Oké, ik was niet echt vrolijk die morgen, dus dat gegeven in acht genomen moeten de mij ten laste gelegde feiten toch enigszins worden genuanceerd. Ik riep: "Haha, je draagt een Muse-t-shirt!" Dat klopt. Maar de drager in kwestie was al minutenlang tegen een meisje aan het zeiken over haar regels, u kent dat wel. Op een platte manier, op een typische manier, en ik moest dat een halt toeroepen. Vond ik. Conform míjn regels.
Maar blind als ik was, was ik in mijn impulsiviteit vergeten hoeveel knights of Cydonia zo'n gemiddelde Muse-t-shirtdrager op de been kan brengen. Ik moest mij verantwoorden voor zeker vijf man - hoe had ik gedurfd?. Er was niks mis met Muse en ik zou om absolutie smeken. Wat ik dan wél goed vond, werd mij gevraagd. "Placebo?" probeerde ik, om de gemoederen te bedaren. Instemmend geknik was mijn deel en de verbale greep op mijn keel werd gelost. Je zag sommigen terugdenken aan die keer in het Sportpaleis. Gelukkig werd me niet gevraagd of ik daar toen ook bij was.
Ik wilde me uit de voeten maken, maar, toegegeven, eigenlijk wilde ik nog liever blijven. Hier lag een case te wachten op de cynische onderzoeker die het van me overnam. Vraagstuk zou zijn hoe Muse erin geslaagd was zoveel ridders te ronselen. Hoe is het met name mogelijk, vroeg ik me af, dat zoveel mensen zich laten ringeloren door de klank van kots? Een eenvoudigere openingsvraag drong zich op en mijn proefkonijnen zouden niet aarzelen ze te beantwoorden. "Wat vinden jullie nu eigenlijk zo goed aan Muse?"
Verontwaardiging en bijna een nieuwe wurggreep, maar ik riep: "dit is geen nieuw oordeel, het is gewoon een vraag." "Dat ze de max waren op Werchter," werd er geroepen. "Dat die gewoon een vette sound hebben," zei iemand anders geestdriftig. "Ik ken eigenlijk niet zoveel van muziek," zei een derde schijnbaar in alle eerlijkheid, "maar Muse is gewoon een "naam". Ik hoor die hun liedjes vaak op de radio."
Dat was wat ik moest weten. Werchter, de radio (stubruuuuh!) en reeds verworven bekendheid, dat bleken de redenen te zijn waarom Muse door deze ridders in een harnas was gehesen. Vanuit mijn door indiemuziek beheerste hersenpan kwam plots de naam Sufjan Stevens aandrijven, en ik vond er niets beter op dan luidop te vragen of ze die misschien kenden en goed vonden. Dat ik die goed vond, zei ik, haast als een teken van zwakte.
"Wie?" antwoordde de Muse-t-shirtdrager, de frontridder en overtuigd Bellamist op scherpe toon. En of ik weer speciaal met de meest onbekende moest afkomen. Waar die had opgetreden en of ik een grapje aan het maken was. Dat het dan geen grappig grapje was. En dat ik er maar eens muziek van moest laten horen. Dat het wel weer van die "dwaze folktoestanden ofzoiets" zouden zijn.
Of ik misschien mijn regels had, ofzo?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
6 opmerkingen:
Ik ben geen ridder maar ik wil je gerust mijn GSM-nummer doorsmurfen zodat je in het vervolg beroep kan doen op mij als er geknokt moet worden in naam van De Goede Smaak.
De Goede Smaak is immers een bevallige deerne die nooit haar maandstonden heeft, die nooit in de menopauze zal belanden, die nooit wil trouwen en kinderen krijgen.
We kunnen misschien -zoals in de old days- een kruistocht organiseren voor goede smaak en om de barbaren (muse-fans) te verdrijven.
Ik wil je langs deze weg bedanken.
Mannen hoeven zich niet met andermans regels bemoeien en mannen in Muse t-shirts al helemaal niet.
Gisteren gezien! Matt Bellamy die Chopin speelt... Misschien is er toch nog een toekomst voor hem weggelegd.
Matt Bellamy? Hier leer ik nog iets. Ga ik onmiddellijk opsmurfen op JijBuis. Goed geschreven, Ali, dit stukkie! 'Conform mijn regels' - haha! Enne, gaat het er echt zo ruig aan toe in jouw omgeving? Not a-Muse-d!
Ik val in herhaling, maar wat zijn dit heerlijk herkenbare 'discussies' en bedenkingen!
Top.
Ik zag ooit eens een festivalweide uit z'n dak gaan voor Muse. Toen voelde ik mij heel eenzaam of zo.
Een reactie posten