donderdag 16 december 2010

Chocoladepuddinkje

Ik ben dat chocoladepuddinkje vergeten op te eten..

Mijn moeder had het klaargezet als dessert maar ik had het weer in de frigo gezet omdat het anders niet meer koud zou zijn nadat ik mijn pizza opgesmikkeld had. Dus ik at rustig die pizza en daarna ging ik tv kijken. Om half acht ging ik mijn tandjes poetsen want ik werd om kwart voor acht bij de tandarts verwacht.

De tandarts zei dat ze erover nadenkt om een Smartphone te kopen. Als ze tijdens het weekend aan zee is, vindt ze het zo vervelend om telkens weer haar laptop te moeten meezeulen, enkel en alleen om toegang te hebben tot internet. Een Smartphone zou een ideale tussenoplossing zijn. Bellen en surfen in één. Maar hoewel ik een kind van de internetgeneratie ben, kon ik haar geen advies geven over de Smartphone of dergelijke. Omdat ik niks van die dingen ken, maar ook omdat ik mijn mond nóg iets verder moest opentrekken, terwijl zij met buisjes en instrumenten in de weer was, zodat het praten mij volstrekt onmogelijk werd gemaakt. Al die tijd had ik helemaal niet meer aan dat chocoladepuddinkje gedacht..

De tandarts noemde Colgate bucht. Het feit dat ik een beetje last heb van mijn kiezen en dat ik die poets met voornoemde tandpasta, was daarvoor het beste bewijs. Ze gaf mij een staaltje Sensodyne mee - "altijd Sensodyne gebruiken!" - en zei dat het mijn Kerstcadeau was. Ik betaalde haar blijmoedig de volle 51,70 euro in het besef dat mijn moeder deze grotendeels zal terugtrekken. Wat is de sociale zekerheid een goed systeem.

(Mag ik trouwens opmerken dat je het tandpastamerk Elgydium moet mijden als de pest. Eén keer heb ik dat gebruikt en de nasmaak die dat achterliet wens ik zelfs mijn ergste bla bla..)

Ik ging naar huis, keek wat tv of iets dergelijks, en liep naar de bus toen mijn horloge daarom vroeg. Al die tijd was ik vergeten om nog aan dat chocoladepuddinkje te denken.. En ik vind dat erg..

Dat chocoladepuddinkje is verloren, lieve mensen. Mijn moeder lust het niet en de houdbaarheidsdatum is verstreken. Staat het nog in de frigo, ligt het al in de vuilbak? Ik word zo droef als ik er nog maar aan denk. En niet omdat er in Afrika honger geleden wordt, nee. Helaas misschien. Nee, ik word daar droef van omdat ik dat chocoladepuddinkje echt wel graag had willen opeten, omdat ik het mijn volle aandacht had willen gunnen, omdat ik het helemaal naar waarde wilde schatten en het met tong en lippen de hemel in wilde prijzen om het daarna nog helemaal schoon te likken.

En dat alles is nu niet gebeurd. Ik heb genoeg tijd om daar ergens in mijn achterhoofd werkelijk een beetje droef om te zijn. Letterlijk heb ik zelfs zóveel tijd dat ik op één dag honderd zulke puddinkjes zou kunnen opeten. En dat ik dan vergeet om dat ene puddinkje dat in de aanbieding was op te eten, dat steekt. Het contrast is te groot.

Maar veel meer nog dan het voorgaande vind ik het erg dat mijn moeder die zo vreselijk goed voor mij zorgt, het voor mijn neus neerzette en dat ik het onnadenkend weer wegzette. De toewijding van mijn moeder en mijn eigen nonchalance komen hier kletterend in botsing. En dat raakt mij diep.

Het kadert, denk ik, allemaal in een groter geheel van oprukkende sentimentaliteit. Daarover schrijf ik misschien ook nog wel eens.

Geen opmerkingen: