo op het eerste zicht niet helpen.

2 riep hij in een ‘levensbelangrijke’ wedstrijd tegen Nederland (kwalificatiematch voor het WK 1986). De context is hier belangrijk. De Belgen moesten ‘pressen’ en de 'Hollanders' moesten 'terug’. De Belgen overspoelden de Hollanders in die fase van de match en de Hollanders waren doodsbenauwd om een goaltje binnen te krijgen. Wat ook gebeurde tot ons aller groot jolijt maar zeker ook tot dat van Rik.

4. Philippe Albert maakt een cruciaal doelpunt. De meester-kenner Rik wist dat dit er zat aan te komen en dat roept hij gewoon de woonkamer in. Die spontane impuls, dat is zo zalig. Onweerstaanbaar en legendarisch zonder meer. Waarom is dit soort voetbalcommentaar gewoon ondenkbaar geworden in Vlaanderen? In met name Spaanstalige landen gebeurt dat wel nog volop. Hier zijn het allemaal halve boekhouders. En we kunnen zo'n leuke voetbalcommentator trouwens goed gebruiken want op het veld weten die Rode Duivels mij echt voor geen reet te boeien. Behalve Debruyne (zoveel beter dan Hazard).

5, "Daar is 'em!", oftewel de oerkreet van Rik De Saedeleer. Opnieuw om aan te geven dat er een doelpunt is gemaakt. ‘’Em’ is in dit verband het doelpunt en dus niet de aanduiding van een persoon. Wie zegt er nu nog ‘em’ op nationale televisie? Waarom zijn wij zo vreselijk ernstig en correct geworden?

7 is opnieuw zo’n spontane impuls van Rik. ‘Jef, doe eens iets!’ Dat is toch fantastisch. Een voetballer aanspreken vanuit de ‘commentaarbox’. Ik zie het de bloedserieuze Filip Joos nog niet doen.

Uiteraard ontbreken er ook hilarische uitspraken in deze top tien. Zoals wanneer Rik zich rechtstreeks tot God richt na een zoveelste gemiste kans van Jan Ceulemans. “Daar is iemand tegen ons hierboven. Ik weet niet wat wij misdaan hebben.” Of wanneer hij ettelijke keren puur van contentement in vreugdevol lachen uitbarst.

Ja, in de tijd van Rik De Saedeleer - "zo maken ze ze niet meer" - had ik de Rode Duivels ongetwijfeld kunnen appreciëren. Nu is dat anders. Ik supporter, echt waar, tégen die gasten. Het is wreed.

Ik kies uiteindelijk voor uitspraak 4, “Dat is het! Ik wist het!”, en dat in de eerste plaats vanwege die onbestemde “Ik wist het!”. Dat is op geen enkele manier correct te noemen. Riks onderbewustzijn komt hier voluit tot leven en hij valt werkelijk heel eventjes uit zijn rol van commentator. Hij zit gewoon schaamteloos bij ons in de woonkamer. En daar willen we hem natuurlijk ook.

Rik De Saedeleer, oftewel de beste voetbalcommentator die dit land ooit heeft voortgebracht, en daar zal geen verandering in komen.
Rik, ik kon er in de jaren 80 helaas niet bij zijn, maar toch van mijnentwege bedankt voor zoveel fijne YouTube-momenten.

***

Ik heb de enquête gecompleteerd en blijk de meeste overeenkomsten te hebben met Jan Mulder.
Meh.

Raar trouwens dat Frank Raes er niet tussen zat. Die kan ik ook wel appreciëren.

Kent u Alex Vizorek?

Ik lees regelmatig artikels op de websites van Le soir, Le vif en La libre en het mag toch verbazen hoeveel Belgen daar de revue passeren van wie ik nog nooit of te nimmer heb gehoord. Wat dat betreft leven we als Vlamingen en Franstaligen echt wel in verschillende werelden. Wij (ik) kennen behalve de typische namen nauwelijks Franstalige Belgen en omgekeerd is dat zonder twijfel ook zo.
Toch altijd een vreemde vaststelling. Want wie van u kent bijvoorbeeld Charline Vanhoenacker en/of Alex Vizorek, de twee Franstalige komieken uit dit artikel?
http://www.lesoir.be/1045740/article/soirmag/actu-soirmag/2015-11-17/alex-vizorek-au-nom-belgique-entiere-on-presente-toutes-nos-excuses

Dat dacht ik al.

De Franstalige media in dit land zijn (niet alleen n.a.v. de aanslagen) erg gefocust op Frankrijk, terwijl dat in Vlaanderen helemaal niet zo is. Zo is er vandaag op alle Franstalige nieuwssites veel aandacht voor provocerende uitspraken van de rechtse Franse journalist Eric Zemmour. Deze heeft verklaard dat Frankrijk bommen moet gooien op Molenbeek en niet op IS.
Ik kende deze Zemmour al omdat ik begin dit jaar veel artikels heb gelezen op Franstalige websites over Michel Houellebecq naar aanleiding van diens boek 'Soumission'. Houellebecq werd 'verweten' te sympathiseren met de rechtse provocateur Zemmour, maar of dat ook echt zo is kon uiteraard niet worden achterhaald. Het 'mysterie Houellebecq' houdt immers wel van spelletjes.

Maar wat ik dus wil zeggen is dat wellicht slechts een zeer klein percentage van alle Vlamingen ooit heeft gehoord van zo'n Eric Zemmour, of al zeker van Charline Vanhoenacker ("Vanounackèèèr") of Alex Vizorek - mensen die nochtans populair zijn in Franstalig België (en soms zelfs in Frankrijk, want heel wat Franstalige Belgen, zoals ook deze komieken, trekken naar Frankrijk en worden ook daar bekend).
Hoe frappant is het toch dat Vlamingen en Franstaligen elkaars, laat ik zeggen, 'BV's', zo weinig kennen. Alleen maar door de taalbarrière of ligt niemand er van wakker?
'Wat is dit eigenlijk voor een land??!'

Mensen als Christophe Deborsu (een Waal in Vlaanderen die hier zijn Waal-zijn uitspeelt) en de komiek Bert Kruismans (die in Wallonië zijn Vlaming-zijn uitspeelt) vormen uitzonderingen op de regel maar kruipen dan ook effectief in een komisch bedoeld ik-kom-van-over-de-taalgrens-typetje, wat mij toch altijd een beetje stoort.
Sois belge et tais-toi, danku.

Enkele jaren geleden ging ik in Louvain-la-Neuve naar de in Franstalig België bekende theatervoorstelling 'Sois belge et tais-toi' (een woordspeling op 'sois belle et tais-toi'...), een satirische 'conference' over de Belgische politiek.
Het was in de periode dat ons land al meer dan een half jaar aan 't proberen was om een regering te vormen (wat uiteindelijk anderhalf jaar zou duren) en Bart De Wever, gespeeld door een acteur die kussens onder zijn hemd had gestopt, werd opgevoerd als de lompe boeman die geen goed woord over had voor de Franstalige politici (in de voorstelling Di Rupo, Milquet en Onkelinx). Het was heel karikaturaal, maar wel geestig.

Dat er aan het eind van de avond een beetje gelachen werd met de Nederlandse taal (de taal van de boerkes) vond ik een beetje flauw, maar er zal dan ook naar alle waarschijnlijkheid geen enkele Vlaming in de zaal hebben gezeten, zal men hebben verondersteld. Wat opnieuw aantoont dat er kennelijk van uitgegaan wordt dat Vlamingen en Franstaligen nooit naar 'elkaars' voorstellingen gaan kijken, al was het maar omdat ze elkaars taal niet begrijpen.

Om maar te zeggen dat ik zelf op tal van vlakken nog heel veel zou kunnen ontdekken in het Franstalige landsgedeelte. Gesteld dat ik dat zou willen uiteraard. Want waarom zou ik mij informeren over het werk van Charline Vanhoenacker of Alex Vizorek als ik er met niemand uit mijn kennissenkring over kan praten?

Ça sert à rien, hein?!

Palestijnse punten

De afgelopen dagen had ik een aantal ideeën voor teksten - flauwekul maar ook 'serieuze kwesties' - maar met die aanslagen in Parijs lijkt het plots onmogelijk om het nog ergens anders over te hebben. Ofwel komt het geforceerd over, ofwel lijkt het bijna ongepast.
Die gebeurtenissen beheersen nu echter ook mijn gedachten dus zou ik het thema niet kunnen vermijden hoewel ik echt niks meer toe te voegen heb aan alles wat er al over geschreven is.

Daarom vertel ik een kort verhaaltje over R., een Palestijns meisje van begin de twintig dat ik ken van de praatgroep Nederlands voor anderstaligen waarbij ik vrijwilliger ben.
Zij is anderhalf jaar geleden in België aangekomen met haar oudere broer en spreekt intussen goed Nederlands. Ze wil hier geneeskunde studeren. Ze wil zelfs chirurg worden, een woord dat ze gek genoeg bijna niet uitgesproken krijgt.

Ik sprak onlangs met haar over het onderwijssysteem in Palestina. Ze vertelde dat er in haar land na het secundair onderwijs voor alle studenten één examen is. De score die je op dat examen behaalt zal bepalen wat je mag studeren en hoe je toekomst er zal uitzien (vooral ook dat laatste).
Wie een score van 98 op 100 haalt, mag geneeskunde studeren in Palestina. Of dat geldt toch voor de meisjes. Voor de jongens volstaat 97 op 100.
Ja, daar keek ik ook van op.
R. vertelde het op een berustende tja-zo-zijn-die-dingen-in-mijn-land-toon. ('Te nemen of te laten.')

R. had aan het examen deelgenomen en 96 op 100 behaald. Ze mocht dus niet voor dokter studeren. Haar vader was boos omdat ze geen 98 had. Nochtans droomde of droomt R. er helemaal niet van om dokter te worden. Ze zou liever een wetenschappelijke richting doen. Maar daar gaat haar vader niet mee akkoord, want naar zijn mening zijn wetenschappelijke richtingen voor jongens en moeten meisjes een ‘vrouwelijker beroep’ kiezen (onderwijs, zorgsector,..).

Nu R. in België is, is ze koppig van plan om toch de wens van haar vader in te willigen. Haar eigen wens, om een wetenschappelijke richting te studeren, heeft ze opgeborgen. Ze zal geneeskunde studeren, en daarna chirurgie. Maar... tegen haar zin.
Ik opperde bij wijze van steunbetuiging dat de studie haar wel zou bevallen eens ze er aan begint, maar zij acht die kans klein.
Over haar keuze om chirurg te worden zei ze: “Als ik dan toch geneeskunde moet studeren, dan kies ik ook meteen voor een van de moeilijkste domeinen ervan.”
Overigens gaat haar vader niet akkoord met haar plan om chirurg te worden. Een chirurg moet tijdens een operatie zijn kalmte kunnen bewaren en meisjes kunnen in zo’n situatie niet koelbloedig blijven, is hij van oordeel.
Geneeskunde is een lange studie dus of R. werkelijk ooit chirurg wordt, ik zou er vandaag mijn geld niet op inzetten.

Maar ik was ook verder geboeid door dat puntensysteem in het Palestijnse onderwijs (eenzelfde systeem schijnt trouwens voor wel meer Arabische landen te gelden).
Wie 90 haalt mag bijvoorbeeld apotheker worden, maar geen dokter.
Wie 80 haalt mag leraar worden en wie 70 haalt ook, maar die laatste mag enkel lesgeven aan lagereschoolkinderen.
Wie minder dan 70 haalt gaat wellicht een leven als arbeider tegemoet.
Enzovoort. We hebben niet alle scores en beroepen tot in de details besproken, er zaten nog een Roemeense en een Syriër aan tafel en die mensen mochten ook nog iets zeggen, maar ik kreeg toch een beetje een beeld van het onderwijssysteem in Palestina. Van een vrije studiekeuze blijkt daar hoegenaamd geen sprake. En dat dan nog van staatswege.
Iemand die 98 heeft gehaald kan trouwens ook geen leerkracht worden, want waarom zou je jezelf tot leraar degraderen als je ook voor dokter mag studeren?
En dat jongens systematisch een iets lagere score mogen behalen om toch aan dezelfde studie te mogen beginnen als meisjes. Tja. In Palestina hebben ze kennelijk nog niet vastgesteld dat meisjes het aan de universiteit over het algemeen beter doen dan jongens.

Om af te ronden moet ik hier natuurlijk wel bijzeggen dat ik deze informatie over het puntensystem slechts van één persoon heb gekregen en dat ik hier verder niks over heb opgezocht. Gesteld dat deze informatie dus niet (helemaal) blijkt te kloppen, vergeef mij dan mijn loze woorden. Maar ik vermoed dat R. wel weet waarover ze spreekt.

woensdag 11 november 2015

De angst voor verandering

Feit: ik kan Bart De Wever en alles waar die man voor staat nauwelijks verdragen.
De man maakt mij (verbaal) agressief. (Ik projecteer al mijn frustraties over wat er misgaat in Vlaanderen en België zoveel mogelijk op hem en zijn partij. Bart De Wever heeft daar geen last van want hij weet dat niet en het is beter zo dan dat ik mensen in mijn omgeving teveel met mijn ergernissen lastigval. Laat Bart De Wever nog maar eventjes, maar ook niet te lang meer, heel intellectueel oneerlijk mijn zondebok-voor-alles zijn.)

Echter: als ik De Wever niet kan verdragen zit ik in de eerste plaats met een probleem (het is dus niet iets om ‘trots’ op te zijn). Ik moet me de vraag stellen waarom deze man zoveel agressie in mij oproept en wat ik daar aan kan doen. Ik wil immers zo min mogelijk gefrustreerd zijn in mijn dagelijks leven. Frustraties en ergernissen zuipen energie, en ik wil mijn energie anders en beter besteden dan aan het doen en laten van Bart De Wever.

Eerst moet ik dus mijn ‘probleem-Bart De Wever’ proberen te ontleden. Een antwoord vinden op de vraag wat het is dat mij aan die man zo stoort.
Ik ben voornamelijk zo onverdraagzaam tegenover deze man omdat ik vind dat iemand als hij, zelf bijzonder onverdraagzaam, dat is veelvuldig gebleken, niet een hele maatschappij moet (proberen) lastig (te) vallen met zijn persoonlijke frustraties. Deze man wordt in zijn professioneel leven immers zichtbaar gedreven door diepgewortelde frustraties van welke ik (en wie wel?) niet weet waar ze vandaan komen (zou hij het zelf weten?).
Ik vind het bijzonder ongepast en boertig dat een zeer gefrustreerde man zoals hij niet aan zelfonderzoek doet of een oplossing probeert te vinden - ik denk toch niet dat hij dat doet - maar daarentegen beslist om deze frustraties te cultiveren en aan te wenden om er zijn politieke carrière op te bouwen (waarbij hij natuurlijk, intelligent als hij is, heeft begrepen dat hij met zijn welsprekendheid een spreekbuis kan zijn voor zoveel andere gefrustreerde mensen in onze maatschappij die hem onvoorwaardelijk zullen steunen, net omdat ze in De Wever hun angstige maar veel intelligentere zelve herkennen - een man die onder woorden kan brengen wat zij denken maar niet onder woorden kunnen brengen).

Ik was wellicht naïef toen ik veronderstelde dat mensen met politieke ambities bijna per definitie ‘positief in het leven staan’, dat deze mensen daadwerkelijk aan een betere wereld willen werken voor een grote groep mensen. Bart De Wever lijkt me namelijk niet zo’n positief ingestelde politicus die een mooi project wil uitwerken in het belang van de maatschappij. Sterker: ik geloof in feite dat Bart De Wever een man is zonder echt goede intenties meer in het algemeen. Bart De Wever is een boze man, misschien zelfs een kwaadaardige man (ziekelijk?), die bol staat van rancune, frustraties, wantrouwen en angst - vooral heel veel angst. Bart De Wever is een bange man en de wereld waarin hij leeft vormt voor hem ogenschijnlijk een permanente bedreiging. Vanuit zijn angst - ik denk echt dat deze man op het ziekelijke af angstig is - kruipt deze man permanent in het defensief en is hij als politicus vooral tégen heel veel dingen. Ook nu hij politieke verantwoordelijkheid heeft verworven en zou moeten opstaan als een leidersfiguur die de mensen een positieve boodschap brengt, blijft hij zich defensief opstellen en opnieuw stel ik me dan de vraag of hij dat doet omdat hij (onbewust) geconfronteerd wordt met angsten, of - en ik sluit dit echt niet uit, ook al klinkt het nogal raar - omdat deze man ‘kwaadaardig’ (mentaal ziek) is. (Ik denk al lang niet meer dat zijn defensieve houding ‘tactisch’ is. Hij kán, volgens mij, vanuit zijn persoonlijkheid niet anders dan in het defensief zitten. ‘Calimero’ stond wellicht vrij dicht bij de persoon De Wever, veel meer dan dat het slechts een rolletje was dat De Wever speelde omwille van tactische overwegingen.)

(Zou het kunnen dat deze man gewoon niet in staat is om een positieve keuze te maken voor een grote groep mensen? En wat moet er dan met die man gebeuren? Is het dan niet beter dat zo’n man geen belangrijke maatschappelijke functie toebedeeld krijgt? En hoe moet hij er toe worden gebracht om zijn belangrijke maatschappelijke functie(s) aan andere mensen over te laten? Kan deze man enkel zoveel macht verwerven omdat wij in een op hol geslagen emo-cultuur leven en zou hij er in andere, minder gemediatiseerde, tijden nooit aan te pas gekomen zijn?)

