zaterdag 22 oktober 2011

En ga weer zonder weerga

Hé J.,

Ik heb je dit al lang eens willen zeggen. Dat ik benieuwd ben om te weten wie je écht bent. Nu heb ik daarover enkel een persoonlijke, gekleurde indruk die wellicht te negatief uitvalt. Op je blog, die ik nog niet zo heel lang geleden ontdekt heb, vind ik je echter weergaloos. Ik had wel verwacht dat er iets in je zat waardoor ik je zou waarderen, maar dat het hilarische teksten, brieven, zouden zijn op een blog, nee, dat had ik niet zien aankomen.

Jij kan verdomd goed schrijven. Dat was me in onze krant, die ik eerlijkheidshalve amper lees, nog nooit zo opgevallen. Kranten lenen zich daar ook minder toe moet gezegd, maar die blog.. Weergaloos werkelijk. Het is, geloof ik, van mijn kennismaking met Onderhond geleden dat ik nog eens in de archieven van andermans blog gedoken ben. Soms duik ik nog eens in mijn eigen archieven en dan stel ik meestal vast dat ik tevreden ben over wat ik twee à drie jaar geleden zoal schreef. Ik had mijn stijl toen al wel gevonden en af en toe had ik een lezer die een thumb up deed. Door onregelmatig te bloggen ben ik, geloof ik, mijn lezers weer kwijtgeraakt. Maar dat alles volledig terzijde. Ik wil maar zeggen dat wijlen Onderhond en jij meer continuïteit aan de dag kunnen leggen én al van meet af aan erg leuke stukjes postten.

Onlangs schreef ik in een reactie na het lezen van vier of vijf van je brieven dat je de grappigste blog onderhoudt, die ik ken. Dat was welgemeend en ik vond het nodig dat je dat wist. Je bedankte mij in je antwoord. Graag gedaan, J.. Je bent echt goed. Een zeer entertainende schrijver. En ja, natuurlijk zegt die blog ook iets over jou. Dat je nogal wat situaties complex vindt enzo. Maar dat kan jij zelf beter uitleggen natuurlijk. Zelf blog ik voor het applaus en de bloemen. En als ik dan ook nog eens ontdek dat ik verdomd graag schrijf, dan is dat verdomd mooi meegenomen. Want shit ik schrijf graag. Hoe de zinnetjes eruit rollen, daar kan ik van genieten. Maar wat zit ik die hele brief eigenlijk voortdurend op mezelf te betrekken?

Misschien vanwege mijn aandachtszucht enerzijds, en omdat ik bang ben om me echt tot jou te richten anderzijds. 't Is weer die eeuwige en godgeklaagde onzekerheidsvermijding waar ik nog zo tegen ten strijde trek. We zijn allebei nogal terughoudend om het ijs te breken, denk ik. Bij mij gaat er, moet ik eerlijk zijn, zelfs een soort weerspannigheid vanuit terwijl ik het eigenlijk tòch wil. ("Het is het een of het ander," hoor ik een willekeurig iemand debiteren.) Maar als ik dan zeg dat ik het wil, vind ik dat toch ook weer overdreven. Ik zou mijn teen wel in het zwembad willen steken, maar in het water springen hoeft niet.

En jij? Ik ga niks over jou zeggen. Ik ga niet gissen en raden en vermoedens uiten. Maar het benieuwt me wel een beetje. Ook niet heel veel, maar wel net genoeg om er bij stil te staan. Heb jij een mening over mij waaraan je uiting zou willen geven? Iets zegt me dat je daar geen nood aan hebt.

Alleszins het allerbeste en misschien tot binnenkort,
en in de tussentijd geschifte brieven blijven schrijven hé,

Ali

Geen opmerkingen: