maandag 31 december 2012

Last.fm top 50 2012

1. Radiohead
Omdat ik dit jaar (vorig jaar - ik ga over 'dit jaar' spreken) 'The Bends' fatsoenlijk heb ontdekt.
Voor de rest ben ik tot de bevinding gekomen dat Radiohead helemaal niet zo'n uitzonderlijke groep is, wat ik lang zonder nadenken heb geloofd. 'OK Computer' is een absoluut meesterwerk, maar al hun overige platen zijn geen meesterwerken zoals bijna standaard wordt beweerd. Hun laatste, 'The King of Limbs' is, hoewel goed, eigenlijk zelfs heel gewoontjes. Heel gewoontjes op een torenhoog niveau, uiteraard.

2. Caetano Veloso
Braziliaanse muzikant. Het zonnetje enzo. Zijn ceedee 'Noitos Do Norte' is vetjes. Portugees is maar een raar taaltje Maar zoals gezegd: vetjes. Zie ook zijn wat bevreemdende hit: 'A Little More Blue'.

3. The Hickey Underworld
Die hadden begin 2012 een nieuwe CD, die prettig was om naar te luisteren. 'Whistling' kon wel tellen als eerste single. Cojones is een woord, klopt? Het betekent 'ballen', geloof ik. Awel, The Hickey Underworld: een oorverdovende trap in uw cojones. Ook live geweldig, en fuck, wat haat ik live muziek normaalgezien.

4. Blaudzun
Damn, die ingetogen nummers op zijn 'Heavy Flowers'. Heavy. Ontdekkinkje. Ook live gezien, gratis. Ik mocht tickets scheuren aan de ingang.

5. Baloji
Voor Starflam heb ik nooit de tijd genomen - ik denk niet dat ik iets gemist heb - maar 'Hotel Impala' van Baloji is voor de helft een hele goeie plaat.

6. Gotye
Eergisteren beluisterde ik 'Making Mirrors' nog eens en dacht ik: lijkt wel de soundtrack bij een Disneyfilm. Een beetje ontgoochelend. Toch heb ik de CD veel gedraaid dit jaar. De cover van zijn wereldhit door Walk Off The Earth was ook heerlijk. Met die mooie blonde engel.

7. The Weeknd
Oeh, smooth. Heerlijk, neukmuziek. 'Wicked Games' is ongewoon verslavend.

8. Tame Impala
Van heel recent. 'Lonerism' is zalig. Eerst had ik dat niet door, gelukkig effe blijven hangen. 'Elephant' is de tune.

9. Big Black
Geen commentaar.

10. Beastie Boys
Vroeg of laat ontdek je ze, zeker? En of ik daarmee bedoel dat je ze dan geweldig vindt: nee. Maar wel goed. Of prettig.

11. Tim Vanhamel
'Welcome To The Blue House'. Waarom blijf ik met het idee zitten dat die Tim toch niet zo'n klasbak is? Dit plaatje bewijst het tegendeel.

12. Spinvis
Wat doet die hier? Zijn laatste plaat was bweurk. Zoals te verwachten. Wat niks aan hem afdoet. Appreciatie voor wat hij vroeger gedaan heeft.

13. Björk
Echt een van de interessantste hedendaagse artiesten. Dit jaar een beetje weggeweest van 'Medulla'. 'Who Is It' is een wereldhit.

14. Brian Eno
'A Green World', strak. Invloed van velen. Ik moet er dieper op ingaan.

15. The National
Het oudere werk beluisterd. Speciaal hoe die groep er letterlijk bij al hun vijf platen een stapje op vooruit is gegaan. En 'High Violet' is een van de vijf beste platen die ik ooit heb gehoord. Hun nieuwe werk kan dus alleen maar ontgoochelen. Er zijn mensen die naar een nieuwe CD smachten, ik ben niet zo. Voor mijn part splitten ze morgen. Wat we hebben is al heel mooi, waarom dan een ontgoochelende zesde maken? De verwachtingen zijn hier ongezond hoog gespannen. Dat heb ik anders nooit.

16. Benny Zen & The Syphilis Madmen
Ik ben een hele baas, dat ik naar Benny Zen luister en hem nog supervet vind ook. 'Run Back To The Safety of Our Town' is rammelmachtig nice.

17. Howie B
Zijn hitje 'Switch' ken ik al sinds 1998, toen het op een Humoverzamelaar stond. Nu de plaat 'Folk.' in de player gestopt en daar enkele tunes aan overgehouden.

18. Destroyer
Klinkt dus echt als de naam van een metalband, maar niets is minder waar. In de eerste helft van dit jaar heb ik veel naar 'Kaputt' geluisterd, ongetwijfeld een van de beste platen van 2011. Standout track: 'Savage Night At The Opera'.

19. Nona Mez
Net iets te flauw, maar wel fucking beter dan fucking Milow. Fuck Milow. Fuck Milow. Fuck Milow.

20. Erykah Badu
Die twee 'Amerykah'-platen zijn zalig.

21. Half Asleep
Gewauwel van een Waalse of een Française. Heeft iets mystieks.

22. Billie Holiday
Iedereen zou toch op z'n minst een CD'tje van haar moeten hebben, maakt niet uit welke nummers erop staan. Uw ontbijt zal er fijner op worden.

23. David Byrne & St. Vincent
St. Vincent is een van mijn artiesten van het moment. Ik moest dit dan ook horen, al was het maar omdat David Byrne ook niet bepaald een sukkelaar is. 'Love This Giant' loste moeiteloos een verwachting in die ik niet had. Classy stuff van talentjes.

24. Peter Broderick
Nog zo eentje waar je de laatste jaren onmogelijk omheen kan. 'How They Are' is heartbtreaking.'

25. dEUS
Een mens luistert nu eenmaal altijd wel veel naar dEUS, blijkbaar. Maar die laatste CD is kak. 'The Soft Fall' kan de boel niet rechthouden, maar is - misschien op The Weeknd na - de fijnste neukmuziek die ik dit jaar gehoord heb.

26. Mark Lanegan
Die mens had ook een nieuwe CD te verantwoorden en dat lukte aardig. Stoere bink.

27. Some Say Yes Some Do Less
Omdat rockjournalist Matthieu Van Steenkiste soms zo'n invloed op mij heeft. Belgisch. Achter de hand te houden.

28. Cold Specks
Ik wilde héél graag en het lukte gedeeltelijk. Ik heb het helemaal voor melancholische zwartjes. Met Cold Specks kwam ik op dat punt aan mijn trekken.

29. Stupid Bright Confetti
'Omsk' is een van de hits van het jaar. Verder geen commentaar.

30. Portishead
'Dummy' en 'Portishead' gekocht. Verkocht.

31. Antony and the Johnsons
Vanwege zijn mooie titelloze debuut.

32. Rudy Rouvé Sextet
Of septet, of nog een andere tet, whatever. '2002-2003' heb ik met Discogs laten komen. Fijn.

33. Queens of the Stone Age
Sluipen er ook altijd in, op een of andere manier. Naar die hun nieuw werk kijk ik wél uit. 'Era Vulgaris' is een onderschatte plaat. Ik was er heel eventjes helemaal weg van.

34. Intergalactic Lovers
Terecht. Ik had het niet verwacht maar hun debuut is goed. Ook pas heel laat 'Delay' bewust ontdekt. Maar 'Howl' vind ik nog beter.

35. Coeur de Pirate
Een Canadees meisje met volgetatooeerde armen. En dan muziek die daar schijnbaar haaks op staat. Je moet het zien om het te geloven. Ik luister heel graag naar Franstalige zangeresjes. Haar liedje 'Saint Laurent' deed 't 'm.

36. Windsor For The Derby
Amerikaanse indie, of wat had u gedacht. 'Giving Up The Ghost' is goed genoeg om er op jaarbasis geregeld naar te luisteren.

37. Bonnie 'Prince' Billy
Dit jaar staat hij erin vanwege 'Greatest Palace Music'. Denk ik. Blijft immer de moeite.

38. De Mens
'Sex Verandert Alles', finaal. Gekocht via 2dehands.be. Zoalig plotje.

39. Grandaddy
'Under The Western Freeway' ontdekt. Zijn ze nu weer samen of niet? Voor mij hoeft het niet zo.

40. Foo Fighters
Je kan ze niet wegdenken. 't Is dat die gasten zo veel goeie singles hebben. Wat ze de laatste jaren uitspoken is echter niet om aan te horen.

41. The Yardbirds
De groepsnaam dekt het plaatje.

42. COEM
Hadden een nieuwe CD, meteen de eerste die me tegenvalt.

43. Eefje de Visser
Ja! Omdat een mens naar Nederlandse kleinkunst moet dureven te luisteren. Ik hoor graag in het Nederlands zingen. Dan begrijp ik tenminste waarover het gaat. Tegelijk is dat soms ook een minpunt. Go Eefje!

44. UNKLE
Komt ook altijd terug. Dit jaar veel naar 'Psyence Fiction' geluisterd.

45. The Beach Boys
Die Wilsons waren zo'n enorme klasbakken. Welk groepje schudt ze vandaag nog op die manier uit de mouwen? The Shins? I don't think so.

46. Pomrad
Ja!! Hij staat er nog net in. Vetjes. Ik bedoel: 'Vlotjes'. EP van het jaar. Zo hard in de gaten te houden.

47. David Lynch
Tja, als die man muziek uitbrengt moet je daar naar luisteren, maar gisteren zag ik nog eens een aflevering van 'Twin peaks' en vergeleken daarmee was zijn CD'tje gewoon waardeloos.

48. Balam Acab
Was dat nog 2012? Vreemd. Een hype uit 2011, maar ik heb het niet zo begrepen.

49. Jessie Ware
Anders dan ik had verwacht. Minder goed ook. Leuk meisje wel, denk ik. En classy, dat ook hoor.

50. Hong Kong Dong
Een verdomd mooie nummer 50! Hun debuut is gek en cool. Wat is het toch fijn dat zo'n groepje bestaat. Wat brengt België toch goeie muziek voort!

zaterdag 1 december 2012

Ik, een mooie jongen

Ze had een vreemd moment uitgekozen, daar, bij 2°C gezeten op het terras van de Panos, om te verklaren dat ze me een mooie jongen vond. Verscholen in onze jas aten we een lange rozijnenkoek en dronken we capuccino, onderwijl duchtig koolstofdioxide de lucht in blazend, omdat het nu eenmaal bijna vroor, maar zij het een goed idee had gevonden om toch maar buiten te gaan zitten en ik die niet genoeg had geprotesteerd.

Ik was opgelucht dat ik er zeker van kon zijn dat ze enkel zei wat ze dacht en dat ze niks van me wilde. Ik, een mooie jongen - het was een complimentje dat om mijn tegenspraak smeekte, maar ik liet het over me heen rollen en lachte alleen maar eens. Ik was wel gevleid - uiteraard. Even leek het er op dat ik nog iets meer van haar wilde, maar ik besefte op tijd dat ik net iets moois gekregen had. Dat dat al ruim volstond.

Ze vond mijn haar mooi, maar dat had ze me al eens eerder gezegd, meende ze zich te herinneren. Dat had ze juist. Maar nu vond ze me maar meteen helemaal mooi. Zij en ik kennen weinig barrières moet gezegd, al was het na al die vele jaren zonder contact pas de derde keer dat we elkaar terugzagen. Ze vertelde dat ze al zes maanden geen seks meer had gehad, dat ze er ook geen behoefte aan had, dat ze zichzelf te dik vond, haar haar weer stijl wilde, een persoonlijk gedichtje had geschreven dat ze aan mij wilde voordragen.

Ontwapenend was het. Verslavend...

Dat gedichtje was autobiografisch en niet verkeerd. Een keer of vier begon ze een melodie te zingen - "een liedje van Birdy" - waarbij ik snel en luid mijn keel schraapte als om voorbijgangers op haar gezang te attenderen. Dan stopte ze natuurlijk onmiddellijk, maar was gegeneerd noch geïrriteerd. Ze is een klassiek geschoolde zangeres, ze kan motherfucking goed zingen. Ik wil dat ze me zangles geeft, zodat ik toonvast kan meezingen met 'The Road To Mandalay' van Robbie Williams.

We gingen een plantje kopen voor haar nicht - snel snel omdat ze haar bus moest halen. Terwijl ze een plantje uitkoos, kocht ik een kaartje met daarop het woord 'zomaar'. 1,25 euro is een fortuin voor een kwinkslag, maar ik had zin in een geintje. Ze kon er om lachen, maar ik weet zeker dat ze dat kaartje al lang niet meer heeft.

En ik herinner me nog veel specifiekere details van die dag. Maar wat ik er het laatst van zal vergeten - misschien zal ik het nooit vergeten - is wel dat ze me een mooie jongen noemde. Dat was mij nu eenmaal nog nooit eerder met zo veel woorden door een meisje verteld. Behalve dan door eentje, maar dat was tijdens de seks.

woensdag 21 november 2012

Oldschool Kamagurka

Om vele redenen ben ik gebonden aan België. Dat is minder saai dan het klinkt. Ik zal hier niet weglopen, al was het maar omdat ik dan misschien het bestaan van 'Reyers laat' zou vergeten, een nochtans naar de mainstream afglijdende late night talkshow waarvan ik slechts fragmenten meepik en, of omdat, de presentator me ergert, maar die af en toe een leuke gast mag ontvangen. Gisteren was dat Kamagurka.

Kamagurka in 'Reyers laat' dus. Hij ging niet mee in de licht opgefokte, wat krampachtig vrolijke, sfeer van het programma - er mag bijvoorbeeld weleens iemand joelen in het studiopubliek, wat nooit maar dan ook echt nooit terzake doet - en zat er op zijn dooie gemakje bij, bijna verveeld zelfs, wat een aantal kijkers misschien van enige arrogantie vonden getuigen.

De striptekenaar/scenarist/schilder/all-round artiest is echter niet arrogant, hij is bezadigd. Hij zit erbij als iemand die zich niet meer moet bewijzen en niet bang is om dat ook uit te stralen. Hij heeft een onaantastbaar credibility en heeft daar überhaupt volkomen lak aan - zoveel kan hij zich permitteren. Hij is niet eens bezig met wat hij zich al dan niet kan permitteren.

Wat ik zo cool vind aan Kamagurka is de manier waarop hij op zijn verleden als striptekenaar kan terugblikken en daar heel gewoontjes over kan doen, goed wetende dat hij back then ook al blijk gaf van heel veel talent en dat de mensen dat wéten. Bovendien kan hij door heel gewoontjes te doen, door gewoon zichzelf te zijn, zijn authenticiteit aantonen, gegevens waar hij overigens opnieuw totaal niet mee bezig is.

(Terzijde is de persoon Kamagurka ook een dankbaar referentiepunt voor ieder die zich progressief of links of een beetje rebels wil profileren. Voor die mensen is Kamagurka een van die persoonlijkheden waarop ze hun eigen identiteit kunnen enten. Ikzelf laat me bijvoorbeeld door hem inspireren voor wat het rebelse betreft. Kamagurka is voor progressieve, hoger opgeleide Vlamingen een 'klassieker', zoals in de uitdrukking: ken uw klassiekers. Men moet al met sterke argumenten komen om de persoon van Kamagurka in negatieve zin te mogen becommentariëren. Bovenal is Kamagurka echt wel cool. En oldschool, nu ik erover nadenk. Oldschool is nog veel cooler dan cool. Daarom was u ook zo gretig om dit stukje te lezen: omdat het woordje 'oldschool' in de titel staat, en oldschool cool is.)

Ook is Kamagurka schijnbaar een fucking mysterie. In 'Reyers laat' zit hij tegenover de spraakwaterval en zijn partner in crime Herr Seele, die veel minder cool is, hoewel hij, volgens mij, meer met zijn cool begaan is, maar hij zegt ongeveer vijf keer zo weinig als zijn flamboyante kameraad. Dat voedt het zogenaamde mysterie. Als kunstenaar overklast Kamagurka Herr Seele, en ook in een talk show doet hij het beter. De man is droog en bedachtzaam. Hij komt bovendien zeer intelligent over, een intelligentie die ook spreekt uit zijn scenario's voor de absoluut geweldige Cowboy Henkstrips. Waar haalt die uiterlijk doodgewone Kamagurka dus die absurde humor vandaan? Omdat het gewoon zo is, zo simpel is het. Er is helemaal geen mysterie.

En dan... komt fucking Miguel Wiels van K3 in 'Reyers laat' opdraven. Die jongen is ontevreden omdat hij door de Vlaamse muziekscène over het hoofd wordt gezien voor de MIA-muziekprijzen. Vanaf de start van Wiels' pruiliperige betoog is het hek van de dam en wordt Kamagurka met de minuut cooler. Hij schuwt de provocatie niet, zet Wiels met een knip in de zeik en ontmaskert de zielloze showslaaf. Deze tot dan toe bezadigde man ontketent plots een vermakelijke scène waarbij hij achteloos de commerciële moppersmurf overrulet en hem genadeloos in het zand laat bijten.

Een moment van uiterst genietbare televisie.

dinsdag 20 november 2012

Tourinnes-la-Grosse

Tourinnes-la-Grosse. Zo dichtbij en toch zo ver. Tien kilometer in afstand, maar ik denk er nooit aan. Niet dat ik daardoor iets substantieels mis, overigens.

Mijn moeder was er naar een openluchttentoonstelling gaan kijken en wilde terug omdat ze nog niet alles gezien had. Ik ging mee om mee te gaan en liep er rond om er rond te lopen. Moeder wees me in de kerk op keramieke godsbeeldjes waarvan ik me een minuut later al niet meer kon herinneren hoe ze eruit zagen, welke kleuren ze hadden. Een man verkondigde in zijn beste Nederlands dat er om vijf uur een dorpstoneel ten berde zou worden gebracht. Wij waren gecharmeerd door die spontane uitnodiging, maar waren niet zinnens naar de voorstelling te gaan. Onwillekeurig zagen mijn moeder en ik een en ander in een communautaire context. Wij zijn erg begaan met de politieke situatie in ons land en kunnen niet ontsnappen aan die communautaire gedachten.

Wij verlieten samen de geasfalteerde, voor doodrijders geschikte, hoofdweg van Tourinnes en begaven ons op zanderige weggetjes langs weinig onderhouden huisjes enerzijds en pafferige buitenverblijfvilla's anderzijds. Die eersten behoren wellicht aan de oude dorpsbewoners toe, de villa's, die nu ook weer niet zo heel erg het authentieke karakter van het dorp aantasten, zijn wellicht neergepoot door de bon vivants, waaronder allicht ook Vlamingen die de rust van het platteland opzoeken.

Geïnspireerd door onze pro-Waalse gedachten wilden mijn moeder en ik koeien horen loeien, harken horen harken, de aanblik van een varken. Maar zo Waals werd het die namiddag niet. Doch, omdat wij op Waals grondgebied altijd over Wallonië spreken en de regio dan liefst romantiseren, kwamen wij tot het besluit dat "de dingen" er trager gaan, minder opgefokt zijn dan in Vlaanderen. Dat "de Walen" een ongeasfalteerde weg rustig een ongeasfalteerde laten zijn en dat een open veld verdomme een open veld mag blijven. Geen fucking asfalt, geen fucking nieuwbouw. Het was een zwaktebod van me om Vlaanderen, mijn regio, zo af te vallen. Zonder meer verspilling van energie.

(Ik weet natuurlijk ook dat Waalse wegen en huizen minder goed onderhouden worden omdat ze er daar gewoon minder geld voor hebben, want mochten ze wél geld hebben voor degelijk onderhoud dan zouden ze niet wachten. Denk ik.)

Wij gingen nog een thee drinken in een voor de feestelijke gelegenheden tot een café omgevormd ontmoetingshuis en raakten moeiteloos aan de praat met een oud koppel (hij 86, zij 80) naast wie wij op een bankje plaats hadden genomen. Opnieuw gemotiveerd door communautaire, pro-Waalse, gedachten wil ik opmerken dat meneer en mevrouw het gesprek begonnen en dat meneer zijn beste Nederlands bovenhaalde toen hij ons Nederlands hoorde spreken. Hij kon zich werkelijk vrij goed uitdrukken, in tegenstelling tot zijn vrouw die wel zegde dat elke Belg tweetalig zou horen te zijn, maar zelf de Nederlandse taal enkel maar een beetje verstond. Ook nu weer konden we dus de communautaire thematiek niet omzeilen. Meneer sprak over het FDF en hoe hij die partij verfoeide, en knikte heftig toen ik opmerkte dat de partij van Olivier Maingain er inderdaad enkel op uit is om de Vlamingen te provoceren. Ik was het dus roerend met deze aimabele 86-jarige krasse knar eens en houd een goeie herinnering over aan onze ontmoeting.

Ik kan besluiten dat het een goed idee van mijn moeder was om naar Tourinnes-la-Grosse terug te keren en mij mee op sleeptouw te nemen. Ik had anders toch maar naar de, door het deskundige commentaar van Michel Wuyts opgefleurde, derde manche van de Superprestige zitten kijken. Sven Nys zou hebben gewonnen (hij won daadwerkelijk) en ik zou geen modderspat materiaal hebben gehad om een door positieve herinneringen geïnspireerd stukje te schrijven.

maandag 19 november 2012

Mijn vriend, Jelle Cleymans

In het danscafé toonde ik mijn vriend de oplichtende digitale klok van mijn gsm. 03:13. "Je krijgt 100 euro van mij als je om half vier die mooie Spaanse naast je een tong gedraaid krijgt". Hij had 17 minuten, maar wist dat het onbegonnen werk was. En hoe meer minuten ik hem zou geven, hoe lastiger hij het zou krijgen. Hij probeerde het dus niet eens en nog voor half vier verlieten we het café.

Toen hoefden we niet meer tegen elkaar te roepen en waren we op weg naar dat punt van het stadscentrum vanwaar we elk onze weg naar huis kiezen. Een koppeltje hield ons staande. "Ben jij Jelle Cleymans?", vroeg het meisje aan mijn vriend. "Jij bent Jelle Cleymans! Mag ik met jou op de foto?" Dat mocht. Mijn vriend deed een goeie Jelle Cleymansimmitatie en ik riep dat Jelle, die normaal om half tien moet geen slapen van zijn ouders, uit zijn raam was gekropen en nu in Leuven stevig de bloemetjes had buitengezet. Natuurlijk was dat slechts gezever, maar niemand lette op mij dus werd er ook niet verder op ingegaan.

"Er zijn wel meer mensen die sterk op een bekende persoon gelijken", zei het meisje nog. Zelf wist ze dat ze wel wat weghad van Céline Dion, maar die gelijkenis zagen mijn vriend en ik niet. Toen werd ze mee weggetrokken door haar iets nuchterdere vriend en gingen ook mijn vriend en ik ons weegs.

Ik was vreselijk schor, merkte ik op weg naar huis. Dat is omdat ik een zwakke stem heb, een die luide muziek amper kan overstijgen. Dat laatste ontneemt me dooorgaans de zin om me in danscafés te wagen. Maar ik wilde de sfeer erin houden, geen valse noot zingen.

Toen ik in mijn bed kroop was het 04:42. Dat was weer eens lang geleden. De volgende dag was ik moeër dan anders. De dag erna nog moeër.

zaterdag 13 oktober 2012

En er is Blaudzun

Ik lijk over niemand anders meer te kunnen schrijven dan over die baardaap. Als ik mijn blog open en een nieuw bericht wil beginnen (ik heb geen vastomlijnd thema, ik blog niet met voorbedachte rade), moet ik telkens aan die baardaap denken. Dat kan niet zo blijven duren, dat is duidelijk.

Er is een andere jongen, een blinde muziekliefhebber die alleen al dit jaar zes memorabele concerten en evenveel memorabele muziekfestivals heeft bijgewoond. Zeverrock was er daar geen van, maar het had gekund als A Brand er op de affiche had gestaan.

Over mezelf praten, vind ik gemakkelijk. Ik val er mensen mee lastig, maar ik ben geen Freddy die het echt helemaal nergens over kan hebben, behalve over zichzelf. Dat is één uur grappig en toelaatbaar, daarna wil ik hem bij zijn haar grijpen en over de vloer slepen. Laatst zag ik hem voorbij de wasserette hobbelen en wist ik niet zeker of hij nu echt die gevierde copywriter is, dan wel een marginaal met te veel fantasie om een goede thriller te schrijven.

Dan is er de Kwast, de verfkwast, zou je kunnen zeggen. Net als de copywriter heeft de verfkwast het alleen over zichzelf. Ik vertrouwde iemand toe dat de verfkwast niet moet denken dat hij met mij op gelijke voet staat. Ik hield mijn linkerhand een stuk hoger dan mijn rechter om te tonen waar de kwast (rechts) en ik (links) ons respectievelijk bevinden. Ik superieur aan hem.

Er zijn ook de meisjes met wie je ijsjes wil eten, zonder dat ze het zelf weten. Hé meisje, zin in een ijsje - het is er het weer niet meer voor, maar voor het eind van dit jaar kan ik maar beter een bol pistache in iemands gezicht geduwd hebben, anders is mijn jaar om zeep. Nee, dat is niet waar.

Ik heb begin dit jaar al ijsjes gegeten die naar zeep smaakten. Ik moet dat nu niet nog eens doen. Ijsjes eten is één ding. Ijsjes eten met meisjes moeten twee dingen zijn.

En er is Blaudzun met 'Heavy Flowers'. Het nummer loopt af en dit stukje ook.

dinsdag 11 september 2012

Forrest Gump

'Forrest Gump'. Tot voor gisteren had ik die film nog nooit gezien. Maar er zoveel over gehoord. Eén van dé films van de jaren 90. En met Tom Hanks, die blijkbaar enkel al daardoor legendarisch is.

Het was prachtig. En net keek ik nog eens naar verschillende scènes afzonderlijk. En ik heb een traantje weggepinkt. Ik kan enorm emotioneel zijn als ik naar films kijk. Krop in de keel, soms dus zelfs een traantje, maar hoogst zelden. 'Forrest Gump' is prachtig.

En nu ga ik de DVD zoeken voor acht euro, ofzo.

zondag 5 augustus 2012

Blèters

Het is niet de eerste keer dat ik over hem schrijf. De seut, de kutseut, de grienseut - de eeuwige student van 29 die enkele vrienden heeft wijsgemaakt dat huilebalken cool is anno 2012.

Ik ken hem niet persoonlijk, maar heb hatelijke gedachten als ik aan hem denk. Mede omdat hij mij erg doet denken aan een ex-vriend, die ik met de jaren ook grensverleggend irritant ging vinden en voor wie ik soortgelijke haatgevoelens koester.

Hij heeft die typische hoogopgeleide smoel mét zwartomrand brilmontuur en heeft 'iets vaags' gedaan aan de universiteit, op kosten van pappie en met zeker één buisjaar waarin hij zich vast wat pips voelde, waarin hij begon te beseffen dat er een klein vrouwelijk publiek bestond voor zijn slaphangende schoudertjes en zijn sentimentele maar goed doordachte overpijnzinkjes.

Ik ken zo'n trutje dat hem erg op prijs stelt. Op Facebook doen zij postmodern ironisch en kloppen zij zich op de nochtans erg broze borst. Voorts hebben zij met elkaar gemeen dat ze zich net voor hun dertigste verjaardag nog gedragen als blèters uit het derde middelbaar, of toch als hun angstvallig gekoesterde hippe homies bij hen in de buurt zijn.

"Ik zag het vandaag weer niet zitten." "Stuntelig waag ik me aan sociaal contact. Ik misluk jammerlijk." "Ik kijk voor me uit en realiseer me dat ik nooit eerder zo depressief ben geweest." Zo'n dingen zeggen en schrijven die mensjes.

maandag 30 juli 2012

Moorestown

Haar raam keek uit op North Church Street
Vanuit een overwoekerde zolderkamer
Een fotoboek vol lachende vrienden
Een wegenkaart, New York, L.A.
Haar kamermuren waren mediterraans blauw
Haar kleine zusje koos de kleur
Zoutzure snoepjes, de Jerseykust
Blauw als haar vingernagels

Het huis is niet ver van de school
Haar moeder, leerkracht aan de Hudson
Haar vaders gitaar zingt melodieën
Weergalmend door de benedenverdieping
Onze liefde bloeide open, een zomer, daar
We zwierven maar rond, dag na dag
Er zijn oude parkeerterreinen en buurten
Betoverend mooi in Moorestown

Ik volgde haar over de planeet
Door Londense parken, de kusten van Perth
Newport, Kentucky, New Orleans
We leken een miljoen levens te delen
Zovele nachten sliep ik met haar
We stuwden elkaar naar hemelse sferen
Zo dicht bij de slapende North Pacific
Was ook jij één keer bij mij

Toen verhuisde zij naar Williamsburg
Ze sprak met droeve ogen
Gedachten staan stil, mijn keel zwelt op
Als haar naam wordt uitgesproken
En als ik de kille zee overschouw
Kan ik niet laten me af te vragen
Of de zacht uitdovende lichtjes
In Moorestown voor ons gloeien
In Moorestown voor ons gloeien

zondag 29 juli 2012

Het beleefdst

Ik had verwacht dat ze met de nacht verdwenen zou zijn, de ergernis. Doch 's ochtends was ze er nog. Ze ging tekeer, ik schaamde me zelfs niet. Ik zei dingen over haar die haar het recht geven mij een maand niet meer te willen zien. Ik ben de lafaard die weet dat ze van dat recht geen gebruik zal maken en zich stevig in zijn handjes knijpt.

Ze is een vrouw die al-tijd bezig moet zijn. Ik ben een jongen die het best tot zijn recht komt als hij niets moet doen. Niets doen, het leven vermijden, niet kunnen mislukken, dat is comfort.

Ik ben dan maar gegaan, dat was wel het beleefdst. Een volwassen beslissing waar ik niet trots op hoef te zijn omdat ik mezelf ook niet té vaak moet complimenteren. Ik deed het voor mezelf in de eerste plaats. Dat zij er baat bij had was heel mooi meegenomen. Tot volgende week, riep ik uitdagend, en ik bedoelde: niet tot morgen, niet tot overmorgen, nee, tot over, op z'n minst vijf dagen, liever langer.

zaterdag 14 juli 2012

Kanker

Een van mijn beste vrienden heeft kanker. Hij vindt dat niet erg, wil geen chemotherapie ondergaan, noemt het ook geen kanker. Ik noem het kanker; hij is niet ziek.

Ik zég dat een van mijn beste vrienden kanker heeft. Hij heeft geen kanker, is daarentegen kerngezond. Hij heeft een mosgroene trui die uitstekend bij 'm past. Eerlijk gezegd zag hij er nooit beter uit dan nu.

Al ruim drie jaar zeg ik dat hij kanker heeft. Niet tegen hem, wel tegen anderen die het van mij aannemen willen. Gelukkig zijn dat er niet veel.

De uitwassen van de kanker die ik hem toedicht zijn niet zo ernstig. Hij heeft er geen of nauwelijks last van. Zijn kanker was voor zijn vriendin wel een reden om bij hem weg te gaan. En ik mijd 'm ook wel nu en dan, vanwege zijn kanker. Jammer toch.

Gisteren was zo'n avond. Ik wilde hem zien, maar hij had kanker, dus ging ik maar weer naar huis.

donderdag 5 juli 2012

eee - foe - doun

* eeee

Hij mag voelen. Ik weet niet of ze het leuk vindt. Misschien is ze het gewoon. Dat kan wel, want ze staat verveeld, zo lijkt het, met haar handen in haar zij. Ik kan haar hoofd niet zien. Maar de essentie heb ik mee.

Het schijnbaar achteloze is de ware kick. Ook zijn kostuumvest intrigeert. Ze suggereert een grote afstand tussen hem en haar. Waar heeft deze situatie zich voorgedaan? In een hotel? Hoe kwam het zover? Heeft hij betaald?

Het lijkt de moeite wel waard.


* foe

Hier gaat vanalles gebeuren. Het zou zonde zijn indien niet. Dit is het begin van iets dat ze allebei zien zitten. En met allebei bedoel ik ook allebei. Ik kan zien dat ze er vanaf hier geen gras over zullen laten groeien.

Zeker hij niet. Maar wat zij doet, is ook verdomd klasse. Klasse - ik zoek een ander woord. Ik denk dat ze weet hoe het spel wordt gespeeld. Ik ben er zeker van. Kijk naar die voet.


* doun

Alsof ze zich schaamt. Maar dat kan ook in scène zijn gezet. Toch oprechte gêne? Lijkt me helemaal niet nodig. Echt nog een meisje. En ze is er niet honderd procent van overtuigd dat ze mooi is. Echt een kind nog, op dat ene detail na. Ja, het had nog beter gekund. Nog ietsje beter, valt me nu pas op.

Ik kan niet in haar hoofd kijken, maar misschien kijkt ze wel naar een denkbeeldig uurwerk. Wat meteen zou impliceren dat de hele situatie daadwerkelijk in scène is gezet. Maar toch doet dat geen afbreuk. Veel meer kan ik er ook niet over zeggen.



maandag 30 april 2012

Maxicosi

"We moeten het over kinderen hebben."

Ze is 22. 22. En ze moet het over kinderen hebben. Met haar vriend. Die 22 is. 22.
Hun relatie zal stuklopen op dit thema: kinderen. Hun relatie vereist een kind. En een (ander) huis, op termijn. In dit huis valt geen licht binnen, en dat stoort. En kinderen kan je er ook niet in opvoeden.

Hij heeft wat tijd gevraagd. Om aan het idee te wennen. Kinderen. 22. Het einde van een tijdperk.
Wil hij dat? Kan hij zich überhaupt voorstellen wat dat is? Een fucking maxicosi.

Net liep ik door de stad en had ik het met hem over kinderen. Die hij tot nader order nog steeds niet heeft, nu hij 24 is. En u raadt het nooit, maar valt daar toch wel geen kind van zijn fiets met zijn hoofdje tegen een muur. Echt. En dan die akelige ene seconde stilte, wanneer de pijn doordringt. En dan het wenen, keihard. Een kind, en hoe ermee om te gaan. En hoe niet.

Met hun hoofd tegen een muur botsen en wenen, dat is een kind voor mij. Ziek zijn ook.
Ik ben de wanhopige ouder die zich afvraagt hoe hij dat kutkind - oeps, het woord floept eruit - stil moet krijgen. Ik ben de kleine jongen met de grote verantwoordelijkheid, moet een ei breken met bibberende handen.

Een kind. Twee kinderen. De crèche. Het kindermeisje. De fucking babysit. "Want we willen nog eens een avondje voor onszelf." Doodeng.

En de overbevolking, nog zoiets. Mijn moeder toont mij geboortekaartjes en ik word halvelings geacht in mijn handjes te klappen. Hoera nicht y of neef x heeft een kind. Ik gruw. Waarom?, vraag ik me af. Wat doen ze zichzelf toch aan - retorische vraag.

De mazelen. De windpokken. De inenting. De bosklassen.
Het fucking oudercontact.

Het autistische zoontje. Naar de juf ermee, naar de specialist, naar het aangepast onderwijs.
Het depressieve tienermeisje. Je kan het zo vreselijk niet bedenken of ze bestaan.
Ik ben zelf een kind geweest, ik ben het nog. En heb me nooit geëxcuseerd bij mijn ouders voor het kutkind dat ik was. Ze hebben het zelf gewild, ik niet. Ik heb hen eens gezegd dat ik het niet had gewild in hun plaats. En dat ik het zelf ook niet absoluut gehoeven had. Kind worden. Leven.
Had ik op voorhand een kijkje mogen nemen, misschien had ik wel voor iets anders gekozen dan voor het leven.

Voor je het weet ben je die ene man zonder kinderen of relatie en hebben al je vrienden jengelende kinderen die hen avond na avond thuishouden, die hen uitputten en hen tot loopbaanonderbreking dwingen. Die hen een generatieconflict cadeau doen wanneer het hen uitkomt.

Wil ik afsluiten met de volgende, uit het leven gegrepen, anekdote. Een nette, beschaafde, hoogopgeleide vrouw van 53 heeft een zoon van 17. Een zoon die hoegenaamd alle kansen heeft gehad en krijgt. Nu, deze zoon heeft zijn Paasexamens niet afgelegd. Hij ontving de in te vullen papieren, legde ze naast zich neer en ging op zijn bank liggen slapen. Hij gaf als eerste af, zijn examenbladen oningevuld. En maakt zijn moeder wanhopig, want wat heeft zij hem misdaan?
Hij staat op drie maanden van zijn middelbareschooldiploma en vindt het cool om dat in het zicht van de meet niet te behalen. Dat hij zich dat over vijf jaar zal beklagen, kan hij nog niet weten, maar zijn moeder weet dat wel en zij moet daarmee leven. Met dat kutkind.

Wat afschuwelijk. Kinderen. Wat hebben we hen misdaan en waarom willen we ze zo graag?
Helaas ken ik het antwoord.

zaterdag 28 april 2012

Besef

Ik begrijp haar perfect, het meisje dat verliefd is op de jongen op de tractor. Wie zou haar niet begrijpen? Zij is jong en ze wil wat. Een moedige jongen die in een ver land uit idealisme op een tractor kruipt. Om horizonten te verkennen. En ik schrijf dit niét om om hen te lachen, ben niet ironisch.

Hoe aantrekkelijk is de jongen met de baard op de tractor? Hij had net zo goed achter een bureau op een suf kantoor kunnen zitten. 'Ik ben verliefd,' schrijft ze onder zijn foto. Ik moet me inhouden om niet te schrijven: 'ik ook'.

Ik schrijf: 'zo cool'. Zo hoop ik ook een heel klein beetje cool te zijn. Ik herken immers de cool van de jongen op de tractor in het verre land. Waar hij een nog mooiere man wordt. De man die mijn arm uit zijn kom haalt als hij met me armworstelt.

Wat ik daar tegenover zet? Tegenover zijn drive. Tot wat is deze pummel in staat? Waartoe ben ik in staat? Niet tot het scoren van de beslissende goal. Ik sta in de verdediging en kijk de andere kant op als de spits mij dribbelt.

(Waar gaat dit over? Ben ik de schrijver geworden die te lui is om te schrijven? Ben ik enkel (nog) maar een vragensteller? Staan al mijn teksten vol vragen? Gebruik ik nooit eens een mooi woord of zinsconstructie? Bezit ik enkel het talent om onderhoudend te zijn, juist omdat ik niks zeg? Dat de lezer dat 'eigenaardig' vind. Wie ben ik om het over de lezer te hebben.)

(Tegenwoordig lijkt het halverwege het getip net alsof ik een klaagbrief schrijf. Wat nooit de bedoeling is! Het gebeurt dan gewoon, opeens. Het is een energiedip. Energie is alles. Slogans ook.)

De jongen op de tractor is de jongen in de tent en de jongen op het festival zonder slaap, waar hij leeft en jong is en geniet tot hij ouder wordt en zal denken aan die tijd, die mooie tijd, dat hij jong was en daar volop van genoot.

En de jongen aan het toetsenbord stelt zich vragen die blijven komen en die geen antwoord kennen, tot in den treure niet, waardoor hij maar blijft treuren. En al weet hij dat dat tijdverlies is, hij is tot het inzicht - oh wat een wonderbaarlijk inzicht! - gekomen dat het leven nergens heen gaat. En soms verdomd lang duurt.

Dus doet hij honing in zijn hibiscusthee, roert hij tot hij weer ontwaakt uit een vage gedachte, drinkt hij de thee en wacht op het meisje, het meisje dat wél wilde komen vanavond. Het meisje dat bevriend is met de jongen met de vage gedachten en vele vragen.

En dat is een meevaller voor de jongen. Dat moet hij goed beseffen. En dat doet hij.

donderdag 19 april 2012

Pinke

"Wat is uw favoriete dialectwoordje?"

Je zal de vraag maar eens krijgen op een sollicitatiegesprek. Ik was totaal onvoorbereid.
"Mijn favoriete dialectwoord? Euh. Pinke?"

Geen idee of dat het antwoord was dat hij wilde horen. Zelf wist ik op dat moment echter dat ik niet langer zo happig was op de job waarvoor ik kwam solliciteren. Morgen weet ik of ik 'm krijg of niet, die job, maar sowieso zal ik 'm niet aannemen. Niet vanwege dat vraagje, - of jawel, ook vanwege dat vraagje - maar vooral omdat ik nog iets anders kan krijgen en dat liever wil. Waar ze me niet naar 'pinkes' zullen vragen.

Laat ik de man bij wie ik ging solliciteren gewoon, voor de gezelligheid, Pinke noemen. Pinke. "Ie se, Pinke, ça va, man?!" "Ja zenne. Mè u?" Zo'n Pinke. Nee, het was geen intellectueel uitdagende job waarvoor ik ging solliciteren. Waarmee ik vooral niet wil zeggen dat ik neerkijk op jobs die geen hogere diploma's vereisen, ik werk zelf momenteel in een callcenter. Maar ik wil zeggen: er zijn sollicitaties en er zijn sollicitaties.

Ik ben te serieus voor Pinke. Hij zal dat zelf ook gemerkt hebben, bij de pinken - haha!, te serieus, ik? - als hij is. Pinke is immers, in tegenstelling tot mezelf, een man van het volk. Pinke doet een klapke. Pinke drinkt een bolleke. Een beetje zoals Tiny, maar dan Pinke. Tiny op de boerderij, Pinke op de lappen.

"Kom mannen, drinkt er nog ene van mij!" Zo'n Pinke. Haar nauwkeurig in de war. Onduidelijk ringetje in zijn linkeroor - waarom doen ze dat toch allemaal? En een hoody, godbetert.
Ik ben geen stijladviseur, verrevan, maar ik weet dat ik geen Pinke ben en waarom ik geen Pinke ben.

(Ik bedenk me nu dat ik ze meteen allemaal Pinke kan noemen, die onduidelijke ringetjes. Zoals ze de laatste twee jaar van de band lijken te rollen. Al dan niet in het zog van VJ Sean Dhondt.)

Ik ben te serieus. En ik geef dat toe. Ik heb daar geen probleem mee, met serieus zijn. Dat gaat mij goed af. Sterker: ik kan niet anders! Niet in het licht van de eeuwigheid.

En ik drink niet eens 'pinkes', dedju!

donderdag 5 april 2012

Hou het stil

Ik ben heel erg ons-kent-ons, speel heel graag op veilig. Als ik jou zie op spoor drie, doe ik net alsof ik je niet opmerk. Jij en ik kennen elkaar van zien, maar dat wil niet zeggen dat ik je een blik van herkenning zal gunnen. En ik zal ook niets tegen je zeggen. We zullen netjes achter elkaar de trein opstappen en ik zal - dat geef ik toe - een zuchtje van opluchting slaken als die bijna-confrontatie met jou weer achter de rug is. Daarna probeer ik elke gedachte aan jou te verdringen. En als ik mezelf met m'n bewust niet denken aan jou confronteer, maak ik me er makkelijk van af met een: past niet in mijn kraam.

En dan begin ik te huilen, om alweer andere redenen. En daarover zal ik, thuisgekomen, bloggen. Over mezelf, m'n teddybeer en andere voor jou onduidelijk ironische 'shizzle'. Ik weet wel waar ik moet zijn en met wie; ik bedoel dat ik wel weet aan wie ik mijn praatjes over mijn teddybeer verkocht krijg en aan wie niet. Die veiligheid houdt het boeltje samen. Als ik die veiligheid niet had, was ik al dood. Dat geef ik toe. Dat geef ik graag toe, zelfs. Dat moet ik toegeven, wil ik toegeven, stiekem is dat zelfs het enige waarover ik het wil hebben. Over de underdog die ik ben. Ik ik ik, maar dan in 't klein klein klein.Want ik ik ik ben maar klein klein klein. En ook heel ons-kent-ons. Zo veilig. Maar hou het stil.

Ambitie heb ik niet. Tenzij me dat goed uitkomt. Dan zal ik twee minuten ambitie tonen en me daarna weer met m'n teddybeer in een hoekje van de kale kamer verschuilen. En huilen. Omdat ik het kan. En omdat mijn vrienden me erom appreciëren. Zij noemen het zelfs een talent.

Ik ben iemand die niet met deze wereld kan omgaan. Of dat zeg ik toch en dat maak ik mezelf wijs. In werkelijkheid lijd ik bijna probleemloos een veilig burgerbestaan. Waar ik met niemand over praat. Over die discrepantie tussen mijn imaginair lijden en mijn doorsnee burgerbestaan. Als je iets van mij kan zeggen, is het wel dat ik van twee walletjes eet. Als je nog iets van mij kan zeggen dan is het dat ik de confrontatie altijd uit de weg ga. Maar hou het stil. Straks is er nog een onverlaat die me alsnog wil confronteren met wat hij 'de waarheid over mij' zal noemen. Gelukkig bloedt mijn neus nu al. Een automatisme, zo je wil.

Heb ik het al over mijn moeder, mama, gehad en de grote rol die zij in m'n leven speelt? Laat ik dat misschien, eventueel, waarschijnlijk niet, want tenslotte toch niet zo heel belangrijk maar voor een volgende keer voorbehouden. Want ik ben toch maar ik ik ik en ik ben toch maar klein klein klein, en teveel praten moet ik niet want dat doet toch zo'n pijn pijn pijn.

dinsdag 3 april 2012

Duchka

Jee, ik heb een obsessietje. (Ik heb geweldig m'n best gedaan om dat afschuwelijke woord te vermijden, maar zie, het staat er - niet toevallig als verkleinwoord.) Een obsessietje met Duchka Walraet. Ik wil alles van haar weten. Niet òver haar - eigenlijk met accent aigu, maar werkt niet meer op mijn toetsenbord -, maar vàn - zelfde probleem - haar. Ik wil het uit haar mond horen. Op YouTube kom ik wat dat betreft al redelijk aan mijn trekken, maar ik wil meer.

(Ik heb moeite om dingen (of mensen) die ik niet begrijp een plaatsje te geven. En Duchka Walraet begrijp ik nog niet voldoende. (Ja, ik wil alles en iedereen begrijpen. Iemand niet begrijpen, maakt me erg ongemakkelijk.))

Er staat een soort meeting met haar in de steigers, maar die heeft zich nog niet geconcretiseerd. Als het aan mij ligt, echter, kan daar spoedig werk van worden gemaakt. Dan neem ik gezellig een avondje vrij van mijn werk, of het kan natuurlijk ook overdag, afhankelijk van hoe het Duchka uitkomt. Afhankelijk van hoe drukbezet ze is, hoe belangrijk ze is.

In de steigers, zei ik, een meeting in de steigers. Maar dat is misschien wat voorbarig. Er is met de alomgeprezen Geert Simonis namelijk een tussenpersoon in het spel. Wat mij betreft hoeft die daar niet tussen te staan, maar hij schijnt er tussen te moeten staan omdat hij Duchka en mij kent, en ons zodoende ergens samen zou kunnen brengen. Sociale conventies, weet u. Dat zou een dineetje ofzo kunnen zijn, die gearrangeerde meeting. Of iets anders. Met Geert erbij dan, kennelijk. Maar eerlijk? Het liefst zou ik met Duchka alleen zijn. Dan kunnen we meteen alle smalltalk overslaan. Geen idee hoe zij erover denkt. Ik zal het haar eens voorleggen. Bij deze eigenlijk.

(Overigens heb ik niks maar dan ook niks tegen Geert Simonis. Hier vindt u daarvan het mooiste bewijs.)

Maar wat ik eigenlijk aanvankelijk wilde zeggen: dat ik geïntimideerd ben door haar. Door Duchka Walraet. Jee, ik ben super geïntimideerd door haar - écht. Nu al, zonder haar zelfs maar ontmoet te hebben, heb ik, met name, een tinteling in mijn rechterarm van de, euh, stress(?). Stress om Duchka Walraet te ontmoeten. Ze is zo enorm ad rem, kijk maar op YouTube. En op Twitter is ze ook heel markant. Nee, verbaal ben ik sowieso haar mindere. Mijn enige 'wapen' is mijn nietsontziende eerlijkheid. Geen woord van wat hier staat is gelogen. En ook al lopen ironie en eerlijkheid in elkaar over. Au fond is dit héél eerlijk.

(De stress om Duchka Walraet te ontmoeten. Wat zal ze van me denken? Een instant-lulletje dat maar wat staat te stamelen? Zal ik haar zo vertederend vinden als ze zich voordoet? En even vals? Ik wil het zo graag weten. Vooral dat van die valsheid.)

Mijn enige 'wapen' is mijn eerlijkheid. Die zal cruciaal zijn als ik haar ontmoet. En ik zal een mentale buffer voorzien. Ik zal een afgang incalculeren. Zodat ik er een beetje kalm onder blijf. Misschien is ze zélf heel timide als het erop aan komt? Zo benieuwd.

Als je dit leest, Duchka, leggen we de spreekwoordelijke agenda's dan eens samen om een meeting vast te leggen? Alleen als jij dat ziet zitten, natuurlijk. Doen we?
Ik weet ook niet waarom ik het zo graag wil. Misschien omdat ik het een spannend idee vind.

zondag 1 april 2012

Complimentjesdag

Ik mis je. Nog steeds. Sinds je hier weg bent is het hier niet meer hetzelfde. Er is niemand die jou kan vervangen. Die zalige avonden die we hadden. Hoe we nooit echt 100% overeenkwamen en hoe we daarvan genoten. Hoe ik me al te knus in je zetel nestelde en jij wel wilde protesteren maar dat toch maar niet deed, vanachter je bureau. Hoe er totaal niet geflirt werd.

En nu vraag je me wat ik bedoel als ik je op Facebook vertel dat je echte lach veel mooier is dan die van je smiley en dat je ogen veel te mooi zijn om zelfs je smiley maar te laten knipogen. Daarmee bedoel ik niks speciaals, maar ik zet enkel ons spel voort. Wij werken immers aan een puzzel samen, remember?

                                                                        ***

Ik mis je. Zoals je intelligent en grappig naast me zat. Waar ben je toch? Ik mailde je een lange brief die je nog niet beantwoordde. Ik dring niet aan, maar ben zeker dat je nog zal antwoorden. En dat je mijn brief leuk zal vinden. Of hij je ego zal strelen is dan weer een andere vraag.

We moesten elkaar eens wat vaker een tijdje niet zien. Dan borrelt de inspiratie altijd weer in me naar boven. Dan heb ik zin om je brieven te schrijven en te vragen hoe je ook weer de naam van je man uitspreekt.

Kom terug, niet enkel voor mij. Kom terug voor ons allemaal. Je betekent een zonnestraal aan een anders wat kleurloze hemel.

                                                                         ***

Ik mis je. Zoals je anders dan wie ik ook ken, eerlijk bent. Je zegt de gekste dingen tegen me, zoals: 'ik ben blij omdat ik met jou aan het praten ben.' Ja, dan breekt mijn hart en lijkt het wel alsof ik een dochtertje dat ik niet heb, wil doodknuffelen. Je bent een unieke persoon in mijn leven. Jij kent geen ironie, enkel oprechtheid. De grote gevoelens ga je niet uit de weg. Geen knipoogjes dan, maar wel bij al de rest. We moeten elkaar zien, en schrijven. Ik heb je mijn thuisadres gegeven en jij zou me daarop schrijven. Dat lijkt me iets te omslachtig. Misschien moet ik een webcam aanschaffen? Ik wil je zien.

                                                                          ***

Je draagt een leuk kleedje. Je vriend heeft je dat vast nog niet verteld? Nee, dat dacht ik al. Vind je het een compliment? Dat is het ook, ik prijs je goeie smaak. Want met goeie smaak heb jij beslist dit kleedje te kopen. En dat we elkaar voor de rest niet kennen, dat geeft niets. Ik vond het leuk om jou te complimenteren en kan nu met een blij gemoed gaan slapen.

                                                                          ***

Je ruikt lekker. Nee, niet naar zeep. Naar vrijheid en vrolijkheid. Nee, dat begrijp ik, hier kom ik niet mee weg. Zo'n bullshit - haha. Wat niet wegneemt dat je lekker ruikt.

                                                                          ***

Je draagt leuke botten. Waarom ik dat zeg? Zomaar, om iets te zeggen. Of ik het meen? Niet echt. Er zijn er wel meer met zo'n botten.

donderdag 29 maart 2012

Openbare vervoering

De tevredenheidscijfers over de Brusselse openbaarvervoersmaatschappij MIVB zijn voor het eerst in enkele jaren gestegen. Dat is goed nieuws voor de MIVB. Zelf ben ik altijd tevreden geweest, ik heb niet veel nodig om tevreden te zijn over een tram of een metro. Ik heb geen auto, ziet u, ik heb geen eisen, geen behoefte om alleen te zijn.

Meer nog, ik mis ze zelfs, de MIVB-verbindingen, nu ik ze nog nauwelijks nodig heb omdat ik niet veel meer in Brussel kom. Ik heb een 'emotionele band' met ze. Het is zo lang geleden dat ik nog gebruik maakte van de tram om van Noord naar Rogier te gaan, van de metro om van Rogier naar Simonis te gaan, en van de bus om van Simonis naar Ganshoren te gaan. Het is geleden van toen ik nog met dat meisje samen was dat in Ganshoren een zolderkamertje betrok. Van die bushalte in Ganshoren moest ik nog twee minuutjes naar haar huis. Die legde ik soms lopend af, zonder MIVB maar met mijn hart. Het bonsde. Voor haar. Hoe ik me voelde als ze de deur opende. Het was zo enig mooi allemaal. Te mooi voor mij, achteraf. Schoenen uit om niks vuil te maken, het gastgezin niet te storen. De trap op, soms hallo te zeggen tegen het gastgezin, hele lieve mensen. De kamer in, het bed in.

Ach.

Ik heb daar eventjes van mogen proeven en dat was dat. Nu proef ik niks meer, denk ik niet dat ik ooit nog zal proeven. Toen ik gisteren op een terras om een Looza Red Ace vroeg, kon men me die ook niet geven. Bijna nergens kan je die nog krijgen, ook al staat hij op de kaart. En de liefde voor een meisje is daarmee vergelijkbaar. Overigens ben ik ook geen grote drinker. Het blijft bij nipjes. Op alle vlakken.

Mailen doe ik haar niet meer. En zij mij al helemaal niet. Ik denk niet dat ze er last van zou hebben, mochten we elkaar nooit meer horen. Misschien is dat van mijn kant ook wel zo. Misschien zou het verschrikkelijk teleurstellend zijn. Zoals je een popster wil ontmoeten om dan vast te stellen dat die vreselijk arrogant is en je voorbijloopt.

Soms overweeg ik het traject naar haar kamer nog eens af te leggen. Uit pure nostalgie naar een mooie, intense periode in mijn leven. Noord, Rogier, Simonis, Ganshoren, maar dan niet haar huis in, geen praatje met het gastgezin, geen lasagne in de keuken, slaapkamer, intimiteit, troost. Enkel de gedachte dat dat alles nu voorbij is. En de idee dat er helemaal niks meer volgt.

Ik denk niet dat ik er chronisch van wakker lig. Of misschien wel. Is er een causaal verband tussen mijn afschuw voor overbevolking en de grote kans dat ik nooit zelf kinderen zal hebben? Ik ben en blijf een mens met teveel vragen.

zondag 25 maart 2012

Kamer III

(Wat vooraf ging: 'Kamer I' en 'II'.)

Een leeg flesje Vittel (50 cl) - de autobiografie van Wilfried Martens (in het Frans en gekaft) - een doktersbriefje dat naar de ziekenkas moet - mijn gsm - een zak Doritos (sizzling Fajita - NEW!) - 'Dexter III' en 'IV' - 'Inglorious Basterds' - 'Het huis der onbekenden' van Jos Vandeloo - 'Jim Morrison au delà des Doors' van Hervé Muller - een leeg blik vruchtencocktail met daarin 14 stylo's en één potlood - een post-it met daarop geschreven drie redenen waarom ik een bepaald iemand nooit meer vergeef - 'Is dit een mens' van Primo Levi - mijn portefeuille - mijn agenda - een flyer van Jazz 'n' Words - nog twee stylo's (en twee groene markeerstiften) - een blauwe werkloosheidskaart - een post-it met daarop een telefoonnummer en de namen van vijf media-agentschappen + de de namen 'NMBS' en 'Jobbalance' - een badge om binnen te geraken in het gebouw van KPN Group Belgium - een in vier geplooid, gedetailleerd, van Google Maps afgetekend plan om mijn weg te vinden naar Tempo-Team te Woluwe - een naamkaartje van de vrouw die me bij Tempo-Team ontving - een geldigheidsbewijs van de VDAB waarmee ik voor 2 euro per trein op en af naar de plaats van sollicitatie mocht - een tas waaruit ik frambozenthee drink - een kom waaruit ik Crunchy met melk eet - een lege enveloppe met postzegel van een sneeuwman - een blaadje waarop ik enkele Franse woorden heb geschreven, wellicht om ze te onthouden - een blaadje met daarop 'useful information' over en 'working hours' van enkele belangrijke mensen op de Consumer Care-dienst van KPN Group Belgium - een blok gele post-its - een enveloppe met ecocheques - een lange, voor niemand bestemde, afscheidsbrief - de afgeprinte vacature voor de job van Consumer Care Agent bij KPN Group Belgium - een post-it met daarop een aantal clichétermen die weleens opduiken in brieven van mensen die een ommezwaai maken in hun leven ('tabula rasa', 'herbronnen', 'een nieuw verhaal') - een toren van 44 cd's (helemaal bovenaan het geweldige 'Casanova' van The Divine Comedy) - en ten slotte een Turks paars potske met daarin een kleine handgemaakte portemonnee uit Nicaragua, twee usb-sticks, twee paar oordopjes, een briefje met het telefoonnummer van een tandheeldeskundige en rosse munten, goed voor een bedrag van 6,05 euro.

woensdag 21 maart 2012

Geert Simonis

Om meteen met de deur in huis te vallen: Geert Simonis is een begrip. U denkt daar ook zo over, maar maakte u deze bedenking misschien nog nooit eerder bewust. Nu hebt u daartoe wel de gelegenheid en kan u zich in één snok realiseren dat hij dat niet enkel op Twitter is, een begrip, maar ook op het podium wanneer hij een uur lang uit ziijn gedichtenarchief voorleest. Of op de Finse piste wanneer hij in mijn zog zes of acht kilometers loopt. Of op het..

Respect- en inspiratieloos zou ik Geert een 'grote meneer' kunnen noemen. Maar dat doe ik niet. 'Grote meneer' is zo vtm, zelfs zo één, en Geert kijkt veeleer naar TV Limburg. Hij is mijn favoriete Limburger, mag u weten, zelfs al heb ik dan Limburgse familieleden. Maar zij laten mij koud, daar in het verre Neerpelt en dito Hamont-Achel. Overigens zitten zij meer in respectievelijk Sankt-Vith en Caïro dan in Neerpelt en Hamont-Achel.

Geert Simonis dus, het alter ego van een uitstekend schrijver. Een weldoener ook. Hij zorgt ervoor dat de vrouw van 65 haar portefeuille met 65 euro erin terugkrijgt. Ik zou het hem niet nadoen. Ik zou de portefeuille trachten terug te bezorgen maar het geld houden. Een aanzienlijk bedrag, maar ik draai er m'n hand niet voor om. Geld is ook maar geld, gezondheid is belangrijker. Maar voor mezelf, praktisch zonder geld, is 65 euro meer dan welkom. Zeker nu ik heb ontdekt dat mijn Visakaart gehackt is en ik daarmee enkele tientallen euro's kwijt ben. Doch, ik heb Cardstop al gebeld en mijn betwistingsformulier is verzonden naar de nozems van Atos Worldline in Brussel. Deze compagnie neemt het niet zo nauw met transparantie. Ik heb hen verteld dat ik naar hun kantoor wil komen om te tonen wat transparantie is. Dat vonden ze niet nodig.

Wilt u geloven dat Geert Simonis me via Facebook een mail stuurt terwijl ik over hem schrijf? Over Ithaka mailt hij me, een kunstenfestival dat hij mee organiseert. Een bezige bij is hij, Duizendpoot Simonis. Want een remixer. En een sampler. En iemand die old school knipt en plakt. Geert Simonis weet wat 'remixcultuur' inhoudt. Ik niet. Het klinkt me enkel wat duur in de oren.

Als Geert Simonis er niet was geweest, daarnet met zijn blog en en plus met zijn mail, had ik misschien mijn frustraties geuit over de wachtrij in mijn BNP Paribaskantoor of de wachtrij aan het NMBS-loket. Nu is dat niet meer nodig, maar wel wil ik nog zeggen dat ik dezer dagen marktonderzoek voer in opdracht van KBC en dat ik daarbij moet peilen naar de wachttijden in betreffende kantoren, afhankelijk van welke Raymond De Lul of Jeanine De Put ik bel. Dit plebs heeft negen op de tien geen last van een lange wachtrij, en ik dus wel. De pest heb ik eraan, aan die wachtrijen.

Maar Geert Simonis dus. Ik hoop dat hij niet verveeld zit met dit stukje. Dit is immers gespeend van elke ironie en voor de volle honderd goed bedoeld. Ik verwacht er - uiteraard - ook niks voor in de plaats. Geert Simonis is gewoon uw leukste follower, uw favoriete blogger, een remixer naar uw hart en een Limburger. Een man met humor ook. Ik moest hem maar eens porren. U moest het maar eens lezen.

dinsdag 20 maart 2012

Overbodig

Een nieuw woord in mijn what-the-fuck-should-I-do-with-my-life-trip: overbodigheid. Zo veel overbodige mensen, u kan er van meespreken. Zag u vanmorgen die man in de bib die ongelukkig, wezenloos voor zich uitstaarde? Overbodige mens. Of gewoon dat (Roemeense) vrouwtje met haar McDonaldsbekertje, smekend om geld. Overbodig.

In de jaren 50 rolden er in België elke dag 50 Patricks van de band. 40 Barts. 80 Lucs. 100 Jans. 50 Wims. 60 Dirks. We zitten ermee.

Kent u een belangrijke Dirk? Een Luc die we moeten koesteren? Een Patrick om U tegen te zeggen? Ik zeg niet dat ze niet bestaan, ik zeg wel dat er te veel overbodige Dirks, Lucs en Patricks zijn. Zoals er oneindig veel overbodige Kenny's zijn. Kent u een Kenny die niét overbodig is?

Ben ik een geheel en al overbodige Ali? Ja! Totaal overbodig. Maar ik ben hier dus wel en als ik hier niet meer zou zijn, zouden nogal wat mensen mij missen. Dus ben ik (dan) niet (meer) overbodig. Perceptie is alles.

Natuurlijk ben ik overbodig. U kent die sketch van Hans Teeuwen waarin hij zegt dat er "euh, eigenlijk, op zich, mensen zijn die, in principe, weg zouden, euh, kunnen." Overschot van gelijk heeft hij. En dat Teeuwen dat gezegd heeft, maakt van hem een te koesteren Hans. Geen overbodige. Een andere Hans die me te binnen wil schieten is Hans 'tupperware heeft een man op de markt gebracht' Otten. Is die Ottentot overbodig? Een twijfelgeval.

Overbodigheid is een moeilijk begrip. Een confronterend begrip. Té confronterend. Heel situationeel ook. Depressieve mensen, destructieve mensen, zieke mensen, zijn die allemaal overbodig? En wie ben ik om dat te zeggen? Voor elke relevante, interessante mens, zijn er misschien 100 irrelevante, oninteressante mensen nodig om die ene te appreciëren, naar waarde te schatten. In een wereld van enkel interessante mensen zou die gradatie niet bestaan en zou er dus waarschijnlijk ook weinig gebeuren.

Zal ik zeggen waarom ik nadenk over het begrip 'overbodigheid'? Omdat ik zelf natuurlijk het gevoel heb overbodig te zijn. Op de arbeidsmarkt. Op de relatieplaneet. Op nogal wat andere plaatsen ook. En tevens ben ik die kerel die Hans Teeuwen schetst in diezelfde sketch van hem. Een iet of wat overbodige die onbewust als een kreupel paard in de woestijn wacht op een daadkrachtige cowboy die hem met een welgemikt schot uit zijn lijden verlost.

Of nee, zo ver wil ik niet gaan. Voor u foute dingen gaat denken. Ik ben wel overbodig, maar de meesten van u ook, dus dat heft elkaar op. Nu kunnen we weer vrienden zijn.

Kus.

zondag 18 maart 2012

Verwarring

Oh shit, ik word langs alle kanten voorbijgestoken. Zie mij, ik ben 25 en opeens is iedereen jonger dan ik. Succesvoller dan ik. Hebben ze een relatie en ik niet. Een diploma, hoger dan het mijne. Een job, en ik nog steeds niet. En begrijpen ze de moeilijke artikels in De Standaard, en ik niet.

Er is maar één ding waarin ik significant goed ben en dat is schrijven. Heb ik horen zeggen. (Er zijn zo veel mensen die gewoon nooit schrijven, misschien kunnen zij het ook.) Heel mijn leven zal ik schrijven, voor mezelf en de toevallige passant. Maar ik kan niet heel mijn leven blijven denken dat dat schrijven me ergens 'hogerop' zal brengen, want, neen, dat zal het niet. Ik ben een nozem in een callcenter en dat is mijn plaats. Twee dagen was ik een nozem op een klantendienst en dat was ook mijn plaats, maar ik heb ze weer afgestaan.

Zal ik het over relaties hebben? Ik verveel me op zaterdagavond, misschien wel het enige moment in de week waarop ik denk: 'was er maar iemand hier bij mij'. Op andere momenten valt dat beter mee.
Tegenwoordig heb ik rare maar realistische gedachten als: 'straks hebben ze allemaal kinderen, en ik niet' of 'straks hebben ze geen tijd meer'. Of: 'Ali, wat ga je doen als ze geen tijd meer voor je hebben? Kan je dan blijven leven zoals je dat nu doet?' In 'De maagd Marino' van Yves Petry las ik dat het personage Bruno Klaus op zijn 42 nog leeft als een twintiger, zonder kinderen of huis in afbetaling. Ook hij moest vaststellen, met enige wrang, dat hij zich buitenspel had gezet. Maar het laatste wat ik wil is een kind. Nooit een kind. Nooit. Ik ben geen misdadiger.

En dan is er een gedachte als: 'geen kind = vrijheid'. Een heerlijke gedachte, op zich, een sprong in de lucht (ik kan niet omschrijven wat ik precies voel). Maar meteen daarna, beklemmend: 'hoe benut ik die vrijheid dan optimaal?,' en de stress, de vrees dat ik die vrijheid nooit optimaal zal kunnen benutten. Ik kan mijn eindeloze vrijheid nu al niet benutten. Nee, ik speel Bouncing Balls op Facebook, mijn record is 76.000 en ik ga door tot ik ongeveer 100.000 heb zoals M. (hoe heeft ze dat in godsnaam gedaan?)

Maar ik heb vrienden, genoeg. Dat leeft wel aangenamer. Ik kan ze bellen en porren enz. Ik zie ze en ze lijken me oké te vinden. Ik vind hen uit alle macht oké. En dan ga ik naar huis en schrijf ik in het kort op wat we samen hebben gedaan in mijn Open Officebestand 'Leuke dingen' (dat u wellicht weleens zou willen inkijken - too bad - maar jullie zijn 'leuke dingen', jullie, vrienden die met mij afspreken die dit lezen).

Minpuntjes van me zijn mijn pessimisme, cynisme en mijn eerlijkheid. Niemand hoort me graag zeggen dat 7 miljard, laat staan 9 miljard gewoon teveel is. Mijn moeder vond me zo vervelend toen ik zei dat die minuut stilte van vrijdag (naar aanleiding van de ramp met de bus in Zwitserland) niet nodig was. En soms zeg ik tegen mijn broer dat hij zich beter kan ophangen dan zich in zijn slachtofferrol te blijven wentelen. Ook dàt is de waarheid.

Want de waarheid, u weet wel, die graag genegeerde abstractie, die ken ik. Ik ken de waarheid in uw plaats en vind ze confronterend in uw plaats. Terwijl u de waarheid negeert of ze zelfs niet kent, word ik met haar geconfronteerd en hakt ze er bij mij stevig op in. Zo stevig dat ik cd's opstapel op mijn bureau om me ertegen te beschermen. Zo verdomd stevig dat ik mijn ogen dichtknijp en mijn handen voor mijn gezicht houd van schrik. De confrontatie met de existentie. En B. die het benauwd kreeg toen ik zei dat wij hier ook maar per toeval 'mogelijk zijn' op deze planeet, in dit tijdsgewricht. In dit tijdsgewricht, op deze planeet waarop ik enkele tientallen jaren leef, tijdens welke ik bepaalde conventies opvolg, waar ik het al dan niet mee akkoord ben, waarin ik geregeld serieus kopje onder ga waarvan ik dan weer niet begrijp waar het voor nodig is.

Misschien is 'verwarring' wel mijn absolute, euh, 'ziel'. Misschien ben ik 'beyond' gewoon verward. Ik denk dat dat het is. En wat ik daar dan mee moet? Opschrijven, bloggen, vergeten, mijn haar wassen omdat het vettig is, de bus nemen naar mijn moeder, de bereidde maaltijd consumeren en zeggen dat ze lekker was, naar een sportprogramma kijken en terugkeren naar mijn eigen hol, om daar opnieuw de verwarring te bestrijden en me terloops af te vragen hoe en wanneer ik nu eindelijk succesvol kan worden (waarbij succesvol ook maar een woord is om aan te duiden dat ik dan beter zou weten waar ik mee bezig ben).

zaterdag 10 maart 2012

90's-trance

Ik moet niet doen alsof ik de jaren 90 heb meegemaakt. Dat is gewoon niet waar. In de jaren 90 deed ik niks dat ik me nu nog helder kan herinneren. En wat ik me herinner, wil ik me niet per se herinneren. Er is echter één foto, getrokken in 1992, die ik koester, zodanig dat ik zou wenen als ik 'm kwijtraakte - wenen is veel gezegd, maar ik zou mijn hoofd in een kussen begraven, dat wel. Het is een foto van mijn broer en mezelf en door mama zijn we uitgedost in gekke broeken en hoge kousen. We hebben ook rood geblushte wangen. Het is caranaval. Mijn broer is nog geen drie, ik ben vijf. Hij kijkt naar mij, met onschuldige vragende ogen: wat doet mama met ons? En ik ben zijn wijze grote broer maar sta er ook maar verlegen bij. Ik koester die foto innig. Sentimenteel zijn is een pro.

Maar voor de rest speelt mijn leven zich integraal af in de eenentwintigste eeuw. Want sinds de eenentwintigste eeuw luister ik pas bewust naar 'I Am Free' van The MacKenzie feat. Jessy, terwijl die trance-classic uit 1997 dateert.

Ik wil iets zeggen over 90's-trance. Gisteren wilde ik er ook al over schrijven, maar toen kwam I. op bezoek en legde ik het haar uit in gesproken woorden zodanig dat ik dacht dat ik het niet meer zou moeten of willen opschrijven, maar nu gebeurt het dan toch.

90's-trance is pure nostalgie. Die silliness, die vlinderbuik vol toekomstverwachtingen. Toen de wereld aan de top van zijn kunnen stond en niemand dat doorhad en streefde naar iets mooier nog, dat er niet meer zou komen.

De Zillion. De Red & Blue. Die louche Frank Verstraeten (en zijn relatie met Brigitta Callens). Ann Vervoort van Milk Inc., die ondertussen gewoon dood is. Kim Kay heeft een morfineverslaving. Pat Krimson, for the bigger and bolder. En ik die nog geen Engels begreep en dus geen flauw idee had van waarover er in 'Lift You Up' van 2 Fabiola gezongen werd. Nog steeds niet trouwens - nog steeds weet ik niet wat erin gezongen wordt en ook ken ik nog steeds niet veel Engels. Moet kunnen.
Tien om te zien. In Blankenberge.

Kom terug..

Kom terug, vlinderbuik vol verwachtingen. We zijn in de ironie aan het verdrinken. Wij vinden àlles grappig, àlles. En alles tof. Tof!

"Porselein / behandel mij heel zacht / porselein / verbrijzeld door je lach." Het heeft niet mogen zijn.

Ik keek met I. naar clips van de Backstreet Boys. Er bestaan geen boysbands meer. Waarom the fuck niet? Serieus. Kevin, Howie, A.J., Brian en Nick. En als u wil geef ik u ook hun achternamen uit het blote hoofd. Dat lééft nog in mij. "Er brandt een vuur diep in mij / en dat vuur dat ben jij." Jimmy, Koen, Glenn en J.-M. (een Waal, gelove wie wil).

En ik zou ironisch zijn als ik daar nog naar teruggrijp. Dat zullen mijn Facebookvrienden wel denken. Ik ben immers altijd ironisch. Nee! Ik ben aangevreten door cynisme, dàt ben ik (en dat zeg ik zo graag), maar dat heeft niks te maken met ironie. Dus als ik een clip uit de 90's post waardoor mijn Facebookvrienden gaan denken dat ik weer eens ironisch ben, dan hebben ze ongelijk. Ik hou écht van die muziek, maar ja, ik geef toe, dat ik ook naar aandacht hengel door zo'n clips te posten.

Omdat ik onbewust wil zeggen: kijk, ik heb dat nog meegemaakt en ken de waarde daarvan. Dat is een zekere trots. Ik wéét dat 90's-trance geapprecieerd moet worden als een product van zijn tijd. Lees er de reacties op na onder YouTubeclips van pakweg 'Afflitto' van Fiocco of 'Magic Flight' van 2 Fabiola. Die mensen zijn allemààl nostalgisch (naar een sfeer van niet-opgeklopte vreugde zoals die nu nauwelijks nog lijkt te bestaan, zoals er ook geen dromen meer lijken te bestaan, alleen nog de drang naar behoud).

België is zelfs bekénd om zijn 90's-tranceclassics.

En als u nu toch nog twijfelt: ja, natuurlijk is dit humoristisch bedoeld. Maar niét ironisch, ik meen elk woord van wat ik zeg. Dat de jaren 90 gerust nog eens mogen passeren. Er waren toch van die Back tot the 90's-events? Even googlen of die nog steeds plaatsvinden.

zondag 4 maart 2012

Tot ziens, Spinvis

Ik schrijf mijn eigen recensie over 'Tot Ziens, Justine Keller' van Spinvis, omdat ik me niet kan vinden in de recensies van de (online) media. Bijna allemaal zijn zij enthousiast tot heel enthousiast, zij het vaker toch gewoon enthousiast, zoals: drie sterren op vier. Ik, echter, vind 'Justine Keller' maar slap. En ik wil uitleggen waarom.

Te beginnen: wat zingt die Spinvis slécht op deze plaat. Nog monotoner dan voorheen, de charme is er volledig vanaf. Nee, op zijn derde officiële plaat werkt dat trucje niet langer. Waren zijn teksten vroeger nog dermate fascinerend dat de povere zang niet stoorde, dan stoort die zang mij nu plots wél.

Had ik trouwens bijzonder hoge verwachtingen? Niet echt, denk ik, maar ik geloof dat ik vergeten in te calculeren had dat Spinvis tien jaar ouder geworden is dan ten tijde van zijn haast mythische mijlpaal van een debuut, en ook alweer zes jaar ouder dan op het ook al niet heel erg memorabele 'Dagen van gras, dagen van stro'. Tien of zes jaar ouder, drie of twee keer slomer. 'Justine Keller' is voor de helft gewoon saai. Er staan met 'Heel Goed Nieuws' en 'Ronnie Knipt Zijn Haar' zelfs twee draken op. "Het hoeft niet in de krant, maar Ronnie knipt zijn haar. Het mocht een keer, dat vond zij ook, het zat ook raar." Vreselijk slap (niet alleen tekstueel).

Nergens klinkt Spinvis op 'Justine Keller' 'Voor ik vergeet'-fris, 'Smalfilm'-spannend, 'Bagagedrager'-bloedmooi. De nieuwe nummers zijn mat en hij weet het zelf. Niet toevallig heeft hij immers 'Oostende' en 'Kom Terug' vooraan gezet, de twee beste nummers. 'Kom Terug' heeft een meeslepende spacy groove, 'Oostende' is 'vintage' en energiek.

En kon Spinvis op basis van zijn debuut nog praktisch alle kanten op dan is het nu wel duidelijk wat we in een eventuele toekomst hoogstwaarschijnlijk nog kunnen verwachten: meer van hetzelfde. Recensenten die nu nog hoog oplopen met zijn knip- en plakwerk, steunen te veel op hun perceptie van de oude Spinvis of hebben (al dan niet onbewust) gewoon heimwee. Jazeker knipt en plakt de Vis ook nu nog, maar het klinkt haast obligaat, als dacht hij bij de opname: ik heb mijn trucje in de vingers, laat ik het nog eens toepassen. Door die vingertrucjes klinkt 'Club Insomnia' routineus en lang niet zo bezwerend als waarschijnlijk had gekund, en lijkt 'We vieren het toch' op iets uit het debuut maar dan met minder spankracht. Overigens bevat 'Justine Keller' ook veruit de slechtste tekstflarden die Spinvis al bij elkaar sprokkelde. Geforceerd en ongeloofwaardig bij momenten. Routineus ook.

Nee, ook 'Dagen van gras' was niet zo goed, maar toen had Spinvis wel de wind nog in de zeilen. Die plaat klonk ook wel frisser en bevatte zeker vier songs die samen meer spankracht hadden dan de twaalf op 'Justine Keller'. Wat te denken immers van een slappe vod als 'Koning Alcohol' dat we louter vanwege de thematiek schijnen interessant te moeten vinden. 'Jij wint', een andere favoriet onder recensenten, moest kennelijk een intiem slaapliedje worden, maar kabbelt veel te lang door.

'Heel Goed Nieuws' is ten slotte dé reden waarom ik deze cd nooit zal kopen. Met een uiterst irritant refrein slaat Spinvis de slinger plots van dromerig naar drammerig. Het bruggetje mag er weliswaar nog zijn, maar het refrein - in tijden niet zoiets vervelends gehoord - doet dat jammerlijk teniet.

Achterblijven doe ik dus met 'Oostende' en 'Kom Terug'. Wel iets, maar niets naar Spinvisnormen. Dan toch te hoge verwachtingen? Nee. Spinvis slabbakt gewoon op 'Justine Keller'. Dit is saai in plaats van pittig. Een matte foto, geen glanzende.

Sneu.

zaterdag 25 februari 2012

Mijn bed

Er gebeuren dingen in mijn leven waarover ik niet kan schrijven. Zoals drie meisjes in mijn bed en hoe ze daar terecht kwamen. Niemand gelooft me als ik daarover schrijf en zelf kan ik het ook nauwelijks geloven. En ik schaam me ook.

Niet dat ik een van hen verplicht heb. Ik zou zelfs zeggen, integendeel. Alledrie wilden ze iets van mij, misschien wel meer dan ik van hen. Maar ik ben ook van mening dat bedden lekker liggen. En dan laat ik me gaan.

Niet met onverdeeld succces. Eentje van hen zie ik in goede verstandhouding nooit meer terug, een ander is meer een 'maatje' van me dan een vriendin en een derde heb ik op alle fronten moeten blokkeren, die wilde in mijn bed blijven liggen tot mijn bed het hare zou zijn. Van haar heb ik spijt. En ik verwijt me mijn eigen onzorgvuldigheid.

Er gebeuren dingen in mijn leven waarover ik niet zou moeten schrijven, maar die me dermate bezighouden dat ik schijnbaar niet anders kan. Bij deze.

woensdag 22 februari 2012

Telefoonseks

Zo beu om naar vacatures te speuren via de 'geijkte kanalen'. Jobat, Stepstone, Vacature, natuurlijk de site van de VDAB. Voor wie houden ze mij? Voor een schlemiel die dag in dag uit wil lezen dat hij flexibel, dynamisch en geen 9 to 5-type hoort te zijn? Mag ik ook nog eens rustig kiezen wie ik wél wil zijn. Maar ach, voor wie hou ik mezelf dat ik me dat afvraag? Als ik niet nummer 27 ben, dan ben ik wel nummer 72.

Ik solliciteer niet meer, tenzij u het meent met mij. Als u enkel maar poepsjiek, hoogopgeleid volk in uw rangen wilt, zal ik u niet langer lastigvallen. U moet weten: ik werk interim in een callcenter en eigenlijk bevalt me dat wel. Vooral op dag drie van de week. Dan kom ik onder stoom, gaat mijn stem wat rauwer klinken en doe ik jovialer tegen de mensen. Het gepeupel dat u zonder het te beseffen een beetje minacht (u zou zo'n mensen nooit aannemen). Het gepeupel waartoe ik zelf behoor. Waartoe ik grààg behoor, mag u rustig weten. Ik ken mijn plaats en mocht het gepeupel mijn plaats niet zijn, dan nog wil ik er niet meer van tussen uit.

Oh, er wordt mij gezegd dat ik weleens een aardig stukje schrijf. Op deze blog bijvoorbeeld. Ach, da's allemaal lief, maar het maakt geen enkel verschil. U wil dat ik uw hielen lik, dat ik ambitie toon en naar uw pijpen dans. Helaas (voor mij), ik doe dat niet en laat uw hautaine kelk liever aan me voorbij gaan dan me nog langer door u te laten vernederen.

De rest van m'n leven wil ik in een callcenter werken. Drie avonden per week en dus voor 105 euro per week. Maal 4 - vier weken per maand - kom ik dan aan 420. En daar krijg ik nog een aalmoes van de dop bovenop, ik moet dat eens navragen bij mijn vakbond. Een euro of 150 ofzo. Samen net genoeg om een kot van te betalen + van te eten. De rest van m'n leven woon ik op kot, tussen studenten, voor 290 euro per maand, om u niet in de weg te lopen op de immobiliënmarkt, what's in a name.

Oh, u hebt zo lang gestudeerd om mooie vacatures op te stellen met een resem eisen waaraan ik, gepeupel, niet voldoe. U doet dat zo goed en zoals u mijn mails beantwoordt, dat is van een klasse. Dat ene zinnetje dat u telkens copypaste: 'helaas na een grondige selectie' en dergelijke. En nooit zonder spelfouten doet u dat. Ik ben zo blij met de concentratie en de aandacht die u aan mij besteedt. Steeds weer heb ik zin om u terug te mailen en te vragen of ik uw handen mag komen kussen. Ik doe het niet, omdat ik uw persoonlijke beschaving niet wil confronteren met mijn rudimentaire gemanierdheid, die van een spelonkbewonder. En toch, u kan het navragen, heb ook ik gestudeerd. In de hoop op die manier een job te kunnen krijgen. Maar nee, dat valt niet mee - had ik het moeten voorzien? Ik ken de tricks niet, heb de skills niet, ben geen senior manager en ben niet goed in talen. Microsoft Office heeft wél geheimen voor mij. En uw secretaresse kan ik nu al niet uitstaan.

Ik stuur u dit door, dit bericht. U leest het met verbazing en legt het aan de kant. Wat kan u er ook aan doen. U hebt zelf bazen en bonussen, wie weet. U hebt zelf een leven en bent tenslotte geen psycholoog. Kent u de waarheid dat men als mistroostige enkeling enkel tegen betaling mensen kan 'lastigvallen'? Voor 40 euro per 'sessie'. Zijn we dan niet allemaal vrolijk?

Nee, vrees niet, ik ga het met u niet hebben over het einde van de wereld. Uw einde van de wereld is niet het mijne. Uw einde van de wereld, en ik ga bewust en wat dommig (ik streel uw ego) heel kort door de bocht, is uw grasmachine die het begeeft halverwege uw zondagse rit over uw pelouse.

Oh, kus mijn opgeblazen kloten. U had het kunnen maken in de telefoonseksindustrie, zoals u aan mijn lijn hing. Nu ga ik het met mijn beste callcenterstem zelf proberen. In de telefoonseksindustrie. "Heeeeeeey, waar heb je zin in, stoute jongen?"

maandag 13 februari 2012

Ik krijg het van u

Zelf input geven aan deze dag zit er voorlopig niet in. Ik werd al balend wakker. Omdat ik keelpijn had en de confrontatie met het leven (dus weer) slecht van start ging. (Een stelregel in de charlatanerie van de homeopathie is dat u keelpijn krijgt als het u de keel uithangt - welja.) Ik zei gisteren nog onwillekeurig dat ik blij ben dat ik toch goed slaap, ondanks mijn wisselende stemmingen. En dat ik de fucking hulp van geen psychiater nodig heb (niet dat iemand me die aanraadde).

Maar hé, ik ben een organisme, net als een plant: geef mij wat water ,warmte, en niet uw rot cynisme. Ik word daar zélf cynisch van, van uw cynisme, uw opportunisme, uw stuitend gebrek aan visie en goedheid. En u bent héél de week, héél de maand, héél het jaar in de actualiteit. Elke fucking dag zit u in het nieuws, regelmatig als het fucking hoofdpunt ervan. (Ik lééf voor het nieuws, mag u rustig weten. De nieuwssoap geeft richting aan mijn leven, u bent dus bepalend.) Nu zit u in Syrië, maar evengoed in wat ze tegenwoordig The City noemen. Oh, en in Griekenland natuurlijk, u heeft uw tent opgezet bovenop de Akropolis. Daar hebt u een panorama over miserie. En dat, ja, dat is nieuws. Dat is wat wij moeten meezeulen. De fucking miserie van mensen in een tiranniek regime, van mensen in een corrupt regime, van cynische yuppies die zich speculanten laten noemen. Tegen de muur ermee.
Oh ja, en dan vriest u ook nog. Leuk, schaatsen, maakt men er dan van, als uw marionnetten. Maar niet ik.

Doodgevroren armoezaaiers, kinderen die voedselpakketten krijgen in de klas. In Polen en Griekenland, en ik die daar naar kijk vanuit België. En kinderen in armen van bloedende mensen, schreeuwende mensen, rauw, in Syrië. Nee, kan ik afleiden uit wat u inderdaad niet hoeft te zeggen, Homs is geen vakantiebestemming. En we hadden al Benghazi, het Tahrirplein en die eeuwige Rudi Vranckx. Het is ofwel mijn tv uit, ofwel Rudi Vranckx een tijd op non-actief.

Ik wil godverdomme iets leukers als boei om me aan vast te houden. Die eeuwigdurende Arabische Lente, ik krijg het daarvan - het krijgen, u kent die uitdrukking? Betekent: ik heb daar mijn buik van vol. Ik moet daarvan naar een paardenmiddel grijpen om het uit te houden. Marissa Nadler moet zalven, al veel te vroeg op de dag.

zaterdag 21 januari 2012

Oma, ik mis je

Ik heb een vriendin die me bespiedt. Eén kik op Facebook is genoeg voor haar om te gaan speculeren over weet ik veel wat allemaal. Een verkeerd filmpje, liedje, een verkeerde foto, ze merkt het allemaal op. Je kan je dan ook afvragen waarom ik haar een vriendin noem. Wel inderdaad, van vriendschap is hier eigenlijk weinig sprake. Wel van rancune, jaloezie en een minderwaardigheidscomplex.

Ik kan niet voorzichtig genoeg zijn want ben erin geslaagd om een stalkster op mijn kap te halen. En dan zal je zien dat je er via Facebook mee geconfronteerd wordt. Altijd wanneer zij dat wil. Defrienden is de Toren des Doems over je heen jagen. Defrienden is klappertandend ijsberen en je moeder wanhopig om raad vragen.

Ik leef in een tijd waarin ik mijn medemens kan ontvolgen en ontvrienden. Oma, je bent dood, maar had je dit kunnen horen.. We zijn te ver gegaan, oma.

vrijdag 20 januari 2012

Geen meisje

Ik werd vanmorgen wakker en vond geen meisje naast me. Dat stak niet, maar ik vond het wel jammer. Er is niks maar ook echt niks mooier dan een meisje naast je in bed te hebben liggen. Dat lichaam, die vormen, die warmte. Vraag maar aan een random jongen.

Waar was ze?

Ik heb haar nog niet ontmoet, of anders gezegd: ze is al fysiek uit mijn leven verdwenen. Op 31 mei zal het twee jaar geleden zijn dat ze naast me lag. In een bed in Amsterdam. Ze kroop tegen me aan en kuste me op de mond. We hadden seks. Twee keer voor het ontbijt, nog eens erna. Goed wetend dat ik 's avonds waarschijnlijk voorgoed afscheid van haar zou nemen, was het misschien niet het allermooiste moment uit mijn leven. Misschien was dat wel die eerste keer dat we op haar zolderkamer naast elkaar op haar bed neerploften, opgewonden door wat er gebeurde want wat niet zo duidelijk in het script stond.

Ik wil nog steeds terug naar die kamer, waar zij natuurlijk al lang niet meer is.

Als de dingen zullen lopen zoals ik zo graag wil dat ze zullen lopen, woon ik aan het eind van 2012 in een paradijsje van een studio. Overdonderend mooi, eigenlijk veel te mooi voor mij. Daarom moet zij vaak langskomen om mijn aanwezigheid daar te legitimeren. Zij die van die schoonheid geniet zodat ik kan genieten van haar schoonheid wanneer ze geniet van de schoonheid van de kamer.

Hopelijk vind ik haar. Anders zal daar een dubbelbed staan te verkommeren. En dat zou ik me wel aantrekken.

maandag 9 januari 2012

Missing: Tine

Lieve Tine Brutsaert,
Lieve eventjes vermiste en helaas levenloos teruggevonden Tine,

Ik kende je niet. Woonde niet in jouw stad. Had je nooit op tv gezien, of ergens anders. Ik miste je hoegenaamd niet. Maar sinds je verdween kende ik je wel. Want toen je verdween kwam je wél op tv, was je wél in mijn stad, leerde ik je kennen en miste ik je.

(Heb je nog geweten dat duizenden mensen je plotseling kenden, Tine? Dat ze bezorgd om je waren? Vast niet.)

Ik leerde je kennen op een nieuwssite. Mijn kennismaking met jou was er eerlijk gezegd een onbewuste. Ik bedoel: als men me had gevraagd naar je naam, ik had 'm wel ongeveer geweten maar niet helemaal precies. En hetzelfde gold voor de foto waarvan je Missingbericht vergezeld ging. Ik zag je gezicht tot voor kort niet helder voor me en dat spijt me.

Nee, tot voor een uur geleden kon ik me je gezicht niet helder voor de geest halen. Tot voor een uur geleden toen ik een A4 van jou aan een muur in mijn stad zag hangen. Missing, terwijl je al gevonden was. Treurig. Ik trok je zachtjes van de muur en stopte je in m'n jaszak. Ik dekte je warm toe en wilde er voor je zijn. Maar ik wist ook, ik was te laat.

Je lijkt me een innemend meisje, Tine, als ik je hier zo op mijn bed zie liggen. Je foto laat een stuk van je tanden bloot, je hebt een goeiig gezicht. Niet ongelukkig, nee, dat zou ik nooit vermoeden. Maar wat is er dan met je gebeurd?

Je werd voor het laatst gezien in de namiddag van 2 januari, je kwam van de dokter. Voor een onbekende is dat het enige mogelijke teken aan de wand. Want op basis van de beschrijving van de kleren die je droeg, zou geen mens iets vermoeden. Je droeg mooie bruine botten en een ring.

Je foto zorgt ervoor dat ik alsnog persoonlijk word aangegrepen door je dood. Goedaardige meisjes mogen niet dood, er moet altijd iemand voor hen zijn, om hen in te stoppen en hen een knuffel te geven.
Ik mag er niet aan denken dat er niemand voor je was.

Het ga je goed, Tine.
Je zal nooit voor niets gestorven zijn.

Veel liefs,

Ali

dinsdag 3 januari 2012

Een Viceke

Het begon op het middaguur. De afschuw - ik overdrijf, - de tegenzin waarmee ik ten x-sten male mijn Twittervenster opende. Was ik nu werkelijk in no time een volbloed Twitteraar geworden? Kon ik dan zo inconsequent zijn dat ik Tetter de ene week nog neersabelde om het de volgende week te omarmen? Ik twijfelde. Aan mezelf. Ik wilde vooral heel erg dringend van mijn computer weg. Tot mijn opluchting (en trots) hoefde ik al tenminste geen iPhone of -Pad op te bergen. (Ik heb noch wil dergelijk draagbaars vanuit de reële angst dat ze me in eerste instantie gelukkig, en in tweede instantie doodongelukkig zouden maken, om me vervolgens voor hersendood achter te laten.) Ik wilde naar buiten, mijn kamer uit, maar het regende. Ik belde een vriend en die komt me straks redden.

Mocht mijn vader te weten komen wat ik zoal op Twitter doe, zou hij mijn moeder mailen en vragen of zij weet wat ik op Twitter doe. Mijn moeder zou het antwoord schuldig blijven en vergoelijkend opmerken dat ik haar weleens over Twitter verteld heb, maar dat ik er negatief over sprak. Mijn vader zou mijn moeder dan weer te mild vinden en aandringen op 'sancties'. Wel zou hij niet meer op het argument kunnen terugvallen dat hij me financieel onderhoudt. Hij zou er dus niet meer mee kunnen dreigen om de alimentatie stop te zetten. Die gedachte is wel een opluchting voor me.

Overigens heb ik een goeie relatie met mijn beide ouders, maar als ik mijn vader in deze context afschilder als een wat reactionaire man, doe ik dat enkel om de waarheid geen geweld aan te doen. Ik hou ook van hem ondanks zijn reactionaire trekjes. En ik hou zelfs een beetje van hem dankzij zijn reactionaire trekjes. Want dan herken ik mezelf in hem en word ik een beetje sentimenteel.
(Toen ik op een nacht door mijn meisje werd achtergelaten, nam ze ook mijn ruwe bolster mee. De ontbolsterde blanke pit die ik nu ben, pinkt zelfs een traantje weg als hij het nieuws van Bruno Huygebaert hoort. Terwijl ik die man toch helemaal niet ken.) Ik ben enorm gehecht aan mijn genen.

Maar ik dwaal onbehoorlijk ver af. Wat ik wilde zeggen is dat ik op het middaguur spontaan en, hoewel vanuit een onmiskenbaar onbehagen, als een complete verrassing voor mezelf een Viceke deed. Ik schreef de naam 'Twitter' op een papier, tekende er een vogeltje boven en schreef er in kapitalen 'DON'T' onder. Definitief, zo leek mijn oordeel. Het stond op papier, voor mij alleen, niet op het internet, niet voor u.

Ik dacht ook aan DO's zoals fietsbanden plakken, elektriciteitskabels aanleggen, lekker koken, met vrienden afspreken, brieven schrijven met de hand en postzegels gaan kopen, maar ook aan droevige mensen troosten, iemand belangeloos helpen en wachten op het groene licht. Allemaal dingen die mijn ouders mij hebben geleerd.

En dat ik mijn ouders nu op mijn beurt zou kunnen leren hoe ze Twitter moeten gebruiken, daar dacht ik ook aan. Ik kon gewoon niks anders bedenken dat ik hen zou kunnen leren. En dat vond ik toen van zo'n droefnis dat ik er bijna onpasselijk van werd. Er moest toch iets mooiers zijn dat ik die mensen zou kunnen bijbrengen. Daarom moet dit misschien maar het jaar worden waarin ik mijn ouders op mijn beurt iets interessants en relevants bijleer. Toen ik mijn moeder onlangs op mijn instructies een som zag maken in Excel kreeg ik ook al bijna een krop in de keel. Ik ga de naam Twitter nooit meer laten vallen in het bijzijn van mijn ouders.

maandag 2 januari 2012

Op de aandachtshoerderij

Haha, jongens en meisjes, is het niet ongelooflijk dat die Twitter me nog steeds in een houdgreep heeft? In een steeds strakkere houdgreep nog wel. Ik ben me zo aan het aanstellen! Ik ben een aandachtshoer, ja, ik ben streng voor mezelf. Waarom? Omdat ik nooit een aandachtshoer heb willen zijn natuurlijk. Een hoer. Komaan, daar moet ik toch geen tekeningetje bij maken?

Het zou ronduit grof en kort door de bocht zijn om alle Twitteraars nu even heel goedkoop aandachtshoeren te noemen. Dat ga ik dan ook niet doen, al zou ik met een dergelijke provocatie misschien wat naambekendheid verwerven (want ja, ik zal deze tekst op Twitter posten en proberen om 'm zo goed mogelijk in the picture te spelen middels bepaalde hashtags ofzo - ik zie wel). En laat dat nu net de reden zijn waarom ik steeds vaker op die onnozele Twitter zit en domme tweets probeer te bedenken. "Zie mij! Zie mij! Ik ben Ali en ik wil dat jullie mij leren kennen. Of toch op z'n minst mijn blog lezen. Omdat ik aspiraties heb als schrijver-journalist en via Twitter daartoe stapjes in de goede richting hoop te zetten. Ik weet van anderen dat ze het ook op die manier proberen."

(A propos, nu ik het spreekwoordelijk over hoeren heb: is Hot Marijke eigenlijk een échte hoer? Dat is geen provocatie. Ze doet aan SM en ontvangt gasten tegen betaling. Dat is toch prostitutie, of ken ik er niks van? Is dat misschien escorte of nog iets anders? Ik ken er niks van.)

Dat ik Hot Marijke onlangs een klein beetje geschoffeerd heb was wel leuk. Dat ik mijn uithaal postte op Twitter en dat die haar onder ogen kwam. Dat ze het zelf tweette richting de andere bekenderikken die ik in mijn tekst had aangehaald. En dat ze me nu op Twitter volgt. Dat kan ik toch een heel klein beetje een doorbraak noemen, of niet? Nee, waarschijnlijk is daar nog veel meer voor nodig. Een waar en weldoordacht Twitterbombardement.

(Staat u me overigens een grapje toe: wanneer ik een afbeelding in mijn tekst voeg, moet ik beslissen waar deze komt te staan en op welke grootte. Voor bovenstaande van Hot Marijke koos ik voor 'klein' en 'rechts', en laat dat nu net zijn wat ze in het echt ook is. Haha.)

Maar om terug te komen op mijn aanzet: ik ben dus een echte aandachtshoer, hé? Dat me dat zo bezighoudt, die mogelijke naambekendheid via Twitter. @inebenzine, een Twitterfan en kennis van me - echte naam: Ine Peers -, heeft haar job te danken aan Twitter. Stel dat mij dat lukt, een job vinden via Twitter, zou dat toch heel wat zijn. Daarom dus dat ik me in de kijker wil spelen, wat overigens niet evident lijkt, voorlopig. Ik zit aan een schamele 59 followers, waaronder, met permissie, een hoop oninteressant volk. En er is ook geen hond die mijn lullige boodschappen retweet. Ik zou er, mocht ik in een minder bloeiende levensfase zitten, enorm triest van worden, maar dat is nu niet het geval. Enkel die Twitter als medium zet me aan het denken. En mijn oordeel erover is eerder negatief dan positief, al schuift het, tot mijn ontzetting, gestaag naar het midden op. (Ken ik mezelf dan zo slecht?)

Wie ook veel aandacht wil is Duchka Walraet. (Bij deze, beste Duchka: 't is graag gedaan.) Zij is een fervente Twitteraarster die de polemiek niet uit de weg gaat. Een tijdje geleden haalde ze via Twitter keihard uit naar Bart De Wever en haalde daarmee - ze kon het zelf niet geloven - 'Vlaanderen Vandaag' op VT4. Daarop stuurde ze deze ironische boodschap de wereld in. Niet slecht gedaan, me dunkt. Goed gemaakt, compact en behoorlijk aanstellerig. Iets om op te pikken en te verspreiden kortom. Wat ook gebeurde, geloof ik (ik zat in die periode nog niet veel op Twitter).
Ik zou Duchka Walraet overigens terloops ook een aandachtshoer kunnen noemen, maar dat zal ik maar niet doen. Het zou laf zijn om zoiets te zeggen, al was het maar omdat ik haar nog nooit heb ontmoet. Wel hebben we al onpersoonlijke berichtjes over en weer gestuurd, waarbij ik me een sollicitant voelde die de aandacht probeert te trekken van iemand die enkele treden hoger staat op de ladder naar eeuwige roem.

Twitter is dus eigenlijk ook behoorlijk vernederend, en ik moet me ernstig de vraag stellen of ik door een online medium vernederd wil worden. Ik weet zeker van niet, maar in deze moet ik eerlijk zijn en zeggen dat ik toch vooral mezelf verneder. Het ben ik die hengelt naar aandacht en goedkeuring. En ik zoek zelf het contact op in de hoop door iemand 'opgepikt' te worden. Michel Baeten, de populairste doch voorts onbekende twitteraar @mbaeten, heeft, geloof ik, al een mediacarrière aangeboden gekregen, die hij evenwel afsloeg. Zou het voor mij het summum zijn om een mediacarrière aangeboden te krijgen? Nee, ik geloof van niet.
Maar een schrijver-columnist-journalist worden - zoals mijn grote held hiernaast -, dat zie ik dan wel weer zitten, denk ik. Liefst van al ook redelijk anoniem. In tijden waarin nog amper lange teksten gelezen worden. (Als u zelf hier bent aanbeland, wil u dan alstublieft een reactie achterlaten, al is het maar een 'x'? Maar zet er dan ook uw naam bij, want anders weet ik het niet eens zeker, dat u het bent.)

En ik post dit dus wel degelijk ook op Twitter (én Facebook). Om consequent te zijn. En omdat die zelfvernedering minder erg is dan ze klinkt.

Ook hoop ik eens in een #FF-tweet terecht te komen, de code die populaire mensen gebruiken om andere Twitteraars onder de aandacht te brengen onder het mom van: 'deze hier is ook interessant, hij verdient een duwtje in de rug'. Laat dat mijn doel zijn voor de maand januari, in een #FF belanden. Als me dat niet lukt, moet ik misschien toch maar mijn conclusies trekken en de Twitterdeur achter me dichttrekken.