Het was natuurlijk te voorspellen dat de motor zou gaan sputteren nadat die ene man had gezegd dat het toch zo zonde is dat ik het voor twee man en een paardenkop doe. Sommige teksten zijn immers goed genoeg om een breder publiek te kunnen plezieren, zegt hij, en ik ben het daarmee eens. Maar, wat moet een mens daarmee? En hoe pakt een mens dat aan? Return on investment, enkele virtuele schouderklopjes, enzovoort - wat heb ik daaraan, wat haal ik daar voor mezelf uit?
Natuurlijk hoopt een mens dat hij op een of andere manier een zeker publiek zal bereiken wanneer hij een werkstuk heeft afgeleverd dat er zijn mag. Wanneer je lang (dat is natuurlijk in elke context anders) aan iets hebt gewerkt, hoop je op een bepaalde respons. Wanneer die respons er niet komt - niet, als in: er komt letterlijk niks - dan is dat ontegenzeglijk ontgoochelend. Maar anderzijds, als die respons er wel komt, wat moet een mens daar dan mee?
Als ik daarover nadenk moet ik al gauw aan Lize Spit denken. Zij had al enige bekendheid omdat ze een kortverhalenwedstrijd had gewonnen, en ja, er waren zelfs hoge verwachtingen over haar debuutroman. ‘Het smelt’ schoot vervolgens helemaal door het dak en werd de literaire hype van 2016. In één klap werd Lize Spit een van Vlaanderens meest bekende auteurs en zat ze elke avond van de week wel ergens op een lezing in een boerengat ergens te lande. Maar doet Lize Spit dat graag? Houdt ze ervan om altijd dezelfde praatjes te moeten herhalen? Droomde ze van bekendheid terwijl ze ‘Het smelt’ zat te schrijven? Was het haar ook dáár om te doen? Wat als haar boek geen succes was geworden? Is Lize Spit nu gelukkiger dan voor ze bekend werd?
Ik ben constant op zoek naar geluk. Schrijven maakt mij bij tijd en wijle gelukkig, daarom doe ik het. Trachten naam te maken als schrijver heb ik nog nooit actief geprobeerd en het idee staat me enorm tegen. Ik ben niet bevlogen zoals Maarten Inghels of even serieus als ambitieus als Yves Petry. Ik heb nooit een kortverhaal gepubliceerd in een literair magazine noch heb ik deelgenomen aan een schrijfwedstrijd. Ik zou er nú voor moeten gaan, zei die ene man mij. Nu, nu ik er nog de tijd voor heb, nu, nu ik nog jong ben en nog geen gezin heb. Maar ik voel hem niet, de drang. Ik voel niet zoiets. Ik verlang er enkel naar om vrede te hebben met mezelf. Ik merk hoe dat nog steeds niet lukt en hoe ik daar iets aan wil doen. Schrijven is daarbij een middel en meer ook niet.
Als ik daarover nadenk moet ik al gauw aan Lize Spit denken. Zij had al enige bekendheid omdat ze een kortverhalenwedstrijd had gewonnen, en ja, er waren zelfs hoge verwachtingen over haar debuutroman. ‘Het smelt’ schoot vervolgens helemaal door het dak en werd de literaire hype van 2016. In één klap werd Lize Spit een van Vlaanderens meest bekende auteurs en zat ze elke avond van de week wel ergens op een lezing in een boerengat ergens te lande. Maar doet Lize Spit dat graag? Houdt ze ervan om altijd dezelfde praatjes te moeten herhalen? Droomde ze van bekendheid terwijl ze ‘Het smelt’ zat te schrijven? Was het haar ook dáár om te doen? Wat als haar boek geen succes was geworden? Is Lize Spit nu gelukkiger dan voor ze bekend werd?
Ik ben constant op zoek naar geluk. Schrijven maakt mij bij tijd en wijle gelukkig, daarom doe ik het. Trachten naam te maken als schrijver heb ik nog nooit actief geprobeerd en het idee staat me enorm tegen. Ik ben niet bevlogen zoals Maarten Inghels of even serieus als ambitieus als Yves Petry. Ik heb nooit een kortverhaal gepubliceerd in een literair magazine noch heb ik deelgenomen aan een schrijfwedstrijd. Ik zou er nú voor moeten gaan, zei die ene man mij. Nu, nu ik er nog de tijd voor heb, nu, nu ik nog jong ben en nog geen gezin heb. Maar ik voel hem niet, de drang. Ik voel niet zoiets. Ik verlang er enkel naar om vrede te hebben met mezelf. Ik merk hoe dat nog steeds niet lukt en hoe ik daar iets aan wil doen. Schrijven is daarbij een middel en meer ook niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten