dinsdag 31 december 2013

Last.fm top 50 2013

1. Frank Ocean
2. Madonna
3. The National
4. Cass McCombs
5. Scout Niblett

6. St. Vincent
7. Haim
8. Daft Punk
9. Anna Calvi
10. Paul Banks

11. Alt-J
12. Thou
13. Ladyhawke
14. Yeasayer
15. De Jeugd van Tegenwoordig

16. How To Dress Well
17. Aesop Rock
18. Arcade Fire
19. The Me In You
20. The American Analog Set

21. Nirvana
22. Solange
23. Atoms For Peace
24. PJ Harvey
25. Sam Amidon

26. Tame Impala
27. Ryan Adams
28. The Divine Comedy
29. These New Puritans
30. John Talabot

31. The Strokes
32. Red House Painters
33. Eefje De Visser
34. Bear In Heaven
35. Christina Aguilera

36. The Weeknd
37. Traumahelikopter
38. Radiohead
39. Sinkane
40. Amadou & Mariam

41. Elbow
42. Kendrick Lamar
43. Morphine
44. The Beatles
45. Thurston Moore

46. Patti Smith
47. Fiona Apple
48. Dirty Projectors
49. Amenra
50. Yuck

Het einde van het jaar

Aan de lopende band op de luchthaven
Kan het uren duren
Voor hij die wacht op zijn valies
Of voor de zeventiende keer dat jaar op zijn vliegtuig
Dat weer niet van de grond gaat
En hij intussen ook niet

Dan duurt het leven lang...

Of in de rij aan de frituur
Voor een banale loempia
Met dikke mensen die voor je staan
Een boulet en nog een boulet en nog een boulet willen ze
En daar mag andalouse bij
Inpakken? vraagt de frietkramer
En wegwezen, zeg ik
Maar niemand heeft mij iets gevraagd

Er staat niet geafficheerd hoeveel geduld hier kost

Dat is wat het einde van het jaar zou moeten zijn
Inpakken en wegwezen
Maar aan de lopende band is het net jouw valies
Die wordt uitgepakt op zoek naar iets
Dat niet mag en er niet is

Het is aan het einde van het jaar dat het leven lang duurt
Tweeduizend liedjes te lang
Of zeven familiebezoeken
Een tante die vraagt hoe je heet
En jij die antwoordt: Boulet
Een nonkel die vraagt waar je woont
En jij die zegt: Andalouse

En dan volgend jaar ben je weer een Tartaar

Eindejaarslijstje CD's

Ik heb dit jaar maar tien cd's van 2013 aandachtig beluisterd (waarvan ik er trouwens maar één echt heel goed vind). Altijd leuk en makkelijk zat om een top 10 te maken dus.

1. The National: 'Trouble Will Find Me'

2. Daft Punk: 'Random Access Memories'
3. De Jeugd van Tegenwoordig: 'Ja, natuurlijk'
4. Arcade Fire: 'Reflektor'
5. Traumahelikopter: 'Traumahelikopter'...
6. Scout Niblett: 'It's Up To Emma'
7. Haim: 'Days Are Gone'
8. Low: 'The Invisible Way'
9. Anna Calvi: 'One Breath'
10. The Strokes: 'Comedown Machine'

10 boeken

Rules: In your status line, list 10 books that moved you. Don't take more than a few minutes; don't think too hard. The books that really touched you, not necessarily masterpies or ‘classic works’. Tag 10 friends, including me, so I'll see your list

Michel Houellebecq : 'Elementaire deeltjes'
Jirô Taniguchi: 'Een stralende hemel'
Joost Vandecasteele: 'Massa'
Stefan Vanfleteren: 'Belgicum'
Fjodor Dostojevski: 'Schuld en boete'
Gummbah: 'Op de camping'
Gabriel Garcia Marquez: 'Liefde in tijden van cholera'
Primo Levi: 'Is dit een mens'
Bastien Vivès: 'In mijn ogen'
Pascal Verbeken: 'Arm Wallonië'

Get Lucky

Ik wiegde ritmisch mee op de groove, maakte tekeningetjes in de lucht met mijn hand, voelde me goed zonder daar bij stil te staan (tot ik er bij stil stond en me nog beter ging voelen, al voelde ik me nu ook weer niet zo uitzonderlijk goed die dag). Daft Punk had nog eens een fijne tune uit en daar had ik niet meer op gerekend. (Niet dat ik in het bijzonder een Daft Punkfan ben, zeg ik ...er wel bij.)

"We're up all night to get lucky. We're up all night to get lucky. We're up all night to get lucky. We're up all night to get lucky."

"Weeee've come too faaaar to give uuuuup who we aaaaare."

Buiten waren er mensen met andere dingen bezig. Ik hoorde iemand roepen, een man, luid en agressief. Mega-irritant (zoals andermans ellende altijd mega-irritant is). Ik ging kijken aan het raam. Beneden, aan de overkant van de straat zag ik hem, hij zat in een rolstoel en manoeuvreerde zich in de richting van een vrouw die een meter of tien verderop voorovergebogen gehurkt op het voetpad zat. Aan haar geschokschouder te zien, weende zij. Ik kon haar niet horen, daarvoor was zij te ver en stond 'Get Lucky' te luid.

De man in de rolstoel bereikte de vrouw en trok haar wild aan haar lange zwarte haren. "Dégage salope", brulde hij terwijl zij haar evenwicht verloor en daarbij bijna onder een voorbijstuivende bus terechtkwam. O jee, dacht ik. O jee.

Gegeneerde passanten op het voetpad wisten niet wat ze moesten doen. Op een dag tref je een krijsende vrouw op de stoep en dan ben je weg natuurlijk. Ook de man in de rolstoel probeerde zich uit de voeten te maken, maar werd ingehaald door een "héla!" van een uit een raam hangende vijftiger die op een bepaalde manier legitiem gezag uitstraalde.

Als uit het niets kwam plots een jongen de straat op - ik schat hem hooguit 15 jaar - die zich naar de man in het raam toekeerde. "Ta gueule", gebood hij duidelijk hoorbaar maar zonder zijn stem te verheffen. Ik was verbauwereerd door de kilheid in de stem van deze jongen en zocht oogcontact met andere nieuwsgierigen die inmiddels uit hun raam waren komen hangen. Ik fronste mijn voorhoofd in het ijle. Daar kon ik alvast niks verkeerd mee doen.

Op straat was de man in de rolstoel inmiddels om de hoek verdwenen. Ook de jongen bleek weg, even plots als hij was gekomen. De vrouw was wel nog onderwerp van belangstelling want zij had zich inmiddels opgericht en liep kermend de andere richting uit. Ik volgde haar met mijn blik tot ook zij uit het oog verdween.

Ik weet nog dat ik dacht: het waren Franstaligen. Ik ging niet verder in op die gedachte.

Binnen was 'Get Lucky' ondertussen al lang op zijn tijdslimiet gestoten. Ik zette de hit weer op en vergat alles wat net was gebeurd.

"Weeee've come too faaaar to give uuuuup who we aaaaare."

"We're up all night to get lucky. We're up all night to get lucky. We're up all night to get lucky. We're up all night to get lucky."

Zo gaan die dingen gewoon. En misschien maar goed ook.

Het leven is een feestje

Vreemd. Ik sta tegen een muur aangeleund op een feestje waarvoor ik zeker weten nooit een uitnodiging heb ontvangen. Ik kan me niet herinneren hoe ik hier ben beland, in deze weinig verlichte ruimte. Mijn eerste impuls is: ik wil hier niet zijn. Maar ik ben hier wel en wanneer ik oppervlakkig de kamer rondspeur kan ik ook niet onmiddellijk een uitgang vinden.

Wie heeft mij hier mee naartoe getroo...nd? En waar is die persoon?
Ik ben alleen, in de drukte.

Lawaai, er is hier enorm veel lawaai. Een notie die mij irriteert. Ik vang flarden op van gesprekken in een taal waarvan ik slechts enkele woorden begrijp. De meeste mensen spreken echter een taal die ik nog nooit heb gehoord en een gevoel van isolement bekruipt mij.
Geen ideale start.

Waar ben ik, wat doe ik hier en wie ben ik eigenlijk?
Als ik om mij heen kijk, herken ik quasi niemand die deze vragen met mij lijkt te delen. Mensen staan veelal in groepjes en voeren ongedwongen een geanimeerd gesprek. Zij lijken wel te weten waarom ze hier zijn, ik ben verward.
Enkelingen staan net als ik tegen een muur, ze lijken er in weg te willen kruipen, maar ik voel er niets voor om een van hen te benaderen. Liever ga ik meteen op zoek naar een uitgang, die toch wel ergens te vinden moet zijn. Maar ik vind geen in en uit in deze kubusachtige ruimte. Bang ben ik nog niet, maar ik besef dat ik iemand zal moeten benaderen als ik te weten wil komen wat hier nu eigenlijk aan de hand is. Een idee dat me enorm tegenstaat. Ik wil de ruimte kunnen verlaten zoals ik haar ben binnengekomen: zonder dat ik weet hoe en zonder uitleg.

Ik speur nog een tweede en een derde keer de ruimte af. Geen deur, geen kier, geen gat. Ook niet in het plafond, ook niet in de vloer. Maar nog steeds zou ik liever geen vragen stellen, nog liever vat ik gewoon opnieuw post op mijn plekje tegen de muur. Ik ben er inmiddels van doordrongen dat niemand spontaan op mij af zal stappen met wat uitleg over wat hier gebeurt, wat dit is.

Het zou zo comfortabel zijn, bedenk ik mij, als ik gewoon mijn ogen kon sluiten om elke gedachte die ik hier tot nog toe heb gehad, terug te spoelen of helemaal te wissen. Kan ik mijn entree hier nog eens overdoen met kennis van de taal die hier het meest gesproken wordt? Of zou ik eventueel zelf mogen beslissen of ik überhaupt op dit feestje aanwezig wil zijn?

Ik vrees van niet.

Maar wat ik wel begrijp: als ik mijn irritatie en isolement kan ombuigen tot aanvaarding en weinig verwachtingen, dan valt het misschien mee. Mits aanvaarding en weinig verwachtingen wordt mijn aanwezigheid in deze ruimte mij misschien duidelijk. Misschien. Aanvaarden dat misschien. En liever niets verwachten. De enige manier.

Selfie

Elk einde van december kijk ik reikhalzend uit naar de verkiezing van het Woord van het Jaar. Deze belangwekkende gebeurtenis zal immers mee het ook-dat-nognieuws van de dag (of van de week of van de maand) beheersen, want houdt de vinger aan de pols van wat er (helaas zoal) leeft in onze navelstaarderige maatschappij. Geheel in de lijn daarvan is 'selfie' dit keer het Woord van het Jaar geworden.
Dit woord met als betekenis 'ik maak een foto van mezelf met een smartpfeuwn' impliceert dat 'de Vlaming' anno 2013 over een smartpheuwn beschikt en al eens stevig op zichzelf geilt. Waarvan akte.
Nu, ik ben ook een Vlaming en voel me een beetje in de steek gelaten door deze keuze want 1) ik heb geen smartpheuwn en 2) ik geil niet op mezelf in die mate dat ik foto's van mezelf wil trekken.

Wat dan weer wel voor de rakkers achter het Woord van het Jaar pleit, is dat deze coole boys klaarblijkelijk niet te beroerd zijn om aan gedegen zelfonderzoek en introspectie te doen. Zo kwam het woord 'tentsletje' in 2010 als Woord van het Jaar uit de bus - tentsletjes in de jury? - en was dat in 2008 het nog steeds ongeëvenaarde 'swaffelen'.

Swaffelen.
Woord van het Jaar 2008.

Wat nu ook weer de betekenis van dat Woord is zal een enkeling zich afvragen. Wikipedia biedt verlossing: 'swaffelen, oftewel met het mannelijk geslacht tegen een object aantikken om aldus opgewonden te geraken'.

(In een normale wereld horen hier nu drie puntjes te staan die u toelaten dit even te laten bezinken of die u zelf kan invullen met de letters w, t en f, gevolgd door een vraagteken. Het moet zijn dat wij niet in een normale wereld leven. Of ik toch niet.)

'Het mannelijk geslacht tegen een object aantikken om aldus opgewonden te geraken.' Ik heb dat nooit iemand zien doen. Kom ik misschien te weinig buiten?

Wat moeten we met swaffelen?

Ongeveer vijftig procent van alle mensen op deze planeet is niet in staat om te swaffelen, het eens lekker casual met de penis aantikken van een object in de hoop opgewonden te geraken.

Een object aantikken? Een object? Ik denk aan een muur, een kast, een 'ding'.

Kwaliteitslabel Martine Tanghe zegt in 'Het journaal': "'Swaffelen' is verkozen tot het Woord van het Jaar 2008." Martine vertelt dat met een nauwelijks waarneembare ook-dat-nogrimpel op haar voorhoofd en vervolgt de uitzending met een item over rellen in de Centraal Afrikaanse Republiek.

Moet het Woord van het Jaar in een nieuwsuitzending of een krant die zichzelf bloedserieus neemt? Welke pipo laat deze bullshit door de relevantietrechter?
Er is maar een dunne scheidingslijn tussen de opleuking en de verneuking van het nieuws.

2013 in één woord: selfie. Gezellig geilen op jezelf.
Volgende pagina in de krant: de Vlaming slikt steeds meer antidepressiva.

Alstublieft, mediaboys: cut the crap.

Ja, ik was een hipster...

Al goed, al goed, al goed.. Ik geef het toe. Het is genoeg geweest, ik ben het beu om mezelf nog langer te kwellen door het te verzwijgen. Het is ook tijd om komaf te maken met de aanhoudende speculaties die de laatste weken uit alle hoeken lijken te komen (zelfs mijn grootmoeder vroeg het me op de man af)...
JA, IK WAS EEN HIPSTER. Ik herhaal: ja, ik was een hipster. Was. Ik ben een hipster gewéést. Ja, ik was iemand die minutieus de juiste look onderhield, terwijl ik tegen iedereen loog dat ik daar totáál niet mee bezig was. En ja, ik probeerde altijd op de juiste events aanwezig te zijn, pretenderend dat ik daar was vanwege oprechte belangstelling. En ja, ik heb altijd alle aantijgingen naast mij neergelegd, gedaan alsof mijn neus bloedde als men mij vroeg of ik soms de hipster aan het uithangen was. "Ik een hipster? Hahaha. Alsof ik met zo'n dingen bezig ben. Zijt ge er zelf geen, dat ge er altijd over begint?"

Maar goed, voor eens en voor altijd, en opdat u er niet wéér tegen mij over zou beginnen: ik was er dus wél een. Voor ik het huis verliet zorgde ik er altijd voor dat ik precies op de hoogte was van de actualiteit en checkte ik websites als Bored Panda, maar ook The Guardian. Ik las nog even de laatste tweets van Barack Obama, Connan O'brien en Connan Mockasin, stuurde zelf nog eventjes een nietszeggende tweet de wereld in over iets semi-interessant waaruit een vage 'betrokkenheid' moest blijken. Maar een betrokkenheid waarbij? Ik zou het echt niet meer kunnen zeggen.

FILOSOOF

Het was tot voor kort inderdaad extreem belangrijk voor mij dat ik altijd kon meepraten met coole mensen die ik vaag ergens van kende of tegen wie ik net deed alsof ik ze kende (in het hipstermilieu is dat zeer courant). U kan onmogelijk raden hoe eenzaam ik was. Op onduidelijke feestjes bij kennissen van kennissen, in het gezelschap van meisjes met een streetwise attitude die ze thuis voor de spiegel hadden geoefend, lichtte ik over mijn eenzaamheid weleens een tipje van de sluier, omdat ik wist dat dat wel 'pakte'. Dan zei ik dat af en toe een beetje eenzaam zijn 'oké' is. Net als het belang van stilte, de absolute stilte van een bos. Ik placht te zeggen dat ik regelmatig aan 'me-time' toe was, dat ik echt niet op alle vlakken 'mee' hoefde te zijn. Die meisjes, met wie ik eigenlijk nooit tot iets kwam dat je als een gesprek zou kunnen omschrijven, noemden mij dan vol gespeelde belangstelling gevoelig, zelfs een filosoof. Quasi achteloos lachte ik dat dan weg en zei ik dat ik alleen maar mezelf was. In essentie een beetje op mezelf, niet 100% een 'mensen-mens' ("niks mis mee"), iemand die genoeg tijd en ruimte voor zichzelf nodig had. En zelfs nu en dan een beetje onzeker! Maar voor de rest alles onder controle hoor - haha. Ik kom natuurlijk wél heel graag buiten. Er zijn zoveel toffe dingen te doen. Een hipster heeft of faket een positieve ingesteldheid. Hij zegt het niet met zoveel woorden maar als hij al een motto heeft luidt dat doodgewoon: YOLO.

(Belangrijke regel in het hipsterhandboek: veins ten allen tijde een grote gevoeligheid, maar leg het er natuurlijk niet té dik op. Men zou kunnen gaan denken dat je onzeker of depressief bent. En dat is natuurlijk niet het geval. Of wel. Of niet. Of wel?)

WERELDOORLOG I

Een hipster zegt altijd op een doordeweeks achteloos toontje de juiste dingen tegen de juiste mensen. Of dat probeert hij toch. Hoeveel geld heb ik wel niet gespendeerd aan obscure theatervoorstellingen opdat ik nadien in een gesprek met 'soortgenoten' met één zinnetje zou kunnen opmerken dat ik daar aanwezig was. Een gesprek dat in werkelijkheid maar zelden plaatsvond. Maar ik moest er telkens rekening mee houden dat het zou kúnnen plaatsvinden.
Hoe ik wel niet gezwoegd heb op 'Oorlog en terpentijn' van Stefan Hertmans opdat ik na een lezing in Passa Porta terloops tegen iemand zou kunnen zeggen dat ik dat boek na verschijning onmiddellijk gekocht en gelezen had - (een hipster is per definitie een intellectueel en hoogopgeleid). Zodat ik kon zeggen dat de Eerste Wereldoorlog mij enorm boeide, dat ik regelmatig naar de universiteitsbibliotheek ging om er in archieven te snuisteren en er over te lezen; dat ik heel veel lees tout court, maar dat ik uiteraard ook nog andere dingen doe - haha.
"Heb je These New Puritans gezien op Crossing Border? Ik heb ze al beter gezien. In Les ateliers Claus, enkele jaren geleden toen ze nog niet bekend waren."

MUNTTHEE

Uiterlijk zag ik er zo weinig mogelijk als het clichébeeld van 'de hipster' uit. Ik heb bijvoorbeeld nooit zo'n bril met zwart montuur gedragen die alle hipsters zogezegd dragen. Ik ben ook nooit in zo'n hippe tweedehandsboetiek naar een retro vest op zoek gegaan die er uit zag alsof ze nog ooit aan mijn grootmoeder zou kunnen hebben toebehoord. Aan dergelijke zaken hechtte ik als hipster minder belang. Ik was een hipster die toch vooral in inhoud investeerde. Temidden van de juiste mensen kon ik urenlang met mijn gloednieuwe Sony Xperia Z1 in trendy bars met Wi-Fi vertoeven, de meest recente do's & don'ts van Vice Magazine inspecterend, terwijl ik van mijn muntthee nipte. (Tip: de don'ts van Vice moet u natuurlijk net wél doen.)
Ik geef wel toe: zonder Wi-Fi zou ik niet meer kunnen leven. Anderzijds zou ik de stad eventjes achter mij willen laten want ik verlang zó naar rust en de natuur. In de Kerstperiode wil ik op mijn eentje een paar dagen naar de Ardennen. Daar wil ik tot rust komen. Le tombeau du géant in Bouillon is zo indrukwekkend mooi - u moet dat maar eens googlen, le tombeau du géant, het graf van de reus. Of nee, niet googlen. Gebruik good old AltaVista. Die zoekmachine is door bijna iedereen vergeten, maar ik zweer u: even goed of zelfs beter dan Google. Zeker voor foto's.
Anyway.

2014

Dus: ik heb het nu gezegd en wellicht ben ik de eerste ter wereld om het met zoveel woorden te bekennen: ja, ik was een hipster. En wil u weten waarom ik er nu geen meer ben, wil zijn? Het is eigenlijk heel logisch. Gewoon omdat de hipsters zoals we ze nu kennen in 2014 alweer volledig achterhaald zijn. (En ik kan het weten want ik heb al in 2014 geleefd - haha.)

Hopelijk staat u mij na deze bekentenis toe om een hoofdstuk af te sluiten. Verdenkt u mij er alstublieft niet langer van dat ik een hipster ben. Ik wás er een, maar nu dus niet meer! En dat voelt best wel goed.

Bedankt.

Top 20 markante persoonlijkheden 2013

Het is alweer december, naar goede gewoonte de laatste maand van het jaar en dus lijstjestijd. Ik doe ook dit jaar mijn duit in het zakje en presenteer u de 20 markantste persoonlijkheden die in 2013 mijn aandacht trokken en ook voor de rest van mijn leven een blijvende indruk zullen nalaten.

1. Dimitri Bontinck
Al maanden in pole position om de eerste plaat...s in deze lijst weg te kapen en nog steeds de eerste aan de finish. De rest staat niet eens op de foto.
Dimi haalde het nieuws toen hij een emotionele oproep deed aan zijn zoon en Syriëstrijder Jejoen om terug te komen voor een kopje cappuccino. ("Hij drinkt dat zo graag en in Syrië zal hij dat wel missen.")
Is als semi-BV zeker nog niet afgeserveerd met het oog op 2014.

2. mensen die hun tablet op het dak van hun auto laten liggen
Deze uit het leven gegrepen lui weerspiegelen de epoque waarin wij leven. Zij zetten de trends en wij kunnen met z'n allen veel van hen leren.

3. Ben Weyts
Stand-upcomedian met een late roeping. Ook actief als politicus, maar breekt op dat terrein voorlopig geen potten.

4. studenten lerarenopleiding die Rusland niet kunnen aanduiden op een wereldkaart
Zie de eerste zin van 2. Negeer de tweede zin van 2.

5. in sneltempo radicaliserende moslimjongeren
Vaak gaat het hier, volgens mij!, om makkelijk beïnvloedbare kuddebeesten die zich vervelen tijdens de zomervakantie. Ofzo. Ik heb geen rechtstreekse verbinding met Allah (volgt verderop in deze lijst) dus is het mij in feite onduidelijk waarom deze jongeren doen wat ze doen.

6. Gerrit Neuckermans
Radiopresentator die vanaf januari op Radio 1 het nieuwe programma 'Neuckermans' zal presenteren. Een durver.

7. Jejoen Bontinck
Zoon van 1, maar staat qua charisma in de schaduw van zijn vader. Tevens het uithangbord van 5. Verbleef een tijdje in Syrië, nu in de gevangenis. Heeft ooit gedanst in een clip van Shameboy. Houdt van cappuccino. Sinds kort vader van een drieling.

8. de Vlaming
Persoon die geboren is in Vlaanderen. Er wordt door sommigen een onderscheid gemaakt tussen Fiere Vlamingen en Slechte Vlamingen.

9. Toby Alderweireld
Rode Duivel met 'delicaat' kapsel die er evenwel niet voor terugdeinst om een kopbaldoelpunt te maken. Wonderbaarlijk hoe zijn coupe daarbij in de plooi blijft liggen.

10. de customer care agent
Persoon die u telefonisch probeert te helpen als u in nood verkeert (zie bijvoorbeeld in het geval van 2). Mag zich CCA noemen omdat deze hem/haar afleidt van zijn/haar professioneel bestaan als 'klantendienstmedewerker' of 'zielige pispaal'.

11. mensen die uitsluitend over reizen praten
Meestal gaat het hier om 50+-tweeverdieners wier kinderen uit huis zijn. Deze mensen willen graag snel op pensioen zodat ze er nog wat van kunnen profiteren, zoals dat dan heet.

12. hipsters
Niemand komt er voor uit dat hij er een is, maar iedereen kent er verschillende (doch nooit persoonlijk). De hipster zou te herkennen zijn aan zijn zwartomrande bril wat ook van Wouter Beke een hipster maakt. Misschien is dat nog het beste bewijs dat dé hipster niet bestaat, al moet gezegd dat Wouter Beke in 2013 wel al heel erg 2014 was. En dat kenmerkt nu precies de hipster.

13. Kim De Gelder
Vertolkte in het voorjaar de criminele hoofdrol in een behoorlijk realistische telenovela op de Vlaamse tv.

14. Giel
In sneltempo geradicaliseerde boeddhist die de komende 15 jaar in China een cursus zelfontplooiing gaat volgen.

15. Allah
God van de moslims en inspirator van 5 en 7. Werd vooral in de Arabische landen veel geprezen en fanatiek de Grootste genoemd ("Allah akbar!"), maar liet ons ook dit jaar weer in het ongewisse over zijn (haar?) feitelijke bestaan.

16. BV's
Vlamingen - Fiere of Slechte niet nader bepaald - die u op tv een fijne avond proberen te bezorgen. Niet zelden met wisselend resultaat.

17. Rudy Menteir
Mystery guest in een aantal van mijn epistels. Fictieve man van middelbare leeftijd met een grappige naam.

18. de call agent
Een beetje de tegenhangers van 10. Deze mensen bellen zelf ('outbound') en storen u in uw woonkamer met de vraag of u wil deelnemen aan een enquête. Ik heb de job nog zelf uitgevoerd. Hij heeft zo zijn momenten.

19. de inwoners van Zonnebeke
Een bende zure oude mensen met wie ik dit jaar enkele uren te maken kreeg in mijn functie van 18. Vond ik hen toen de hel, dan vind ik hen nu wel grappig.

20. God
Een beetje hetzelfde verhaaltje als 15. Dook ook dit jaar weer niet op, zoals hij dat bij mijn weten nog nooit heeft gedaan, maar is voor velen nog steeds de reden bij uitstek om het leven te omarmen. En wat kan ik daar op tegen hebben? Niettemin hoop ik dat hij in 2014 zijn kop eens om de hoek steekt.

Voilà, dat was het voor 2013 wat mij betreft. Een ware grand cru van een jaar. Daar klink ik op met Kidibul. Schol.

maandag 2 december 2013

Gerrit Neuckermans zal nieuw Radio 1-programma presenteren

Het is al een aantal weken geweten dat het uitzendschema van Radio 1 er vanaf januari een beetje anders zal uitzien. Dalende luistercijfers (een percentage van nog slechts 6,4%) dwingen radiobonzen annex marketeers ertoe om nog meer de eenheidsworst op te zoeken om zo het marktaandeel van de zender met als baseline 'Meteen mee' weer op t...e krikken. De afvoering van het alom bejubelde cultuurprogramma 'Joos' zorgde voor heel wat verbolgen reacties bij de Vlaamse culturo's en parallel ontstond er ook heel wat commotie op de sociale media, met ondermeer een handvol machteloze Facebookers die zich verenigden in de groep 'Ja, ik luister naar Joos op Radio 1'.

Maar verontwaardiging slijt snel in tijden van overvloed en inmiddels heeft iedereen zich al lang bij deze kille beslissing neergelegd. Als puntje bij paaltje komt is een stoet culturo's onder leiding van Erwin Mortier en de onvermijdelijke Hugo Camps immers niet opgewassen tegen enkele marketeers die zich verschansen in de oninneembare burcht van de openbare omroep aan de Reyerslaan.

EEN KLEINE KWESTIE

Maar goed, niet getalmd, vooruit met de geit. Laat ons positief zijn en vooruitblikken op wat een vernieuwd Radio 1 ons (nog) aan goeds te bieden heeft. Achterom kijken is voor de loezers, weet u wel?
Het is nog onduidelijk hoe een aantal wijzigingen in de dagelijkse programmatie (waaronder Joos' slot van 11u tot 13u) zullen ingevuld worden, maar zeker is wel dat de jonge radiomaker Gerrit Neuckermans zijn debuut zal maken als presentator van een nieuw luchtig belprogramma dat voorlopig nog geen naam heeft. Neuckermans studeerde Radio aan het Rits en werkt al een tijdje mee aan 'Nieuwe feiten', het avondprogramma van Lieven Vandenhaute.

Maar.. er is natuurlijk één kleine 'kwestie' - u hebt er niet kunnen naast lezen en laten we elkander vooral geen Liesbeth noemen - Gerrit heeft op z'n zachtst gezegd zijn naam niet mee. Een programma met als titel 'Neuckermans', het zou zonder enige twijfel ook bij het trouwe Radio 1-publiek op ongeloof en gebulderlach worden onthaald. Nochtans houdt Radio 1 graag haar traditie in ere om haar programma's te vereenzelvigen met hun presentator (getuige daarvan 'Joos', maar ook 'Hautekiet' en, vroeger, 'Peeters en Pichal') en maakt de nichezender er, zeker in tijden van crisis, een zaak van om niet van deze 'policy' af te wijken.
De vraag is nu dus even absurd als urgent of Radio 1 het zal aandurven om 'Neuckermans' dagelijks in de ether te gooien. Marktonderzoeksbureau Ipsos voert momenteel in opdracht van de openbare omroep een onderzoek uit dat zal moeten uitwijzen hoe de Vlaming reageert op opmerkelijke of schokkende beslissingen van de VRT die per definitie toch onomkeerbaar zijn. De snelle berusting die volgde na het protest tegen de afschaffing van 'Joos' doet alvast vermoeden dat de luisteraar ook snel aan een programma met als titel 'Neuckermans' zal wennen.

Boze Milow: "Ik ben en blijf de beste singer-songwriter van Vlaanderen"

Na boeiende zoektochten naar het Idool*, de X-facteur**, The Voice*** en de beste sludgemetalband van Vlaanderen, wordt de kijker sinds enkele weken door Vier verwend met het fonkelnieuwe 'De beste singer-sonraaiter' van Vlaanderen.
Omdat wij onbewust met z'n allen op dit programma zaten te wachten en ook wel omdat wij op zat...erdagavond doorgaans toch geen fuck te doen hebben, klappen wij verheugd in onze handen om zoveel originaliteit van de commerciële zender waar het toch nog steeds niet zo goed mee gaat.

Maar niet getalmd. Wie The Voice of Het Idool van Vlaanderen is, is discutabel. Daar kan geen mens een uitspraak over doen. Wie de beste singer-songwriter is, is echter wél geweten. Dat is immers niemand minder dan de Leuvense trots Milow (né Jonathan Vandenbroeck). Wie dat gezegd heeft? Hijzelf. Daarnet tegen mij aan de telefoon. En hij was fameus in zijn gat gebeten, dat kan ik u wel zeggen.

- "Dag Milow, Alexander hier. Alles kits in L.A.?"
- "Hello. Ik ben niet in L.A. Momenteel, ik ben thuis bij mijn moeke."
- "Tiens, ik dacht dat jij tegenwoordig in Los Angeles resideerde om er te netwerken en te sowsjelaaizen met de juiste mensen, de beste producers en andere kei kei interessante mensen; dat alles met als doel om een mondiaal gevierde singer-songraaiter te worden?"
- (stil) "Ik heb die droom opgegeven."
- "Waarom, Milow? Je was toch superambitieus en spuwde toch op Belgische muzikanten die het niet zo groots zagen als jij?"
- "Ja, ik heb dat ooit gezegd, maar daar heb ik nu spijt van."
- "Wat gaat er niet, Milow? Ik herken jou niet. Waar is die over het paard getilde lul met zijn 'gitareke'?"
- "Thuis bij moeke."
- Mijn vraag is, Milow: wat is er misgegaan in Los Angeles dat je nu je kop zo laat hangen?"
- (heel stil) "Iedereen aan wie ik mijn demo's liet horen, zei me dat mijn muziek bagger is."

EREMBODEGEM

- "Och, Milow, kop op. Hier in Vlaanderen zijn ze er wél nog van overtuigd dat je kei goed bent. Jij kan nog gemakkelijk het dorpsplein van Erembodegem vullen als je daar op een podium kruipt. Niet flauw doen, bel je agent en zeg hem dat hij wat optredens moet regelen voor de komende maanden. Dan kom je tenminste nog eens onder de mensen."
- (lange stilte) "Weet je, ik ben zo op mijn pik getrapt door dat programma, 'De beste singer-songraaiter van Vlaanderen'."
(windt zich plots hevig op) "Wie denken die makers eigenlijk dat ze zijn? Zijn die vergeten dat ik besta ofzo? Zijn die zich eigenlijk wel bewust van welke fantastische liedjes ik heb gemaakt, rechtstreeks ontsproten aan mijn getormenteerde ziel? Of zijn die mannen gewoon jaloers op mijn succes? Wat is die hun probleem?"
- (..)
- (hoorbaar stampvoetend) "En dan die kijkers - wat denken die eigenlijk? Denken die dat ze daar op tv ineens de béste singer-songraaiter van Vlaanderen gaan te zien krijgen ofzo? De beste ben ik en het wordt wel eens tijd dat dat in het collectief geheugen van de Vlaming wordt gestampt. Als Vier het niet doet, zal ik het doen. Hoe? Door nog keiveel sentimentele shit te maken met mijn akoestsch gitareke, want dat is wat de overlevers in mijn soort doen: tot in den treure sentimentele shit maken op akoestische gitarekes. En de gekwelde ziel uithangen, natuurlijk... Meestal fake."

Ik belde Vier nog om een reactie, maar de woordvoerder viel niet uit zijn rol en hield zich mooi aan de strenge instructies van de programmamakers. "Milow, zegt u? Nooit van gehoord."

* o.a. Peter Evrard, 'straffe madam' Natalia en - that's the name I wanna here you say - Brahim

** o.a. een zekere Pim met als belangrijkste 'karaktertrek': biseksualiteit

*** o.a. ik zou het u echt niet kunnen zeggen

Wouter Beke: "Geen idee wat ik gezegd heb op congres"

Gisteren was ik behoorlijk onder de indruk van Wouter Bekes speech op het CD&V-congres in Lommel. De branie waarmee hij zijn troepen toesprak, zo had ik hem nog nooit gezien. Woutertje werd een heuse Wouter, weg was plots die brave Brillie. "Ik pas voor een koud Vlaanderen! Ik pas voor een kil Vlaanderen! Ik pas voor een hardvochtig Vlaanderen...!" De boodschap kwam over, ik klapte mee in mijn handen, vanachter mijn laptop waarop ik naar de 'Terzake'-reportage keek.

Een dag later zijn Wouters woorden echter bezonken en trek ik een hele andere, enigszins teleurstellende, conclusie: eigenlijk zei Wouter helemaal niets in zijn toespraak. Een koud Vlaanderen, een hardvochtig Vlaanderen - wat is dat? Ik vroeg me af wat hij daarmee bedoelt en daarom belde ik hem daarnet. Politici zijn er immers om door burgers gebeld te worden. Vraag dat maar aan André 'toujours dispo' Flahaut.
En burgers zijn er om politici te bellen. Vind ik.
Ooit met Filip Dewinter gebeld? Een aanrader.

- "Dag Wouter, ik ben Alexander, een gewone Vlaamse burger. Ik heb een vraagje."
- "Shoot."
- "Wat bedoelde je gisteren in je toespraak? 'Ik pas voor een koud, kil en hardvochtig Vlaanderen'. Wat bedoelde je daar in godsnaam mee?"
- "Dat ik - en de gehele CD&V - in een regio wil wonen waar, euh, mensen elkaar op straat spontaan omhelzen, elkanders tranen deppen bij gedeelde smart en een Smart, of een andere auto, delen om luchtvervuiling tegen te gaan."
- "Geen geintjes, Woutte."
- "Oké, eerlijk dan. Die woorden hadden geen betekenis, het was een holle slogan. Maar: ik heb 'm niet zelf verzonnen, ik heb 'm gerecycleerd van Kris Peeters die exact dezelfde woorden heeft gesproken op ons vorige congres. En sinds dat congres zitten we wel opnieuw in de lift. De peilingen liegen niet."
- "Interessant dat u dat opmerkt, want ik heb u na een nieuwe peiling al oneindig vaak horen zeggen: 'het zijn maar peilingen'."
- U moet dat in zijn context zien. Elke partijvoorzitter prevelt dat zinnetje als de peiling slecht uitdraait voor zijn partij. Bruno en Gwendo doen dat ook, u moet daar maar eens op letten."
- "Ik heb daar al op gelet en vind het.."
- "Irritant?"
- "Ja."
- (..)
- "Waarom spreken partijvoorzitters zoveel, zonder eigenlijk iets te zeggen?"
- "Dat is nu eenmaal ons beroep."
- "Zou uw beroep niet méér moeten zijn dan dat?"
- "Momenteel niet."
- "Hoezo, momenteel niet?"
- "We zijn stiekem toch nog een beetje onzeker.."
- "Waarover?"
- "Over de wispelturigheid van de kiezer."
- "U maakt een bruggetje richting N-VA?"
- "Nee, hoor!"
- "Kom, kom. Laat ons een kat een kat noemen, Wouter. Jij hoeft je over de N-VA momenteel geen zorgen te maken. Jij zegt bevreesd te zijn voor de wispelturigheid van de kiezer, maar je zou integendeel verheugd moeten zijn over de wispelturigheid van de Keizer."
- (..)
- "BDW! De burgemeester van Antwerpen. De Julius Caesar van 't Schoon Verdiep. De Nero van de Wetstraat. De Brutus van het tv-debat. Doet hij het of doet hij het niet? Blijft hij burgemeester of wordt hij premier?"
- "Waar wilt u naartoe?"
- "BDW is bezig zijn eigen ruiten in te gooien, Wouter. Besef dat nu toch eens. Hij verliest zijn geloofwaardigheid. Stop met staren naar een lichtbak die er niet meer is. Je bent aan de winnende hand. Die verkiezingen worden een triomf voor jouw partij. Toon je ook in eenvoudige, telefonische contacten met de burger, zoals nu met mij, de staatsman die je gisteren was op dat podium. Maar stop met in holle slogans te spreken."
- "Ik zal er aan werken.."
- (..)
- "Meent u dat trouwens van BDW?"
- "Natuurlijk."
- "Ah, tof."
- "Wees overtuigd van jezelf, Wouter. Probeer iets te zeggen dat mensen begrijpen. Spreek niet in slogans. Je beledigt de kiezer. Holle frasen als die van gisteren wil ik niet meer horen, oké?"
- "Oké.."

Toen had ik er genoeg van. Welk belang heb ik er immers bij om de tsjeven een duwtje in de rug te geven zonder dat ik er iets aan verdien? Ik nam beleefd afscheid van Wouter, die aangaf dat hij iets aan ons gesprek had gehad, wat mij volstrekt neutraal liet maar me wel op het idee bracht om Noël Slangen te bellen. Want wat verdient een professionele spin doctor eigenlijk?

Rustig weerzien met familie na drama Filipijnen

Gisteren zag ik voor het eerst mijn moeder terug na het drama dat zich vorige week heeft afgespeeld op de Filipijnen. Het was geen emotioneel weerzien, zoals we er enkele in het tv-journaal konden zien, nee, het was gewoontjes, zo'n beetje zoals elke vrijdagavond. Wij waren immers gewoon in België toen de verwoestende tyfoon Haiyan toesloeg en van e...en enorme ravage in onze respectieve woningen is dan ook geen sprake geweest. Daarom hoefden wij het bij onze hereniging niet de hele tijd over schade en verlies te hebben, noch hebben wij na de vernietigende storm vermisten in de familie of weten wij niet hoe de toekomst er nu voor ons zal uitzien. Ik heb ook geen moment gepanikeerd of er aan getwijfeld dat mijn moeder nog in leven was na de ramp. Sterker: woensdag gaf ze teken van leven in de vorm van een e-mail. Op die manier wist ik dus ook, elektriciteit hebbende, dat ook bij haar de elektriciteit niet was uitgevallen. Het kwam niet eens in me op om dat als een geruststelling te beschouwen.

Dus is nu mijn vraag: waarom zijn die Filipino's zo emotioneel als ze na Haiyan herenigd worden met hun familie? Gewoon omdat de ramp zich in hun land heeft afgespeeld? Kan wel, maar hoe dan ook mag duidelijk zijn dat ik veel rustiger reageer op dergelijke natuurrampen. En daarvoor zeg ik: chapeau aan mezelf.

