P. was 73 toen ze zijn "testes" eraf sneden. Geboren in 1915, uit een nobel geslacht, met ingenieursdiploma en een internationale carrière; vernederend voor zo'n man. Hij vroeg L. het aan niemand te vertellen, aan geen van zijn vele kinderen. Per brief deed hij dat. Vanuit een Canadees ziekenhuis.
De verpleegsters konden ermee lachen. Hij ook, maar daarvoor moest hij al zijn rationaliteit aanwenden. Het betrof hier de "testes" van een man die had gedaan wat hij had gedaan ("wat vele andere mannen niét hadden gedaan"). Hij had de "negers" opgevoed en hij had het kolonialisme verdedigd. Ook in zijn brieven aan L. had hij herhaaldelijk de belangrijke rol van de westerse mogendheden op het Afrikaanse continent geprezen.
Ook moest hij zijn "blaas ledigen" met behulp van een catheder. In een volgende brief zou hij haar op de hoogte houden, L.. Liever schreef P. dat hij thuis was, dat het goed met hem ging en dat ze zich vooral om hem geen zorgen hoefde maken. Hij was een man die zijn plan kon trekken, altijd geweest toch, zoals ze er nu niet genoeg meer maakten.
Acht maanden maar na deze correspondentie koos P. het tijdelijke voor het eeuwige. Tegen zijn goesting, met het schaamrood op de wangen was er geen houden meer aan, nog geen 74 jaar. Zijn kinderen vernamen het allemaal van zijn "testes", finaal had L. zijn fiat. Ze rouwden wel, ja, maar ze grinnikten ook, wie weet was er eentje die de ogen rolde. 'Het intellect en de "testes"', heette dat dan misschien in één ironische adem, of hoe ze hun vader konden relativeren in zijn menselijkheid.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten