We kijken naar een concertopname van Foo Fighters ten tijde van hun eerste plaat, 1995. Dave Grohl is een schriele, weinig charismatische frontman, het geluid van de groep is oerend hard, het publiek is jong en wild.
E. en ik zijn fans van dit groepje, maar wel elk op onze manier. E. onvoorwaardelijk, ik kritisch. Ik moet opletten met wat ik zeg over Grohl, E. heeft zijn weerwoord klaar. "Hij is te leeg, in feite, te Amerikaans," zeg ik. "Hij is echt een vakman, een gepassioneerde muzikant," bijt E. terug. Het kan ons eigenlijk niets schelen wat we precies bediscussiëren. Het is een mentaliteitsverschil en we kennen het van elkaar.
Over het Laatste Show-interview van Mark Uytterhoeven met Dave Grohl van enkele jaren geleden, gaat het net zo. "Uytterhoeven had zich beter moeten voorbereiden," zegt E., die vindt dat de host maar weinig van zijn gast leek te weten. "90% van de kijkers weet niet eens wie Grohl is," geef ik hem lik op stuk.
Waarom ik in deze tegengas moet geven en de contrastem moet vertolken, vraag ik me af. Omdat ik Dave Grohl ondanks enkele fijne jeugdherinneringen lang niet de tijdloze held vind die E. er vanuit een voor mij te evidentie adoratie van maakt. In de Laatste Show zag ik destijds vooral een behoorlijk cliché Amerikaan, en blijkbaar blies dat persoonlijke feit de "rockheld" toen enigszins van zijn sokkel.
Gelukkig zijn E. en ik het er beiden over eens dat de laatste cd van Foo Fighters een behoorlijke draak is. Die cd is een gezinspakket en die groep is een bedrijf, zijn we het ongeveer eens. E. vindt de piano in "Home" nog wel van lef getuigen, terwijl ik die compleet rubbish vind, maar zolang we het samen blijven beleven en zolang we erover blijven zeuren maakt het niet uit wat er precies gezegd wordt. We zijn er zoet mee, onder ons.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten