Eerlijk gezegd zou ik hier, wegens te deprimerend, geen aandacht aan willen besteden (en er is niemand die mij verplicht om dat wél te doen), maar ik kan het ook niet negeren: uit De Standaard van zaterdag 3 februari leer ik dat de N-VA al negen keer een prijs heeft uitgereikt, de Ebbenhouten Spoor, aan een ‘verdienstelijke nieuwe Vlaming’ - en over die verdienstelijke nieuwe Vlaming valt wel wat te vertellen dat het vertellen waard is.
Negen keer werd de prijs al uitgereikt, waarvan drie keer aan een nieuwe Vlaming met Iraanse roots. Geen toeval, zo zal blijken. De door N-VA geprezen Iraniërs zijn respectievelijk gelaatschirurg, sommelier en tandheelkundige van beroep en zij heten een voorbeeld van integratie te zijn.
Als het niet om te blèten was, dan was het om te lachen.
Herhaal samen met mij: gelaatschirurg, sommelier en tandheelkundige. Ja, dít zijn overduidelijk de vluchtelingen die hier opnieuw van nul begonnen zijn. Het gaat in deze gevallen om hoogopgeleide mensen die opgegroeid zijn in een westers georiënteerd Iran (vóór dat land tegen de wil van veel burgers in een oerconservatieve theocratie veranderde). Net zoals dat voor veel Iraanse vluchtelingen geldt, gaat het ook bij de Ebbenhouten Spoorwinnaars om mensen met een hoge sociale status (er wordt zelfs gesproken van een ‘elite-emigratie’ vanuit Iran) die gevlucht zijn voor die theocratie in de veronderstelling dat ze nooit meer naar hun land van oorsprong zullen terugkeren (en die daar blijkbaar vrede mee hebben). Niet geheel toevallig gaat het ook om mensen die de hoofddoek hebben ervaren als een onderdrukkingsmiddel, omdat het dragen van een hoofddoek helemaal niet courant was in het Iran van de Sjah, terwijl het na de revolutie tot ongenoegen van velen werd verplicht.
Hoogopgeleid, westersgezind en niet van plan om terug te keren. Ja, onder die condities kan ik ook behoorlijk integreren. Ik moet als ik dit soort dingen lees spontaan denken aan Philemon, een twintigjarige jongen uit Eritrea die ik heb leren kennen toen ik nog begeleider was bij een praatgroep Nederlands voor anderstaligen. Philemon zal nooit de Ebbenhouten Spoor - wat een pompeuze naam.. - in ontvangst mogen nemen, want hij is zeer laag of helemaal niet geschoold, kan met moeite lezen (en bijgevolg slechts heel moeilijk Nederlands leren) en was in zijn land van oorsprong een.. koeherder. Geen gelaatschirurg dus maar een koeherder.
Philemon leefde in Eritrea al enkele jaren voornamelijk op straat, heeft familieleden verloren, is op één of andere manier in België beland en heeft last van post-traumatische stress (waardoor hij zich bijvoorbeeld moeilijk kan concentreren). Soms kom ik hem tegen in de stad en hij ziet er met zijn gebogen schouders niet bepaald gelukkig uit. Hij heeft geen werk, geen familie, begrijpt onze samenleving niet en het begint hem te dagen dat hij hier maar heel moeilijk aan de bak zal komen en dat zijn toekomst hier er geen is van melk en honing. Want hebben wij als westerse samenleving nood aan een half-analfabete vluchteling met ‘koeherderskills’? Nee, hé? Overigens zou Philemon meteen naar Eritrea terugkeren, mocht hij kunnen. Niet zoals die elitaire Iraniërs dus, die het hier prima naar hun zin hebben in hun mooie woning.
Urgh. N-VA’ertjes toch. Ik kan me hier echt boos over maken. Onder het mom ‘namen alle nieuwe Vlamingen maar een voorbeeld aan deze verdienstelijke Iraniërs’ reiken ze prijzen uit en gooien ze in hun discours met veel plezier alles op een hoop. Dat de ongeschoolde koeherder uit Eritrea hier echter zijn draai niet vindt, kan je hem, geloof ik, maar moeilijk kwalijk nemen. Dat hij hier ergens in een weinig hygiënisch kruipkot woont, weten we als Vlaming liever niet. Maar als zijn integratie niet goed verloopt, dan zijn we er wél als de kippen bij om daar opmerkingen over te maken. Fucking hell. Die jongen had nog nooit van België gehoord voor hij hier terecht kwam. Nu houdt hij zich staande door de structuur die het Centrum voor Basiseducatie hem biedt en door samen te hokken met andere Eritreeërs. Ik weet niet of hij psychologische begeleiding krijgt, maar die heeft hij alvast nodig om hier te kunnen (proberen te) integreren. Want oh ja, dat vergeten we ook zo graag: dat bijna alle vluchtelingen psychisch lijden. Zelf zitten we omwille van onze ‘first world problems’ massaal aan de angstremmers, maar een vluchteling moet al zijn zorgen van zich afzetten zodra hij hier als een prins wordt onthaald met bad, bed en brood. Ik moet er gewoon van kotsen.
‘Als je maar genoeg je best doet, kan je probleemloos integreren in onze maatschappij.’ ‘Het hangt van jou af, niet van ons.’ Nee dus. Ik begrijp heel goed dat onze instellingen niet weten wat te doen met een koeherder (onze eigen laaggeschoolde jongeren komen al zo moeilijk aan een job - kijk maar naar de ‘derde generatie’ in Brussel), maar om dan vluchtelingen met een universitair diploma (je zou hen halve expats kunnen noemen) op een pied de stal te zetten, om hen voor te stellen als voorbeelden van inburgering, dat vind ik gewoon degoutant.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten