Nee, ik ben niet nieuw in deze studentenstad, en nee, ik moet niet alles nog leren kennen, maar ja, ik zit eenzaam op mijn kamertje, of toch eenzaam genoeg naar mijn aanvoelen om het woord van stal te halen.
Het huis tegenover het mijne wordt sinds dit jaar door studenten bewoond. Vanavond geven ze een house warming party. Wanneer ik naar buiten ga, loop ik twee mensen tegen het lijf. Of het hier is, dat feestje, vragen ze. "Was het maar waar" antwoord ik hen onomwonden, en er rest mij enkel hen veel plezier te wensen terwijl ikzelf uit verveling voor een blokje om ga. Demoraliserend.
Ik kan hallo gaan zeggen, ik weet het. Misschien doe ik het ook wel. Maar samen met mij merkt u ook op dat het allemaal veel te weinig spontaan zal gaan dan. En dat houdt me tegen. Hallo zeggen moet spontaan gebeuren. Op een leuke manier. Ik wil dan niet die eenzame, cynische jongen van tegenover zijn. Nee, dan blijf ik liever weg.
Een beetje gaan lezen op café, denk ik. Maar ik wil mensen zien, praten en vriendschappen sluiten. Wanneer lukt me dat nog eens, het is tijden geleden. Ik ben geen vrienden kwijtgespeeld, in die tijd, maar ik wil er nieuwe. Om hallo tegen te zeggen als ik er zin in heb. Om te zeggen dat Dostojevski een meester is en dat ik helemaal niks begrijp van die crisis met Fortis en Dexia. Of een van hen me dat eens kan uitleggen. Ze studeren tenslotte toch economie, of iets dergelijks.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hallo, Alexander, hoe gaat t ermee? :)
Een reactie posten