Of ik niet stoor en dat ik niks speciaals te zeggen heb, hoor. Wat ze studeert en waar. Ingaan op haar antwoord, jezelf de vraag stellen welke vragen je nog meer kan stellen. Een anekdote oprakelen die van toeten noch blazen met het feitelijke onderwerp te maken heeft. Wel bezig blijven op die manier. Tien seconden onbeholpen naar de muur kijken. De door haar roodgeverfde muur. Daar weer een aanknopingspunt in vinden.
Of ik niet stoor en of ze niet naar dat tv-programma aan het kijken was. Haar vragen of ze die mens op tv kent. Dat het Michael Palin wel eens zou kunnen zijn. Willen weten of ze geen last heeft van de dunne muren. Haar onmiddellijk, waarschijnlijk onnadenkend "nee" horen zeggen.
Het misschien wel een kwartier weten te rekken. Het allemaal enorm meevallen vinden. Het namelijk al over Milk Inc. gehad hebben. Daarover tot een gemeenschappelijke conclusie gekomen zijn. Eens samenzweerderig grijnzen.
En dat ze zeker niet verlegen hoeft te zijn. Ben ik ook niet, zeg ik enigszins verlegen. Dat ze het zal onthouden zegt ze werktuiglijk. Dat ik maar eens terug, euh, ga, euh. Dat dat goed is, zegt ze.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
herkenbare situatie en dus leuke post :-)
Auw, dat klinkt blauw !!
Een reactie posten