zaterdag 8 oktober 2011

Le prix citron me plaît

(Vandaag heb ik het over een tennisser. Misschien kan u eerst dit filmpje bekijken, of maar enkele seconden ervan. Dan bent u beter mee, als u wilt.)

Enkele seconden zijn al genoeg: hij is weergaloos. Zijn nonchalance, al dan niet gespeeld, onderscheidt hem van de rest. Hij heeft bakken talent, Marcelo Rios. Le prix citron van het peloton. Een week of zes achteloos op nummer één. In 1998 toen hij zin had en de tijd nam om enkele tornooien te winnen. Ze haatten hem daarom.

Het is smullen van die ogenschijnlijk timide blik die net zo goed voor arrogant kan doorgaan. Hij is geen crowdpleaser zelfs al heeft zijn speelstijl alles mee. Hij is een understatement als persoon. Niet zo'n drukte, mensen, ik ben geniaal maar daarom hoeft u niet zo'n kabaal te maken. Wanneer is het hier gedaan, zie je hem denken. Ze haatten hem daarom. Opponenten en tennisliefhebbers. Zijn onconventionele gedrag werd niet geapprecieerd, kon hij niet gewoon doen? Hij gaf kleine jongetjes geen handtekening, hij zocht geen contact met spelers of publiek. Hem ging het om de geniale dropshots, maar het publiek wilde meer. Stom publiek.

Deze drievoudige winnaar van de Prix citron - een 'prijs' voor de meest onsympathieke tennisser - bracht rock'n'roll op de baan. Als ik hem op YouTube bezig zie, straal ik, ben ik helemaal mee. Straffer nog: ik krijg kippenvel, heimwee. Er zijn geen coole tennissers meer. Ze zijn zo netjes allemaal. Ongelooflijk goed, maar zo lief. Wie krijgt de Prix citron? Ook mis ik een type als Marat Safin. Nog zo'n genie. Daarvoor zou ik 's nachts zijn opgestaan, bij wijze van spreken. Hoe hij ooit een challenge aanvroeg voor een bal die dertig centimeter uit was. Smullen. Zijn tegenstander, Federer, wist niet wat er gebeurde. Helaas verloor Safin kansloos.

Marcelo Rios durfde de tegenstand belachelijk te maken. Ze haatten hem daarom. Maar wat hij deed was ongezien en nooit zal iemand zoiets nog doen. Alleen Marcelo kon dat. Hij was de citroen, hij kon doen wat hij wou.

Hij schoffeerde journalisten, zei dat ze stomme vragen stelden. Hij kneep zijn vrouwelijke collega's in de billen tijdens het aanschuiven in de spelerscafetaria. Hij veroorzaakte een auto-ongeluk, sloeg zijn vrouw en las wenend voor de camera een brief voor waarin hij bij haar om vergiffenis vroeg. Wat een geweldige Chileen.

En omdat hij was wie hij was, de citroen, de eikel, stopte hij op zijn 27. 27, jawel, hij had er genoeg van. Hij had ook blessures, maar toch. Geen zin meer. Mààr tennis. Whatever. Nummer één gestaan, zes weken. Bewezen wie hij was, wat hij kon. Wie had daar nog een antwoord op?

Intussen krijgt deze tekst het air van een rest in peace, wat het absoluut niet is, al sluit ik niet uit dat meneer Rios as we speak een dodelijke cocktail van drugs en slaappillen in zijn lichaam ramt. Nee, dit is een lofzang op de rebellie, op het lef om anders te zijn. Dit is de opwinding om het nonchalante genie, de adrenalinestoot om de supergetalenteerde je m'en foutist.

Geen opmerkingen: