zaterdag 14 juli 2018

Een geradicaliseerde literatuurliefhebber getuigt

Het heeft heel lang geduurd, dat besef ik, en ik wil me daar ook voor verontschuldigen bij mijn vrienden en kennissen, maar nu ben ik klaar om over mijn periode als literatuurliefhebber te praten. Ik voel dat ik dat moet doen, om mensen te waarschuwen. Als ik één persoon ervan kan weerhouden om het foute pad op te gaan, om boeken te beginnen lezen, is mijn getuigenis de moeite waard geweest.
Eerst en vooral wil ik benadrukken dat ik niemand met de vinger wijs. Ik ben volledig verantwoordelijk voor wat er met mij is gebeurd. Het is zo dat ik tijdens een periode waarin ik heel erg zoekende was enorm verlangde naar iets waar ik me echt goed bij kon voelen. Ik was heel onzeker en beïnvloedbaar, toen, ik was ook op zoek naar mijn identiteit, naar mijn echte ik. Een man die ik vaagweg kende en door wie ik, vanwege zijn zonderlinge karakter, op een bepaalde manier gefascineerd was, las heel veel boeken en zonder dat ik het besefte begon ik uit nieuwsgierigheid ook al eens naar een tijdschrift te grijpen. Ik begon in die periode ook één keer per maand naar de bibliotheek te gaan om tussen de romans te snuisteren en bleef het eerst nog gewoon bij snuisteren dan liep het al gauw uit de hand en begon ik ook echt (dunne) boeken te ontlenen. Ik besef nu beter dan ooit hoe belangrijk het is dat men jongeren waarschuwt voor het gevaar dat een bibliotheek kan zijn. Een roman lezen is iets dat je bij voorkeur pas doet als iemand een revolver tegen je hoofd zet, als je, met andere woorden, echt niet anders kan.
Ik radicaliseerde in sneltempo en begon zelfs sporadisch boeken te kopen. Op een dag liep ik voor het eerst De Slegte binnen en in een opwelling kocht ik er de ‘De Da Vincicode’ van Dan Brown. Nu ik daarop terugkijk besef ik natuurlijk dat ik toen de bodem had bereikt, maar op dat moment zelf had ik niet die helderheid van geest. Ik ben blij dat de urenlange gesprekken met Koenraad van vzw Foloo (voluit ‘Fear of living only once’) me uiteindelijk anders naar de zaken hebben doen kijken (waarover verderop meer).
Zoals ik al zei was ik op zoek naar een identiteit en erg beïnvloedbaar toen ik begon te radicaliseren. Ik voelde me om onduidelijke redenen afgewezen door een maatschappij waarin ik mezelf steeds minder herkende. Mijn leeftijdsgenoten lazen helemaal geen romans (wat mij voorheen nooit was opgevallen, maar wat mij plots (en vraag me niet waarom) begon te storen) en ik raakte er steeds meer van overtuigd dat ik helemaal alleen stond met mijn, weliswaar heel beperkte, interesse voor tekst en literatuur. Ik ging in die periode ook steeds vaker afwijzend reageren op Facebook-uitnodigingen voor leuke events waar ik voorheen steeds blindelings naartoe zou zijn gegaan en ik wist wel dat mijn vrienden zich daar vragen bij stelden, maar toch vroegen ze zelden waarom ik dan niet mee naar dit of dat feestje ging (alsof mijn aanwezigheid voor hen in weze niet zo heel belangrijk was). Soms had ik er gewoon niet zoveel behoefte aan om present te zijn op nog maar eens opnieuw een soort geefpleinachtig gebeuren of op de opening van een zoveelste bottom up, empowerend pop up-initiatief voor en door jongeren. Ik bleef steeds vaker thuis, om, bijvoorbeeld, wat te... lezen.
De eerste keren was mijn ervaring met literatuur heel heftig en het is zelfs een keer of drie voorgekomen dat ik thuis gedurende een kwartier ononderbroken in een boek heb zitten lezen. Als ik daar nu op terugkijk, besef ik uiteraard hoezeer ik toen de pedalen kwijt was. Ik kan me nu al niet meer voorstellen dat ik me langer dan twee minuten op een doorlopende tekst zou kunnen concentreren.
