Douchen. Water in je oor krijgen. Water dat er vervolgens niet meer uit wil. Met een oorstaafje de boel naar de zak helpen. Amper nog iets horen uit je linkeroor. Daar moedeloos van worden. Naar een apotheek gaan. Oordruppels aanschaffen. De procedure van het innemen meermaals voltrekken. Weinig verbetering constateren. Je moeder bellen. Het via haar met homeopathie proberen. Lichte vooruitgang boeken, zij het niet genoeg. Een afspraak met je dokter maken. Een pompje in je oor krijgen. De druk van de waterstraal voelen. Een gigantische brok oorsmeer op een papiertje zien liggen. Je volle gehoor terughebben. Beter dan voorheen.
Een oor, een keel, ze zijn bijzonder vanzelfsprekend. Als je er plots niet meer over kan beschikken pleng je traantjes. Als je je gehoor gedeeltelijk kwijt bent, ga je aan het slikken met je keel om te vieren dat je geen keelpijn hebt. Als je je gehoor vervolgens weer terug hebt, moet je je inhouden om je vrienden uit pure vreugde te sms'en met als boodschap "ik hoor weer normaal!"
Dagelijks zie ik mensen in een rolstoel rijden. Een papa met een dochtertje op zijn schoot, hijst zich naar boven op 'n stukje vals plat. Een blinde loopt verrassend snel, met luid klik-klakken van zijn stok, richting appartement. Hoe hij dat geleerd heeft? God only knows. Hoe hij het volhoudt? Misschien omdat hij zich ervan bewust is dat hij niet in een rolstoel zit, dat hij geen oorpijn heeft.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Raak geschreven.
Ik ken het, ik ken het goed. Heb dreigende ogen, of hoe zeg je zoiets. Als het lastje weer voorbij is ben ik altijd dolblij.
Vergelijkbaar maar op een andere manier: al twee weken vechten tegen vlooienplaag in huis. Als ze weg zijn, zal ik nog nooit zo blij zijn geweest met een vloloos huis.
Een reactie posten