dinsdag 16 november 2010

Amsterdam

Oké, ik verkas naar Amsterdam. Zonder energie, zonder mama, zomaar met de kop vooruit. Ze hebben me gezegd het te doen, mijn vrienden globetrotters. Ze hebben gezegd dat het me zal verrijken, eens op een ander gaan. Het hoefde niet Amsterdam te zijn, dat suggereerden ze enkel om me te sussen. Het hoeft niet ver weg te zijn, jongen, blijf gerust in je taalgebied, maar laat dat kleine stadje nu eens achter je. Je zal fris terugkeren en met een andere drive.

Ze hebben allemaal opgemerkt dat de fut eruit is. Ze weten dat ik dromen heb waarvan ik onderhand wel weet dat ze me niet zullen komen aanwaaien. Ze zien me hangen en zagen. Ik zeg hen dat ik maar wat hang en zaag, ze knikken instemmend. Ik zeg dat ik het gevoel heb zomaar pardoes een nozempje te worden dat op geen enkele manier het verschil maakt en te futloos is om potten te breken. Ze knikken instemmend en zeggen dat ik mijn vleugels moet uitslaan, net zoals zij dat hebben gedaan, ooit.

Waarom weet ik op het moment zelf al dat ik mijn vleugels níét zal uitslaan? Omdat ik denk dat ik niet naar een andere plek moet gaan om dat te doen. Nog elke morgen sta ik op met de illusie dat ik 'vandaag' mijn vleugels zal uitslaan. Tijdens en na het ochtendlijke joggen, geloof ik daar ook nog in. Na het ontbijt al iets minder.

Ik voel me niet betrokken, vrienden. Helemaal alleen voor mezelf met helemaal niks concreets in het verschiet, doe ik het niet. Het zal aan mij liggen, maar er is geen hond die me een tik op mijn gat geeft: "Hier laat ik je los, Tim. Van hieraf moet je gaan. Met vallen en opstaan." Niemand heeft me ooit zoiets toegefluisterd, niemand heeft me ooit gezegd dat ik ergens concreet voor moest gaan, als in, een droom realiseren 'nu het nog kan'. Omdat we met z'n allen weten dat al dat gedroom slechts mooipraterij voor flauweriken is. Uiteindelijk dringen reële dingen als geld en wonen zich op. Uiteindelijk word je een verlepte tulp in een bestofte vaas.

Dus, jongens en meisjes, is er misschien toch nog iemand die deze jongen weet wonen? Hebben jullie mijn telefoonnummer of draait de wereld door zonder mij? Die kans zit er wel in, hé. Laten we elkaar opnieuw ontdekken als afwassers in een Amsterdams restaurant. Laten we jong zijn, heel veel leren en fris thuiskomen. Zullen we vanavond Farmville spelen op Facebook of zullen we met Costa Ricanen over de sterren praten?

Voor je het weet is alles voorbij. Ik had al bij al meer met mijn leven kunnen doen. Denk ik.

Geen opmerkingen: