vrijdag 2 juli 2010

Bonanza

De tijd gaat snel, neem nu dit voorbeeld: de eerste Bonanza, het "nieuwe fijn weekblad van Woestijnvis", verscheen alweer op 22 januari 2001. Dat is een eeuwigheid, dat is van voor 9/11 en dan klinkt álles heel lang geleden. Wie kan zich nog de tijd herinneren voor 9/11? Ik nauwelijks. In januari 2001 vierde ik mijn veertiende verjaardag en zat ik in het tweede middelbaar, het hatelijkste jaar uit mijn hele 'schoolloopbaan', maar meer dan een vage indruk hou ik daar negen jaar later niet meer aan over.

Bonanza dus, een "nieuw fijn weekblad van Woestijnvis". Was Woestijn vis toen al zo'n Onaantastbaar Instituut? Het verbaast me en het verbaast me niet. Woestijnvis is misschien wel nooit een bescheiden clubje underdogs geweest, hoe graag ze dat imago ook cultive(e)r(d)en. Neem Tom Lenaerts, een man met een ego die zich volgens mij laat bijstaan door een 'imagocoach' of iets dergelijks.

"Nieuw fijn weekblad". Wat een stomme bewoording. Dat ostentatieve understatement. Als Woestijnvis iets aanraakt, zich ergens aan zet, verandert het in goud, die sfeer. Een beetje dikkenekkerig. Schrijf dan gewoon "de nieuwe bijbel der weekbladen" of "beter dan Humo". Neen: "fijn". Jukkie.

Natuurlijk begin ik niet zomaar out of the blue over Bonanza, dat als ik het goed heb slechts eenendertig keer verscheen, omdat het niet, zoals verhoopt, het Humo-publiek kon inpikken. Als het ware geen N-VA vs. CD&V-verhaal zoals bij de laatste verkiezingen. Ik begin over Bonanza omdat ik gisteren het eerste nummer van dat blad heb gekocht. U zegt "huh?" en ik dacht precies hetzelfde toen ik het in de spotgoedkope tweedehandswinkel Spit zag liggen. In Spit verkopen ze hemden aan vijf euro (ik koop daar mijn hemden), broeken aan dezelfde prijs, salons, stoelen, speelgoed, maar ook een aantal cd's, magazines en boeken, daar schijnbaar kwansuis neergelegd door een intellectuele passant. Mijn exemplaar van Bonanza kostte me vijftig cent en voor dezelfde prijs kocht ik de eerste Poëziekrant van de jaargang 2009. Het heeft een torenhoog je ne sais quoi-gehalte, maar voor de aanschaf van die Poëziekrant kan ik een extra reden aandragen: mijn nonkel is daarvan de eindredacteur.

Tom Lenaerts en Bart De Pauw - toen nog de beste vrienden - staan naakt op die Bonanza, geflankeerd door Joyce De Troch in maatpak. Joyce De Troch? 2001 is écht wel lang geleden. Ik denk niet dat ik 'm zal lezen die Bonanza, ik ben er zeker van. Ik zal 'm doorbladeren en hier en daar zal ik ergens mijn oog op laten vallen. "Nieuw fijn" ten spijt. We zijn negen jaar verder en ik heb andere nieuwe fijne dingen te doen.

1 opmerking:

Aïda zei

Ik heb hier nog alle jaargangen (drie?) van MaoMagazine, later Deng (wathoe?!) en van Teek - het luis in de pels gevoel! - filmmagazine liggen.
Dat waren nog eens tijden. Van fijne weekbladen en zorgeloze zomers.
Alhoewel.