Dat veel mensen met angsten zitten is trouwens heel normaal. Ik spreek dan niet over dit tijdsgewricht, de actualiteit, of over een bepaalde regio in de wereld, maar over het geheel van de dingen. De onvoorspelbaarheid van het leven en alles wat er in de wereld gebeurt - het feit dat wij daar nauwelijks vat op hebben - is beangstigend.
Maar er zijn manieren om daar mee om te gaan, er kan op z’n minst een inspanning geleverd worden om met angsten om te gaan. Sommige mensen zullen echter, meestal omdat ze slecht omringd zijn, volharden in de boosheid en vasthouden aan hun angsten, frustraties en ergernissen. Zij zullen zwelgen in hun slachtofferschap en anderen aanduiden als ‘schuldigen’. Meestal zijn dit, met permissie, niet de meest intelligente mensen. Het prototype van de Vlaams Belangstemmer, zeg maar, een nogal slecht geïnformeerde en dus bange persoon.

Bart De Wever is, geloof ik, ook zo’n man die in de eerste plaats angstig reageert op een wereld in verandering - de slogan ‘De kracht van verandering’ is in dat opzicht extreem ironisch - maar De Wever is natuurlijk veel intelligenter dan ‘de gemiddelde bangerik’. De bangerik in Bart De Wever gebruikt, nee, misbruikt zijn angsten om andere, minder intelligente, mensen nog banger te maken, wat voor mij getuigt van kwaadaardigheid. Hij misbruikt dus ook die bange mensen, enkel om zijn eigen belang te dienen.
En dat maakt hem naast kwaadaardig ook gevaarlijk, onverantwoordelijk, een pleger van machtsmisbruik en gewoon totaal ongeschikt om een politieke functie uit te oefenen.
Ik verdraag die kwaadaardigheid niet. Een bange man moet zijn angsten niet overzetten op minder intelligente maar des te volgzamere mensen. Vóór De Wever waren de enige duidelijk bange politici die van het Vlaams Belang. Niet toevallig werd deze partij heel groot. Mensen herkennen zich gemakkelijker in de angstige, ongenuanceerde politicus met het pessimistische toekomstbeeld, dan in de progressieve politicus die nu al verzekert dat de integratie van vluchtelingen goed zal verlopen (want hoe kan die dat nu weten?).

Ik realiseer mij heel goed dat ik zelf onverdraagzaam ben tegenover Bart De Wever vanuit gevoelens van angst. Ik ben bang voor veranderingen die mij uit mijn evenwicht zouden kunnen brengen. Wij spuwen als Belgen dan wel graag op geradicaliseerde moslimjongeren, maar vergeten ondertussen dat wij zelf als maatschappij steeds radicaler worden. Bart De Wever zorgt er met zijn woorden en daden (mee) voor dat mensen ongenuanceerder gaan denken (ook ik) en dat maakt mij bang. Wat, vraag ik mij af, als deze pro- vs. anti-N-VA-sfeer zich verder blijft doorzetten? Komt er dan ooit een culminatiepunt waarop er ‘iets gebeurt’ dat concrete maatschappelijke gevolgen heeft?

Een Facebookvriend die uitgesproken meningen heeft over de huidige politieke situatie denkt dat wij als volk ‘murw zijn geslagen’. Oké, maar wil dat zeggen dat we dan inderdaad maar zullen berusten, niks zullen ondernemen en ‘wel zullen zien wat er van komt’ (ook als dat 'dramatische gevolgen' heeft)?
Andere mensen zeggen luidop dat er in de nabije toekomst oorlog van kan komen (in een Europese context). Daar geloof ik niet in. Ik weet het niet, alleen weet ik voor mezelf dat Bart De Wever een man is die gedreven wordt door angst en dat hij die angst maatschappelijk misbruikt met steeds verstrekkendere gevolgen. En ik weet dat ik het misdadig vind dat Bart De Wever zijn angsten misbruikt, maar dat ik hem niet kan stoppen, dat enkel het zogenaamde positief maatschappelijk verhaal hem misschien zou kunnen stoppen, maar dat ik geen enkele serieuze tegenstem hoor klinken - en dat het imagoverlies lijdende ‘Europa’ ondertussen ook niet echt meewerkt.

Trouwens heb ik hiermee nog steeds geen antwoord gevonden op de vraag hoe ik mijn frustraties over de daden van Bart De Wever moet inperken. De veronderstelling dat hij een heel angstige (zieke?) man is die ‘er (misschien) gedeeltelijk niks aan kan doen’ en die door een psycholoog behandeld zou moeten worden, (iemand met wie ik in feite ‘medelijden’ zou moeten hebben), volstaat niet. Dit soort figuur zou van het maatschappelijk toneel moeten verdwijnen om een verdere polarisatie tussen mensen te voorkomen, om als burger terug een beetje ‘gerust’ te kunnen zijn. Dat onze media meesurfen op die polarisering en deze mee in de hand werken, is des te enger en maakt mij dan weer bang en gefrustreerd over de (macht van de) media en hoe die in de toekomst zal evolueren. Zal wie het goed kan zeggen blijven zegevieren en zullen mensen die minder goed oneliners kunnen debiteren nog minder ruimte krijgen om hun zegje te doen?

Ook ik sta met heel wat maatschappelijke angsten in het leven, maar anders dan zovele Vlamingen denk ik niet dat iemand als Bart De Wever die angsten kan wegnemen. Integendeel, hij voedt die alleen maar.
Het is dus ook eens te meer beangstigend om te weten dat de uitspraken van Bart De Wever op veel mensen een geruststellend effect schijnen te hebben.
Want wat zegt dat over een zeer significant percentage van de mensen in onze maatschappij?
En wat is dat nu eigenlijk met die befaamde ‘grondstroom’?
En - het is er het moment voor - is deze politieke dominantie van Bart De Wever misschien nog maar het begin van iets dat nog volop in ontwikkeling is en dat onze maatschappij in de nabije toekomst nog veel meer zal gaan beïnvloeden?
Wordt dit misschien voor velen een periode om later op terug te blikken met de woorden: ‘wir haben es nicht gewusst’?
Ik hou daar zelf wel rekening mee in alle eerlijkheid.

De Jeugd van Tegenwoordig: 'Manon'

Ik ben een kankerharde fan van De Jeugd van Tegenwoordig (hierna meestal Jeugdje genoemd). De taalacrobatie van deze boys heeft mij altijd geweldig geamuseerd. Graag mag ik meecroonen met Vjèze Fur, Wiwelientje en Faberpapa. Zeker sinds het accent in hun muziek van hiphop naar electropop is verschoven (sinds ‘De lachende derde’, mijn favo plaat van hen).

Ten tijde van hun doorbraak met ‘Watskebeurt?!’ was ik nog niet mee en zelf waren de boys ook nog zoekende, maar vanaf hun tweede plaat ‘De machine’ was het touche tussen hen en mij. Het moest er ook van komen. De silliness is onmogelijk aanstekelijk (en daarmee bedoel ik: héél aanstekelijk). Tel daarbij de geweldige oneliners en ik had er een nieuw toppertje bij.
Tophits als ‘Hollereer’ (“Je kijkt oh zo zuur naar m’n haute couture, want m'n haute couture is oh zo duur”) of “Datvindjeleukhè” (“Ik sta in de club met een drankje links en een bil rèèèchts - woehoeh”) hebben hier wel honderd keer opgestaan en ik durf ze zonder verpinken tijdloos te noemen.

Nu is er ‘Manon’, hun vijfde album, en voor het eerst weet Jeugdje mij niet te overtuigen. Ze zijn poppier dan ooit tevoren, er is niet veel hiphop meer te bespeuren, en ze zingen veel meer dan ze rappen. Op zich is dit voor mij goed nieuws want ik hou over het algemeen veel meer van popmuziek met aanstekelijke hooks en meezingbare refreinen dan van hiphop, maar bijna elk liedje op ‘Manon’ bezorgt mij een droog ‘net niet-gevoel’, en dat is zonde. Het doet zelfs pijn. Omdat het echt allemáál net niet is, behalve dan de titeltrack en tevens de eerste single. Die laatste is instant aanstekelijk, al behoort het nummer nu ook weer niet tot Jeugdjes essentials.

‘Manon’ klinkt heel eighties en ook dat is op zich goed nieuws - knoppendraaier Bas Bron, het ware genie achter Jeugdje, levert wederom puik werk met de synthesizer - maar de boys brengen zélf te weinig. Een tune als ‘Futurophobia’ is bijvoorbeeld een gemiste kans. Het nummer komt nooit echt op gang terwijl het daartoe het potentieel in zich draagt. Ook met ‘Ik was een klootzak’ wordt naar mijn mening te weinig gedaan. Kabbelend richting finish passeert er niet één zinsnede die ik me voor eeuwig en altijd zal blijven herinneren. Want dat is nog het grootste manco op ‘Manon’. Ik tel geen enkele legendarische oneliner. Geen enkele zin achtervolgt mij tot in mijn dromen. Geen énkele. Een behoorlijk onthutsende vaststelling.

Toch weet de Jeugd zelf heel goed waar ze mee bezig is. Wat ik gemiste kansen noem, vinden zij precies goed. Met deze plaat hebben ze hun fans bewust uit hun comfortzone gehaald en dat getuigt van lef, daar breng ik respect voor op. In weerwil van haar naam gedraagt Jeugdje zich schaamteloos volwassen op deze plaat. Maar of dat behalve verrassend ook leuk is? Gemengde gevoelens zijn mijn deel.

Nee, dit Frans-Nederlandse chickie Manon heeft de weg naar mijn hartje niet gevonden. Ik zal Jeugdje echter niet uit het oog verliezen. Op zich is deze koerswijziging oké. Alleen ontbreekt het deze plaat aan kankerharde bangers. Er zit gewoon te weinig schwung in.

6.5/10

Ali met de pet zoekt Ali met de pet

Als K3 het kan, dan ik ook, flitste het door mijn hoofd toen Josje, Karen en Kristel in maart aankondigden dat zij bij K3 het stokje zouden doorgeven aan drie andere kleurterheldinnen. Het idee rijpte al langer in mijn hoofd maar ik had nog net dat extra duwtje nodig om ook echt door te zetten.

Dit is voor mij een erg bijzondere en emotionele mededeling
Eind dit jaar stap ik uit Ali met de pet.

Na bijna 29 jaar is voor mij de tijd gekomen om het Ali met de pet-hoofdstuk in mijn leven af te sluiten. Het was een helse trip (een emotionele rollercoaster, een tsunami van emoties, enz) en ik heb het al die jaren naar mijn volledige mogelijkheden gedaan, maar nu ben ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ali met de pet wordt voortgezet door de persoon die als winnaar uit de door Ann Lemmens en VJ Sean gepresenteerde talentenjacht 'Ali zoekt Ali' op vtm zal komen. Behalve ikzelf en mijn moeder zullen ook beroepsjurylid Koen Wauters en it-girl Joy Anna Thielemans in de jury zetelen.

Kandidaten zullen eerst tijdens audities een 'impressie' van Ali met de pet moeten geven. Dit is een vrije performance en gegadigden kunnen hier creatief mee aan de slag gaan. Uit die audities worden twintig kandidaten weerhouden die verder begeleid zullen worden door de juryleden. (We zijn afgelopen maandag met de audities begonnen en ik heb nu al genoeg materiaal om een bloopercompilatie te kunnen samenstellen. Hilarisch hoe sommige mensen menen Ali met de pet te kunnen invullen. Bijvoorbeeld iemand die een blikje Nestea helemaal leegdronk. Stel je voor. Ali met de pet drinkt nóóit Nestea, enkel Lipton Ice Tea. Of nog: iemand die met een polsbandje van Rock Werchter gedurende een minuut met zijn handen in zijn broekzakken stond. Ik sta inderdaad heel vaak met mijn handen in mijn broekzakken, maar een polsbandje van Rock Werchter, what the f***?)

Enkele domeinen waarop na de eerste schifting met de geselecteerden zal worden geoefend zijn:
- 'de bullshitfactor': de nieuwe Ali met de pet moet veel zever kunnen uitkramen. (In dit kader zullen o.a. een aantal Vlaamse politici 'zevercursussen' geven aan de kandidaten.)
- de N-VA uitzeiken: een echte Ali met de pet heeft de pest aan Bart De Wever en zijn slippendragers. (Hier zullen wellicht al heel wat kandidaten door de mand vallen.)
- de epilepsieaanval: Ali met de pet zou zichzelf niet zijn zonder de sporadische epilepsieaanval. (Dat heb je of dat heb je niet. Dat is een vaardigheid waar je moeilijk op kan trainen. Natuurlijk zal de nieuwe Ali met de pet in zijn verdere carrière aangepaste medicatie krijgen.)
- redactie/taalgevoel: de kandidaten zullen uit een moeilijke tekst met veel vervelende werkwoorden álle dt-fouten moeten halen. Wie niet foutloos blijft valt af. (Bij het beoordelen van deze proef zal ik genadeloos zijn. Ali met de pet maakt geen dt-fouten.)
- ‘de wereldkaart’: Ali met de pet moet China kunnen aanduiden op een blinde kaart. (Dit wordt naar alle verwachting een van de zwaarste proeven.)

En zo zijn er nog wel een aantal moeilijkheden waarmee kandidaten geconfronteerd zullen worden. Ik ga ze nog niet allemaal verklappen, want dan hoeft u vanaf eind januari niet meer naar de dertiendelige talentenjacht te kijken.

Wat ik zelf ga doen nu ik mijn Ali met de pet-periode afsluit, staat nog niet vast. De persoon achter Bart De Wever liet weten dat hij het beu is om BDW te zijn (die mens doet dat al 45(!) jaar, stel u voor), maar ik heb nog niet beslist of ik het van hem wil overnemen. Het is niet meteen een menselijke promotie (eerder een degradatie) en het lijkt me psychisch héél zwaar om Bart De Wever te zijn. En stel dat ik van BDW een gelukkiger, minder cynisch en agressief, personage zou maken, dan pleeg ik politieke zelfmoord en verlies ik alle belangstelling...

Soit, dat zijn eventuele plannen voor de toekomst. Eerst maar eens een geschikte kandidaat vinden die Ali met de pet kan overnemen.

Inschrijven voor de audities van ‘Ali zoekt Ali’ kan nog tot 1 december.
Waag uw kans en word de nieuwe Ali met de pet. Het is een ervaring als geen ander.
(Mensen met een auto en/of een kind(erwens) kunnen zich trouwens de moeite besparen. Dank.)

maandag 2 november 2015

93

Een klein oud mevrouwtje komt traag op mij afgelopen aan de bushalte Naamsepoort, Heverlee.
- "Meneer, mag ik eens iets vragen?"
- "Zeker."
- "Weet u of den 337 al gepasseerd is?
- "Ik denk het niet. Ik sta d'r ook op te wachten. Ik denk dat 'm binnen twee of drie minuten gaat komen."...
- "Danku. Ik ben 93 jaar en ik zie niks nie meer, dus ik moet altijd iemand vragen om mij te helpen. 'k Had daar al aan iemand gevraagd, maar da's nen Engelsman en ik versta dat niet."
(De man in kwestie staat iets verderop en heeft een Aziatisch uiterlijk - Japan, Korea,..)
- "We zijn er om mekaar te helpen hé. Ge zoudt trouwens niet zeggen dat u 93 bent."
- "Ja, maar ik kom nog veel buiten. Als ge binnen blijft dan is uw einde nabij op mijne leeftijd."
- "Ah ja, dan bent u beter van nog genoeg buiten te komen. Maar als u nog zo weinig ziet, hoe doet u dat dan in 't stad? Draagt u genen bril?"
- "Nen bril, dat werkt niet meer voor mij. Ik zie alleen nog wat uit mijn ooghoeken. Ik ben op bezoek geweest bij mijn vriendin, die woont hier aan den overkant van 't straat. Mijn vriendin is 84, maar ik ga bij haar op bezoek want zij geraakt niet meer tot bij mij. Ik woon aan de Zoete Waters, vlak aan de bushalte. Daar komt maar éénen bus om het uur, dus daar kan ik niet missen, maar hier komen er veel meer en ik kan die cijfers niet meer lezen."
- "Ja, en die bussen lijken allemaal opeen hé."
- "Da's den 2."
- "Ja."
- "Dat zie ik omdat die van rechtdoor komt en niet van rechts."
(Den 2 stopt. De rest van het straatbeeld is even aan ons zicht onttrokken.)
- "Is dat daar den 337?"
- "Ja, dat is 'm."
(Mevrouw steekt al van ver haar hand omhoog ten teken dat de bus moet stoppen.)
- "Bedankt hé, meneer."
- "Da's graag gedaan."


 We stappen op. Zij gaat vanvoor zitten, ik vanachter. Aan de Zoete Waters stapt ze af, ik blijf zitten tot aan de kerk van Sint-Joris-Weert. Het artikel over Ingrid Bergman dat ik aan het lezen was is nog niet helemaal uit. Ik blijf met mijn dsWeekblad op de stoep staan en lees het artikel uit.
Nu ben ik thuis, in het huis waar ik ben opgegroeid.
Mijn moeder komt net binnen.

Bilbo revisited

Bilbo Records in Leuven is verhuisd. De zaak is nog steeds op het Ladeuzeplein gelegen, maar in een veel groter pand. Het ziet er fucking geweldig uit.
Rudi, cd-verkoper van het eerste uur, is megagelukkig met de verhuis. "We hebben de zaak helemaal ingericht zoals de Rough Trade-winkels in Londen.", glunderde hij. "Nu heb ik weer het gevoel dat ik in een platenzaak werk."
Inderdaad ziet de zaak er uit alsof er enkel muziekliefhebbers welkom zijn. Mensen die enkel platenwinkels bezoeken omdat er toevallig geen Fnac in de buurt is waar ze anders voor 19,99 euro de nieuwe Hooverphonic zouden kopen, zullen nu een blokje om moeten voor ze op de bus naar Kneutergem stappen.
De vorige vestiging van Bilbo was bijna net zo clean als een Fnac en ik snap Rudi dan ook volledig dat hij uitzinnig van vreugde is over de verhuis naar het nieuwe (en veel grotere) pand.
Ik heb een lange geschiedenis met Rudi en op 24 november 2011 schreef ik hem al eens een brief. Ik post hem hier nog eens omdat ik sinds vandaag nog meer van Rudi houd dan ooit tevoren.

Lieve Rudi,

Als ik je daarstraks zonder iets te zeggen voorbijliep was dat zeker niet omdat ik niet met je wilde praten. Het kwam gewoon niet bij me op, ik moet me daarvoor excuseren. Ik liep je dus voorbij, jij rokend voor je deur, ik verlangend naar een fietsend nijlpaard in een roze jurk.

Wat had ik je ook kunnen vertellen, Rudi? Niks en twee keer niks. Dat ik me verveel, Rudi. Je bent zo al niet iemand die veel zegt - en daar bedoel ik niks slechts mee, je weet vast wel wat ik bedoel - dus had je waarschijnlijk ook niet geweten wat te antwoorden op het futloze gemompel dat ik dezer dagen ten gehore breng. En dat ik dan maar eens kwansuis door de A in je platenalfabet ging, hoewel ik er geen seconde aan dacht om iets te kopen... Je moet weten dat ik daar momenteel hoegenaamd het geld niet voor heb, Rudi.
Waar ben ik toch mee bezig?

Ik vond het leuk om net na de release van 'Keep You Close' even met jou over dEUS te praten. Het is me opgevallen dat je je altijd heel diplomatisch opstelt wanneer je over muziek praat. Je hebt een voorkeur maar zal die nooit aan iemand opdringen. Een verkoperstrekje wellicht. Of gewoon jouw aard. 'Keep You Close' vond je goed, zonder een vergelijking te maken met hun andere werk. 'The Ideal Crash' vond je ook heel goed, toen ik zei dat ik die heel goed vind. Misschien zei je dat je 'The Ideal Crash' ook hun beste vindt, ik kan het me niet meer herinneren.

Toen ik cd's van PJ Harvey kwam kopen en zei dat ik nogal onder de indruk was van 'To Bring You My Love', zei je wél dat dat haar beste plaat is. Nu weet ik niet of ik het daarover met je eens ben. Misschien vind ik 'Is This Desire?' wel haar beste, heel rauw en opwindend. PJ's meer recente werk doet me een beetje minder, hoewel ik het nog steeds heel goed vind hoor.

Je bent zo'n verlegen man, Rudi. Klopt die indruk of ligt het aan mij? Ik heb het gevoel dat we niet lang samen aan een tafel zouden kunnen zitten. Ik word een beetje nerveus van jouw nervositeit, maar ook dat is zeker niet slecht bedoeld. Uiteindelijk weet ik ook helemaal niks over jou. Eén keer
zag ik je op café, we knikten goeiendag. Je bent zo sympathiek.

Overigens vind ik 'Keep You Close' nu ook weer niet zo heel goed. De plaat grijpt me niet bij mijn nekvel, ze blijft niet echt hangen. Zullen we het daar eens uitgebreid over hebben op een dag, Rudi? Dan kom ik je uit je winkel plukken, zetten we koers naar een gezellig terras en overlopen we onze favoriete bands. En o wee als je je dan diplomatisch durft op te stellen hoor!

Tot snel nog eens,

Ali

***

Ik heb sindsdien nog niet met Rudi op een terras gezeten en we hebben het ook niet meer over dEUS gehad.
'Keep You Close' is de op een na slechtste plaat van dEUS. Enkel 'Following Sea' is nog slechter. ('Following Sea' vind ik echt slecht, 'Keep You Close' gewoon matig.)
Tevens gaat het vandaag veel beter met mij dan op 24 november 2011


***


De Bilbo heeft nu vanachter een rommelbak met slechte cd's voor drie euro waar niemand in geïnteresseerd is. Tot mijn verbazing was nog niemand tot actie overgegaan, maar op die manier had ik zelf het grote genoegen om alle cd's van Milow naar die rommelbak te verhuizen.

En dan krijg je dit aan de kassa:
Superseut: "Meneer, verkoopt u geen cd's van Milow, oh, die kei lieve softie van een Milow die op zijn akoestische gitaar kei kei mooie brave liedjes ...maakt voor meisjes die van paardrijden houden?"
Rudi: "Jawel, wij verkopen die bagger, helaas. Te vinden - waar anders? - in de rommelbak vanachter. En in 't vervolg gaat ge voor Milow naar de Fnac, verstaan?"

Beste meneer Grunberg

Mijn naam is Ali en deze week bezocht ik in bibliotheek Tweebronnen te Leuven de tentoonstelling ‘Ich will doch nur, dass ihr mich liebt’ die volledig aan uw leven gewijd is. Het was erg fijn, ik denk dat ik langer dan een uur binnen bleef. Nadien werd ik uitgenodigd om iets in het gastenboek te schrijven, maar het leek me onzinnig om zomaar een banaal ‘Heel interessant’ neer te pennen, zonder in feite de tijd te nemen om iets langer bij de tentoonstelling stil te staan. De tentoonstelling is immers zodanig uitgebreid en overrompelend dat ik er ook nog aan bleef denken toen ik in het café van de bibliotheek ‘De oude man en de zee’ uitlas, onderwijl nippend van een chocochino. (Het was mijn eerste kennismaking met de chocochino. In het geval dat u zelf nog nooit een chocochino hebt gedronken, wil ik ‘m u van harte aanbevelen. De chocochino maakte mij erg lucide. ‘De oude man en de zee’ is overigens een aardig boekje. Ik heb een hoop bijgeleerd over visvangst.)

Ik heb verschillende van uw boeken gelezen en ben altijd geïntrigeerd geweest door uw personage. Ik zeg uw ‘personage’ omdat ik me nooit van de indruk heb kunnen ontdoen dat u zich ergens achter verschuilt. Waarachter u zich verschuilt daar heb ik vooralsnog het raden naar. Uw joodse neus maakt van u alleszins niet bij voorbaat een underdog. Wellicht bent u gewoon een heel verlegen man. Waarschijnlijk moet ik het niet verder gaan zoeken. Ook ben ik overtuigd van uw goede bedoelingen.
In de tentoonstelling las ik, en ik had het ook al eerder gelezen, dat u schrijft om te leren leven. Dat klinkt niet eens zo gek. Het is aannemelijk dat sommige mensen al doende moeten leren leven. Maar als u het zegt weet ik toch niet zeker of u het meent. Toch veronderstel ik dat u serieus was toen u die uitspraak deed. Ik denk dat u veel vaker serieus bent dan ik denk.

Ik las ‘Blauwe maandagen’ toen ik 18 was - ik ben nu 28 - en was erg onder de indruk over uw levensloop zoals u die in dat boek beschrijft. Uw levensloop was totaal anders dan de mijne, veel interessanter bovenal. Omdat een lezer niet zelden wordt getriggerd om zelf te gaan schrijven wanneer hij een goed boek leest, nam ik me voor om ook ten laatste op m’n drieëntwintigste te debuteren als romancier. Maar dat is niet gebeurd. In tegenstelling tot u ging ik wel studeren en begon ik bijvoorbeeld geen uitgeverij, en in tegenstelling tot u ging ik rond mijn twintigste niet naar de hoeren. Ik wil hiermee maar aantonen dat ik niets interessants had om over te schrijven. Daarom debuteerde ik dus niet op mijn drieëntwintigste. En succesvol was ik al evenmin op die leeftijd. Of toch. Op mijn drieëntwintigste had ik mijn eerste en enige relatie. Daar zou ik bij gelegenheid eens een hele lange tekst over moeten schrijven.

Op de tentoonstelling heb ik erg moeten lachen om uw moeder. (Als ik deze tekst kon voorlezen zou ik nu een korte stilte laten vallen, maar dat zou u om heel veel verschillende redenen natuurlijk niet kunnen appreciëren. Aan andermans moeder raakt men niet en zeker ook niet aan de uwe. Wat is dat nu ook tussen u en uw moeder? Bent u werkelijk door haar geobsedeerd of is dat ook maar een van uw Spielereien?)

De documentaire die vorig jaar over u en uw moeder gemaakt werd (tevens te zien op de expo), is erg ontroerend. Zij takelt af en wij zien haar naast u op een stoel in de tuin zitten waar u op uw Apple-computer aan een tekst werkt. Uw moeder lijkt heel erg veel van u te houden daar in die tuin. Ik las op de tentoonstelling dat zij u wel tot drie keer per dag telefoneert. Of u belt haar. Want u houdt ook heel erg veel van uw moeder. Maar in de docu is het zij die de show steelt. Ze noemt u aan de telefoon haar ezeltje en haar krullebolletje. Dat is heel erg mooi om te zien en te horen. Ze noemt u ook haar motek. ‘A person who is cute, considerate and sweet’, leert Google mij. Vreemd dat een woord met een harde klank als ‘tek’ zo’n mooie betekenis kan hebben.

Wat onthoud ik nog meer van de tentoonstelling ‘Ich will doch nur, dass ihr mich liebt’?
Dat u gepingpongd hebt op de boekvoorstelling van ‘Figuranten’. Dat u naast schrijver ook een soort bedrijfsleider bent met heus personeel in dienst. (Chauffeurs hebt u en u hebt of had iemand in dienst om uw faxen te ordenen.) Met uw personeel, stagiairs inbegrepen, doet u sinds enkele jaren ook teambuildingactiviteiten.
Om uw veertigste verjaardag te vieren vroeg u aan een aantal mensen om u te vergezellen naar een klein stadje in Argentinië. Zij betaalden de vliegtickets, u het hotel. Deze mensen spelen een rol in uw leven, las ik, maar die woorden kwamen niet rechtstreeks uit uw mond. Op de expo zegt een van die mensen in een tekstballonnetje dat hij uw beste vriend is. Een andere man zegt dat u geen vrienden hebt. Wie gaat nu helemaal naar Argentinië om de verjaardag te vieren van iemand met wie hij niet bevriend is? Ik vrees dat het dergelijke details uit uw leven zijn die er voor zorgen dat ik u nooit een hele interessante man zal vinden. Maar dat is verder niet belangrijk.

Ik hou van uw werk en dat is wat telt. Uw boeken (vooral uw eerste boeken, t.e.m. ‘De joodse Messias’) oefen(d)en - ik heb ze jaren geleden gelezen - een onbestemde kracht op mij uit. Het is daarom dat ik nu een Wordbestand kan openen met de naam ‘Arnon Grunberg.doc’ waarin ik destijds enkele leuke passages uit ‘Blauwe maandagen’ en ‘Figuranten’ heb genoteerd. Zo is er deze uit
‘Figuranten’ die ik nog steeds heel grappig vind:

‘Meneer Frohlich had een rol voor me. In een grote Nederlandse speelfilm. Ik moest iemand spelen die de trap af werd gegooid. Mijn tekst bestond uit de woorden : ‘sodeju hé.’ Hoe het kwam dat iemand die de trap af werd gegooid in zijn val de woorden ‘sodeju hé’ uitsprak was mij een raadsel. Maar gelukkig hoefde ik daar niet over na te denken. Het moest allemaal heel snel gebeuren, een paar dagen nadat we terug waren uit Parijs. “Je kan het, lieveling”, had meneer Frohlich gezegd, “ik voel dat je het kan.”’

Zo. Als motivatie om uw tentoonstelling te bezoeken moeten deze regels volstaan.
Ik zal mijn ijverige best doen om andere mensen warm te maken voor de tentoonstelling, maar in mijn nabije omgeving wordt er niet zo heel veel gelezen. (Ik wilde daar nog ‘helaas’ aan toevoegen, maar ik wil niemand het gevoel geven dat hij of zij veel moet lezen om mijn vriend te mogen zijn.) Toch zal ik zeker nog vrienden en kennissen zover krijgen dat ze de tentoonstelling gaan bezoeken. Voor twee euro kunt ge immers niet sukkelen, zoals wij dat hier zeggen.

Met grondige groeten

Ali

P.S.: ‘De geschiedenis van mijn kaalheid’ dat u schreef onder het pseudoniem Marek Van der Jagt vond ik uw enige stomvervelende boek. Het was na dat boek dat ik beslist heb om enkele jaren niets meer van u te lezen.

P.P.S.: Probeer de chocochino. U zal voortaan altijd in mijn gedachten zijn als ik een chocochino drink.