Ik weet trouwens nog steeds niet hoe ik er echt toe gekomen ben om literatuur te gaan lezen. Er was die ene man in mijn omgeving die het deed - een freak die nog steeds niet beseft dat zijn asociale gedrag mensenlevens verwoest - maar voor de rest kende ik niemand die meer dan één boek per jaar doorbladerde (en meestal ging het dan nog om non-fictie van schrijvers als Jeroen Meus of Pascale Jambers). Mijn eigen vrienden en familie lazen uitsluitend Facebookberichten en YouTubecommentaren zoals ‘LOL’, maar ze zouden nooit of te nimmer een weekblad, laat staan een boek, ter hand hebben genomen. En ik had dat tot voor mijn radicalisering ook nooit gedaan, ik was er net als de mensen uit mijn omgeving volledig van doordrongen dat lezen iets voor zielige kneusjes was die geen betekenisloze, sociale contacten durfden aan te gaan en geen belang hechtten aan YOLO en FOMO.
Het was uiteindelijk mijn moeder die me smeekte om iets aan mijn probleem te doen. Ze maakte zich grote zorgen, zei ze, en lange tijd lachte ik haar gejammer weg. Toen ze op een dag met een brochure van vzw Foloo kwam aanzetten - Foloo is een organisatie die mensen middels lange, saaie gesprekken deradicaliseert - had ik dan ook geen enkele motivatie om die ernstig door te nemen. De eerste afspraak die ik, puur om mijn moeder te plezieren, met Foloo maakte, zag ik in de eerste plaats als een ironische verzetsdaad. Hun missie om mensen minder boeken te laten lezen door hen naar events te escorteren, leek me totaal bespottelijk. Het was pas toen ik maandenlang twee keer per week een uur tegenover mijn trajectbegeleider Koenraad zat dat ik begon te beseffen dat deze man eigenlijk gelijk had. Hij vertelde mij boudweg dat lezen iets is voor sukkels. Eerst schrok ik daarvan en protesteerde ik, maar op den duur besefte ik dat er veel waarheid in die uitspraak zit. Was ik niet teveel beginnen lezen? Was het wel oké om naar de bib te gaan en minder tijd op sociale media door te brengen? Ik vat het nu zo kort mogelijk samen omdat mijn verhaal anders veel te lang wordt, maar het komt erop neer dat ik na tientallen gesprekken opnieuw heb ingezien dat lezen verkeerd is. Het is verkeerd om te lezen in je vrije tijd. Je trekt je terug uit de maatschappij en stelt je vijandig op tegenover vrienden en kennissen. Vrienden weten zich geen raad en maken zich zorgen. Meer dan ooit tevoren ben ik er nu dus van overtuigd dat je in je vrije tijd naar zoveel mogelijk events in je buurt moet gaan. Het is ook heel belangrijk dat je naar het YOLO- en het FOMO-principe leeft. Je moet doordrongen zijn van de You Only Live Once- en de Fear of Missing Out-gedachte. Een event missen = een oninteressant leven leiden. Bepaalde mogelijkheden bewust niet benutten = schuldig verzuim. Die waarheden heeft vzw Foloo mij opnieuw doen inzien. Zonder het bewonderenswaardige geduld van Koenraad weet ik niet of ik hier nu over mijn deradicalisering zou zitten praten. Het is mogelijk dat ik nog steeds in de bibliotheek zou rondhangen en af en toe een boek zou uitlenen. Ik kan me nu echter, na mijn succesvolle deradiclisering, niet meer voorstellen dat ik langer dan twee minuten in ‘De Da Vincicode’ zou willen lezen.
Misschien moet ik, nu ik mezelf zo helemaal blootgeef, ook maar vertellen wat ik gedaan heb op het moment dat het met mij echt heel erg slecht ging, op het moment dat ik er echt zeer radicale ideeën op nahield. Ik heb uit de bibliotheek ooit een zogenaamde ‘pageturner’ van Herman Koch ontleend, ‘De greppel’, en ik heb daar bijna honderd pagina’s in gelezen, wat me ongeveer twee weken heeft gekost (ik las dus gemiddeld maar liefst zeven pagina’s per dag). Ik heb intussen aanvaard dat ik de klok niet kan terugdraaien, maar vind het wel intens jammer dat ik die weken nooit meer terugkrijg. Hoeveel events heb ik gemist, hoeveel selfies heb ik níét gemaakt, naar hoeveel trendy pop-upbars ben ik nooit geweest? Tientallen, misschien wel honderden, en dat is oh zo vreselijk jammer. Maar het is niet anders en mijn leven gaat door. Met boeken of magazines moet je nu hoe dan ook bij mij niet meer komen aankloppen. Boeken en tijdschriften zijn volledig uit den boze. Mijn leven draait nu opnieuw volledig rond sociale media, foto’s, events, YOLO en FOMO.

Geen opmerkingen: