maandag 29 december 2008

Over de aanleg van een kruispunt

Oh, onzeker meisje. Lief onzeker meisje. Ik wist wat je ging schrijven, want je houdt je aan de regels. En het laatste wat ik wil is om je daarin te bruskeren. Dan speel ik je immers onmiddellijk kwijt en kruip je in je schulp. Nog dieper dan je er al inzit.

Iemand heeft je geleerd nooit ergens over te klagen. Dat moet wel, want de drie zinnen die je aan je klachten wijdt lijken er drie teveel. Je sluit ze af met een verontschuldiging, - ik had niet anders van je verwacht - je zegt: "Maar genoeg gezegd over mezelf!" En ik heb het uitroepteken, dat de relativering van die drie voorafgaande zinnen moet benadrukken, wel opgemerkt!

Doch, je was nog maar pas begónnen over jezelf. Zijn drie zinnen dan al genoeg, lieve T.? "Dat is dan €25" hoor ik mezelf haast zeggen en ik zou het je ook zeggen mocht ik niet weten dat je die grapjes verkeerd opneemt. Het innerlijke kruispunt waarop mijn weg van openhartigheid jouw weg van terughoudendheid ontmoet, moet nog worden aangelegd.

Omzichtig had ik het zelf al aangegeven in een voorafgaande mail: "Ik wil niet te persoonlijk worden, want ik vermoed dat je dat niet nodig zal vinden." Je zal misschien opgelucht adem hebben gehaald toen je dat las, ik kan me dat inbeelden. Die keer dat ik je vertelde dat ik verliefd op je was, was al een moeilijker moment voor jou dan voor mij. Dat je nu dus op de vlakte blijft wanneer ik je zeg dat ik me bijzonder goed voel neem ik je niet kwalijk. Wat je daarom zegt van "al genoeg verzuurde mensen" en "hoe lyrischer, hoe beter" kan ik dan ook alleen maar bijtrden, ook al weet ik dat ik me daarmee op de grens van het sarcasme waag.

Maar op de grens, en geen stap verder. Ik heb het bijzonder goed met je voor. Dat je meeging tot aan de poort van mijn geluk, vind ik enorm lief van je. Dat je me zelf een vogelperspectief over jouw schouder bood, getuigde ook van jouw kant van een welgemeend engagement wat betreft onze "vriendschap". Waarom ik die aanhalingstekens zet, zou je me vragen, en ik zou begrijpen waarom je dat vraagt. In jouw ogen zijn wij immers al vrienden, terwijl ik nog een beetje flauw doe door plannen voor een innerlijk kruispunt uit te tekenen.

zondag 28 december 2008

Parkeer de parkiet niet

"De PS-staat Wallonië". Help mij, wat is dat weer? Is dat een Wallonië waarin onbeperkte werkloosheidsuitkeringen gepromoot worden en waarin cliëntelisme aangeboden wordt in ruil voor uw stem? Als dat de PS-staat Wallonië is, dan ben ik radicaal tegen de PS-staat Wallonië. En klopt het eigenlijk dat Groen! in Vlaanderen ook voor die onbeperkte werkloosheidsuitkering ijvert? Ik vind dat niet zwart op wit terug in hun programmapunt daarover.

Onbeperkte werkloosheidsuitkeringen moet men geval per geval bekijken. Daarover een algemene regel opstellen is voorbijgaan aan de realiteit. Er zijn werklozen, en ik heb er zo leren kennen, anders maakte ik er niet zo'n punt van, die ze met een stok zouden moeten achtervolgen om ze tot bij een werkplaats te krijgen. Er zijn werklozen, weet ik nu, waarop de VDAB als een dodelijke teek zou moeten neerstrijken. Werklozen zijn dat die het verdienen om twee weken halfverlamd op intensieve te liggen van zo'n tekenbeet. Als ze daarna maar tot inkeer komen, iets aanvangen met hun dagen.

Ik kwam thuis om 14u, de werklozen waren er, ik kwam thuis om 18u, de werklozen waren er. Maanden later kwam ik om 16u thuis, de werklozen waren er nog steeds. Ze zaten en ze praatten en de afwas lieten ze staan, die was voor mij. Ze waren luid, ze maakten alles vuil, kapot. De glazen bleven gebroken op de grond liggen, de Frosties verspreid over de tafel als betrof het kunst. De toekomstplannen waren vaag, lees onbestaand. De instanties waren sloom en stuurden nu en dan een betekenisloze brief.

Er was geen reden, zegden de doppers, waarom ze zouden werken. Het bedrag dat ze zouden verdienen met werken woog niet op tegen het bedrag dat ze ontvingen om niet te werken. Ze kregen heel wat geld om ketchup op mijn keukenvloer te laten lekken, al zeg ik het zelf. Misschien hadden ze meer geld van de staat moeten krijgen wanneer ze de energie hadden gehad die ketchup ook weer op te kuisen. De toestand deprimeerde me, zigzaggend tussen ketchupvlekken, Frostieskunst en mensen met de mentale bezigheid van een parkiet.

Ik heb ze buiten laten zetten, uiteindelijk. Wellicht vond ik dáárom mijn fiets niet terug vanmorgen.

vrijdag 26 december 2008

"Oh," probeer ik

Van achter zijn rug stel ik hem de vragen. Die uit mijn mond komen spuiten, door geen lippen te houden. Die in mijn hersens tot stand komen, altijd en altijd opnieuw. Of ja, nu toch, nu ik vast van plan ben met hand en tand cynisme en nihilisme te bestrijden.

"Hoe gaat het?" vraag ik. Ik vraag hem om iets te vertellen, om mij aan te kijken. Dat hij mijn vriend is, vertel ik hem. Dat hij daarover niet verrast moet doen, dat dat wél meer zijn dan holle woorden. Toegegeven: ik heb in een boek over Marcel Proust zitten lezen vandaag, maar wat heeft dat er uiteindelijk mee te maken?

Hij toont te gemakkelijk zijn rug. Ik ga bij mezelf ten rade: doe ik dat ook soms? Wat vind ik dat vervelend nu hij het doet. Hij denkt door mijn gepraat heen aan knopjes en richtingen, acties die moeten ondernomen worden om van de ene steen naar de andere te kunnen springen. Hij zegt me dat hij even aan ontspanning toe is.

"Hoe gaat het?" vraag ik. "Ik ben even aan ontspanning toe" maakt hij een eind aan een conversatie die zodus een geruisloze dood sterft. "Oh," probeer ik (hoesten, snoeven, neurieën: 't is allemaal communicatie). Ik vraag dan maar what the fuck eigenlijk het probleem is.

Er blijkt evenwel geen probleem te zijn en de reden voor zijn zwijgen is enigszins aanvaardbaar. Ik ben gelukkig, dus mild, ik vergeef en vergeet (misschien dat laatste iets moeilijker). Maar die rug en die knoppen en dat vluchten, drinken, paffen en slecht communiceren met vrienden, familie, omgeving, en dan veel betalen aan psychiaters, therapie en pillen, dat zou eruit moeten, daar moet hij iets tegen ondernemen. En 't is maar dat ik vanop mijn wolk denk dat ik er zelf van bevrijd ben dat ik dat zo durf stellen hoor.

donderdag 25 december 2008

Ruïne/Reünie

Ik droom dat ik samen met haar in een verlaten ruïneachtig gebouw ben. Mijn vriend, die niks hééft met haar, die niks gééft om haar, is er ook. Beiden flirten we met haar, ik wéét dat ik het pleit ga verliezen. En hij kust met haar.

Ik wil ook met haar kussen, maar ze duwt me van zich af. Ze heeft al een vriend, zegt ze, - ze zegt ook zijn naam, die klinkt internationaal, Grieks - ze moet er haar gedachten bijhouden. Mijn vriend lost op in rook, hij is tevreden. Ik ben ontsteld en word wakker.

Waar waren we? Er was een context waardoor we in die ruïne belandden. Een reünie of iets dergelijks. A. was er ook met zijn "vlam". Ik heb 'm in mijn droom dingen met dat meisje zien doen die ik 'm in het echt niet zou willen zien doen. Maar in die droom bleef ik kijken.

"Mijn meisje" zag er goed uit en leek heel succesvol. Ze leek er helemaal te staan, integenstelling tot de laatste indruk die ik van haar had uit het "echte" leven. Ze brandde van het temperament, in die droom. Kan ik vaker utopisch dromen? Aan wie moet ik dat vragen? En mag het dan helemaal leuk aflopen ook?

Maar wat is een leuke afloop? Deze droom was als een opnieuw oplaaiend vuur, nadat er enkel nog wat as had gesmeuld. Ik was haar aan 't "wegwerken", zeg maar, en dan slaat ze op die manier terug. En ik kan niet zeggen dat ik dat niet leuk vond, maar toen ik wakkerwerd had het toch allemaal niet gehoeven, dacht ik zo.

woensdag 24 december 2008

Als Pitchfork een top 50 mag hebben, dan ik een top 51. Toch?

En als ik hier nog eens in 't lang en in 't breed ga uitleggen wat en hoe, dan ga ik nóg veel langer bezig zijn. Dit zijn dus 51 namen die ik in 2008 het meest afgespeeld heb op mijn computer en die dus alsdusdanig geregistreerd zijn door de geweldige last.fm-scrobbler. Met een klein beetje enthousiaste uitleg.

1. Scout Niblett
Numero uno en dat vind ik best. Ik ben een beetje verliefd geweest op Scout Niblett dit jaar. Voor wie haar niet kent: dit is een kruising tussen Cat Power en een mokkend kind.
cd's: "Kidnapped By Neptune" en "This Fool Can Die Now"
song: "Lullaby For Scout In Ten Years"

2. Low
Mijn Low-fanschap nam dit jaar Radiohead-eske proporties aan. Ik luisterde heel wat naar "Drums And Guns", dat ik nog steeds niet gewéldig vind, en ontdekte ook hun "Lifetime Of Temporary Relief"-box, met die toffe dvd.
Lichtelijk genant feit: ik heb de vroege Low-platen nog te ontdekken in 2009.

3. Randy Newman
Echt iets voor mij, zo kwam ik dit jaar te weten. Zijn laatste cd heb ik nog niet gehoord, maar uit de bib ontleende ik zijn debuut uit '68 en dat vond ik onmiddellijk bijzonder tofkes. Ja, ik heb dit jaar wat oude knarren willen ontdekken, en ik ga daar gewoon mee doorgaan, geloof ik.

4. Madrugada
Kende ik enkel het machtige nummer "Stories From The Streets" van. Heb ik verandering in gebracht. Een heel album lang kunnen ze me niet boeien, maar ze hebben zo soms eens een númmer.

5. The Notwist
"The Devil, You + Me" openbaart zich maar niet aan mij, maar in plaats daarvan stelde ik het dit jaar met "Shrink" uit blijkbaar 1998 alweer. Ik ga u meteen zeggen dat ik die plaat in feite beter vind dan "Neon Golden". Leer er mee leven. Ik meen het.

6. Morphine
Eigenlijk moest Morphine op één, voor de juistheid. Dit is zo'n vette groep en dat heb ik dit jaar finaal beslist. Die stem, die saxofoon, die legende. Blijf met uw poten van dat exemplaar van "Cure For Pain" in de Brusselse Pête Mêle. De volgende keer dat ik daar kom, koop ík die cd.

7. Sun Kil Moon
Ik heb "April" geresenceerd voor goddeau, maar heb er achteraf niet meer naar geluisterd. Bloedmooi natuurlijk, maar ergens lééft het soms wat weinig bij die Mark Kozelek. Wel een intrigerende tiep anders. Die rust!

8. Four Tet
Grote naam eigenlijk wel, toch. "Rounds" (her)ontdekt en er echt een tijdje aan verslingerd geweest. Ik vind mezelf nog steeds een beetje cool - bloos - als ik bemerk dat ik oprecht kan genieten van zulke instrumentale muziek. Ja ja, de tijden dat er zang moést inzitten zijn stilaan helemaal voorbij.

9. The Raveonettes
Toegegeven, dit staat te hoog. "Pretty In Black" heeft zo'n paar nummers die je kan blijven spelen, maar - voor u het zegt - dit is in de jaren '60 veel beter gedaan. Eentje voor 2009 maar meteen: The Ronettes (en Phil Spector tout court).

10. The Von Bondies
Plezant! "Pawn Shoppe Heart" is gewoon een geut onbeschaamde rock'n'roll. Voilà.

11. Neu!
Lekker verantwoord doen, ja, dat doe ik soms ook. Het volledige oeuvre uit de bib ontleend en er eerlijk gezegd geen bal aan gevonden. Onbegrip? Doofheid? Natuurlijk hoor ik dat hier grondleggers bezig zijn, maar doe mij vooralsnog dan toch maar de nazaten van deze krautrock-iconen.

12. Tapes 'n Tapes
Hun "Walk It Off" van dit jaar bevatte zo zijn geweldige momenten. Luister naar "Blunt" en u weet wat ik bedoel.

13. Phon°noir
Duitse elektronica en bijzonder mooi. "The Objects Don't Need Us" heet de plaat die u moet beluisteren. En opnieuw moet beluisteren. En opnieuw moet beluisteren.

14. The Dodos
Favorietje van 2008. Zo sympathiek allemaal, met dat gedram op die drums. Hun debuut "Visiter" is niet toegankelijk genoeg om er een Fleet Foxes van te maken. 't Is te zeggen: niet voor hen out there, wel voor mij.

15. Yeasayer
En nog een favorietje, en wel een van de laatste maand. Hun "All Hour Cymbals" is echt heel goed. Meerdere luisterbeurte, dat wel, maar toen stond ie elke dag drie keer op. Terechte hype dus dit.

16. Fleet Foxes
De algemene nummer één staat op zestien en staat daar goed. Best mooi allemaal, ik hou er wel van, maar een nummer één is dit toch niet per definitie? De eindejaarslijstjes van Humo staan vol debuten en daar begrijp ik niks van. Geef het allemaal wat tijd.

17. Joy Division
Na het zien van "Control" eindelijk in deze band gerold. u ik Ian Curtis "gezien" had, wilde ik hem ook fatsoenlijk horen zingen over zijn demonen. "Unknown Pleasuren" is griezelig, met "Closer" ben ik nog bezig. Of het terecht is dat ze zo'n legende zijn? Er hing wel iets rond die band, zoveel is zeker.

18. Mono
Met alle respect: Mono maakt geluidsbehang voor als ik lees. Mijn geschiedenis met deze groep gaat al verschillende jaren terug en ik zag ze al meerdere keren live. Het is ook daar dat ze voor mij geheel tot hun recht komen. Die bassiste, weet u.

19. Opgezwolle
Yes, dit is gewoon cool. "Eigen Wereld" van Opgezwolle is niet minder dan een vette plaat. Ik ben zot van de teksten en de muziek eronder. Naar 't schijnt bestaat de groep al niet meer?

20. M. Ward
Het prachtige "Post-War" ontdekt. Duurde even voor ik het überhaupt doorhad. Soms toch blij dat ook ik na een tijd toch over een soort kennersoor blijk te beschikken. Dit is klasse.

21. Sparklehorse
Naar het debuut, "Vivadixiesubmarinetransmissionplot", geluisterd, gewoon uit curiositeit. Over die Mark Linkous loopt deze en gene altijd maar te roepen dat hij zo geniaal is (en zo gehandicapt). Welnu: dat debuut is inderdaad goed te smaken.

22. Sven van Hees
"Muziek om op te poepeeeh!" Daar was het me niet om te doen. "Calypso" stond gewoon op en bleef nog wat langer opstaan. Tot de Sven op 22 belandde in mijn lijstje, begod.

23. Migala
Dit wilde ik graag goed vinden, jongens, maar het is me niet gelukt. Niet genoeg geluisterd? Ik weet het niet. Filmisch en tropisch en al wat je wilt. Maar schijnbaar niet al wat ík wil.

24. Marissa Nadler
't Is dat Alela er zo meteen aankomt en dat ik daar echt niet omheen kan, anders had ik gezegd dat Marissa Nadler de chief van de vlinderende folkmeisjes was. De nummer twee dan, na Alela. Kan niet slecht zijn, toch?

25. My Morning Jacket
Langzaam aan 't ontdekken, deze populaire groep. Vooral "At Dawn" heel wat beluisterd dit jaar en daarnaast ook hun klepper: "Z".

26. Alela Diane
Had hoger gemogen hoor. "The Pirate's Gospel" was zowat de Fleet Foxes van vorig jaar, maar hiervan werd ook ik dus echt van m'n sokken geblazen. Zo mooi! Zo eenvoudig! Zo mooi! Oh dat zei ik al. Op endless repeat kan je dit zetten. En er moet toch bijna een opvolger gaan komen, niet?

27. Benoît Pioulard
Ook via de bib, met in mijn achterhoofd een goddeaurecensie van Jurgen Boel - no kidding! Speciaal, interessant en ik bleef achter met drie nummers die ik heel goed vond en nog regelmatig speel.

28. El-P
Een van de revelaties van 2007 was dit; 2007 waarin ik de nieuwe releases wél vollenbak volgde. "I'll Sleep When You're Dead" van El-P heeft me doen beseffen dat ik even opgewonden kan raken door hiphop als door gitaarmuziek. Omdat El-P een kruisbestuiving ven meerdere genres maakt, waarschijnlijk.

29. Led Zeppelin
Bij de L in de bib, het moest ervan komen. Enkel nog maar "III" en "I" gehoord, maar vanzelfsprekend ingezien dat dit "in den tijd" echt wel wat geweest moet zijn. En ik vind het zelf ook goed, wa's dat nu?! Alleen, ja: dat was toén hé..

30. Motek
Hun "Port Sunshine" vrij positief geresenceerd, geloof ik, maar hen dan live gezien en bijna in slaap gevallen. Daarna niks meer van gehoord - geen nieuws en geen muziek - en daar niet wakker van gelegen.

31. Liars
Typisch zo'n uit te checken groep, critici vinden hen goed om die en die reden. Ik hoorde "They throw us all in a Trench and Stuck a monument on top" en hun titelloze laatste en kon vooral die eerste waarderen. Moeilijke muziek, vind ik. Sezaar mag zich vrij voelen het mij hier eens te komen uitleggen.

32. Manyfingers
Voor €2.5 "Our Worn Shadows" meegegraaid in de Pêle Mêle, er eerst niet veel aangevonden en dan het licht gezien. Dit is gewoon mooie instrumentale muziek voor - opnieuw - als je aan 't lezen bent, ofzo (doe ik daarmee eigenlijk afbreuk aan de muziek?).

33. The Go! Team
De opvolger van "Thunder! Lightning! Strike!" was eigenlijk niet meer dan een doorslagje, maar ik vind The Go! Team een lekkere groep en dan wordt er zelfs veel naar doorslagjes geluisterd.

34. Devastations
"Yes, U" gerecenseerd en de foute conclusie getrokken, herinner ik me. Heel lang geleden alweer eigenlijk. Ik zou al eens moeten gaan luisteren..

35. Barbara Morgenstern
Een leuke ontdekking. Haar naam kende ik natuurlijk al, haar muziek nog niet. "Fjorden" uit de bib ontleend en er een beetje aan verslingerd geweest. Nu de rest van dat oeuvre.

36. Millionaire
Mijn tanden eens in "Outside The Simian Flock" gezet en wat blijkt zowat zeven jaar na datum: ik vind dat echt een goeie cd. De singles uit dat album zijn zó goed en tegelijk zo uiteenlopend: "Body Experience Revue", "Champagne" en "Come With You". Timothy's soloproject heb ik wijselijk genegeerd.

37. The Gutter Twins
Lijkt een beetje vergeten te worden in de eindejaarslijstjes, of was "Saturnalia" niet goed genoeg? Ik heb 'm gewoon gekocht uit een soort idolatrie en ik vind de plaat ook echt wel goed, al besef ik bij deze dat het weer lang geleden is dat ik 'm nog speelde.

38. Brokeback
Tofke! Zeer toevallig mee in aanraking gekomen, - ik kende de naam maar meer ook niet - maar heb het me geen moment beklaagd. "Looks At The Bird" uit 2003 is een bijzonder tof cd'tje van dit aan Tortoise verwante gezelschap.

39. Nina Simone
In de Fnac zo'n "Classic Nina Simone"-cd gekocht en besloten om er dan ook maar meteen naar te luisteren. Ja, ik was ondersteboven van de kracht van die stem. Dat deed mij zelfs enorm deugd, dat oprechte in heel haar wezen dat je dan ook nog eens zo goed hóórt. Begrijpt u, MGMT-fan?

40. The Replacements
Over hun "Let It Be" wordt nooit gesproken zonder erbij te vermelden dat het een meesterwerk is. Wel, ik heb het geprobeerd en ik vind de eerste twee nummers inderdaad enorm goed, maar daarna wordt het mijns inziens toch allemaal wat minder. Niet slecht, nee, maar wel wat minder.

41. Tortoise
Ken ik eigenlijk nog steeds bitter weinig van, gezien ik dit jaar enkel "Standards" ontdekte en bleef beluisteren. Net als bij Four Tet is dit muziek waarvan ik "blij" ben dat ik ze goed vind (geen zanglijn, weetjewel!).

42. dEUS
Klein groepje uit Antwerpen dat een cd uitbracht waar geen haan naar kraaide. Vooral "Favoriet Game" en "Slow" vind ik heel goed, maar "Vantage Point" in zijn geheel mag er best zijn.

43. Tom Waits
Zijn potten en pannenperiode willen exploreren en daarbij bij "Rain Dogs" blijven hangen. Had enkele luisterbeurten nodig, maar toen zag ik er de fun van in.
Stiekem hou ik wel nog steeds veel meer van "Closing Time".

44. Montevideo
Blij dat deze erin staan, want sta me nog eens toe om een politiekcorrect boompje op te zetten over de Walen. Montevideo is de hoofdstad van Uruguay, maar repeteert in Brussel, is bijgevolg Franstalig, maar heeft met zijn titelloze plaat echt een vette schijf afgeleverd. Op goddeau werd gezegd dat het doodzonde is dat "wij Vlamingen" dat niet te weten zouden komen, en dat is het inderdaad.

45. Rachel's
Uit de bib kennelijk, ik herinner het me niet precies. Vond het ook minder mooi dan ik graag had gewild.

46. Hellwood
Anekdote voor Boleuzia: "Chainsaw of Life" zien liggen in de soldenbakken van Fnac, thuis de goddeaurecensie gelezen en dan terug naar de Fnac gegaan om 'm te kopen. Goeie plaat, indeed. Nu het solowerk van Johnny Dowd en Jim White uitpluizen.

47. The May Queens
Rockgroepje rond die-gevoelige-van-Sophia. Tegen alle verwachtingen in vond ik "The May Queens" een toffe cd. Maar ik bvesef natuurlijk ook wel dat het eigenlijk enkel en alleen om The God Machine gaat als het op Robin Propper-Sheppard aankomt.

48. The Hold Steady
Nog eentje voor Boleuzia: lekkere plaat, die "Boys And Girls In America". "Stay Positive" nog niet gehoord, maar zeer benieuwd. Het was leuk dit jaar The Hold Steady te leren kennen.

49. Bon Iver
Ah, hij moest er toch ergens instaan, deze gevoelige mens. Ik vond "For Emma, Forever Ago" eigenlijk niet zo goed, om schuldig te pleiten. Enkel het afsluitende "Re:stacks" doét het echt voor mij. Maar het was een hype en dus heb ik het geprobeerd en geprobeerd en geprobeerd.

50. Portishead
Beter dan Bon Iver, dit. Tout court, en zeker met "Third". Na elf jaar, u kent dat verhaal, maar het is wel straf. Herinnert me er ook aan dat Geike uit Hooverphonic gestapt is - snif.

51. Fuck Buttons
Verdient een vermelding als uitsmijter. Was zowat mijn ontdekking van het jaar en zorgde zowel op Pukkelpop als in het STUK voor een uitstekend concert waarbij de trance niet uitbleef. Op cd misschien iets minder krachtig, maar desalniettemin het beluisteren meer dan waard.

maandag 22 december 2008

Potje huilen?

Zonde, al zeg ik het zelf. De hele dag zoet geweest met een boek van Kenzaburo Oë (bedankt Boleuzia om mij aan die schrijver te herinneren) en er dan 's avonds niks meer aan toe te voegen. Ja, ik ging zeggen dat de personages in "Seventeen" en "Homo Sexualis" wel heel makkelijk huilen, maar wat houdt dat in godsnaam steek?

Hoewel: van daaruit interesseert het me wel om te weten hoe een schrijver tegenover de door hem beschreven emoties staat. Te zeggen: kan Kenzaburo Oë zelf heel makkelijk huilen misschien, dat zijn personages dat ook zo makkelijk kunnen? Een personage maakt zich kwaad en begint daarbij te huilen, een ander personage voelt de spanning als een blok van zijn schouders vallen en laat daarbij zijn tranen de vrije loop. Ik voor mezelf, ik kan niet huilen.

Wil dat zeggen dat ik "vastzit", dat ik bepaalde emoties mentaal en/of fysiek blokkeer? Dat onderwerp zou ik in alle ernst wel eens aan mijn "behandelend arts" willen voorleggen. Niet dat ik vind dat ik vaker moet gaan huilen, daar niet van. Maar het hoeft niet onmogelijk te zijn, vind ik, en dat lijkt het nu wel.

zondag 21 december 2008

Kwartiertje drijfveer

Onder de douche bedacht ik me dat ik maar eens aan mijn debuutroman moest beginnen. Scenario's en verhaallijnen dwaalden door mijn hoofd, verdwenen even snel als ze gekomen waren. Tijdens het afdrogen was ik al niet meer zo zeker of ik die dag daadwerkelijk op mijn klavier zou beginnen tokkelen, Wordpagina na Wordpagina. Ik heb die dag geen letter op papier gezet, en de dagen erna ook niet.

Er zit geen boek in mij, wat zou het ook. Er zit zelfs geen romanschrijver in mij, niet eens een schrijver van kortverhalen. Schrijven is als sprinten: tien seconden voor honderd meter, als een kwartier voor zes alinea's. Langer moet dat niet duren, want dan ga ik me vragen stellen. Schrijven blijft verbonden met eenzaam zijn en ik wil niet eenzaam zijn, ik wil bij de mensen zijn.

Ik bedoel: ik wil te graag bij de mensen zijn om veel te kunnen schrijven. Laat Pieter Aspe maar zeggen dat je als schrijver veel tijd hebt voor allerlei geneugten. Het schrijven zelf doe je alleen, je moet er een wereld voor binnen, een zelfontworpen wereld waar je verdomme hard in moet geloven om 'm dagelijks staande te houden.

Drijfveer. Mijn drijfveer is uitgerafeld na dat kwartier waarover ik sprak. Dan heb ik het gehad, wordt het een opdracht, een olifantendracht. Hoe vaak lees ik toch boeken waarvan ik me afvraag waarom de auteur het nodig vond ze te schrijven. Niet dat die boeken slecht zijn, maar er echt bovenuitsteken doen ze ook niet altijd. Dat moet die schrijver toch geweten hebben. Waarom zette hij toch door? In eenzaamheid, in zijn eigen wereld. De drijfveer van die schrijver maakt mij soms wat bang.

zondag 14 december 2008

Nu denkt u misschien dat ik er eigenlijk niet mee om kan gaan

Ik heb geen lief. Nooit gehad. En - nee danku, het gaat hoor - ik kan er wel mee omgaan.

Dat het toch jammer is, zegt u, een beetje eigenaardig. Goh, wie ben ik om dat te weerleggen? Ik zie ook wat ik zie natuurlijk, een heel weekend lang kussende pubers op de bank voor mijn raam. Maar ik word er niet gek van, nee. Dat ik dat "geluk" niet heb, dat ik dat niet ken, dat kan ik wel aanvaarden.

Nooit gehad, klopt. En maar één keer gekust. In de tijd dat de dieren nog spraken dan nog. En geen homo, nee, dan had ik al wel iets voelen komen zeker? Ik ben een hetero jongen en ik val op meisjes, ik word verliefd en daar blijft het bij.

En nee, ik voel me niet geïsoleerd of vreemd. Wel meer mensen om me heen hebben geen lief. Sommigen van hen hebben ook nog nooit een lief gehad, zoals ik. Daar trek ik me aan op in een onbewaakt moment.

Wanneer het er dan maar eens van moet komen? Als ik weet hoe ik het moet aanpakken zeker? Nu weet ik dat niet - ik ben Tim uit "The Office" - en kan het alleen maar helemaal verkeerd gaan tussen de meisjes en mij. Of ik een meisje moet afwachten dat verliefd wordt op mij? Haha, zoiets is bij mijn weten nog nooit gebeurd.

Ja, toch wel, maar dat waren gestoorde meisjes. Toegegeven: ik heb daar een soort trauma van.

Er heerst een taboe rond hetgene wat ik net schreef. Mede veroorzaakt door de media natuurlijk. Ik zal op m'n vijfentwintig dat Humo-interview wel geven over hoe het is om nog nooit een relatie te hebben gehad. Want daarna verhuis ik toch naar een land ver van hier waar ik door niemand op straat kan herkend worden.

woensdag 10 december 2008

Zó gelúkkig

Dit was zó'n leuke dag. Ik voel me een meisje van twaalf dat voor de eerste keer verliefd is en dan maar meteen op iedereen tegelijk. Maar als ik wil kussen dan moet ik kiezen en daarom ga ik u enkel onderhouden over mijn avond, die ik - hoe is het eigenlijk mogelijk? - integraal voor de tv heb doorgebracht.

Met "South Park" om te beginnen, een programma dat ik - sla mij - pas sinds enkele maanden écht ontdekt heb. Jaren geleden al ben ik naar de film gaan kijken toen die uitkwam, maar later keek ik er nooit meer naar op tv. Maar nu dus ben ik zót van dat programma en in het bijzonder van - kan het anders? - Cartman. Zót van dat stemmetje, dat corpulente lijf, van zijn muts en van zijn mama.


- For more funny movies, click here

Aansluitend op VT4 was er "According to Jim", zo'n typische serie waarin er om de twee zinnen een lachband het werk opknapt. Dit zou ik nooit leuke televisie vinden, mocht ik niet zo zót zijn van die genaamde Jim uit de titel, tevens de hoofdrolspeler. Dat is dus een vent van twee meter die ik schattig vind.. En naar een schattige vent kan ik blíjven kijken. Elke dag een halfuur toch, als het me uitkomt.

"Friends" daarna, dat ik net als "South Park" eigenlijk nog niet lang kén, überhaupt. Kunt u daarbij, is dat geloofwaardig, dat ik nu pas Chandler en Ross uit elkaar kan houden etc.? En dan moet u er nog bij denken dat ik heel lang niet wist dat die theme song van The Rembrandts dus bij dat programma hoorde. Instant verslaafd nu, natuurlijk. Die jongens en meisjes en al die relaties, dat is zó leuk om naar te kijken.

Voetbal dan, jazeker. Champions League, en ik had geroepen dat ze in de eerste tien minuten moésten scoren. Deed Bayern dat toch wel niet zeker, tegen Lyon, en kwam daar toch zeker wel een "aangenaam schouwspel" van. Naar voetbal kijken staat voor mij gelijk aan kankeren, feit, maar vanavond was dat een ontspannen kankeren, een opbeurend kankeren.

"De slimste Waal ter wereld", veeleer toevallig en voor de eerste keer dit seizoen. De eer is weggelegd aan Christophe Deborsu en afvallen deed Philippe Geubbels, een stand upcomedian met - ik ben daarin liever to the point - een spraakgebrek. Hoe dan ook, het viel me op hoe het format nog steeds leuk is om volgen en hoe Rik Torfs de spitsvondigheden blijft rondstrooien.

Werd er gezapt naar Canvas en was diezelfde prof daar in een "genou à genou" verwikkeld met Bart De Wever. Angstwekkend dicht op elkaar gedrukt in een lege en kille ruimte moest De Wever tot bijzonder ongemakkelijke confessies overgaan. Daarbij leek het alsof het leven uit zijn ogen verdween en alsof zijn gezichtsspieren hem langzamerhand meer en meer in de steek zouden laten. Wel was ik onder de indruk van het verbaal hoogstaande gepingpong tussen de twee, en ik geef toe: af en toe moest ik akkoord gaan met wat 't conservatief Weverken zegde over normenvervaging.

Slaap zacht, lieve wereld.

dinsdag 9 december 2008

Beetje "journalastig"

Een headline voor de deadline. Ik moet 'm maken, ik moet 'm halen. Maar ik heb daar zo weinig zin in soms, en ik heb ook zo weinig inspiratie.

Ideeën noteren in een Word-file. Dat is niet de manier waarop ik goed en graag werk. Maak ik mezelf wijs, omdat ik het nooit eerder probeerde. Het moet er meteen opstaan of het komt er niet op. Zo heb ik altijd gedacht over mijn manier van werken. Misschien kan het ook anders?

Actualiteitswaarde is van belang. Of toch in de meeste gevallen. Ik geef toe: stukken die inspelen op de actualiteit zijn vaak het leukst om te lezen. Laat ze dat dan ook zijn om te schrijven.

Een groot publiek aanspreken. Zo groot mogelijk. Zonder al te plat te gaan. Een kunst. Die ik tegen wil en dank onder de knie tracht te krijgen. Want fuck het grote publiek. Dat kan ik hier wel zeggen, toch?

Nog een geluk dat ik me van de lay-out niks moet aantrekken.

zondag 7 december 2008

Half time behangers van mijn geest

Het is zover, denk ik. Al een tijdje eigenlijk. Vroeger begreep ik niet hoe mensen die mijn ouders zouden kunnen zijn weliswaar een gigantische verzameling platen hadden, maar daar in feite nog amper in op leken te gaan. Ik kon met hen over muziek praten, maar van de huidige scene wisten ze haast niks meer en hun algehele interesse was, zeg maar, gewoon tanende. Nu begrijp ik dat, dat die interesse kan wegebben, nu ik voel dat het voor mij ook al niet meer zó hoeft.

't Is te zeggen: ik ben geen vijftig en ik ben eigenlijk permanent muziek aan het beluisteren. Maar waar ik naar verwijs is het fanatiek opgaan in een artiest en er alles van te weten willen komen, het dwepen. Ik heb dat eigenlijk nooit gedaan, maar nu verdwijnt het helemaal. Dat is zo sinds ik me heb bedacht dat mensen die vinden dat ze muziek moeten kunnen maken, die om die reden geen "gewone" job hoeven te doen, er maar beter voor kunnen zorgen dat ze zeer relevant bezig zijn. En laat dat nu heel dikwijls niet het geval zijn.

Een voetballer wil ik zien voetballen, die moet niet met zijn kop in mijn krant staan, ik zal niet snel geïnteresseerd zijn in wat hij te zeggen heeft. Het was lang anders met muzikanten en eigenlijk is het dat nog. Muzikanten, kunstenaars, zijn mensen die denken en scheppen. Ze doen dat vanuit hun eigen ideeën en soms kan het interessant zijn om hen daarover bezig te horen. Soms, zeg ik, want vaak ook helemaal niet bijzonder. Soms is een politicus, een wetenschapper, een schrijver of wie dan ook veel interessanter. Vooral naar mensen die iets 'wezenlijks bijdragen' ben ik tegenwoordig geneigd te luisteren.

Muzikanten zijn vaak die mensen die zich buiten de dingen zetten. Zij scheppen weliswaar, maar ze scheppen niet fundamenteel. Hoeft dat dan? Welnee. Maar hen buitenproportionele aandacht geven voor het scheppen van 'niets fundamenteels', dat nu ook weer niet als het aan mij ligt. Ik voel heel sterk dat het symbool 'de muzikant' bij mij in een bredere context vervalt, zijn relativiteit terugvindt en minder belangrijk wordt. Ze zijn de full timebehangers van mijn geest, dat wel en dat blijft zo, maar op een dag zal ook dat wellicht afnemen. En ik kan daar nu al mee leven.

zaterdag 6 december 2008

Weggezogen leven

"Een paar pruimen waren naar het andere eind van de cocktailbar gerold en zwaar beschadigd. Ik bood aan de schade te betalen en Mica zei: "Wat ben je toch extreem fatsoenlijk.""

Vijfendertig pagina's ver in "De geschiedenis van mijn kaalheid" van Marek van der Jagt vind ik het niets te vroeg om even in te gaan op het hoofdpersonage uit dat boek, met name Marek zelf. Dat hij extreem fatsoenlijk is, staat er geschreven en ik vertel u er zelf bij dat het net lijkt alsof het leven zelve voor drie vierde uit zijn lijf is weggezogen. Maar dat laatste mag eigenlijk weinig verbazen als u weet dat Marek van der Jagt een "heteroniem" van Arnon Grunberg is, een schrijver wiens personages zelden het rijk der schimmen verlaten, schimmig als Grunberg zelf is.

"Uit interviews krijg ik het gevoel dat er iets met hem scheelt," merkte Sezaar enkele dagen geleden nog op in een reactie op een post over Grunberg die bij verwondering had moeten blijven en nergens naar een liefdesbrief had moeten neigen. Ikzelf vind ook dat er iets scheelt met Grunberg, door wat ik lees in interviews, door wat ik op internet over hem terugvind en nu door "De geschiedenis van mijn kaalheid", een boek waarvan ik me alleen nog maar heb afgevraagd waarom het bestaat en waarom het me zo ergert.

De naam "Marek", de moederfiguur in het boek, de vaderfiguur. Ik heb zijn broers uit het boek (Daniël en Pavel) gegoogled en all I got waren samenvattingen op scholieren.com (een hint van Grunberg waardoor je kan ontdekken dat van der Jagt niet echt bestaat?). Het karakter van Marek: een nieuwe levenloze sul. De manier waarop hij op café zit, zijn gedachten, de mensen die hij tegenkomt, het feit dat hij extreem fatsoenlijk is.

Mag het een beetje vuiler, Arnon? De Grunbergtoets is in dit hoofdpersonage wel heel nadrukkelijk aanwezig. Geen spat autentieke levenslust valt er te rapen en de conversaties in het boek lijken weggeknipt uit een gesprek tussen robots. Telkens zeggen ze hooguit drie zinnen, en telkens zijn dat er enigszins rare. "Otto wilde je graag ontmoeten," zei Mica. "Nu heeft hij je ontmoet." Grunberg toont zich hermetisch en clean. En niet dat dat zo anders is dan we het van hem gewend zijn, toch is er één probleem.

Dit boek bevat geen humor. Vertelt me nergens dat de auteur de deur naar de zon toch nog op een kier houdt. Dit boek is te fatsoenlijk, te clean, net als het hoofdpersonage dat tevens de auteur is, die dan weer een heteroniem van Arnon Grunberg is, een man die ook weer te fatsoenlijk is in interviews en dergelijke. Het lééft niet, dit, het heeft niet eens die ambitie. En toch lees ik door, want ik ben een fan, de reden ook waarom ik ontgoocheld ben.

vrijdag 5 december 2008

Het eerlijkste dat ik te bieden had

Ja L., ik had het mezelf aangedaan. Maar misschien was iets dergelijks wel zowat het eerlijkste dat ik je te bieden had. Knoeien met technologische apparatuur, dat ben ik nu eenmaal óók (en niet eens zo'n klein beetje zelfs) en ik ga je zelfs zeggen dat het feit dat ik jouw aanwezigheid daarbij duldde er wellicht op wijst dat ik me zeer op m'n gemak bij je voel, dat ik geen angst heb om op m'n bek te gaan. Als ik je vraag dat dan ook als een compliment op te nemen, dan weet ik dat je dat zult doen. Want als ik één ding zeker weet na gisteren, dan is het wel dat je intelligent bent met een grote i.

Maar zeggen dat het slechts om foto's trekken ging, jij kon het ook amper vatten. "Hoe kan je daar nu zo de pest aan hebben?" herhaalde je meermaals je vraag. Ik kankerde en sakkerde, het regende druppels op mij en ook nog eens lenzen, diafragma's en sluiters. Toch werd jij ook nat, zonder mopperen, en ondertussen nam je de tijd om mij als een moeder bij m'n handje naar de droge droom te loodsen. Ik wist dat en waardeerde dat en vroeg me terloops af welk beeld je wel niet van mij kreeg, zo.

Een scherp en goed afgesteld kleurenbeeld waarschijnlijk wel, niet in het minst omdat ik je na de regen in de warmte van mijn huis ontving. Daar werd ik leuker, - of zo oordeel ik toch zelf - maar natuurlijk haalde ik in één adem mijn spelletjesarsenaal van stal en nam ik je onophoudelijk op de korrel. Liefkozend natuurlijk, voor jij die mij had vergeven, die je ogen had dichtgeknepen. Mild als je was voor de miet, voor de wussie.

Doch impliciet wist je vast wel van mijn tactiek, zoals je al die tijd al even impliciet de touwtjes in handen had. Je vergaf me dan ook een tweede keer en stond me toe mijn spel te spelen, een spel dat ik beheers en waarvan je genoot, of dat meende ik toch op te maken uit je gehengel naar meer, uit de manier waarop je het uur uit het oog verloor en muren ging slopen die nog tussen ons in stonden.

Tevreden was ik dus, omdat ik een in mijn ogen ietwat scheve situatie nog min of meer mooi recht had weten te trekken. Want hoewel jij mild geweest en gebleven zou zijn, ik vond 'm scheef, die situatie, en ik leverde noest herstellingswerk. De confrontatie met die sissy in mij was evenwel niet van dien oppervlakkige aard dat ik bijzonder gelukkig kon zijn over wat ik initieel had aangericht. Maar ik meen dat ik met een gerust geweten kan besluiten zoals ik begonnen ben door te zeggen dat het in feite allemaal wel bijzonder éérlijk was, wat ik je had laten zien. En ja, ik heb er vertrouwen in dat ook jij dat hebt doorzien.

x

donderdag 4 december 2008

En dan typten we met de grootste sérieux een betekenisloze titel

"Dit weekend was ik verliefd op je." Ik ging het haar toch zeggen en waarom niet op een moment waarop zij een uitleg over iets helemaal anders aan het doen was? Het was op MSN, dus zag ik haar groen mannetje in de benedenbalk enkele seconden verdwijnen (ze was gebruskeerd middenin de zin die ze aan het typen was), om haar daana vliegensvlug een antwoord op die verklaring van mij te zien formuleren.

Wat ze precies antwoordde weet ik al lang niet meer, ik onthou zo goed als geen stomme voorvalletjes uit mijn leven en de weinige wrok die ik koester komt voort uit een gevoel dat ik dan weer overhield aan zo'n voorval waarvan ik me bijna niets meer herinner. Nee, ze zal waarschijnlijk "stomverbaasd" zijn geweest of ze zal dat toch zo goed mogelijk hebben gespeeld, en ik zal me wel hebben geëxcuseerd, spijt als ik kennelijk meteen had om wat blijkbaar een blitzkrieg had moeten zijn in een routineuze chat.

Want het was dat chatten dat me niet afging met haar, met haar lange blonde krullen. Ik vond haar te leuk en wilde haar door het scherm trekken, soms mocht ik haar telefoneren en dan wilde ik haar ook door de draad trekken. Ze flirtte met me. Dat zeg ik als een verongelijkt kind dat betrapt wordt bij het graaien in de koekjeskast die veel te weinig bewaakt wordt. Ze danste en ze zong en ze bewoog en lachte en lachte.

Zoals zoveel zestienjarige meisjes dat doen, besef ik nu. Ik herlees dat e-mailverkeer, vink aan en verwijder. Ik had gehoopt dat het langer geleden was dan maar drie jaar, maar het is echt nog niet lang geleden dat ik pathetische songteksten kopieerde en mezelf lyrisch blootgaf. Tot zij haar haren roodbruin verfde, zo ongeveer, en ik dat chatprogramma van mijn computer verwijderde.

Het is zo vreemd dat ze me altijd te slim af is geweest, toen. Dt-fouten, dat wel, maar van bij het begin wel weten dat het tijdelijk was tussen ons. Ik wilde nog bellen, ik wilde een brief schrijven en ik kreeg haar adres ook hoor. Maar ik deed het niet, hét was er niet meer en dat had zij beslist. Want zij kon dat en ik niet.

woensdag 3 december 2008

Alsof ik heel lang en heel ver weg ben

Hoe liggen de Roemeense bospaden er nog bij, die ik ooit onder mijn schoenzolen fijnmaalde? Zo beeldend denk ik er niet vaak over na, maar de nieuwsgierigheid die is er hoe langer hoe meer. Ik wil er opnieuw naartoe en het hoeft niet Roemenië te zijn, niet de reis die ik al eens maakte al zou dat wel fantastisch zijn. Het zijn bomen, paden om op te verdwalen, voor lange tijd en die zijn overal.

Er is muziek bij, maar die moet nieuw zijn. Het is geen muziek die me aan een verleden mag herinneren, maar hoe ze moet klinken weet ik nog niet. Rustig, ruraal, tribaal, wat betekenen al die woorden. Zo ongeveer. Anoniem ook, instrumentaal. Het is muziek die zoemt en zich nergens mee bemoeit.

Op mijn reis heb ik niet het gevoel dat ik ooit terugkeer. Wat ik achter mij gelaten heb - mijn thuis, mijn leven, mijn vrienden - verdwijnt in mijn geheugen, wordt elke dag kleiner en maakt plaats voor nieuwe impulsen, de natuur.

Ik maak die reis alleen, ik wil geen enkele zin meer uitspreken die ik ooit tevoren al eens uitsprak. Geen grappen meer die ik al duizend keer gemaakt heb met vrienden. Het lijkt wel of ik taal volledig achter me wil laten dan. Het lijkt wel of ik alles wat ik nu in m'n leven doe dan achter me wil laten.

En zo'n verlangen heb ik dus zo nu en dan. U moest het maar eens met me delen, toevallig.

Drieëntwintig en fascinerend

Ik heb erover nagedacht om Arnon Grunberg te worden. Enkele jaren geleden al en nu opnieuw. Als het even kan, en alles kan, zou ik ook graag een succesvolle debuutroman schrijven op mijn drieëntwintigste. 't Is dat ik "Blauwe Maandagen" herlees en van mening ben dat ik iets dergelijks ook nog wel zou kunnen.

Nu, dat boek is wel bekend, vertaald, bekroond, gewaardeerd,.. toch is de exacte reden daarvoor mij niet duidelijk. Het leest vlot, ja, en het is onderhoudend, maar welk element maakt van "Blauwe Maandagen" een beter boek dan eender welk ander debuut? Op "Slaap!" van Annelies Verbeke plakte destijds een sticker: "Beste debuut sinds "Blauwe Maandagen"". Grunbergs debuut is dus een referenetie, een ijkpunt.

De humor in "Blauwe Maandagen" wordt geprezen. Ook ik merk die op, maar ik onthou veeleer de tragiek die steeds nodig is om tot iets komisch te komen. En in plaats van dan te lachen, moet ik vaak enige moeite doen om mij over een zekere "pijn" te zetten. De levens die Grunberg in zijn boek schetst, zijn stuk voor stuk onleefbare levens, dat van hemzelf nog het meest. Er zit, mijns inziens, bijzonder weinig geluk in dat boek.

Door dat te besluiten stel ik echter weer een andere vraag: begrijp ik "Blauwe Maandagen" wel zoals ik het zou moeten begrijpen? En meteen daarna vraag ik me af of een drieëntwintigjarige Nederlander een boek zou kunnen schrijven dat ik niet begrijp. Ook weet ik niet waar het autobiografische begint en waar het stopt. Waarom schreef Grunberg zo'n autobiografisch boek, dan nog als zijn debuut? Wat was de verwachting, de bedoeling?

Ik lees over Grunberg op Wikipedia. Ik krijg nooit genoeg informatie om mijn honger te stillen. In interviews is de schrijver altijd koel en afstandelijk. Hij lijkt bezig met grote, overkoepelende thema's als oorlog, liefde, het lijden en dergelijke; thema's die in zijn boeken als rode draden door geconcretiseerde verhalen lopen.

Ontvang mij gewoon in Eupen, meneer Grunberg. Of in één van die vele hotels die u blijkbaar aandoet op die talloze trips van u. Dan spreken we over "Blauwe Maandagen" alsof het terug 1994 is en, dat spreken we af, dan geeft u op al mijn vragen de eerlijkste antwoorden die u kan bedenken.

dinsdag 2 december 2008

De achterflap van mijn boek

Niet dat ik er reeds de tijd voor genomen heb en, wee mij, niet dat ik het plan ook daadwerkelijk ten uitvoer zal brengen, maar de afgelopen tien dagen zijn er tien geweest waarover ik bij voorkeur iets officiëler verslag doe dan hier op de (het?) blog. In een speciaal daarvoor aangemaakt Word-document bijvoorbeeld of, je zal het vroeg of laat nog eens zien gebeuren, op een A4-tje. Maar ik moet er niet te lang mee wachten, dat is zeker. Anders zijn de details weg. Voorgoed.

Dat het bloggen erbij inschoot leek volstrekt normaal te zijn. Ik heb begot geen twee minuten aan die (dat?) blog gedacht, terwijl ik ergens in een hoge boom hing te jubelen, dan wel in een diepe put lag te snotteren. Wat? Waarom? En hoezo dan? Goh ja, ik speelde nog eens de hoofdrol in een romantisch toneelstuk zonder duidelijke afloop, en toen ik daarmee klaar was had ik nog net de kracht om als een chirurg der rechtvaardigeheid een kanker uit mijn leven weg te snijden.

Ja natuurlijk moet ik vaag blijven. Ik geef u ook mijn familienaam niet, noch mijn woonplaats of mijn haarkleur. Daarvoor zijn we hier ook niet samen. We zijn hier voor enkele vage zinnetjes, enkele terloopse minuten en dat zelfs alleen als u het wilt.

Maar voor mezelf zal ik het in een Word-document schrijven. En flarden van dat verhaal belanden hier misschien ooit nog in een fictioneler, wat omfloerster jasje. Over verliefd willen zijn en niet meer samen kunnen leven, daarover gaat het. En over overdrijven en halucineren, over thuiskomen en relativeren.

donderdag 20 november 2008

Ik ben zover

Op het moment dat je je haar in elk winkelraam staat goed te leggen, dat je er daarbij op let dat je mondhoeken naar boven staan (wat meestal al het geval is) en dat je, ongeacht de snijdende wind, de warme golfjes van gelukzaligheid door je ingewanden voelt rollen, op dat moment weet je het wel en dan wil je er vol voor gaan.

Ik ben zover.

Of wat ik allemaal kan tegenwoordig. Een half jaar geleden was ik steil achterovergevallen bij de gedachte alleen al. Ik kan een mop maken in een kleedkamer vol voetballers. Een mop waarmee gelachen wordt, kortom, ik ben als één van hen.

En ik kan me dan goed voelen, ik kan me dan zelfs gewéldig goed voelen. Dat ik op de rem wil gaan staan om mezelf te beschermen, maar dat iemand de rempedaal heeft weggehaald. En ik kan die mens, of die wat-dan-ook dat in een nanoseconde ook weer vergeven. Ik ben zover. Ik hou die bolide toch op de rails, rempedaal of niet.

Ik hou u op de hoogte. Nu ik zelf op grote hoogte ben.

dinsdag 18 november 2008

Drie anekdotes (twee toffe)

Geen zin om een hele post te wijden aan een negatief gevoel. Benieuwd wat daar van komt.

A. kent Mauro. Ja ja! Ze wil het niet gezegd hebben hoor, daarom zegt ze het elke (élke) keer als ik haar zie langs haar neus weg. Ze zegt bij wijze van spreken langs haar neus weg dat ze het niet gezegd wil hebben. Maar ze zegt het. Waarom dan?

"Vorige keer dat ik met hem sprak..", "..zei hij tegen mij..", "..hij is keigrappig, op én naast het podium..",.. Waarom niet meteen er een Dag Allemaalartikel over schrijven? En élke keer doet ze dat dus hé.

***

M. is nooit serieus, is een prototype van de flauwe plezante, maar hij heeft een vriendin en die neemt hij wél serieus. Zij lijkt de enige te zijn die hem rustig maakt, de enige voor wie hij die 'moeite' wilt doen. De enige die bij hem het competitiebeest doet inslapen, vermoed ik.

En die observatie, dat vermoeden, dat vind ik mooi. Da's liefde. M. zet samen met zijn vriend P. zowat voortdurend een bijzonder waarachtig Quick en Flupke-duo neer. Maar voor haar stapt hij uit die rol. En zij is heel serieus van aard. Als water en vuur. Zoals de 'puzzel'.

***

"Soms krijgen jonge gasten bij ons op de redactie de vraag om iets te onderzoeken en dan zie je die meteen naar google grijpen. De reden waarom ze echter die vraag krijgen is omdat het antwoord niet op google te vinden is." Aan het woord is meneer D. en ik ben onder de indruk. Die man kan google relativeren! En hoe doét die man dat dan zelf, dat onderzoeken?

Fascinerend.

zaterdag 15 november 2008

Consuminder met scheepsbeschuit

Scheepsbeschuit, iemand?

Sorry, jongens en meisjes van het nieuwgekraakte pand, ik moet een beetje om jullie lachen. Die termen waarin jullie zich uitdrukken en de sérieux waarmee jullie dat doen. Funny funny funny! Nochtans, ik lach jullie niet uit, die idealistische gedachten zijn niet onzinnig. Het is gewoon de aanpak die het 'm altijd zo potsierlijk maakt bij jullie, krakers. Dat jargon, dat fanatieke, dat overdreven afwijkende.

Een stel kabouters, elfjes, naïeve wereldverbeteraars en - ik zet de aanhalingstekens - "consuminderaars". Dat zijn jullie, zo lees ik in een ware perstekst. En julllie zijn zinnens een "sociale, culturele, ecologische en allesbehalve economische broedplaats" uit de grond te stampen. Ik juich dat toe en zou zelfs graag eens binnenspringen in die - ik klink ironisch, maar dat is niet de bedoeling - jonge oase van welbehagen.

Doch, voer mij dan geen scheepsbeschuit, uit alle macht, en laat ook jullie wortel- of bietensap maar achterwege. Het is niet duivels-kapitalistisch om gewoon een worstenbroodje van de Panos te eten. En als jullie muziek willen maken, hou ik graag mijn oren gespitst, maar hoef ik striktnoodzakelijk de boodschap mee te krijgen dat jullie een "anarkoestisch" gezelschap zijn (akoestisch en anarchistisch, dus)? Natuurlijk niet.

Jullie gemeenschap heeft, volgens mij, en niet zelden vanuit intellectuele onredelijkheid, altezeer een verongelijkte houding tegenover vanalles en nog wat ontwikkeld. Daardoor is jullie drang om af te wijken groter geworden dan jullie drang om daadwerkelijk iets constructiefs te doen (jullie willen ten allen koste helemaal onafhankelijk zijn). Nu goed, jullie zijn idealistisch en organiseren activiteiten "waaraan je kan deelnemen volledig los van je geaardheid, je cultuur, je bankrekening, je uiterlijk en of je papieren hebt of niet." Maar als ik morgen op een kritische manier met jullie over bovenstaands en meer wil komen praten, ben ik dan ook welkom, of krijg ik dan het label "kapitalistische infiltrant" opgeplakt?

Behoedzaam sympathiserende groet.

donderdag 13 november 2008

Ofte welsprekendheid

Krrrzzz. Niks met mijn toetsenbord, niks met mijn brein. Of toch wel. Ik wil gewoon zeggen dat het me nog al eens overkomt dat ik niet op de juiste woorden kan komen, zeg maar gerust dat me dat tamelijk vaak overkomt. Dan spreek ik Engels en blokkeert het "systeem", dan moet ik dat uitleggen en op begrip van mijn gesprekspartner rekenen.

Maar ook in het Nederlands overkomt me dat. Dan ga ik van euh, nee, ben ik even stil, moet ik denken wat ik ging zeggen, komt het er met horten en stoten uit en weet ik dat ik nog heel wat werk heb. Daarom: bewondering (ik ga hier niet "respect!" beginnen roepen) voor mensen die het wél allemaal in één ruk gezegd krijgen, wier hersenen hen wel steeds op het rechte pad houden. Dat heeft een naam, dat talent: eloquentie.

Sprekers doen dat meestal goed, maar makkelijk is het niet. Een gast in "Terzake" zakt nooit door het ijs, vraagt nooit een break van een halve minuut, komt altijd uit zijn woorden. De woordvoerder van een bedrijf maakt van dat praten, communiceren zelfs zijn job. Hij leert zijn lesjes al dan niet van buiten, maar hij moet het altijd wel nog bréngen en hij moet er mee weg zien te komen.

Nu ja, ook niet teveel zeiken over krrrzzzz zzzzzzz.

woensdag 12 november 2008

We zijn op zoek naar een woord van acht letters dat begint met een b

"Dana Winner heeft een nieuwe cd en ook in de liefde gaat het goed, als we de "boekskes" mogen geloven. Zondag zingt ze een liedje uit "Tussen Nu en Morgen"."

Goed, u hoort de klokken kennelijk al klingelen, maar weet misschien nog niet precies waar de klepel hangt, om eens een oude leerkracht biologie te parafraseren. Dit bericht haalde ik van de website van, rarara, "De Zevende Dag" en het gaat 'm hier niet om Dana Winner, noch om haar liefdesleven (heeft de maagd Maria dan toch een liefdesleven?) of om dat lied dat ze ten berde zal brengen. Nee, het zijn de "boekskes" die hier de aandacht trekken. Die aanhalingstekens hadden ze er trouwens zelf al bijgezet, schamper als ze zijn.

Trouwens, misschien gaat het 'm eigenlijk wel om het bericht in z'n geheel, met alle elementen vandien. Als je dat bericht goed leest, word je namelijk op de ironie ervan gewezen. Dana Winner in "De Zevende Dag", de niets terzakedoende vermelding van haar liefdesleven ("boekskes"!, zal het in de uitzending over haar liefdesleven gaan?), "De Zevende Dag" dat nadrukkelijk het niveau van de "boekskes" wilt overstijgen (iets waarmee ze het, gezien de voortdurende format- en personeelswissels, blijkbaar niet zo makkelijk hebben, vandaar ook nu weer die allusie, volgens mij),..

"De Zevende Dag" is zelf een "boekske" kortom en het is ze daar stilaan gaan dagen ook. Niet over de hele lijn, natúúrlijk, het begin van dat programma is interessant - nu, ja - met politieke debatten enz, maar eens Indra's breiclub begint, wordt er misschien nog niet echt "boekskespraat" verkocht, maar de gesprekken komen dan wel stilaan op "boekskesniveau".

Ten andere, ik ben niet de eerste om het al te schampere gebruik van de term "boekskes" aan te kaarten. Humo's (rv) - een man met wie ik, louter voor de volledigheid, een soort haat-liefdeverhouding heb - deed het me voor in zijn kolommen. Mikpunt was toen Faroek Ozgünes van VTM, die in een soortgelijke context had willen laten verstaan dat een of ander aangaande zijn zender toch wel enig niveau had, of toch meer niveau dan de "boekskes".

Daarom zou ik bij deze tamelijk gratuit, gewoon om er vanaf te zijn en ook omdat ik het grappig vind de stelling willen uitspreken dat het enkel die programma's, zenders, whatever zijn die over de "boekskes" spreken als zijnde de "boekskes", omdat ze zich zelf in stilte een "boekske" weten, maar dat uit alle macht willen ontkennen. Daarom stellen die mensen zich bij zichzelf al eens de vraag "Werk ik eigenlijk zélf niet voor een "boekske?" en als ze dan eerlijk zijn dan weten ze het wel. Dat zet zich in hun hoofden vast en die term "boekskes" rolt er dan kwansuis uit in een presentatietekst of op een klein bericht op de website.

Twee keer opletten dus in 't vervolg, oh respectabele media. Ali houdt het allemaal in de gaten.

maandag 10 november 2008

Hetgeen nu het geval is

Even nadenken over wat ik vandaag ook weer allemaal heb gedaan. 'Allemaal' heb gedaan? Ik weet niet of 'al' die dingen zich überhaupt laten tellen. En mocht dat zo zijn, dan ben ik er de man niet naar om het te doen.

Ik vroeg me af vandaag of ik buitenproportioneel veel idioten ken. Daarom deed ik navraag bij enkele mensen en zij zegden ook een hoop idioten te kennen. Een buurvrouw die hen 's nachts uit hun slaap houdt door onophoudelijk tegen de muur te bonken, een andere buurvrouw die weigert een boom te snoeien, zo'n dingen. Dreigen met rechtzaken, dat ook. Modern doen, niet met elkaar praten. Dat ook.

Zelf ken ik mensen die ergens op bezoek gaan en daar sigarettenpeuken op de grond achterlaten. Die mensen openen andermans frigo en doen andermans fruitsap open, terwijl ze andermans sandwichen opeten, besmeerd met tonijnsla die niet van hen is. Het zijn deze mensen die je vragen of ze je fiets kunnen lenen, zonder de intentie hem terug te brengen. Het zijn deze mensen die natuurlijk helemaal geen fiets hebben, duh. Daarom vragen ze immers of ze de jouwe mogen hebben, tiens.

Ik ken mensen die een buggy met zich meezeulen met daarin een kind. Ik ken mensen die zo'n buggy ergens in een hoekje parkeren om dan duchtig aan het smoren te gaan. Het zijn die mensen die vergeten zijn dat dat kind daar ook nog ergens is, zo tegen het ochtendgloren. En het zijn die mensen die ik liever niet over de vloer zie komen op de plek waar ik woon.

Hetgeen nu wel het geval is.

zondag 9 november 2008

Het martelaarschap als kunstje

Enthousiasme. Opstaan, er verdomme zoveel goesting in hebben. Nooit eens stilstaan bij dat doorsnee bestaan.

Enthousiasme. Positivisme. Goesting, zoals ik al zei. Altijd maar die godverdomse goesting.

Enthousiasme. Je kijkt me aan, ik kan het niet verdragen. Ik ga over mijn nek van al dat leven leven leven. Wat valt er godverdomme te willen, mens? Straks ben je dood.

Enthousiasme. Onnadenkend. Tot in de kist. Zoveel is duidelijk.

Enthousiasme. Dat je aan de gang houdt. Waar je op drijft. Hoe is het toch mogelijk?

Dan vraag je wat ik ervan vind. Daarop krijg je geen antwoord. Je zwijgt, ik doe je pijn, ik doe mezelf verschrikkelijk pijn. Wanhopig zoek ik naar iets leuks om te zeggen. Het lukt me, halfslachtig. Ik verberg mezelf en zeg dat ik moe ben. Natuurlijk doorzie je dat, maar je zegt er niets van. Ik hou van je.

Je trekt me zo graag mee, je zorgt voor me als voor een patiënt. Ik weet dat je mijn geluk bent, maar ik speel voor anker, hou de boot in de kille haven. Daar zie ik van af, dat meen ik. Je te zien strijden met mij, als met het onbekende. Je je hoofd te zien breken om zoveel, zoveel onzinnigheid.

Terwijl je weet dat het niet meer zal veranderen.

zaterdag 8 november 2008

Zoiets?

De zon zoeken en haar vinden. Een bries door mijn haar as it was meant to be. Nergens heb ik nu aanhalingstekens voor nodig. Ik haal geen ironie van stal als ik zeg dat ik gelukkig ben. Nu ben ik bevrijd van schaamte, terughoudendheid en algemene wrok.

En nú zit ik weer vast. 'Geluk' is opnieuw een product dat je per sms kan bestellen via VT4. Ik kijk je niet recht in de ogen en erger me als je zegt dat het mooi weer is. Een fuckin' winterjas heb ik aan, zie je? Dat doe ik omdat de wind snijdt, omdat het weer het op mij gemunt heeft. Omdat de wind wint en het weer het weer op mij gemunt heeft.

Nooit meer meningen voor mij, dat zeg ik bij deze. Ik lijk die lelijke schim van een Koen Meulenaere wel, ik spuw mijn gal op al, op al. Mijn leven achter een toetsenbord is zo grimmig vaak, zo zuur. En mijn demonen floepen uit azerty zoals een oude Duitser voor het slapen nog snel een hakenkruisje slaat.

Daarom word ik gelukkig, straks, vanaf morgen desnoods, misschien pas volgend jaar. Het moet, ik heb het beslist, ik wacht op het moment. Maar als het zover is dan meen ik het wel en dan stopt dus de nijd. Nee, beter zeg ik dat dan de vreugde begint, dat dan de mensen als vrienden zullen komen, als vrienden zullen blijven. Mijn leven lang en zonder bezwaar, commentaar of misbaar.

Want dan word ik Michael Franti en ga ik zingen en gelukkig maken. En dan ben ik niet langer (rv) uit Humo, een dwarskijker met stukgeslagen dromen.

Zoiets?

vrijdag 7 november 2008

Getater van een culturele kolonisator

Gust De Meyer is professor aan de Katholieke Universiteit Leuven, faculteit Sociale Wetenschappen. Voorts ken ik de man van haar nog pluim, maar via een vriend kom ik een en ander te weten. Zo schijnt De Meyer namelijk een zogenaamde "cultuurpopulist" te zijn, iemand die volkscultuur op één lijn plaatst met "elitaire" cultuur. Een slaaf van het establishment is hij, dat hij als de zoveelste met die vooropgewarmde kost komt. En wel hierom.

De Meyer is auteur van een boekje getiteld "Manifest van een cultuurpopulist". Nu, dat is dat, maar wat heeft hij eigenlijk te vertellen? Zelf weet ik het voorlopig niet, maar ik ben vast van plan zijn boekje te lezen. Mijn vriend zegt alvast dat De Meyer het opneemt tegen cultuursnobs die zwelgen in hun elitarisme en neerkijken op de volkscultuur. Zo zo, denk ik dan. En wat zou die man, enige politiekcorrectigheid daargelaten, ertoe kunnen brengen daarom een boek te schrijven? Enkel en alleen om als een grijze muis een tijdsbeeld goed te keuren?

Samen met voornoemde vriend kan ik heftig discussiëren over, om maar eens een actueel voorbeeld te kiezen, de, in mijn ogen, overdreven aandacht voor "Loft" en het gebrek aan aandacht voor een andere pas gereleaste Belgische film als "Vinyan" van Fabrice Du Welz. Ik zeg dan dat het niet juist is van de media om zoveel over "Loft" te geven en zo weinig over andere slash moeilijkere slash minder voordehandliggende films of cultuurproducten. Mijn vriend is evenwel van mening dat de mensen hun weg naar "Vinyan" wel zelf zullen vinden, - daarvoor hebben zij de media niet nodig - en Gust De Meyer schijnt eenzelfde mening te zijn toegedaan. De cultuurjournalist als marionnette van "De Rode Loper" dan maar?

't Is dat ik zijn boekje nog niet gelezen heb, anders zou ik hier ongestoord van leer durven trekken tegen 's mans opvattingen (die blijkbaar, aldus mijn vriend, vaak provocerend bedoeld zijn). Nu kan ik enkel zeggen dat ik persoonlijk niet anders kan dan akkoord gaan met het basale statement dat populaire cultuur naast elitaire cultuur mag staan. Daarnaast vind ik echter wel dat die "pop. cult." (zo doet De Meyer graag postmodern) overbelicht wordt ten nadele van het - daar komen de aanhalingstekens weer - 'moeilijkere' werk. Dat alles heeft (natúúrlijk) enkel en alleen met commerciële belangen te maken en die zijn dan weer louter een kwalijke uitwaseming van het lekke wereldsysteem, der Kapitalismus - een term die doorgaans hand in hand gaat met cynisme.

Ik ben van mening dat een filmpubliek tanden heeft om ermee te kauwen. Tanden die het ook in iets onbekendere slash iets moeilijkere slash iets minder 'toffe' films als bijvoorbeeld "Vinyan" kan zetten. Nu lijken we wel baby's die gemalen pap eten, ons door moeder media met veel zin voor verkoopstechniek verkocht in een niet naderbepaalde loft. Sommigen onder ons (de "elitairen") blijken echter al opgroeiende kinderen, of zelfs volwassenen, te zijn en die eten meer dan pap alleen. Dat hen daarbij een breder smakenpallet wordt aangeboden is niet meer dan normaal, dat is opvoeding. En niet zelden gaat het aanbieden van dat smakenpallet gepaard met enig aandringen.

Nu jij weer, Gust.

dinsdag 4 november 2008

't Kriebelt zelfs

Of ik dat nu meen? Of het weer een grapje is? Neen, ik meen het wel degelijk: morgen ga ik mee voetballen. Of ik dat nu meen? Of het toch geen grapje is? Neen, voor de tweede keer: morgen ga ik graag mee voetballen, als het niet scheelt.

Eigenaardig, ik heb er de lichaamsbouw voor, loop niet als een stijve hark, heb geen noemenswaardige conditieproblemen, maar voetballen dat zien ze me niet doen. Veeleer omdat ik er geen bijzondere interesse voor vertoon, vermoed ik, dan omdat ik het niet zou kúnnen. Neen, natuurlijk ben ik er geen held in, maar barslecht ben ik evenmin. Mijn rechtervoet is heel behoorlijk en als ik vooraan sta stamp ik er gegarandeerd eentje in.

Ze hebben me te vaak horen zeggen dat ik de doorsneevoetballer niet bijster interessant vind. Dat, in combinatie met mijn interesse voor cultuur en politiek, zorgt ervoor dat ik onmogelijk graag kan voetballen. En toch is dat onjuist: voetbal kan heel plezant zijn. De voetbalmatchen op vrijdagnamiddag in het zesde middelbaar behoren tot mijn beste schoolherinneringen.

En dus doe ik mee morgen. Omdat ze niet willen geloven dat ik het zou kunnen, in de eerste plaats, maar ook omdat ik er oprecht heel veel zin in heb. Hoop ik toch nog steeds, als het zover is. Ik ben zelfs een beetje nerveus met het oog op wat komen gaat. Zal het niveau hoog liggen? Zal ik me kunnen ontpoppen tot een revelatie (er zal niet veel nodig om dat te worden)?

Het wordt tof, dat beslis ik nu. Voilà, beslist.

maandag 3 november 2008

Toegegeven, ik zou de dingen wat vaker moeten laten voor wat ze zijn

Op de site van Terzake word ik gevraagd of ik zou kunnen leven met een gekleurde premier, conform dus het mogelijke presidentschap van de gekleurde Obama. Ik moet daar even over kunnen nadenken, beken ik in alle eerlijkheid. 83% van de deelnemers aan deze poll heeft uiteindelijk ja geantwoord, dat is 5 op 6. In de eerste plaats ben ik geneigd dat bijzonder politiek correct te vinden van die mensen, - hoeveel zouden het er eigenlijk zijn? 20, 200 of 2000? dat kom je nooit te weten - pas daarna vraag ik mij af of die jastemmers de idee van zo'n gekleurde premier ook hebben opgevat als reëel denkbaar.

Een zwarte Leterme. Of een allochtone tout court, whatever. Ik denk aan Wouter Van Bellingen, gewezen tv-kwisser, schepen in Sint-Niklaas en, dit vermeld ik niet toevallig, slachtoffer van die trouwrel aldaar. Ik denk ook aan die andere Slimste Mensdeelnemer uit Beringen Selahattin Koçak. Die laatste werd blijkbaar zodanig weinig aan zijn allochtone afkomst herinnerd dat hij er op tv voortdurend grapjes over moest kunnen maken. Integratie.

En ten andere: er is geen enkele politieke partij in België die anno 2008 een allochtoon naar voor zou schuiven om er een potentiële Leterme, Verhofstadt, Dehaene van te maken. Groen! en Ecolo zouden de enige uitzonderingen kunnen vormen, maar die partijen zullen nooit een premier leveren. Elio Di Rupo telt ook niet mee als allochtoon (wel als homo trouwens, ook niet slecht voor aan de top van een partij).

In tegenstelling tot hoe het grootste deel van het Terzakepubliek er blijkbaar over denkt, heb ik neen geantwoord op de vraag of ik zou kunnen leven met een gekleurde premier. Daarmee wil ik zeggen: ikzelf zou het kunnen, maar een hoop minder politiek correcte, niet-Terzakekijkers niet. En wat heb je eraan dat je kan leven met je premier als een hoop mensen rondom je dat niet kunnen? Dat haalt je eigen kwaliteit van leven alleen maar naar beneden. Nee, we zijn er naar mijn mening niet klaar voor.

Een allochtone politicus is voorlopig nog een kwiskandidaat, een brug naar de allochtone gemeenschap, een curiosum of een verplicht nummer. Een premier behoort echter een fiere Vlaming te zijn, een blanke. Zelfs een melkwitte Waal zou wat moeilijk liggen nu. Eerlijk?

En dan nog dit: de vraag van Terzake is eigenlijk irrelevant (ja, ik neem die vraag eventjes ten volle serieus - de gemiddelde Terzakekijker gaat laconieker door het leven). In de Verenigde Staten is 12% van de bevolking zwart, wat ervoor zorgt dat een zwarte president daar helemaal niet zo'n eigenaardigheid hoeft te zijn (al zijn we natuurlijk wel in Amerika). In België stelt zich die kwestie echter geenszins, dus waarom ze überhaupt poneren? Enkel maar om onnadenkende snoevers een moment van welbehagen aan te smeren? Da's goedkoop.

zondag 2 november 2008

Ongetiteld (Niet drummen graag)

Hey E..
Je leest mee nu, dat sta ik toe. Hopelijk beknot de wetenschap van je aanwezigheid me niet in mijn schrijven, nu. Voor jou is enkel het beste goed genoeg.

Let niet te veel op mijn formele taalgebruik. Ik heb het geprobeerd, maar kan er niets aan doen. De context 'blog' dwingt me ertoe. Er zijn altijd banale, noem het 'normale', manieren om de dingen te verwoorden, maar klaarblijkelijk zijn die manieren niet aan mij besteed, hier. Dan zou ik schrijven zonder woorden als 'doch' of 'andermaal', - ik pik er maar twee uit mijn vorige post - en dat kán ik ook. Alleen: ik doe het niet, want op papier (via het klavier) praat ik uitsluitend tegen mezelf, en bewaar ik een afstand. Ze kunnen allemaal meelezen, weet je.

Enkel het beste is goed genoeg, E.. Daarom vraag ik je niet al te zeer te letten op onderstaande posts. De meesten ervan zijn te weinig door passie tot stand gekomen. Wel door arbeid. Het willen halen van de deadline. De drang om voor middernacht een blogbericht te schrijven. Dat heb je als je het elke dag probeert. Dan ga je je soms afvragen wat er vanavond weer eens te vertellen valt. Ooit wordt het een métier dat ik beheers.

"Schrijven is natuurlijk het middel bij uitstek om niet te hoeven leven, en toch de illusie te hebben er middenin te staan. Terwijl je stiekem zelf aan alle touwtjes trekt." Dat heeft Arnon Grunberg mooi verwoord, vind ik. Het is me echter niet duidelijk of Grunberg naast zijn schrijven ook leeft, al dan niet. Als hij niet leeft (en dus enkel schrijft), getuigt zijn uitspraak volgens mij alleszins van een grote eerlijkheid, in de zieligheid ervan. Voor mezelf is schrijven evenwel slechts een manier om het leven te vergemakkelijken. Het leven waar ik zo graag aan deelneem, zoveel als kan.

donderdag 30 oktober 2008

Niet mijn Kaai

De Koolmijnenkaai in Molenbeek. Het is daar dat ik andermaal besef dat het me voorlopig niet zal lukken om in Brussel te wonen. Ik woon er dan ook niet, maar ik was het wel vast van plan. Doch de Koolmijnenkaai, met die desolaat filmische sfeer die er hangt, werpt mij terug naar af.

Het onbekende is me nu in die mate bekend dat ik niet langer van het onbekende kan spreken. Nu spreek ik over het onbevattelijke, misschien zelfs het onbegrijpelijke. Ik leg M. uit dat ik het me niet zie doen, dat ik zou verzuipen, dood zou gaan van eenzaamheid, dat in de eerste plaats. M. denkt aan criminaliteit en aan de vierde wereld.

Er wapperen vlaggetjes aan de boten langs het kanaal. Tussen de regendruppels staan loodsen en fabrieken onnoemelijk oud te zijn. Wie hier wilt leven is van beton. 't Is dat ik wéét dat het er niet overal zo uitziet in deze stad, of ik zou me ter plekke in het kanaal laten glijden.

Onder twee ladders loop ik door. Ik luister naar Labradford en besef hoe eng ik dit alles stilaan vind. Grijs is de kleur, straatwerk het geluid en werkloosheid de tijdsbesteding. Er lopen hier teveel mensen rond op dit uur, te doelloos, te negatief. Mijn ambitie om berg op te gaan en er iets van te maken, doet op de Koolmijnkaai aan als geheel triviaal.

Want, dit is het: ik ben niet werkloos, ik ben geen moslimvrouw, ik drink geen alcohol om één uur in de namiddag, ik werk niet aan een brug met een gele helm op mijn hoofd, ik ben niet de stichter van een Alexander & zoon nv, ik ben niet de man die door rood rijdt, die keihard optrekt bij groen, die met een buggy zijn kind vervoert, die last heeft van parkeerproblemen, die deel van Brussel uitmaakt zoals Brussel zich toont.

Ben ik niet. Niet nu

dinsdag 28 oktober 2008

Ook niet echt hoopgevend, die titel

Morgen ga ik over dat boekenprogramma op Canvas praten. Dan wil ik wel eens weten wat mijn medemens daarover denkt. Niet over het programma zelf eigenlijk, maar wel over de eenvoudige kwestie hoe een boekenprogramma op tv hoort te worden gebracht. Het is duidelijk dat de VRT zelf daar tot nu toe ook geen helder antwoord op geformuleerd krijgt. Eerst was er dat banale "Alles uit de kast", godbetert op één, nu is er iets met boeken dat "Iets met boeken" heet. Ook niet echt hoopgevend, die titel.

Gisteren zag ik een Ter Zake-itempje waarin we getuige waren van Erwin Mortier, Christophe Vekeman en een andere schrijfster (een Margot) die samen in een woonkamer naar de eerste aflevering van "Iets met boeken" keken. Gedrieën waren ze ietwat ontgoocheld over wat er geserveerd werd. Ik kan dat begrijpen, want ten eerste zei Dimitri Verhulst als gast niets wat we hem nog niet eerder hadden horen zeggen, en ten tweede ging het in dat programma merkbaar te weinig over boeken en teveel over de gasten zelf.

Waar ik Verhulst over wil horen praten, is over de schrijver Céline. Toen Dimi enkele weken terug in het-zal-wel-weer-Humo-geweest-zijn, zijn "Godverdomse dagen op een godverdomse bol" becommentarieerde, liet hij diens naam namelijk vallen en nu ben ik als boekenliefhebber wel nieuwsgierig geworden naar wat Dimi precies aan die Céline gehad heeft en wat hij er tout court over te vertellen heeft. Ik vrees echter dat het weer niets voor "Iets met boeken" zou zijn om over zoiets te gaan palaveren, als was het een tooggesprek. "Iets met boeken" moet waarschijnlijk weer 'breeeeed' gaan. Waarom zit die blinkende aap van een Leyers daar anders weer?

Typisch is overigens ook de samenwerking met een Nederlandse zender. Dat verleent zo'n boekenprogramma in Vlaanderen vaak, al dan niet terecht, enig snelverdiend cachet. Maar ook de Hollanders speelden in de eerste uitzending op zebrapadveilig door die-Pakistaanse-schrijfster-die-ook-al-in-"Zomergasten"-had-gezeten uit te nodigen. Zij sprak over haar ra-ra-roots en vertelde dat "sodemieter op" tegenwoordig om een of andere reden zelfs sexy klinkt uit haar mond, of wat zei ze ook weer precies?

Over boeken en schrijvers ging het dus niet, hoogstens over de gasten zelf. Misschien leek het nog het meest op "De Laatste Show", maar dan voor schrijvers. Volgende week komt Annelies Verbeke en ik ga dan toch proberen die uitzending in zijn geheel mee te pikken. Om een of andere reden verwacht ik namelijk iets van Annelies. Tenzij een tv-format haar de kop indrukt. Ra-ra..

maandag 27 oktober 2008

Tot zover de moeder Theresa in mij

Empathie. Zich in een ander zijn situatie inleven. Ik probeer dat. Ik vind dat leuk om 'tegemoet te komen'. Maar wat ik vaak doe is dan om het op mezelf te betrekken. Om mezelf als voorbeeld te kiezen voor tal van situaties. Terwijl het toch over die ander zou moeten gaan.

Iemand vertelt zijn verhaal. Ik luister. Dan herken ik iets en haal ik een dergelijke situatie uit mijn eigen leven aan. Maar is dat wel op zijn plaats? Heeft die ander daar iets aan? Moet het niet voortdurend over die ander gaan?

Ik praat graag over mezelf. Daarom blog ik ook. Of nee, ik blog omdat ik me graag uit in het algemeen. Dat is nog iets anders dan over mezelf praten.

Empathie. Ter beschikking staan van een ander. Proberen aan te voelen. Jezelf wegcijferen?

Ik weet één ding: het is onfatsoenlijk van een jongen om op de kamer van een andere jongen een Play Stationspel te willen spelen, wanneer die andere jongen behoorlijk met zichzelf in de knoop ligt en vermoedelijk heel graag alleen wil zijn. In die situatie wens ik die eerste jongen uit plaatsvervangende empathie een accute muggenplaag boven zijn bedje toe.

zondag 26 oktober 2008

Over twee jaar is dit enorm infantiel (en nu gewoon wat zweverig)

Hoe langer, hoe meer word ik zo'n kerel. Zo een die ik al kon aanduiden toen ik ocharme twaalf jaar was. Zo een die zijn vrouw met de schroevendraaier en de boormachine aan de slag laat, die aan zijn bureau geen weet heeft van praktische klussen die moeten gebeuren. 't Is dat ik mijzelf toevallig kan troosten omdat ik net een emmer onder een lekkend dak zette. Maar voorts..

Die vrouw heb ik goddank niet, natuurlijk. Maar dat bureau, dat wel, en dat hoofd vol klimopgewoeker, dat ook. Schrijven, dat ga ik doen, dat doe ik al, daarvan zeggen ze dat ik het moet doen, mag doen, goed doe. Ik zeg dat ik het graag doe, dat maakt dat ik het veel doe, steeds minder op de blog.

De tekst schrijf ik, schrijft zich, herlees ik, corrigeer ik, laat ik liggen, pik ik weer op en is dan af, tot ik hem twee jaar later weer onder ogen krijg en ik hem infantiel vind. Het doel is onduidelijk, onbelangrijk, plots toch duidelijk en belangrijk, want eigenlijk niets minder dan een poging om alles voor mezelf te verklaren en te ontrafelen. Ik merk dat wanneer ik schrijf, ik het gevoel heb de touwtjes voor even in handen te hebben.

Enzovoort.

vrijdag 24 oktober 2008

En op de zevende dag hervatte Ali de blog

Het belangrijkste papier van allemaal blijft nu al vier dagen in vier gevouwen voor me liggen. Labradford brengt nietszeggende instrumentale terreurdeunen voort. Een brief is opengescheurd en de rekening is betaald. Manyfingers bleek mooiere muziek te maken dan ik in eerste instantie meende opgemerkt te hebben. Die driedubbelde box van Low staat in de wachtrij. Een zonnebril gekregen aan het station, van een organisatie waarvan de naam niet nadrukkelijk genoeg aanwezig bleek in hun 'campagne'. Een Nederlands woordenboek, omdat ik een toepasselijk allitererend woord zocht bij mijn naam, Alexander. Een portefeuille met daarin een ticket voor morgenavond in Het Depot. Dikke vingers om mijn toetsenbord mee te mishandelen, voortdurend naast de juiste letters tikken. Een lege shampoodoos van een antiroosshampoo. Sokken, en nog een paar sokken. Vier paar schoenen, waaronder eentje van €210. Absolute koopkracht. Een eigen column. Veel werk. Stress. Chronische keelpijn. "On The Road" van Jack Kerouac. "Godversomse dagen op een godverdomse bol" natuurlijk ook.

En wat nog meer? Of wat net niet?

vrijdag 17 oktober 2008

Lonely Soul

Hallo, ik ben een ufo. En ik hoop dat u er ook een bent, als ik even samenzweerderig mag zijn. Daarnet luisterde ik naar "Lonely Soul" van UNKLE, met Richard Ashcroft als gastzanger, en ik wilde tegen iemand zeggen hoe goed ik dat nummer vind, tot ik merkte dat er helemaal niemand was waartegen ik dat kon zeggen.

Hey, ik hoorde dat Clouseau weer zo'n concertreeks plant in het Sportpaleis. Ik ken al drie, nee, ik ken al vijf mensen, euh, ufo's die gaan. Gaat u? Je moet er een visum voor aanvragen, geloof ik. Naar een andere planeet reizen, het is een gedoe.

Als ik aan mijn computer zit, cd-recensies lees op het internet, geschreven door mensen die op mijn planeet wonen, - om van een metafoor maar gewoon meteen een allegorie te maken - dan lijkt het net alsof ik plots niets meer moet uitleggen. Over mijzelf.

donderdag 16 oktober 2008

In het oog van de kots

Oké, ik was niet echt vrolijk die morgen, dus dat gegeven in acht genomen moeten de mij ten laste gelegde feiten toch enigszins worden genuanceerd. Ik riep: "Haha, je draagt een Muse-t-shirt!" Dat klopt. Maar de drager in kwestie was al minutenlang tegen een meisje aan het zeiken over haar regels, u kent dat wel. Op een platte manier, op een typische manier, en ik moest dat een halt toeroepen. Vond ik. Conform míjn regels.

Maar blind als ik was, was ik in mijn impulsiviteit vergeten hoeveel knights of Cydonia zo'n gemiddelde Muse-t-shirtdrager op de been kan brengen. Ik moest mij verantwoorden voor zeker vijf man - hoe had ik gedurfd?. Er was niks mis met Muse en ik zou om absolutie smeken. Wat ik dan wél goed vond, werd mij gevraagd. "Placebo?" probeerde ik, om de gemoederen te bedaren. Instemmend geknik was mijn deel en de verbale greep op mijn keel werd gelost. Je zag sommigen terugdenken aan die keer in het Sportpaleis. Gelukkig werd me niet gevraagd of ik daar toen ook bij was.

Ik wilde me uit de voeten maken, maar, toegegeven, eigenlijk wilde ik nog liever blijven. Hier lag een case te wachten op de cynische onderzoeker die het van me overnam. Vraagstuk zou zijn hoe Muse erin geslaagd was zoveel ridders te ronselen. Hoe is het met name mogelijk, vroeg ik me af, dat zoveel mensen zich laten ringeloren door de klank van kots? Een eenvoudigere openingsvraag drong zich op en mijn proefkonijnen zouden niet aarzelen ze te beantwoorden. "Wat vinden jullie nu eigenlijk zo goed aan Muse?"

Verontwaardiging en bijna een nieuwe wurggreep, maar ik riep: "dit is geen nieuw oordeel, het is gewoon een vraag." "Dat ze de max waren op Werchter," werd er geroepen. "Dat die gewoon een vette sound hebben," zei iemand anders geestdriftig. "Ik ken eigenlijk niet zoveel van muziek," zei een derde schijnbaar in alle eerlijkheid, "maar Muse is gewoon een "naam". Ik hoor die hun liedjes vaak op de radio."

Dat was wat ik moest weten. Werchter, de radio (stubruuuuh!) en reeds verworven bekendheid, dat bleken de redenen te zijn waarom Muse door deze ridders in een harnas was gehesen. Vanuit mijn door indiemuziek beheerste hersenpan kwam plots de naam Sufjan Stevens aandrijven, en ik vond er niets beter op dan luidop te vragen of ze die misschien kenden en goed vonden. Dat ik die goed vond, zei ik, haast als een teken van zwakte.

"Wie?" antwoordde de Muse-t-shirtdrager, de frontridder en overtuigd Bellamist op scherpe toon. En of ik weer speciaal met de meest onbekende moest afkomen. Waar die had opgetreden en of ik een grapje aan het maken was. Dat het dan geen grappig grapje was. En dat ik er maar eens muziek van moest laten horen. Dat het wel weer van die "dwaze folktoestanden ofzoiets" zouden zijn.

Of ik misschien mijn regels had, ofzo?

dinsdag 14 oktober 2008

Zo, het bericht van 14/10

Ik heb ernaar verlangd om in de kamer te zijn waarin ik me nu bevind. Hier staat mijn bed, hier ben ik alleen, hier doe ik mijn best om alles te vergeten, ook al buzzt er nog voortdurend vanalles door mijn hoofd. Mijn wekker heb ik op 7:45 laten staan, ook al moet ik pas om 11u op de plaats van afspraak zijn. Maar vanavond doe ik niks meer, zelfs schrijven niet. Dacht ik.

Er is zoveel om te vertellen. Chinezen. Halve junkies. Turkse meisjes. Noem maar op. Maar liever dan erover te schrijven, praat ik met die mensen. Liever dan ze bij hun initialen te noemen, zit ik met hen aan tafel, thee drinkend tegen nakende keelpijn, hoestend door een voorbijdenderende verkoudheid.

Een blog is dan een last, plots. Als je die, zoals ik, graag dagelijks van een nieuw bericht voorziet. Om de twee dagen post ik nu - probeer ik nu te posten, moet ik zeggen - en tot nog toe slaag ik daarin. Vandaag sprak ik met iemand die zei elke dag 800 unieke bezoekers op zijn blog te ontvangen. Dat die mens nog een beetje extra zijn best doet, dat snap ik. Maar ik, hier op mijn planeet, kan gerust nu en dan eens de voet van het gaspedaal halen. Vind ik.

Maar dat is louter potentieel. Ik zeg niet dat ik een pauze neem hoor. Ik ga door. Zoals vandaag. Een avond waarop ik zeker was dat ik niks meer zou schrijven. Ik ram dit tekstje er toch maar gauw in tien minuten op. Zonder enige moeite zelfs. En dat het dan nergens over gaat, dat stoort u misschien niet eens.

maandag 13 oktober 2008

Focunts

Ze hebben 'm! Ze hebben 'm! Een nieuwsprimeur van formaat. De Poplounge (cosy!) van Focus Knack heeft alle anderen de loef afgestoken. Ze hebben de primeur. Geike zingt niet meer bij Hooverphonic! En ik zwier die dwaze Focussite van tussen mijn favorieten.

Een interview met de koksmuts hebben ze. Alex, altijd al de klankkast en de promokuif van het bedrijf. Dat het een "mokerslag" was, een moment, maar dat er door moet worden gedaan. De geplande concerten gaan gewoon door, met een uitroeptekentje. En reken maar dat de frêle, de zwijgzame daar nog bij is - geen nood. Het kind doet haar contract uit. Voor de sponsor, voor de bezigheid en voor u. De eerder hoogopgeleide zakenmens.

Uw decorstuk op de salontafel. Nonchalant naast uw Focus Knack. Een Hooverphonic-cd, of een Ozark Henry-cd voor uw part. Als het maar een belletje doet rinkelen bij de managers die u over de vloer krijgt. Hij is met zijn tijd mee, hij kent de namen, weet wat lééft. Hooverphonic, dat is handjesklappen op de Lokerse Feesten, dat is burgerbehang van het bombastischer soort. Dat slaat aan als groeiende economie.

Maar of u gaat rouwen nu? Nu Geike er het bijltje bij neerlegt? "Geike wie?" vraagt u, en dat typeert u. Misschien komt ze u in haar volgend leven wel koffie brengen op uw bureau. De frêle, de mysterieuze. Zo mysterieus als een secretaresse. Zo Vlaams als Piet Huysentruyt.

zaterdag 11 oktober 2008

Watoetetertoe?

Toe E., dring niet aan. Je hebt de link gehad en ik ben blij dat je 'm ook weer kwijt bent. Nochtans, als je dat ene blogbericht in handen hebt is het papgemakkelijk om mijn blog via google te traceren, maar dat vertel ik je dan maar niet luid op, en als je er toch aan denkt dan lees je dit.

Je zet me aan het denken over mijn privacy, en als je me de vraag stelt waarom jij niet en een ander wel, dan heb ik daar ook geen pasklaar antwoord op. Omdat je dan te dicht komt, zeker. En omdat ik je misschien wel ver weg wil hebben. Want ik wil niets veranderen aan de manier waarop ik hier schrijf. Ik ben met name niet diegene die met onpersoonlijk telexnieuws komt genre "Jorg Haider is dood" of "Geike Arnaert stopt met Hooverphonic". Die artikels worden op een ander al geschreven.

Dat je benieuwd bent, ik snap dat. Wat weet je tenslotte? Maar ik denk niet dat dit de juiste plaats is. Respecteer dat.

Tot binnenkort.
A.

woensdag 8 oktober 2008

Leg ze aan de ketting

Dus, daar kom ik aan en ik heb de beste bedoelingen. Al van ver weet ik dat ik het ga vragen en ik vraag het: "Zal het lukken met je ketting?" Het meisje kijkt me verstoord en zegt snel van ja. Misschien was het wel nee.

De ketting ligt eraf, de fiets staat ondersteboven, het meisje prutst eraan en de jongen wilt te hulp komen. Was ik enkel maar galant of raakte mijn mensbeeld met zichzelf in de knoop? Hoe dan ook, ik vond dat erg hoe dat meisje daar stond, voorovergebogen, haar haar bijna tegen de grond, die rugzak daarnaast. Daar moest een jongen ingrijpen, quoi.

En dat gebeurde dus, maar zij vond het niet nodig. Ik was niet gekrenkt, - dan zou er een dokter aan te pas moeten komen - maar vond het wel wat jammer. Ik ben zelf geen held met kettingen op fietsen leggen, maar ik had haar al een tiental seconden gadegeslaan en ik dacht toch dat ik dat sneller zou doen. En laat het de jongens zijn die hun handen vuilmaken waar iedereen erop kan staan kijken. Wat dat betreft denk ik echt nog in rollenpatronen, zo blijkt.

Zou ik me laten helpen door een meisje in exact dezelfde situatie? Ik stelde me meteen de vraag toen ik doorliep. Mijn eerlijk antwoord is dat ik het dan sowieso niet zou kunnen laten om dingen te zeggen als "goh, ik ben echt héél onhandig" en ik weet heel zeker dat ik schichtig om me heen zou kijken of er toch geen mensen met rare blikken, etc..

Dus, ik heb een vraag aan de meisjes en de meisjes die zichzelf al echte vrouwen vinden: laten jullie zich door mij helpen in bovenstaand geval? Of toch maar niet? En komen daar feministische overwegingen aan te pas?

maandag 6 oktober 2008

"Do you like Vincent Kompany?"

Het is niet voor express, nee, wat zou ik, maar het moet wel gezegd: Vlaanderens sufste comarukker, de genaamde (ss) - die (ss) die wel eens seks heeft met zijn interviewees en artikels schreef voor magazines van Honduras tot Malawi en terug - dié bewuste (ss) - ook zijn initialen zijn weergaloos - heeft voor Humo Liam Gallagher van Oasis geïnterviewd, en nu moet gezegd, dat interview is erg plezierig om lezen.

Voorts stopt hier de prietpraat over de man-waarvan-het-geheel-onverklaarbaar-is-dat-hij-nog-geen-biografie-aan-zijn-persoon-gewijd-kreeg, nu gaat het gewoon over Oasis The Greatest Band On Earth (dat schijnt de volledige groepsnaam te zijn). Die hebben een nieuwe cd uit en dat zou mij geen bal interesseren, ware het niet dat Britse magazines allerhande er de mond van vol hebben. "Dig Out Your Soul" zou góéd zijn, en dat niét zoals ze de vorige platen óók goed vonden. Anders goed. "What's The Story (Morning Glory)"-goed. Tamelijk goed dus, zonder meer.

Op Stubru zag ik een filmpje waarin Stijn Van de Voorde Noel Gallagher interviewt en plots kwam ik tot de heldere conclusie dat mij, als het op Oasis aankomt, enkel de interviews interesseren en dat het niet anders kan dan dat hun muziek voor de Gallaghers enkel een alibi vormt om die interviews met reden te kunnen geven. Want is net dát niet de kracht van Oasis? Na vijftien jaar zit niemand nog echt te wachten op hun muziek (toch?), hun interviews blijven daarentegen geducht en plezant in de gimmick. En dat weten ze zelf natuurlijk ook wel (al zeggen ze van niet).

Maar die interviews zijn dus wel te duchten en ik moet toegeven dat ik, Stijn Van de Voorde zijnde, meteen op mijn lip zou bijten na het antwoord op zijn eerste vraag. Een groentje krijgt daar een tomaatrood kleurtje van. Van de Voorde blijft bijzonder op de vlakte en dat prikkelt Noel, hij vindt dat oersaai. Er wordt een man geïnterviewd die een trucje opvoert - verveeld kijken, bijzonder ad rem en sec reageren, zágen ook wel en de journalist het gevoel geven dat het voortdurend erop of eronder is. Het liefst zou Noel kennelijk een halfuur over Manchester City lullen ("Do you like Vincent Kompany?", goeie off-topicvraag ergens middenin het interview om hem wakker te schudden en te enthousiasmeren) en dat straalt hij uit. Alleen: de journalist is gekomen om over muziek te spreken en daarvoor zal hij lijden.

En dan, als je achter de façade kijkt, merk je dat Noel enkel op dreef raakt óf als het niet over muziek gaat, óf als hij kan beginnen zágen. Waarom heeft die man de nood om zo te zagen, daar vanop zijn Oasistroon, stel ik me de vraag. En ik zou het 'm als journalist met wat zelfvertrouwen misschien wel vragen ook. Natuurlijk zou mijn interview dan afgelopen zijn, dat weet ik. En hiermee heb ik dan kennelijk weer een reden blootgelegd waarom ik geen rockjournalist hoef te worden.

zondag 5 oktober 2008

Gerichter gaan stáán

Alexander said...
Ik was daar ook en nu u er over begint, herinnert u me eraan dat ik daarbinnen enkele woorden sprak die ik op mijn blog wil neerschrijven. Thanks.

oktober 05, 2008 11:25 PM


Een reactie op deze post van de Onderhond. U hoeft zelfs zijn concertverslag niet te lezen om mij in volgende alinea's te begrijpen, geloof ik, maar doet u het toch maar, hij schrijft het altijd zo mooi neer.

Ik was ook op dat concert in het STUK, ook voor Adem. Een vriend had mij op sleeptouw genomen, ik plande er geen bal aan te vinden. Ik kwam M. tegen en tegen hem zei ik hetzelfde: "ik zal er wel geen bal aan vinden". Dat Japanse voorprogramma stond weer o zo verantwoord in de folder te prijken, maar wat we ervan konden verwachten.. Rubbish dus.

Meteen voelde ik me groeien. Ik was geen deel van het publiek in die zaal, ik was een X-factorjurylid dat op dertig seconden zou beslissen of die Japanse laptopseut van een Moskitoo hot was, dan wel not. En dat ik mij meteen in die rol wentelde zal er wel mee te maken hebben gehad dat ik in feite meteen wist dat ik het geweldig not zou gaan vinden, al was het maar uit goesting.

Rubbish dus, en ik was een van die mensen die begon te kakelen. Ik stelde me luidop volgende pertinente vraag: "waarom de inspanning doen om hier in stilte te stáán voor een nietszeggende performance die me andermaal niet zal bijblijven?" Geen zin had ik daarin en geen moment dacht ik nog überhaupt die Adem af te wachten, waarvan ik nochtans het best te pruimen "Homesongs" bezit. Ik had beslist dat deze concertavond een maat voor niets zou zijn, dat hij dan ook zo begon was al wat ik moest weten.

Minder nog dan nu zal ik in de toekomst blijven staan tijdens concerten waar ik te weinig aan vind, naar mijn aanvoelen. Óf ik zal het goed vinden, als in "aah, goed optreden", óf ik zal weggaan. Zelfs mijn geliefde Pukkelpop, zoals ik dat dit jaar ervoer, zou ik dan enkel nog pro forma bijwonen, of - zou ik echt? - helemaal niet. Enkel lang op voorhand geplande concerten van weluitgekozen groepen zullen dan nog in mijn agenda prijken.

Want de moeite doen om stil te stáán voor een matig optreden? Niet langer met mij.