Snelcursus: hoe word ik een BV

Heel wat Vlamingen dromen er van om een BV te worden. Een BV mag immers geregeld op tv of in de pers en daar zeggen weinig Vlamingen neen tegen. Geheel terecht overigens. Op tv komen of tijdens een VIP-receptie in de borsten van Lesley-Ann Poppe knijpen én daarvoor betaald worden – er bestaan minder fijne dingen. Daarom dus deze snelcursus ‘Hoe word ik een BV’ voor ...mensen die in 2014 ‘iets in de media’ willen gaan doen. Waarschuwing: BV worden is gemakkelijker dan u denkt, denk dus twee keer na voor u er aan begint (en overleg met uw partner, want deze zal al dan niet tegen wil en dank ook een BV worden).

Er zijn verschillende manieren waarop u een BV kan worden. Ik onderscheid er drie.

1. Door geen blijk te geven van een noemenswaardig talent (de ordinaire methode)

Dit is de grootste groep. Hebt u dikke borsten, wil u op de cover van P-magazine en bent u niet vies van wat kletspraat? Proficiat: u bent een BV. Mogelijk geen van blijvende aard, maar tijdens de zomermaanden zal u aan de kust altijd wel iets vinden waarmee u wat extra poen kan scheppen. Op tijd en stond een kaderstukje in Dag Allemaal of Blik en u zit gebeiteld. U kan zich ook bijscholen en u proactief voorbereiden op een deelname aan ‘De slimste mens ter wereld’. Ze komen daar immers stilaan zonder BV’s te zitten, weet ik uit goede bron. U zal met open armen ontvangen worden en waarschijnlijk afgaan als een gieter, maar u zal wel weer in beeld komen bij de 600.000 Vlamingen die nog naar dat programma kijken. Vervolgens krijgt u een interview in Humo (nog ongeveer 150.000 lezers), want van het een komt altijd het ander. In dat interview laat u een spitante uitspraak vallen die de teaser boven het artikel wordt, en u bent weer helemaal hot.

2. Door deelname aan een talentenjacht (de logische methode)

Logisch, want de tv blijft ze jaar na jaar uitbraken. Kan u een beetje zingen en krijgt u Koen Wauters aan uw kant? Proficiat! Schiet uw schouder niet uit de kom wanneer u danst? Proficiat! U bent nu bijna een BV. Bijna, want eerst moet u zich nog nadrukkelijk van uw concurrenten onderscheiden en tegen een journalist van Dag allemaal (niet minder dan 1.000.000 lezers) zeggen dat u deelneemt aan de respectieve talentenjacht ter nagedachtenis van uw vorig jaar aan kanker overleden moeder. “Ik voel dat ze bij me is als ik dans”, moet u zeggen en dan staat die quote op de cover van de vakpers. Klein nadeel: voor de buitenwereld is uw moeder dood, maar feitelijk zit ze gewoon thuis. Ook voor u geldt trouwens dat uw BV-schap mogelijk niet van blijvende aard is, maar ook u zal tijdens de zomermaanden aan de kust uw voordeel kunnen doen. De vergrijzing van de bevolking betaalt uw lening af.

3. Door echt talent (de respectabele methode)

U kan iets wat maar weinig andere mensen kunnen en u vindt daarvoor een (groot) publiek? Een welgemeende proficiat. Afhankelijk van uw ambitie is nu aan u de keus of u in ‘Café Corsari’ (600.000 kijkers) gaat zitten of niet. In ‘Reyers laat’ (250.000 kijkers) kan u ook terecht, alsook bij het eerder vermelde Humo en ‘De slimste mens ter wereld’. Mikt u toch meer op een niche dan loopt u het risico om geen volwaardige BV te worden, maar u weet wat u wil en u wil (voorlopig) in de eerste plaats uw credibiliteit behouden. Bekend zijn bij pakweg 100.000 Vlamingen sluit dan misschien nog het best aan bij uw profiel. En daar is niets mis mee. Een middelgrote stad als Leuven telt 100.000 inwoners. Dat is uiteindelijk niet min. En de kans dat uw contract u voorschrijft dat u Lesley-Ann Poppe op een VIP-receptie in de borsten zal moeten knijpen wordt er meteen ook een stuk kleiner op.

Tot daar deze snelcursus ‘Hoe word ik een BV’. Onthoud: BV worden is gemakkelijker dan u denkt, in Vlaanderen rollen ze bij wijze van spreken van de band. Wees dus gewaarschuwd voor u er aan begint. Het schrijnende voorbeeld van Eva Pauwels, die ooit besloot om een relatie aan te gaan met Jacques Vermeire en bijgevolg een BV werd, kan dienen als voorbeeld van hoe het níét moet.

donderdag 3 oktober 2013

Giel heeft een droom (of is het een nachtmerrie?)

De zaak van Giel, de 15–jarige jongen uit Sint-Laureins die in India zijn droom om monnik te worden wil najagen door daar een monniksopleiding aan te vatten, doet me een beetje denken aan een soortgelijke situatie waarin ik me, ondertussen alweer 18 jaar geleden, bevond.

Ik droomde er als achtjarige van om in Walibi te gaan wonen. Maar mijn moede...r wilde daarvoor, in tegenstelling tot die van Giel, haar toestemming niet geven. Ze zei tegen mij: “Ondanks je urenlange voorbereiding gaat dat helemaal niet, Alexander. Het schooljaar is net begonnen, je bent fucking acht jaar, je zit in het derde leerjaar, eerst maak je je school af en daarna zien we wel weer.”
Om ze helemaal in de kiem te smoren heeft mijn moeder deze zaak toen bewust niet in de media gebracht. Daarom kraaide er ook geen haan naar toen ik de volgende dag gewoon weer op school verscheen.

Zelf had ik toen nog geen contacten in de media, – een woord dat ik toen niet eens kende en waarvan ik vast en zeker zou gedacht hebben dat het enkelvoud was, als in ‘de media is niet meer wat het geweest is’ – en dus stond ik machteloos tegenover de beslissing van mijn moeder. Achteraf bekeken weet ik zeker dat ik, mocht ik toch de media hebben gehaald, veel steun zou hebben gekregen van serieuze en minder serieuze mensen. Online fora of sociale media bestonden nog niet in 1995, maar een in die tijd spraakmakend tv-icoon als Jan Van Rompaey zou waarschijnlijk wel belangstelling hebben getoond voor mijn zaak, kan ik me voorstellen.

Al bij al viel het me niet eens zo zwaar om mijn droom op te geven en twee dagen na het njet van mijn moeder was ik gewoonweg vergeten dat ik er tot voor kort intens van had gedroomd om de rest van mijn leven in Walibi door te brengen. Eén keer, toen we in het eerste middelbaar met de klas een dagje naar Walibi gingen, speelde de herinnering pijnlijk op, maar even snel vervloog dat onbehaaglijke gevoel toen ik het kneusje van de klas in het oog kreeg.

Ik ben er niet trots op maar jarenlang hebben ik en een paar vrienden een klasgenoot verbaal geterroriseerd. Wij maakten deze jongen, die – hoe wil het lukken – ook Giel heette, belachelijk door hem consequent Geil te noemen. “Hoe heet jij ook weer? Jij bent Geil hé?” Zeker wanneer er meisjes in de buurt waren, was deze Giel nooit veilig.

Het zou me niet verbazen mocht Giel-de-monnik-in-spé met soortgelijke pesterijen af te rekenen hebben en dat hij daarom ons land achter zich wil laten. Kinderen kunnen erg wreed zijn voor elkaar, zegt het cliché (waar ook altijd een vorm van waarheid in zit, wat ook weer een cliché is). De Giel uit mijn klas heeft zich op zijn zestiende verjaardag verhangen in een bos. In de brief die hij naliet schreef hij onder andere dat hij het beu was om nooit geil, met kleine g, te kunnen zijn zonder (voor zichzelf en voor anderen) misverstanden te creëren.

Arme geile Giel. Het moet afschuwelijk voor hem zijn geweest.

(En nu eventjes kijken wat Google antwoordt op mijn vraag: ‘Mag een monnik soms geil zijn?’.)

Marktrock Leuven: live verslaggeving (dag 1 en 2, deel 1)

Marktrock in Leuven is al jaren een ‘vaste waarde’ (cliché nr. 1) in het ‘festivalcircuit’. Ook de editie van dit jaar zal weer een ‘hoop volk’ naar de ‘studentenstad’ (cliché nr. 2) lokken. “Meer volk dan alle pastoors van heel België samen ooit naar een benauwend achterkamertje in hun parochie hebben kunnen lokken”, maakt een van de ambi...tieuze organisatoren een ongemakkelijke opmerking. Ongemakkelijk temeer omdat de organisatie dit jaar 1.000 opzichters heeft ingeschakeld om pedofielen, pederasten en andere vieze oude (pre)gepensioneerde mannen ervan te weerhouden kinderen mee te lokken met de belofte van een lekkere calippo. K3 is dit jaar immers headliner in Leuven en naast afschuwelijke op Josje geilende studenten wordt er morgen ook een stoet baby’s, peuters, kleuters en andere ongelukjes verwacht in de ‘universiteitsstad’ (cliché nr. 3).

Gisterenavond werd de 1#§4-ste editie van het festival ‘afgetrapt’ (cliché nr. 4) door de verliezende voorrondefinalisten van Students On Stage, een concours waaraan – zoek het pleonasme in het vervolg van de zin - enkel mentaal gehandicapte studenten van de richting sociaal werk aan de Katholieke Hogeschool Leuven mochten deelnemen. De enige ‘groep’ die deze voorronde wist te overleven – overigens de enige deelnemende groep tout court – moest jammer genoeg op het laatste moment afzeggen omdat haar drummer, een schaamteloze papzak, eerder op de dag was vast komen te zitten in een Plopsalandattractie en de spoedafdeling van het Sint-Kellyziekenhuis in Waarschoot hem nog een nachtje “puur voor de fun”, aldus een cliniclown ter plaatse, op de afdeling pathologie wilde houden ter “observatie”.

Daar stonden ze dan, ontredderd, de bomma’s, bompa’s, overgrootbomma’s, overgrootbompa’s, mama’s, papa’s, pleegouders, stiefvaders en -moeders en mongole broertjes, zusjes, neefjes en nichtjes van de zestien ‘bandleden’. Allen met een iPhone 12.0 in de hand met de bedoeling het ‘concert’ - waarschijnlijk een muzikaal debacle - te filmen om daarna trots het afschuwelijk slecht in beeld gebrachte muzikale trauma op Facebook te posten; geen van allen echter ook maar een begin van een benul hebbende van hoe ze zo’n iPhone moesten gebruiken.
De zieligheid van dit tafereel stak pijnlijk hard af tegenover alles wat met wat goede wil mooi kan worden genoemd aan dit leven.

Later vandaag volgt meer verslaggeving vanop het De Laeyensplein en andere twijfelachtige hotspots in het centrum van – Wie we daar hebben? Danny Pieters! - “Tobbackograd”. Want dit wilde voornoemd voormalig N-VA-lid, oppositieleider en bedenker van de term in een vervelende spammail nog aan mij kwijt. “Als burgemeester zou ik de ‘Leuvenaars’ - en ik weet dat het een huizenhoog cliché is, maar ik kan niet beter - persoonlijk veel nauwer betrokken hebben bij de samenstelling van de Marktrockaffiche van dit jaar. Zo zou ik Les Truttes - een voorbeeld van waar Vlamingen toe in staat zijn, al dan niet in positieve zin - een prominentere plaats in de line-up hebben gegeven en had ik zeker inspanningen gedaan om enkele mislukte deelnemers aan tv-talentenjachten te overhalen om nog een keer hun zielloze covers ten berde te brengen in onze mooie stad.”

Wordt dus vervolgd (tenzij ik plots iets anders te doen heb, waar ik stiekem op hoop).

Belg van Marokkaanse afkomst vraagt geld

Het is iets waar veel blanke jongemannen wel eens per jaar mee te maken krijgen, denk ik. Een jonge ‘Marokkaan’ die om een euro komt bedelen. Ik vandaag ook weer.
Ik zit buiten op een trap een boekske te lezen als ik een groepje ‘Marokkanen’ aan de andere kant van de trap zie plaatsnemen. Ik word daar verder niet door afgeleid, hoogstens vraag ik me even a...f waarom die gasten allemaal min of meer dezelfde pet dragen.

Ik lees rustig door tot er eentje naast mij komt staan en vraagt of ik geld heb. “Neen”, lieg ik. “Komaan, één of twee euro”, zegt hij, zonder erbij te zeggen waar hij dat geld voor nodig heeft. “Ik heb geen geld bij”, zeg ik terwijl ik rechtsta om hem fatsoenlijk aan te kunnen kijken.
“Hé, waarom staat ge zo fars recht, je? Ik ga u niet rippen ofzo.”
“Ik sta recht om beter met u te kunnen praten”, zeg ik op onverhuld verveelde toon.
“Ik ga u niet rippen ofzo. Gewoon, hebt ge één of twee euro voor mij?”
“Neen.”
“Schud mijn hand.”
Dat doe ik.
Dan draait hij zich om.

Ik heb mij gedragen als een mietje, besef ik. Ik had eigenlijk moeten vragen waarvoor hij mijn geld nodig had. Maar ik wilde een gesprek daarover niet aangaan, ik wilde het zo kort mogelijk houden. Van vragen komen antwoorden en weer nieuwe vragen. Beide partijen hadden niet de intentie om te verbroederen. Hij had (mijn) geld nodig, ik had niks van hem nodig. Dat zijn vijfkoppige posse tien meter verderop stond te lummelen, zorgde er nog meer voor dat ik wilde dat hij snel wegging. En van nature ben ik een bangerik. Ik denk altijd dat ik slaag ga krijgen van mensen die een oppervlakkige reden hebben om mij niet leuk vinden.

Nog nooit heb ik trouwens zelf op straat een onbekende om geld gevraagd zonder er bij te zeggen wat ik met dat geld van plan was. Ik stond eens aan een broodautomaat en had precies genoeg kleingeld bij, maar liet tien cent door een gleuf vallen en vroeg toen aan een voorbijganger of hij toevallig tien cent kon missen om mij te helpen. Dat was transparant. Die mens had daar geen enkel probleem mee en gaf mij gauw het nodige geld.

Ik zal een onbekende nooit om geld vragen zonder er bij te zeggen waarvoor ik het ga gebruiken, ik vind dat niet normaal. Dat is ook niet normaal.

Overigens zat er 20 euro en 45 cent in mijn portefeuille.

Hoe ik gratis naar Walibi ging

Ik had het al meermaals Romazigeuners zien doen – ik noem zomaar een volk, ’t is niet persoonlijk bedoeld – en dacht dan telkens bij mezelf: wel goed bekeken om op die manier wat centen te verzamelen, veinzend dat je geld ophaalt voor een hulporganisatie.

Ik verduidelijk mezelf. Het was mooi weer vorige donderdag en ik dacht: ik heb veel tijd, waarom zou ik dit wee...kend eens niet naar Walibi gaan? Alleen: ik had slechts een zeer beperkt budget daarvoor en wilde dat liever niet aanspreken. Toch wilde ik niet bij voorbaat afzien van mijn uitstapje, enkel vanwege mijn lege portemonnee en ik broedde op een plan om eventueel gratis tot aan het pretpark (en eventueel ook gratis binnen) te geraken. De Weerwolf, de Cobra, de Dalton Terror – de verlokkingen waren legio.

Ik ging naar buiten (om na te denken over hoe ik zo goedkoop mogelijk naar Walibi zou geraken) en liep door willekeurige straten, op zoek naar willekeurige banken om onwillekeurig in het zonnetje* te zitten en niet in de schaduw, toen ik zo’n gebrekkig Nederlands bazelende ‘Romazigeuner’ tegen het lijf liep. Hij had een mapje bij zich met daarin zo’n beduimeld papier waarop je steeds je naam alsook het bedrag moet schrijven dat je (maandelijks) wil doneren aan de liefdadigheidsinstelling waar de betreffende Romazigeuner melding van maakt – in dit geval Handicap International, het officiële logo prijkte bovenaan het weinig geloofwaardig aandoende document.
Ik bedankte de Romazigeuner beleefd voor zijn gemakzuchtige uitnodiging om “toe joero” te schenken en vertelde dat ik online meer informatie over Handicap International wilde inwinnen alvorens mij zomaar aan deze organisatie te verbinden. De Romazigeuner was niet blij met dat antwoord en droop af zonder verder nog iets te zeggen.

Echter, hij had mij op een idee gebracht en ik bedacht me dat dergelijk dubieus geronsel mij misschien ook wat zakgeld zou kunnen opleveren; om naar Walibi te kunnen gaan, bijvoorbeeld. Maar al even snel realiseerde ik me dat ik niet zomaar op straat kon gaan pretenderen dat ik voor Handicap International (of een andere hulporganisatie) werkte, al was het maar om de praktische reden dat ik nu meteen cash wilde hebben en niet een schriftelijke toezegging dat meneer x en mevrouw y een bepaald bedrag op een bepaalde rekening zou storten. Bovendien was een dergelijke leugenachtige praktijk ook in strijd met mijn ‘ethische principes’. Ik moest het anders aanpakken, ik had al een idee.

Nauwelijks een uur later stond ik in een kaki hemd en korte broek in een winkelstraat met wafels te leuren. “Dag mevrouw, ik ben van de scouts en wij doen een inzamelactie..” – u kent dat wel. Het was belachelijk belachelijk, als zoiets bestaat, en echt totaal ongeloofwaardig omdat ik daar helemaal alleen stond want er verder in de wijde omtrek geen scoutslid te bespeuren viel. Het ‘kaki’ hemd - de klassieke scoutsuitrusting, ik moet er van kotsen – was eigenlijk ook niet heel erg kaki, eerder beige, en de wafels – amper twaalf stuks - had ik gewoon achterin de snoepkast van mijn moeder gevonden. Het plausibele argument dat ik misschien ook een beetje te oud was om nog tot een scoutsgroep te behoren, had ik voor mijn eigen gemak genegeerd en ook over het eigenlijke doel van mijn geldinzamelactie had ik niet op voorhand nagedacht. Iets met kinderen in Afrika, improviseerde ik. Kinderen doen het altijd goed was mijn redenering.

De wafels – echt de meest banale wafels die je kan vinden - kostten 3,5 euro per stuk, had ik bepaald, want als ik ze alle twaalf verkocht zou krijgen had ik 42 euro verdiend, net genoeg om een trein- en toegangsticket voor Walibi te kunnen betalen en ter plaatse nog een wafel te kunnen eten.

En vraag me niet hoe het gelukt is maar ik verkocht ze allemaal en zaterdag ging ik naar Walibi. Het was een wonderlijke dag.

* de zon is een ster met een massa van zo’n zo'n 1,989 × 1030 kg, zegt Wikipedia. 'Zonnetje' is dus misplaatst.

"Is dit ook het einde van onze Facebookrelatie?"

Michel Houellebecq schrijft goeie boeken, maar toen ik daarnet in het park zijn ‘Mogelijkheid van een eiland’ zat te lezen werd ik toch afgeleid door iets dat ik nog veel interessanter vond: de immer onvoorspelbare werkelijkheid.

Drie meisjes van ongeveer 15 jaar zaten op een bank. Eentje van hen was net gedumpt en las voor uit de sms-conversatie ...die ze daarover nog met haar (ex-)lief had gehad. (Waarom de relatie op de klippen was gelopen kon ik niet meer achterhalen, maar zowel de jongen als zijzelf leken er spijt van te hebben.)
Luistervinkt u even graag als ik?

“Hier schrijft hij dat hij denkt dat het beter is als we niet meer samen zijn. Ik stuur terug: waarom? Hij stuurt dan dat hij dat niet in een sms kan zeggen. Ik stuur: kom het dan zeggen in mijn gezicht. Hij stuurt dat hij nu niet kan komen.”

Ze leest dit voor op een meewarig toontje en haar twee vriendinnen snuiven van minachting. Het gedumpte meisje gaat door.

“Ik was dan beginnen wenen en ik had niks meer gestuurd en toen stuurde hij dat hij het zelf kei erg vond. Ik stuurde dan: waarom wilt ge het dan uitmaken? En hij stuurde dat hij dacht dat het beter was zo. Ik begon toen nog harder te wenen, maar hij bleef nog sturen.”

En nu wordt het (echt) interessant, want in zijn volgende sms’je bleek de jongen te vragen of alle gemeenschappelijke foto’s nu van Facebook moesten worden verwijderd en of de relatiestatus weer naar ‘vrijgezel’ moest worden veranderd; of het daar nu al het 'goede moment' voor was; hoe ze dat gingen oplossen. Want zo eenvoudig is het niet, inderdaad. Al die gemeenschappelijke foto’s van gedeeld geluk – wat ermee te doen in een dergelijke situatie? Voor je het weet draait de administratieve mallemolen overuren, en dat kan je dan wel missen, als je verdrinkt in luduvudu.

“Ik heb dan gestuurd dat we beter direct onze relatiestatus konden aanpassen”, zucht het meisje.

“Ja, duh-uh”, zegt een van haar vriendinnen.

“En hij stuurde dan dat dat oké was en dat hij alle tags met zijn naam ging verwijderen van foto’s waar wij samen opstaan. Ik stuurde dan dat ik dat zelf wilde doen.”

Ik vermoed dat de jongen pas na dit sms'je besefte dat hij het écht aan het uitmaken was met zijn lief. Die relatiestatus, dat untaggen, het werd ineens wel erg definitief allemaal. Misschien stuurde hij daarom het volgende schuldbewuste berichtje, waarmee de rollen tussen de jongen (dader) en het meisje (slachtoffer) opeens leken om te draaien.

“En dan stuurt hij dat hij eigenlijk spijt heeft dat het uit is, dat hij mij echt een tof meiske vindt en dat hij alleen maar goeie herinneringen aan onze relatie overhoudt. En hij schrijft dat ik zeker snel een nieuwe vriend zal hebben..”
Een what the fuck-toontje is hier niet van de lucht. Ogen rollen en wenkbrauwen fronsen.

“Hij schrijft dat hij zeker tijd gaat nodig hebben om dit te verwerken en dat ik echt niet zomaar iemand voor hem ben. Hij schrijft dat ik altijd speciaal voor hem zal blijven, niet zoals sommige andere meiskes... En dan schrijft hij dat we misschien nog eens kunnen afspreken om over alles te praten…”

Toen ben ik opgestaan en naar huis gegaan. De afloop was bekend. Tenzij het meisje pro forma koppig doet, zijn zij en haar lief volgende week weer samen. En zo wordt het ook voor hen alsnog een prachtige zomer. Oef!

Mijn onthutsende sollicitatie bij een bedrijf

Een bedrijf. ‘Een organisatie van arbeid en kapitaal’ (Wikipedia).

Een bedrijf. ‘Met de ij van eikes. Met de b van bah en van boooring. En met de ij van grijs.’ (Ik)

Gisteren ging ik solliciteren bij een Bedrijf. General Protection is de naam, een naam die doet dromen, daarover ben ik het met u eens. General Protection is op zoek naar een fleximisch...e en dynabele Junior [twee Engelse termen naar keuze] en via een uitzendkantoor belandde ikzelf dus op een mooie maandagvoormiddag tegenover de Eejtsj Aar Manager van dat Bedrijf voor een sollicitatiegesprek.

General Protection houdt zich trouwens bezig met badge- en alarmsystemen en dat wilde wel erg lukken want badge- en alarmsystemen zijn zo’n beetje alles waar ik aan denk wanneer ik nergens anders aan denk. Het zou dus wel een kans uit de duizend geweest zijn als ik daar de klantendienstmedewerker – want daar komt het uiteindelijk altijd op neer - zou kunnen worden. Een kans uit de duizend, het winnende lotje als het ware. Ik was helemaal gek geweest als ik niet voor de volle honderd procent op deze sollicitatie had ingezet.
En daar gingen we.

“Alexander, waarom ben jij de geschikte Junior [twee Engelse termen naar keuze – andere dan daarnet] voor ons bedrijf?”

“Omdat ik ’s nachts droom van badgesystemen en blokkerende deuren. Mooie dromen zijn dat. Gelukzalig wakker worden; het gevoel komt u vast bekend voor? (..)”
“Ik ben nog meer de persoon die u zoekt omdat ik het geluid van een alarmsysteem erg melodieus en universeel vind klinken. Ik word er rustig van. Ik zou eenvoudigweg kunnen stellen dat ik gepassioneerd ben door, zeg maar, uw core, euh, shizzle? Uw core business, bedoel ik. Excuseer.”

En toen zei de Eeijtsj Aar, een meisje van 27 dat ik 33 had geschat, het volgende – ik ben er nog niet van over:
“Passie en een gezonde belangstelling voor onze bezigheden zijn weliswaar meegenomen, Alexander, maar je moet begrijpen dat passie voor de job waarvoor jij solliciteert eigenlijk nauwelijks van belang is. Wij bij General Protection zijn bezig met badge- en alarmsystemen, maar om je een geheim te verklappen: de meerderheid van onze werknemers geeft geen moer om de zaken. Zelf heb ik er als klein meisje ook niet van gedroomd om in dit soort bedrijf te werken. Het had net zo goed een ander bedrijf kunnen zijn op deze site.”

Op deze site, zei ze, want we bevonden ons tot nader order in gebouw 5C op het ‘bedrijvenpark’ van Diegem, waar verder nog enkele tientallen bedrijven gevestigd zijn, ondergebracht in enkele tientallen, nauwelijks van elkaar te onderscheiden buildings, wat welbeschouwd een oersaaie aanblik van het terrein oplevert – een bedrijvenpark kortom. Maar dit allemaal terzijde.

De HR had dus gezegd dat ze net zo goed in een ander bedrijf op deze site had willen werken, ik was verbouwereerd. Had ze nu net gezegd dat ze niet oprecht geïnteresseerd is in badgesystemen? En een deel van haar collega’s evenmin? Ik begreep het niet.

Het sollicitatiegesprek ging nog wat door. Ik moest o.a. nog eens een antwoord verzinnen op de vraag waarom ik journalistiek heb gestudeerd (“Omdat ik de nieuwe Rudi Vranckx wilde worden!”) en op de tijdens sollicitatiegesprekken eeuwig terugkerende vraag naar mijn schoenmaat (“43”).
Toen kon ik weer naar huis.

Vandaag kreeg ik een mail van mijn Eejtsj Aar-meisje waarin ze schrijft dat ik, en het zijn echt waar haar woorden, ‘niet saai genoeg’ ben voor de functie. Niet saai genoeg, het staat er echt! Ik ben niet saai genoeg om bij General Protection te werken. Niet saai genoeg om de hele dag te luisteren naar de verzuchtingen van mensen die problemen hebben met hun badge- of alarmsysteem. Ze zoeken daarvoor een saaier iemand dan ik.
Ze zullen nog lang mogen zoeken, mijn gedacht!

Onverantwoord irritant

De Standaard. Onverantwoord interessant. Ik weet niet of de krant zich dat zinnetje nog steeds toe-eigent, maar als dat zo is moet haar Ombudsman, Brilsmurfje Naegels, zijn collega-journalisten dringend (nog) eens een spiegel voorhouden. Ik bots op Facebook immers op een muur van (vooral) door De Standaard geproduceerde Astrid Bryan-bagger en vind dat geen klein beetje irri...tant. De Standaard, ‘niet toevallig de standaard’, moet haar prioriteiten kennen, vind ik, en die liggen dezer dagen niet in ‘Elleej’, maar wel op o.a. het Taksim- en het Tahrirplein. Ik ben uiteraard bijlange niet de enige lezer die er zo over denkt , want “officieel meer berichten over Astrid Bryan dan over Egypte. Verwacht het onverwachte”, parafraseert een andere geërgerde lezer een tweede slogan van de krant op Facebook. Nog iemand anders voorspelt dat De Standaard lezers zal kwijtspelen als ze zo voortdoet (de ‘dagallemalisering’, that is), maar ik denk niet dat deze laatste meneer gelijk heeft. De berichten over Astrid Braaien – voortaan gewoon Nuyens - verschijnen immers voor het merendeel op de website van de krant en online worden de meest idiote artikels het vaakst aangeklikt. Dat staat bijna volledig los van de verkoop van de eigenlijke krant in de krantenwinkel.

Wat mij zelf zo stoort aan de Astrid Bryan-braggel, is de wanverhouding tussen het schijnbare belang dat door de krant aan dit onderwerp gehecht wordt, enerzijds, en de bredere context waarin De Standaard zich op het kruiperige af uitslooft om haar lezers ter wille te zijn, anderzijds. Laatst kreeg ik namelijk weer zo’n mail - het was niet de eerste - waarin de krant zich persoonlijk tot mij richt (‘Beste Alexander’) met de vraag of ik een online-enquête wilde invullen, teneinde de krant een (nog) beter inzicht te verschaffen in de werkelijke interesses van haar lezers. Enzovoort, enzovoort.

Welke mijn mening is over hun nieuwigheidje DS Avond, wilden ze met toegeknepen billetjes natuurlijk weten. I couldn’t care less, is daarop trouwens mijn antwoord. Geen idee waar dat ‘gadget’, want dat is het, goed voor is en wie daar behoefte aan heeft. (Iemand?) En hoe de nieuwssite mij nog beter zou kunnen ‘bedienen’, wilden ze ook weten. En blablabla wilden ze weten. En bla. En nog meer bla. Zo bang dat de lezer hen niet onverantwoord interessant zou vinden. De wussies.

Maar ook begrijpelijk voor een krant waarvan de makers wel beseffen dat de hachelijke spreidstand tussen infotainment en de hang naar credibiliteit stilaan een beetje te opzichtig wordt. Vooral de website van de krant doet afbreuk aan het merk De Standaard. Die website – en dan zeker de artikels die op Facebook worden gepost - getuigt immers vaak van onverantwoord en onverhuld opportunisme. Waarvoor een onverantwoord ironisch maar ludiek bedoelde hip hip hypocrietoera.

"Ik ben gaan zwemmen enzo.."

"Als ik terug naar school ga, de eerste dag, dan begint iedereen te praten over: ik ben naar Italië geweest, ik ben naar Duitsland geweest, ik ben naar Brazilië geweest; ja, en ik moet dan zeggen: ik ben gaan zwemmen enzo ..."

Iedereen lijkt de Panoramareportage ‘Arm Vlaanderen’ gezien te hebben. Ik ook. Veel mensen hebben blijkbaar (nu pas) ontdekt dat er in Vlaanderen armoede bestaat. Ik niet. Mijn moeder werkt al twintig jaar met kansarmen. Mensen die één keer per jaar met een touring car naar de zee gaan. En kinderen die nooit op reis gaan ken ik ook. Zelf ga ik (natuurlijk) wel soms op reis.

Bovenstaande uitspraak van de 11 of 12-jarige Mika heeft mij in deze reportage persoonlijk het meest getroffen. Omdat ze blootlegt dat er qua ‘speciallekes’ tijdens een vakantie wel erg grote verschillen blijken te bestaan binnen gezinnen met 12-jarige kinderen. Dat Mika het moet stellen met eens gaan zwemmen klinkt bijna lachwekkend. Kom daar eens mee af op 1 september. Waar moet je dan kruipen als het logisch-obligate “waar ben je tijdens de vakantie naartoe geweest?”-vraagje de kring rond gaat? Dat moet serieus aankomen, kan ik me inbeelden. Is het de taak van een leerkracht om op dit soort momenten rekening te houden met Mika’s situatie? Moeilijk te zeggen. Maar er mag wel over nagedacht worden. Nu wordt daar wellicht niet bij stilgestaan omdat de gemiddelde leerkracht zelf ook op vakantie is geweest tijdens de zomer en dat onnadenkend als een evidentie voor elk gezin beschouwt.

BEGOEDE BURGERS

Ik heb zelf altijd de luxe gehad om me niet te hoeven storen aan andermans verhalen over verre reizen. Ik reis niet speciaal graag noch hoef ik tal van steden of andere bezienswaardigheden op onze planeet met mijn eigen ogen gezien te hebben. Daarmee is voor mij de kous af. In principe heb ik het geld om te reizen, maar ik besteed het dus liever aan andere dingen. Voor iemand die wel verre reizen wil maken maar er het geld niet voor heeft, heeft onze welvaartsmaatschappij echter een perceptieprobleem gecreëerd. De perceptie bestaat immers dat iedereen elk jaar (op z’n minst één keer) op reis kan gaan – of deze perceptie bestaat toch onder ‘begoede burgers’ met hogere diploma’s, een groep waartoe ik mezelf reken.

Deze groep mensen, ik noem ze voor het gemak maar ‘de begoede burgers’, staan er vaak te weinig bij stil dat er nog mensen zijn die niet in de mogelijkheid zijn om elk jaar op reis te gaan. Een authentieke uitspraak van een 12-jarig kansarm jongentje in een Panoramareportage mist dan zijn uitwerking niet. “Zo erg dat dit in Vlaanderen nog bestaat..”

De afgelopen twintig jaar is de evidentie van op reis gaan heel sterk toegenomen. Rondom mij heb ik mensen van alle leeftijden over luxueuze reizen horen spreken zonder dat zij het luxueuze ervan nog leken in te zien. Barcelona werd schijnbaar het equivalent van de zee, Istanbul dat van de Ardennen en het vliegtuig dat van de trein.

Mensen leken bij terugkomst van reis x al onmiddellijk weer plannen te maken voor reis y. Alsof reis x kon worden beschouwd als een afgelopen zaak die in een map kon worden geklasseerd en waarover men enkel tijdens een gesprek nog eens zou kunnen opmerken dat men daar ook geweest was, op die bestemming. En dat dat zeer de moeite was. Of net niet.

Begoede tweeverdieners gaan of gingen op 58 maar wat graag op pensioen – helemaal uitgeblust en na een burn-out, u kent dat – om eens gepensioneerd meerdere keren per jaar aan het reizen te gaan. Waren zij eerst bekaf en er helemaal onderdoor door hun job, vonden zij plots de energie om jetlags te overwinnen en van hot naar her te lopen in de verzengende hitte van een of andere door betrouwbare vrienden getipte bestemming.

Tijdens feestelijkheden met vrienden werd graag en uitgebreid verteld over avonturen in de townships van Zuid-Afrika, de vriendelijkheid van de mensen in Thailand, de ontluisterende klassenmaatschappij in India of het pittoreske Sint-Petersburg dat veel meer de moeite was dan Praag, wat anderen er ook over mogen beweren.

UITWISSELINGSPROJECTEN

Maar niet enkel voor de begoede, de crisis niet voelende, vijftigers en zestigers is dit van tel, ook twintigers en dertigers met een hoger diploma lijken twee, drie of vier citytrips per jaar ondertussen als een evidentie te beschouwen. Een weekendje shoppen in Barcelona is dan voor hen wat vroeger voor hun moeder een koffie op de Meir was. Een uitstapje. Themabijlages van kwaliteitskranten spelen hier op in en laten uitschijnen dat meerdere keren per jaar reizen doodnormaal is. Wat het voor heel wat mensen nochtans niet is.

Ook uitwisselingsprojecten zijn hot onder studenten en wie er het geld en de tijd voor heeft, lijkt maar een paar muisklikken of telefoontjes verwijderd te zijn van zijn studie- of vrijwilligersjaar aan een goede universiteit in een leuke Europese stad of een ontwikkelingsland in, bijvoorbeeld, Zuid-Amerika. Veel middenklasse-ouders moedigen hun kinderen daarin aan en daar is niks mis mee zolang het niet beschouwd wordt als een normaliteit. Toch lijkt dat laatste steeds meer het geval.
Eens op Erasmus gaat het dan niet zelden als volgt. Aan die universiteit in dat buitenland maakt men vrienden in een internationaal gezelschap, met wie men op zijn beurt contact wil behouden na dat studiejaar. Dat contact kan maar fatsoenlijk onderhouden worden als een van beide partijen eens per jaar de ander gaat bezoeken in zijn land van herkomst. De vrijwilliger, op zijn beurt, die een netwerk aan mensen heeft opgebouwd in het respectievelijke ontwikkelingsland, keert daar ook graag op tijd en stond naar terug voor een nieuw bezoek. En ook deze reizen worden steeds minder als exclusief beschouwd- steeds meer als vanzelfsprekend.

SCHOOLREIS

En hoewel mensen in armoede net zo weinig in contact komen met ‘de begoede burger’ als omgekeerd het geval is, toch denk ik dat zij een beter zicht hebben op het leven van de begoede burger dan de begoede burger zicht heeft op het leven van de arme. Omdat Mika  - de jongen voor wie gaan zwemmen ‘een specialleke’ is - er door zijn klasgenootjes van betere komaf dagelijks over hoort spreken, bijvoorbeeld. Ik kan voor deze Mika alleen maar hopen dat zijn leerkrachten in het middelbaar op zijn situatie zullen anticiperen wanneer deze of gene schoolreis naar Parijs of Rome wordt ingepland. Want dat reizen, dat is, volkomen begrijpelijk, een heikel onderwerp voor een 12-jarige die benieuwd is naar de wereld.

Wees niet naïef

Wees niet naïef, denk niet dat je een 'persoon' voor hen bent of dat het hen ook maar iets kan schelen.Verwacht niet dat ze je (lang) op voorhand, op een persoonlijke manier zullen verwittigen. Bereid je er op voor dat je zonder dat je het had zien aankomen het volgende in je mailbox kan vinden. Aan de vooravond van wat je dacht dat gewoon een nieuwe werkdag zou worden.

“Beste Alexander,

Wij hebben intern besloten om uw contract vanaf morgen stop te zetten en aldus niet meer te verlengen. Het is dus niet nodig dat je morgen nog komt.

Dit omwille van werkvermindering tijdens de zomermaanden.

Ik wens u verder veel succes naar de toekomst toe!

Mvg”

Dat was vorige woensdag.

Begrijp mij niet verkeerd, ik ben hierover niet bitter. Voor mij waren ‘die van het callcenter’ ook maar bordkarton. Heet gaat ‘m natuurlijk over de bruuske manier waarop ze mijn enige bron van extra inkomsten (bovenop mijn dop van 360 euro per maand) van onder mijn voetjes wegtrekken. Aan de vooravond van een nieuwe werkdag. Strakker kan je niet regisseren.

De mail is kort en zakelijk, als was hij geschreven door iemand die één keer op de gang naar mij heeft geknikt en mijn naam niet kent. De verzender is evenwel onze supervisor met wie ik, ondanks de zakelijke context, een tamelijk informeel contact onderhield. In de mail ben ik eerst ‘u’, daarna ‘je’ en dan weer ‘u’. Verwarrend, dat geschipper tussen formeel en minder formeel. Vooral als ik in ogenschouw neem dat ik op een gemiddelde werkdag door dezelfde persoon met een flukse ‘eeeey’ begroet werd.

En dan is er ook die laatste zin en dat uitroepteken. Clichématiger kan je het niet verzinnen, ten eerste, maar dat bedek ik zelfs graag met de mantel der liefde (ik had niet beter van haar verwacht). Dat de zin grammaticaal onjuist is stoort me evenmin. Het is dat uitroepteken dat de zaak verpest. Wil ze me feliciteren met mijn verjaardag misschien? Ben ik cum laude afgestudeerd en ontvang ik daarvoor een dikke proficiat? Neen. Ik heb integendeel net de mededeling gekregen dat ik mijn job – een flutjobke, weliswaar, maar wel een job - kwijt ben, in het volle besef dat zomaar een nieuwe vinden waarschijnlijk weer geen evidentie zal zijn en in de realiteit waarin ik met 360 euro per maand niet toekom in een wereld waarin ik al 290 plus overige kosten betaal voor mijn kot.

Ik beklaag mij nergens over, ik stel alleen maar vast.

woensdag 19 juni 2013

Callcenter 5 juni 2013

Vandaag was het niet leuk. Nooit eerder lag de gemiddelde 'onbeschoftheidsgraad' van de mensen zo hoog als vanavond. Ik had het tegendeel verwacht - de gemeente heeft nog zo'n mooie naam, - maar het merendeel van de inwoners van Zonnebeke die ik gebeld heb, waren ongemeen grof, onbeleefd, boers en dies meer. Zij verweten mij, telkens in een plat streekdialect, dat ik duidel...ijker moest spreken, dat ik hen stoorde, hen lastigviel, hen gerust moest laten en geen uitstaans heb met hun winkelgedrag. En dat waren maar enkele van hun argumenten om mij op een brutale manier af te schepen. Velen van hen haakten gewoon boudweg in op het moment dat ik mij nog maar voorstelde. Zij wachtten het einde van mijn intro niet eens af. Natuurlijk is dat op zich niet ongewoon, maar de frequentie waarmee het vanavond gebeurde was nooit eerder zo hoog.

Ik weet niet wat ik (of meer in het algemeen: de enquêteur) deze mensen uit Zonnebeke misdaan heb om zoveel bagger over mij heen te krijgen. Het lag niet aan mij. Dat zweer ik. Ik was mijn beleefde en eloquente zelve. Ik gedroeg me niet anders aan de telefoon dan gisteren, toen ik mensen in Grobbendonk moest bellen. Die mensen waren gemiddeld veel vriendelijker. Dat zou wetenschappelijk bewezen kunnen worden.

Dus, wat is er in Zonnebeke aan de hand? Wat is daar aan de hand? Zit daar geen zon in de beek? Is daar vandaag misschien een lokale ramp gebeurd? Of ligt het gewoon aan het feit dat het een hol van Pluto in West-Vlaanderen betreft? West-Vlamingen hebben hun imago van polderboeren zo al niet mee.

Ik tast in het duister.

En ook al schiet ik er niks mee op dat ik alle buitensporig onbeschofte mensen uit Zonnebeke die ik vanavond gebeld heb smaakpapillen in hun reet toewens, toch doe ik het.

Fuck you, Zonnebeke. Bezin u. Kijk in de spiegel. Moge de zon in de beek verdrinken en moge er enkel een zure sloot overblijven. Die zou mooi symbool staan voor uw al even zure inwoners.

Louvain Louvain

De Leuvense N-VA wil dat Franse cafénamen op de Oude Markt naar het Nederlands worden vertaald. Zo moet Café Manger bijvoorbeeld haar naam veranderen in 'Café Eten'. Ook andere cafés op de Oude Markt komen in het viezier van de stoottroepen van oppositieleider Danny - "Wie?" - Pieters. Zo moet Café Belge 'Belgisch café' worden. De Rodins mag niet langer op z'n Frans worden uitgesproken, doch wel ...fonetisch zoals het er staat. Café Oriënt moet een andere naam overwegen - "'oriënt' is geen Vlaams woord". De Revue kan onder die naam blijven bestaan, maar kan misschien ook de naam 'Het magazine' in overweging nemen. Een kleine ingreep voor Café Metropole dringt zich op. Het kan haar naam beter omvormen tot 'De Metropool', aldus N-VA. Café Allée moet Café Dreef (of De Laan) gaan heten, en een regelrechte blaam is er voor de Louvain Louvain, dat - "we zijn hier wel in Vlaanderen hé?! - het plakkaat 'Leuven Leuven' boven haar deuren moet hangen.

Complimenten zijn er ten slotte voor het zure rechtse café Ambiorix!

Over polderboeren met rooie koppen

Om u de waarheid te zeggen, er is weinig waarvoor ik me meer moet inhouden dan om deel te nemen aan Facebookforumdiscussies, enkel met als doel om driftkikkers op de kast te jagen. Stiekem hoop ik ergens te lande een man met een vuurrood aangelopen hoofd een hartaanval te bezorgen wanneer hij mijn reactie (op zijn reactie) leest. Niet dat ik er zelf met de botte bijl op inhak nochtans – daar heb... ik geen enkel belang bij en ik zou me enkel maar verlagen tot het niveau van de driftkikkers die ik viseer. Ik typ enkel zinnetjes als “Moderator, ik wil bovenstaande reactie rapporteren. Ik vind ze ongepast.” Daarmee ontregel ik het debat eventjes. Dat vind ik lollig.

Soms krijg ik dan een duimpje voor mijn dwarsheid, vaker echter reageren mensen negatief op mijn opmerking en verdenken ze me ervan te sympathiseren met ‘de vijand’ (want in het artikel waarop wij reageren komt natuurlijk steeds een alom gehááááte persoon aan het woord).

Het is onnodig te zeggen dat Elio Di Rupo hoog op de shitlist van ‘de Vlaming’ staat. Als die “hypocriete nicht” – ik noem maar één verwensing – zijn mond opendoet is het hek al op voorhand van de dam. Enkele dagen geleden konden we bijvoorbeeld lezen dat ‘de Walen’ bij een splitsing van België voor de republiek Wallonië zouden kiezen met Di Rupo als president. Een goede zaak aldus nogal wat Vlaamse forumbezoekers, “want dan zij wij van die profiteurs van af!!!”

Ik scrolde diezelfde dag ook door de reacties op een artikel uit Knack waarin Dyab Abou Jahjah aan het woord werd gelaten. Een vrouw van rond de vijftig met een genuanceerde mening werd in de reacties door een leeftijdsgenoot “stom wijf” genoemd. Verderop werd ook het verstandelijk vermogen van deze vrouw in vraag gesteld (“Zijt gij dom geboren ofzo?”). Ik reageerde ook: “Kunnen dit soort zure oprispingen ergens gerapporteerd worden? Zo jammer dat er altijd wel mensen tijd teveel hebben om hun frustraties te ventileren.” Een bescheiden provocatie waar weinig tegen in te brengen valt, naar mijn mening, maar wel degelijk een provocatie, daar is het me immers om te doen. Want dan die paar reacties op mijn reactie – lachen en huilen tegelijk is dat. Verwijten van schijnheiligheid, hypocrisie de obligate verdenking van linkse sympathieën en een “Waar bemoeit gij u eigenlijk mee?”

Mededogen hiervoor is alles wat mij op dat moment rest, maar ook fascinatie steekt telkens de kop op. De intrigerende vraag naar wat er nu eigenlijk ten grondslag ligt aan deze zurigheid. Waarom deze mensen vanuit een kortstondige driftbui reageren, klaarblijkelijk zonder zich bewust te zijn van een bredere maatschappelijke context waarin mensen dag in dag uit samenleven. Ik maak me sterk dat de man die “Ben jij dom geboren?” schrijft in dezelfde badmintonclub zit als de vrouw met de genuanceerde mening. Ik vermoed dat de man die mij hypocrisie en schijnheiligheid verwijt mij als onbekende in zijn stad met graagte de weg naar het station zou wijzen.

Het is zo paradoxaal allemaal. Zoals de Vlaams Belanger die een goed contact kreeg met een illegaal in België verblijvend Pakistaans gezin en het voor hen opnam toen die mensen dreigden uitgewezen te worden. Leer elkaar kennen en we zijn niet meer dom geboren. Noch zijn we hypocriete nichten en zal ons worden gevraagd waar wij ons eigenlijk mee bemoeien.

Is dat nu echt zo’n moeilijke denkoefening, gefrustreerde polderboeren met rechtse klap en rooie koppen?!

Lieve arbeidsmarkt

U speelt het hard to get. Ik ben er de man niet naar om daar in mee te gaan. Hard to get vind ik stomvervelend. Dat ze het afbollen met hun hard to get. De meisjes (gelukkig nooit last mee gehad) en de werkgevers (ondertussen al jaren last mee).

U komt mij de strot uit, lieve arbeidsmarkt. “Why are you doing this to me????!!” om het met een zinnetje uit een willekeurige dramafilm te zeggen. Nee serieus, waar is dit voor nodig? Ik ben toch een schappelijke jongen? Ik heb een professionele bachelor journalistiek. Dat kan beter, zal u zeggen, maar nee, dat kon in mijn geval niet beter. Ik ben al lang blij dat ik die professionele bachelor behaald heb.

Gewoon, lieve vriend, een gewoon jobke voor deze gewone jongen. Kan dat er echt niet af? Iets heel onnozel, echt heel stom, kijk niet naar mijn diploma noch naar mijn cv in zijn geheel. Negeer wie ik ben of wat ik kan. Laat mij kranten verkopen ofzo. Ik heb journalistiek gestudeerd maar hoef niet voor een krant te schrijven nu. Misschien ooit, het is niet dringend. Maar laat mij kranten verkopen. Bijvoorbeeld. Of brieven bussen. Of tickets scheuren. Of papierkes van de grond rapen, geen zever. Ik doe dat nu al, dat laatste. Ik ben die kerel die in een winkelstraat een leeg blikje van de grond raapt en het in een vuilbak gooit. Dat ik dan aangestaard wordt – “het is toch zijn blikje niet, waarom raapt die dat dan op?!” – kan mij niks schelen. Gemeenschapszin enzo.

Is er een vacature voor Moeder Theresa, al dan niet in de regio Leuven?

Alle nonsens daargelaten heb ik nog een ander probleem met u. Uw sérieux, lieve arbeidsmarkt. Uw oneindig sérieux is zo mogelijk nog irritanter dan het feit dat u mij geen vaste job kan bezorgen. U begroet mij bij voorkeur in het Engels – de klantendienstmedewerker noemt u gewichtig een customer care agent - en vraagt naar mijn skills en targets en whatever the fuck it may be. (Tussen ons gezegd en gezwegen, lieve arbeidsmarkt: ook de de customer care agent staat om het uur aan de koffieautomaat en zeikt aan een stuk door over de kids dit en de kids dat. En dat wéét u.)

En flexibel en dynamisch en een teamspeler die ook zelfstandig kan werken, en al die andere nietszeggende competenties die u van mij verlangt. Ik bén al die dingen. Ik héb al die competenties. Of ik kan doen alsof. In de praktijk maakt dat vaak weinig uit zoals u zelf best weet. Dynamisch, godbetert. Kan u mij voor eens en altijd zeggen wat u daar precies onder verstaat? Leer mij de truc waardoor mijn toekomstige collega’s versteld zullen staan van goh wat is die Alexander dynamisch! Maak dat mee - zo'n dynamische collega!

Als ik u bloedserieus moet nemen, lieve arbeidsmarkt, moet u mij ook serieus nemen. Dan moet u zich ook flexibel en dynamisch opstellen. Dan moet u mij ook eens een brief sturen om mij te overtuigen waarom ík voor ú zou moeten kiezen. Want dat is mij nu niet meer zo heel erg duidelijk.

Met stilaan wanhopige, doch van milde ironie doordrenkte, smeekbeden

Uw werklustige Alexander

Bianca

Toevallig teruggevonden: 'Ik ben Bianca enzo', een gedicht dat ik schreef op 12 juni 2006. Het is gebaseerd op uitspraken van de niet al te snuggere Bianca uit 'Temptation Island' (die het tijdens en na dat programma aan de stok kreeg met haar vriend Bjorn, wat schitterende televisie opleverde - ook nu nog te vinden op YouTube).

Ik ben Bianca enzo

Ik ben Bianca enzo.
'k Had graag iets van filoso...feren gedaan,
maar ons mama zei dat dat iets van
te lang duurde voor mij.
Ik was van ontgoocheld of iets,
maar toen leerde ik Bjorn kennen
en die trok mij er dan door zo.

Dat was dan alle zondagen autosalons en al
of zo naar een eroticabeurs,
maar toen 'm dan teveel naar de vrouwen begon te kijken
zijn we niet meer geweest,
dan zei 'm altijd van D-cups, dat ik dat moest hebben enzo.

'k Had het graag anders gezien met ons
of toch iets van verzoening,
maar hij wilde alleen nog maar seks
en dat was bijna altijd van niet het moment enzo.

Maar nu ben ik dan zo niet meer geïnteresseerd in mannen,
nu, allez ik ben nog wel geïnteresseerd, maar niet meer voor een
intieme relatie met alle opslorpingen.
Sommige mensen begrijpen mij niet,
maar ik krijg ook veel reacties van steun en medelijden.

Als ik nu zo van overschouw ofzo, ben ik tevreden over mijn prestaties,
zo van gepresteerd en zo van steun enzo.
Ik denk dat veel mensen mij als een soulmateje bekijken
en dat ze zich zo van verbinding met mij voelen,
en mijn lotsbestemming die zit in mijn sjacosh,
euh mijn body lotion.

Eurovisiesongfestival

Om u de waarheid te zeggen, ik heb wel een zeker begrip voor de wanhopige ironici die deze week uitegebreid de tijd zullen nemen om (op sociale media) hun kunstje op te voeren naar aanleiding van van het Eurovisiesongfestival. Het gaat hier tenslotte grotendeels om een groep van feitelijk eenzame mediajunks die elke gelegenheid te baat moeten nemen om hun isolement te ...counteren en contact te zoeken met de ‘buitenwereld’. Dat doen zij dan naar intussen goede gewoonte niet zelden met aanstellerige tweets, in de hoop om wat aandacht te krijgen van hun zelfgewenste peer group, mogelijk zelfs eventjes in het middelpunt van de belangstelling te staan. Een mens moet zich érgens aan vastklampen. Twitter is voor deze dikwijls hooggeschoolde trendwatchers een soort zelfhulpgroep waar ze de confrontatie met hun gevoelens van eenzaamheid van achter hun klavier te lijf kunnen gaan en onder dikke lagen ironie de schijn kunnen ophouden dat ze een druk sociaal leven hebben. Die meer dan duizend volgers zijn er toch niet zomaar gekomen?

Een verslaafde aandachtzoeker moet zich in bange dagen ergens aan vastklampen, maar ook al heb ik begrip voor hun situatie, het Eurovisiesongvisiefestival is daarvoor niet het geschikte evenement. Het leent zich weliswaar als geen ander tot ironie en de flauwste grapjes waarmee men kan scoren, maar het is jammer dat de twitterende goegemeente het uitgerekend tijdens zo’n halve of hele finale nodig vindt om zich met een stroom van 140 karakters in de aandacht te werken. Meer dan welk ander televisieprogramma is het Eurovisiesongfestival immers een spektakel waar je niet alleen maar wel in groep naar moet kijken. (Wie in het gezelschap van mensen zit te twitteren is toch ook heel erg eenzaam?) Al dan niet gespeend van ironie kan het leuk zijn om samen punten te geven aan de verschillende acts en de slappe lach te krijgen bij de groteske inzending van pakweg Moldavië. De ironische opmerkingen die de Belgische inzending standaard te beurt vallen, getuigen vaak van een lui opportunisme waarmee men bij een zo breed mogelijk publiek van yesmen hoopt te scoren. Jammer genoeg gaat een nieuwswebsite als deredactie.be daar gretig in mee en lijst het de populairste tweets op in een ‘livecenter’. Een beetje twitteraar, die zichzelf al te vaak serieus neemt, beleeft een geslaagde avond als hij of zij dat livecenter haalt. De natte droom van deze twitterende twijfelaar is tot nader order om door duizend(en) mensen grappig of clever gevonden te worden, met in het beste geval een hoop retweets en volgers als resultaat. Helemaal alleen in zijn slecht verlichte woonkamer kan deze persoon zich dan heel eventjes opwarmen aan de pseudo-aandacht voor hem of haar. Tot de respectieve tweet te ver naar de beneden gezakt is in de twitterfeed en het dus tijd is voor een nieuwe ironische knipoog.

Elke sociale mediajunk die naar de finale van het Eurovisiesongfestival zal kijken - ik viseer echt niemand van u - wens ik een laptoploze avond toe en het aangename gezelschap van vrienden waarmee het fijn onderling becommentariëren is.
Wie geen compagnie op de been krijgt voor een avondje Eurosong doet er misschien beter aan om naar een film te kijken of een boek te lezen. Welke mens van vlees en bloed kan immers de pijnlijke spreidstand aan tussen veel (virtuele) vrienden enerzijds en een eenzame avond voor de tv anderzijds?

Dimitri Bontinck maakt het te bontinck

Om u de waarheid te zeggen, die Dimitri Bontinck - vader van Jejoen - mag dan op zijn maniej een sympathieke vejzetsheld zijn, gistejen maakte hij het tijdens zijn media-optjedens bij de openbaje opjoep misschien toch iets te bontinck. Wat betjeft de schijnbaje davej op zijn lijf en zijn gebjuik van de Nedejlandse taal, bedoel ik dan. Die taal wejd immejs jammejlijk vejkjacht. Niet nojmaal.

Eerst... – nu ga ik gewoon weer met r schrijven, sorry Dimi – was de pas uit het oorlogsgebied teruggekeerde papa-ván te gast in ‘Vandaag’ op Radio 1. Daar deed hij een eerste keer en nogal onsamenhangend zijn relaas van de rocamboleske toeren die hij in het pittoreske Syrië heeft meegemaakt. “Tot op drie meter van mijn zoon in de villa!” riep hij meerdere malen door de radio, waarmee hij bedoelde dat hij Jejoen bijna, maar net niet, had kunnen zien. Dimi zat nog vol adrenaline, en daar breng ik begrip voor op, maar de veelvuldige contaminaties die voorts over zijn tong rolden en de andere misbruiken tegen de taal die in Aalst met een GAS-boete zouden worden beloond, waren zonder twijfel van het goede teveel.

In ‘Terzake’ was het, later op de avond, al iets beter gesteld met het taalvermogen van mediagenieke Dimitri. Toch zou een letterenstudent nog een aardige kluif hebben aan de verbetering van de neergeschreven woordenstroom die de Antwerpse antwoordenzoeker uitbraakte. Advocaat Kris Luyckx kneep graag een oogje in het zeil – haha! – en hield elf minuten lang zijn gezicht (en zijn kapsel) strak in de plooi.
Dimi had het ondermeer over een “betreurende zaak”, noemde de Islam consequent “de moslim” en had zijn zoon helaas “niet kunnen te zien krijgen”.

Deze taalkundige missers (en de vele andere) kunnen echter rechtgezet worden in het boek – ja, echt waar – dat zal verschijnen naar aanleiding van deze hele telenovela waarin een wanhopige vader zijn al even wanhopige zoon achterna reist. Allah weet hoe graag ik de ghostwriter van dat boek zou willen zijn. Werktitel: ‘My name is Bontinck. Dimitri Bontinck’.

Afspraak op de Boekenbeurs dus. Hopelijk kan Jejoen erbij zijn. Als hij zijn vingers nog heeft kan hij misschien zelfs signeren.

zaterdag 11 mei 2013

Vlaamse kranten fusioneren tot 'De waan van de dag'

Het gaat niet goed met de dagbladpers in Vlaanderen. De verkoopcijfers boeren er op achteruit (al zullen alle persgroepen dat ferm tegenspreken – duh) en hoofdredacteurs zitten steeds langer met de handen in het haar over welk nieuw marketingmodel – eikes, marketing, wat een vies woord! – nu weer te kopiëren uit Nederland of Groot-Brittannië.

Niemand echter zag het nieuws aankomen dat mediagroepen De Persgroep (Het Laatste Nieuws en De Morgen) en Corelio (De Standaard en Het Nieuwsblad) gisteren bekend maakten. Beide mediagroepen slaan de handen in elkaar en zullen samen één enkele print- en onlineredactie gaan vormen, voor nog slechts één krant en één nieuwswebsite. Website en krant zullen varen onder de vlag ‘De waan van de dag’.

"Huh?!"

Christian Van Thillo, mediatycoon en CEO – spreek uit: ‘siejo’ - van De Persgroep, is verbaasd over de heftige, ja, zelfs verbolgen reacties – vooral op Twitter, duh – van wat hij “de Vlaamse nieuwsinternaut” noemt. In een tweet - duh! - die hij deze ochtend de wereld instuurde, klinkt het zo: “Mijn reactie op de consternatie rond ‘De waan van de dag’ is de volgende: huh?!”.

Zo’n zinnetje smeekt om véél verduidelijking, met minder kan een goed journalist nooit vrede nemen – check en (daar is eigenlijk nooit tijd voor hoor) dubbelcheck, weet u wel. Daarom belde ik Van Thillo met de vraag waarom hij zo verbaasd is over de consternatie die nu leeft bij ‘de Vlaamse nieuwsinternaut’ .

“Is het u dan nooit opgevallen dat alle online nieuwsredacties eigenlijk grosso modo dezelfde nieuwsberichten schrijven en die verspreiden op hetzelfde moment?” verrast Van Thillo. “Wie heeft er nood aan twee kwaliteitsredacties en twee tabloidredacties als je één kwalitatieve roddelredactie kan vormen?” Van Thillo geeft toe dat het marktmodel achter ‘De waan van de dag’ het enige model is dat in Vlaanderen nog rendabel zou zijn. “Maar dat is niet de reden waarom we het doen – oh nee. We doen dit om het nieuws nog dichter en nog sneller en nog kwalitatiever en nog, euh.. bij de mensen te brengen.”

Ironische knipoog

Ook op mijn vraag of het niet vermoeiend is om dag in dag uit naar de goedkeuring van de ‘consument’ te hengelen, antwoordt Van Thillo ontstellend eerlijk. “Je went daaraan. Ik heb ook het voordeel dat ik van nature geen misantroop ben. Het clichématige mediagekwek over een steeds meer om interactie smekende nieuwsconsument in een immer veranderend medialandschap is mij altijd goed afgegaan. Wat ik daarnet weer demonstreerde.”

En waarom eigenlijk die bijna provocerende naam, ‘De waan van de dag’? “Een ironische knipoog”, verbijstert mediatycoon annex siejo Van Thillo andermaal. “Krantengroepen en andere nieuwsmedia hebben naar buiten toe altijd volgehouden dat ze de waan van de dag willen bestrijden, maar mensen die het medialandschap een beetje van binnenuit kennen weten wel beter. Een nieuwsdienst lééft van de waan van de dag. Met het gelijknamige product waarvoor we nu met Corelio de krachten bundelen, spelen we definitief open kaart met de nieuwsconsument."
"Waarom ook niet eigenlijk?”

Straf, en wordt dus zeker vervolgd.

Jejoen: "Het is niet zoals op de Play Station"

Vanmorgen sms’te ik Jejoen in Syrië om eens te horen hoe het met hem gaat. Jejoen en ik hebben nog gebeden in dezelfde moskee, ik ken hem een beetje, en de geur van zijn doorgaans ongewassen voeten.

“Bwa, ça va wel”, liet mijn moslimbuddy weten vanop het front (hij zit in een kamp op de Turkse grens, papa Bontinck). “Ben hier met een kalasjnikov aan ’t spelen Maar ’t is niet zoals op de Play Station. Hier is alles echt wel veel echter enz.”

Ik vroeg Jejoen of hij niet bang is om te sneuvelen in een vuurgevecht, maar die vraag wilde mijn in enkele minuten tijd nog meer geradicaliseerde moslimbroeder enkel nog in het Arabisch beantwoorden. Iets met Allah en een straf. Dat ik geen echte moslim ben (wat inderdaad zo is). Geen idee waarom Jejoen – zijn ouders zochten een origineel alternatief voor de naam Jeroen – het plots zo op zijn heupen kreeg. Slecht geslapen misschien en geen papa die een cappuccinootje voor hem klaarmaakt.

De menselijke soort kan zeer sterk radicaliseren in een korte tijdspanne, lees ik in de Winkler Prinsencyclopedie. Experimenten met moslimjongeren hebben aangetoond dat deze in niet minder dan een kwartier dubbel zo radicaal kunnen worden dan ze waren. Na een uur kunnen zij zelfs drie keer zo radicaal zijn geworden. Dit alles heeft te maken met een sterk toenemend geloof, een zich snel ontwikkelend onrechtvaardigheidsgevoel, acute haat jegens 'christenhonden' en (voor westerse moslimjongeren) de Play Station.

Verdere sms’jes heeft Jejoen – met zijn naam die elke peuter probleemloos kan uitspreken – niet meer beantwoord. Dat hij zijn plan trekt. Met zijn onnozele naam.

Zoektocht naar een identiteit, de eerlijke getuigenis van X.

We spreken woensdag 22 mei 2008, een mooie lentedag. Een Spaanse zuiderwind woei over ons land en voerde iedereen richting terrasjes, behalve mij. Ik zocht koortsachtig naar mijn... identiteit. God, waar was ik dat kreng verloren?
Hysterische veertigers hadden het me ingelepeld. Identiteitsvorming. Het belang daarvan. Voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Voor mijn eigen individuele ontplooiing. Voor de aambeien van mijn tante en de wratten van mijn buurman.
YOLO, hét redmiddel, de leidraad in bange dagen anno 2013, bestond nog niet. En ik bestond evenmin, die zonnige woensdagnamiddag in de ouderlijke achtertuin. Zonder identiteit, want zonder levensmotto. Geen YOLO om mij te redden en van carpe diem had ik al wel gehoord, maar wat het precies betekende... Ik vond vooral de combinatie van beide woorden mooi, los van elke betekenis.

Het rottige van de situatie was dat ik in maart van datzelfde jaar al eens een identiteit had gevonden, maar die was ik woensdagmorgen 22 mei dus weer kwijtgeraakt. ’s Ochtends op de bus laten liggen? Of misschien tijdens de pauze tussen twee lessen door, toen ik heel stoer besliste om samen met mijn best vriend naar Rock Werchter, Pukkelpop en Dour te gaan, voor de rest van ons leven al onze festivalbandjes als relikwieën te bewaren en onze haren te laten groeien, omdat al onze favoriete muzikanten dat ook deden? Zou het toen gebeurd zijn? Ja, weet ik nu.

Dat gezegd zijnde. Woensdagnamiddag, 22 mei. Ik zocht een nieuwe identiteit. Waar moest ik beginnen? Ik was ten einde raad nog voor ik begon te zoeken.
De geniale gedachte die ik toen had, onaangekondigd uit het niets - jeetje, ik word er opnieuw lyrisch van. Ik had de ingeving om mijn vriend te bellen, mijn beste vriend, mijn BFF, met wie ik naar Rock Werchter, Pukkelpop en Dour zou gaan (en keiveel andere festivals – duh). “Ben jij je identiteit ook kwijt?” Ja, ook hij was zijn identiteit kwijt.
Dit sterkte mijn vermoeden dat er inderdaad een verband bestond tussen het verlies van mijn identiteit en het ‘zomerfestivalpact’ dat ik met mijn vriend gesloten had. Mijn vriend en ik moesten dus samen naar een identiteit zoeken. Ik wist hem daarvan te overtuigen. We spraken af bij mij thuis. Ik legde stylo’s en papier klaar. Zette tien blikjes Cara Pils koud.
De brainstorm deed geen wonderen. Die ene killer van een slagzin die onze identiteit gebald moest samenvatten wilde ons niet te binnen schieten. We probeerden vanalles uit. Ik had ‘peace man!’, maar dat vond mijn vriend “te reggae”. Hij had heel radicaal: ‘ge zijt voor of tegen mij, there’s no in between’. Ik wees hem er op dat zo’n lange slogan nooit als tattoo op zijn onderarm zou passen.

Om een lang verhaal kort te maken: het is nooit goed gekomen tussen mij en mijn identiteit. Ik heb psychoanalitici bezocht in de veronderstelling dat zij mijn identiteit konden ontwaren. Veertig euro lichter en een illusie armer stapte ik ben hen buiten.

Nu ben ik meneer X met job y in Z. Denk ik.