maandag 13 december 2010

()

Waarom zijn we met ontelbaren op deze groene weide samengekomen? In één nacht is mijn haar ruim dertig centimeter gegroeid, het hangt tot op mijn rug. Ik draag een lang wit slaapkleed waarvan ik niet wist dat ik het bezat en ik heb er geen idee van hoe mijn lichaam erin is beland. Ik heb baardgroei, voor het eerst in mijn leven.

Wat is er met mijn leven gebeurd? Dit is niet mijn leven van gisteren. Is dit het leven dat ik voortaan zal leiden? Is het leven waaraan ik gisteren nog leed voorbij? Is dit nog leven?

Ik voel mijn benen niet meer. Ik voel mijn gewrichten niet meer. Ik voel mijn nek niet meer. Ik draai mijn hoofd driehonderdzestig graden zonder mijn lichaam te bewegen. Er is geen horizon. Misschien zijn we aan de rand van de wereld beland. Misschien is de aarde - is dit nog de aarde? - plat.

(Staat de wereld gelijk aan de aarde? De wereld is de optelsom van alle objecten en subjecten (planten, dieren en mensen), stoffen en abstracties die zich op de aarde bevinden, plus de kosmos waarin dat alles zich bevindt. De wereld is een abstract bedenksel van de mens. De aarde is slechts de benaming voor de bal, de planeet, die ontstond na de oerknal, de benaming voor de substanties die initieel op die bal aanwezig waren en/of nog steeds zijn en in de eerste plaats dan de feitelijke aarde waarin men zaait en waaruit men oogst. De aarde die ons zaaide en waarvan wij de oogst zijn. De aarde is een feitelijk gegeven.)

Hoe slagen we erin om met honderden slechts een zacht gezoem voort te brengen? Waar is het klaslokaal vol lawaai? Wat is het klaslokaal? Waar dacht ik aan? Ik had een droom, ik ben hem vergeten. Ik ben alles vergeten wat ik tot voor vandaag heb gekend. Voor vandaag? Vandaag? Ik?

Ik is weg. Hij denkt niet meer in ik. Hij denkt niet meer. Hij denkt niet. Laat staan dat hij nog droomt. Vandaag is een woord uit een parallel universum. Kijk, hij graast, hij had een impuls.

Nu slaapt hij. Hij is iedereen geweest op deze wei. Iedereen slaapt nu. Alles - wat dat ook moge zijn - is voorbij.

Hij is weg nu. Alles is weg. Hij, zij. De wei. Wij.

()

.

Geen opmerkingen: