zondag 12 december 2010

Caroline

Hoe kon je in godsnaam raden dat ik een steenbok ben, Caroline? Of nee, je hebt dat niet geraden, ik had je gezegd wanneer ik jarig ben en toen zei je dat ik dan wel een waterman moest zijn. Maar ik ben een steenbok en toen zei je dat je dat wel aan mij kon zien. Ik vroeg waaraan je dat kon zien maar een diepgaande analyse zat er niet meer in, daarvoor was het al te laat. Je zei dat steenbokken niet van hun lijn afwijken en dat je aan mij kon merken dat ik niet van mijn lijn afwijk. Dat vond ik wel fijn om te horen.

Jij bent een schorpioen en met schorpioenen moet je opletten. Ik zou nooit geraden hebben dat je een schorpioen bent, daarvoor kennen we elkaar niet goed genoeg. Je vertelde over tweelingen, kreeften en je zus die een weegschaal is. Daarom kom je niet met haar overeen, zei je. Je ascendant is ram en ik maakte daar een stom grapje over dat ik me gelukkig niet meer herinner.

Hoe kon je in godsnaam raden dat ik Freinetonderwijs heb gevolgd, Caroline? Daar was ik wel van onder de indruk. Je zei het geheel out of the blue alsof je me in een oogopslag had doorgelicht. Je hebt readaptatiewetenschappen gestudeerd en louter op basis daarvan raadde je dat ik in de lagere school Freinetonderwijs heb gevolgd. Ik vroeg waarop je je baseerde. Ik drong aan. Je hulde je in mysterie. En toen zei je dat ik vrijer sprak dan anderen, dat ik meer mezelf durfde zijn en minder compromissen maak. Ik was verheugd, al dan niet terecht. Als iedereen dat aan me kan zien, komt alles goed. Welja. Je hebt natuurlijk gestudeerd om dat aan mij te kunnen zien en de anderen niet.

We hadden het over jonge twintigers die in Ikea kastjes kopen met namen als Karsten of Norman. Daar moesten we om lachen. Ik zei dat ik zat was maar niet van de drank. Wel van de rode spots en het kot in de nacht. Jij was ook niet zat want je kon nog fietsen.

Tot in februari misschien. Dan komt er een buikdanseres. Eerst goed blokken voor je examens. Ik zal mij in de tussentijd toeleggen op de astrologie en op mijn Franse vocabulaire. Ik moet de namen van de bomen en de bloemen kennen, zo demotiverend. Jij zal waarschijnlijk wel vergeten dat je gezegd hebt dat je me zal helpen bij het zoeken naar een job. Je zei enge dingen als: "Je moet er wel voor zorgen dat het RVA niet achter je aan gaat zitten." Je zei dat ik een tiental brieven per week moet schrijven, maar toen ik zei dat ik nog geen tien brieven op drie maanden schrijf, vond je dat ook oké. Ik moest het zelf maar aanvoelen.

Niet dat het er toe doet maar het was niet duidelijk of je lesbisch bent of niet. Toen het er en passant over ging lachte je alsof ik iets onnozels had gezegd. Ik vroeg denk ik alleen maar of je een vriend hebt. Niet dus. Wat doet het er ook toe.

Tot in februari misschien. Dan komt er een buikdanseres. Ik schrijf het alvast op een post-it. We spreken af op diezelfde barkrukken.

Geen opmerkingen: